"Bezit je niet wat je op prijs stelt,
stel dan op prijs wat je bezit."
22-06-2019
Limerick 0647.
.
Verlangen.
Ze blijven bij mij altijd hangen 'k weet niet wat er mee aangevangen je ziet ze haast niet maar als je ze dan ziet zal j' er steeds erg terug naar verlangen.
Gezondheid die kan je niet kopen je kan alleen maar heel hard hopen dat het jou niet treft en als je dat beseft zal ‘t zo zijn als ’t bij jou moest langs lopen.
Wat blijft er aan de strijkstok hangen ik wist niet hoe ik dat moest prangen een haar van een paard is dat dan zoveel waard ja want je kan er muziek mee vangen.
En vlieg ik snel en hoog door de lucht het verlangd van mij een grote tucht om recht te blijven het kan niet beklijven en zweef dan naar beneden op een zucht.
Laatst keek ik nog eens in een jaarboek van vervlogen tijden vol kletskoek neen 'k vind dat niet laf er zelf niets meer om gaf en dat wist ik na veel veldonderzoek.
Ik wil op reis naar verre landen dat brengt mij steeds in droom toestanden het daardoor vergeet het zelfs niet meer weet maar het liefst naar een met Palm boom stranden.
Wij hopen dat ik vannacht goed slaap zei ik vluchtig tegen mijn vriend Jaap maar Jaap is geen mens en waar trek je de grens voor vriendschap tussen een mensaap of maat.
Ik lag vannacht even te denken iets te delen zonder te krenken ieder evenveel 'k weet niet hoe ik 't verdeel en kwam tot 't besluit het weg te schenken.
Ik wachtte op hem aan het station je zal mij zien daar aan dat kanon ik vind het heel fijn daar met vrienden te zijn 't is daar steeds heerlijk in de avondzon.
Hij ging wandelen, compleet alleen dat deed hij het liefst met zijn slecht been daar zeg je me wat dat hij geen vriend meer had maar met wie dan wist hij niet zo meteen.
Eens het binnen wippen was gelukt zijn stempelmerk er had opgedrukt kwam de boer nabij die zag de averij want de hen was voor d’ helft al kaal geplukt.
Er was eens een haan zonder kippen hij ging op stap om ze te knippen toen vond hij een ren daarin zat ook een hen en daar wou hij eens vlug binnenwippen.
Geniet met vrienden van ‘t aards geluk 't is nooit een afgesloten hoofdstuk ik bleef ervoor staan zeker voor dat ze gaan want van iedereen wil ik een handdruk.
‘t Pastoortje viel plots van zijn preekstoel dat maakte een heel grote stof boel en 't kwezeltje bad dat 't pastoortje niets had want alleen zij wist van zijn levensdoel.