Zinloos.
Op mijn schoot ligt een leeg boek. Ik ben sprakeloos.
Zinloos geweld.
Hij kijkt voor hij sterft even omhoog Hij ziet 'n man met leeg tekstballonnetje.
Zinloos Gesprek.
Ze hebben een goed gesprek. Ze zijn doofstom.
Zinloos Eten.
Mam, ik heb geen zin!
|