Er was eens een reiger aan ’t zweven rond spiedend naar visjes die leven die stopten zich weg sommigen hadden pech maar hun lijden dat duurde maar even.
Er was eens een boer uit de walen die mosterd bij Mozes ging halen hij reed met de fiets want dat kostte hem niets maar de mosterd die moest hij betalen .
Er was eens een bloem die wou bloeien dat bijtjes erop kwamen stoeien, ze vond het fideel op zoek naar ‘t stuifmeel, maar de regen die kwam hen besproeien.
We vieren vandaag je verjaardag zo staat het op schrift in het verslag hoeveel jaartjes dan dat houd ons in de ban van een engel die leeft voor een glimlach.
Een Brugse die kant wou gaan klossen de klosjes die mocht zij niet lossen om dat te kunnen moest men haar tijd gunnen en mocht zij geen enkele les brossen.
Er was eens een kindje Aliske als kusje gaf ze steeds een likske dat deed ze zo graag heel goed sappig, maar traag maar nog liever deed z’ haar eigen ikske.
Ik heb een vriendin in Zandhoven je kan het misschien niet geloven maar toch is het waar al zie je ‘t niet aan haar doch ze is weer een jaar opgeschoven .
Schrijvers die weten soms alles, soms niets hadden ze kennis dan schreven ze iets kenden de woorden toch rijmend te vinden doch vroeger dan reden ook schrijvers per fiets.
Er was eens een gast met een ziekte dat ‘t leven al lang niet meer pikte hij werd het zo moe hopend, doch niet wist hoe maar wel daaglijks zijn pilletjes slikte.
Er was eens een mens met een ziekte die altijd op beterschap mikte hij hield zich gaaf recht al voelde hij zich slecht ’t was zijn lot waar hij zich ook in schikte.
Er was eens een man met een niersteen de echo die toonde er meer als één het deed toch zo ’n pijn links zijn zij, op een lijn en uit angst begon hij maar een noveen.
Er zat eens een klein nachtegaaltje te rusten op zo een kort paaltje hij was er zo bang dorst had hij al zo lang maar voor drinken moest hij naar het schaaltje.
Mijn straat is een lust om te wonen dat ze mooi is zal ik hier aantonen geen haat of geen nijd iedereen is bereid daarvoor moeten we z’ eerst niet opschonen.