Ik loop met mijn hoofd in de wolken 't is net of die steeds zijn aan 't kolken ze gaan op en neer en doen me geen zeer maar ik weet dat niet zo te vertolken.
Het lachen wint steeds van 't verdriet 't is eender hoe je het ook beziet een vrolijke dag krijg je door een lach wees dan zeker dat iedereen hem ziet.
Ze doolde maar door een ijs woestijn daar tussen voelde zij zich echt klein zo een massa ijs bracht haar van de wijs want ze vond haar weg niet op dit terrein.
Liefde en verdriet gaan hand in hand soms kom ik ze tegen op het strand de ene die lacht de andere die tracht naar dat woordje verscholen onder 't zand.
Het sprookje kreeg geen happy end in een film is dat niet evident daar komt het steeds goed maar zegt niet hoe 't wel moet en dat ben ik nog steeds niet aan gewend.
De melkboer komt zo ’n twee keer per dag maar zij was dan telkens weer van slag wat opgewonden zo niet verder konden maar toen wist ze nog niet dat ‘t aan haar lag.
Ik wist het bijna van tevoren als 'k hem zag dan was ik herboren die man van de foor liefst de ganse nacht door 't zou alleen mijne rust wat verstoren.
Ze heeft nu toch een andere vriend hij is klein en een beetje bijziend hij ziet ze wel staan wil alleen verder gaan en dat heeft ze dan waarlijk niet verdiend.