"Bezit je niet wat je op prijs stelt,
stel dan op prijs wat je bezit."
11-08-2020
Limerick 1064.
.
Lot.
Als dagelijks de zon niet meer scheen dan helpt er misschien nog een noveen maar doet het er toe wat ik dan nog doe want het lot is dan 't zelfde voor elkeen.
De nar, hij lacht en verbergt een traan maar 't leven zal verder blijven gaan voor ieder gelijk zowel arm als rijk maar is dat dan zijn reden van bestaan.
Ik heb geen geld of goed om weg te geven voel mij daar ook niet toe gedreven al heb ik niet veel het met iedereen deel een eigenschap die 'k met je wil delen.
Wij waren bloemen kinderen toen en leefden van liefde en een zoen nu zie je 't niet meer en het doet ook geen zeer maar vond 't mooi en kan er echt niets aan doen.
Het tellen is niet zo belangrijk imposant is wel je woordenrijk die strooi je in 't rond voor ieder die ze vond en dat breng je voortdurend in praktijk.
Een zeeman vanuit Blankenberge een reus was hij onder de dwergen dat deerde hem niet er niet slechter van sliep en zijn haren rezen hem wel ten bergen.
Het leven is zo affreus nog niet al ligt het soms zo in het verschiet als dat zo moest zijn dan was het wel fijn kreeg het leven voor altijd mijn krediet.
Maak een limerick, dat doe ik ook daarvoor in mijn woordenboekje dook want daarin staat waar het hier om gaat het is nacht en het word tijd voor het spook.
Zo zalig vind ik soms het leven al duurt het dan ook maar heel even zo lang we hier zijn houden we het fijn en daar kunnen w' alleen maar naar streven.
Een tijdje let ik al op mijn lijn ‘t is heel simpel en niet voor de schijn. wat het ook zij het ligt niet aan mij maar heel slank wil ik eigenlijk niet zijn.
Er was eens een koppel uit Geel die liepen daar steeds in het gareel maar eens de stad uit dan riepen ze heel luid die van Geel wel die zien allemaal scheel.
Ga God verdorie uit mijn koren 'k wil niet dat je mij nog komt storen ga weg van mijn land vind het heel ambetant dat je hier was wil ik niet meer horen.