Voor ouders, hulpverleners, en leerkrachten, die zich zorgen maken over kinderen, met Hechtingsprobleem, Hechtingsproblemen, hechtingsstoornis, hechting, gehechtheid, ouders, babys, kinderen, pleegkinderen, stiefkinderen,jeugd, volwassenen, hulpverleners, onderwijs, jeugdzorg
In de westerse wereld krijgen 1 tot 6 per 1000 levend-geboren babys te maken met zuurstofgebrek tijdens de geboorte, dit wordt ook wel hypoxie-ischemie (HI) genoemd. In haar onderzoek laat Cora Nijboer zien dat het remmen van het eiwit nuclear factor-kappa B in een periode direct na het zuurstofgebrek, buitengewoon beschermend werkt op de hersenen van pasgeboren ratten na HI.
Een groot deel van de babys die tijdens de geboorte HI ondergaan, ontwikkelen een vorm van hersenschade met ernstige gevolgen voor de ontwikkeling van het kind, o.a. spasticiteit en de ontwikkeling van epileptische aanvallen.Op dit moment zijn er bijna geen effectieve behandelingen beschikbaar om HI hersenschade te voorkomen of te verminderen. Verder laat Nijboer zien dat het verlagen van het eiwit GRK2 hersenschade in pasgeboren muizen verergert.
Het remmen van nuclear factor kappa B en het voorkómen van de verlaging van GRK2 zijn nieuwe mogelijk therapeutische strategieën om HI hersenschade te verminderen.
10-06-2008, 14:30 uur ,
Academiegebouw, Domplein 29, Utrecht. Cora Nijboer, Geneeskunde Proefschrift: Protecting the newborn brain: molecular mechanisms and therapeutic targets Promotor 1: Prof.dr. C.J. Heijnen Promotor 2: Prof.dr. F. van Bel Copromotor 1: Dr. A. Kavelaars Copromotor 2: Dr. F. Groenendaal
Bregje van Sleuwen promoveert op 28 mei aan de Universiteit Utrecht.
Een regelmatig en voorspelbaar patroon van activiteiten vermindert het overmatig huilen van babys binnen enkele dagen. Het inbakeren van deze babys voegt weinig toe. Dit stelt bioloog Bregje van Sleuwen in haar promotieonderzoek dat ze uitvoerde aan het UMC Utrecht. Ouders van 398 huilbabys jonger dan twaalf weken ontvingen adviezen over regelmaat en voorspelbaarheid. De helft van de kinderen werd daarnaast ook ingebakerd.
De aanpak bestond uit een verzorgingspatroon met een vaste volgorde van activiteiten zoals wakker worden, voeden, knuffelen, spelen en bij de eerste signalen van vermoeidheid wakker in het eigen bed leggen. Ouders krijgen hiervoor speciale instructies. Inbakeren bestaat uit het stevig omwikkelen met twee doeken van schouders tot aan tenen. Voor de duidelijkheid: voeden geschiedt niet op klokkentijd.
Eén week na start van het programma is het huilen van de babys in beide interventiegroepen met 42 procent afgenomen, na twee weken met 50 procent en na acht weken met 75 procent. De huilduur per dag daalt van 148 minuten bij aanvang van het onderzoek tot 36 minuten aan het einde van de interventie.
Van excessief huilen is sprake als een gezond en goed gevoed kind drie keer per week meer dan drie uur ontroostbaar huilt. Alle ouders die het huilen van hun zuigeling als een probleem ervaren, mochten participeren aan het onderzoek. In Nederland geldt dit voor zes tot tien procent van alle babys, afhankelijk van de definitie die wordt gehanteerd.
Op basis van haar resultaten concludeert Van Sleuwen dat het verzorgingspatroon een goede aanpak van excessief huilen is. De adviezen kosten weinig tijd en ouders waarderen de ondersteuning erg. Bovendien zijn de adviezen van regelmaat, voorspelbaarheid en prikkelreductie goed op te volgen.
Het inbakeren van huilbabys heeft geen extra effect bovenop het schema van regelmaat. Alleen bij jonge babys van een tot zeven weken neemt het huilen significant meer af bij de ingebakerde groep. Maar bij oudere babys van acht tot dertien weken daalde het huilen sterker bij de regelmaatgroep. Van Sleuwen: Het inbakeren heeft geen toegevoegde waarde; er is een klein effect meetbaar bij de jonge babys, maar een verschil van tien minuten per dag is klinisch niet relevant.