Nogmaals
Het rommelpotje van perfessor Brems
(Frans Depeuter)
Zure melk in de neus
Op de weblog Knack blogt lezen we een korrelig artikeltje van Frank Hellemans (02. 02.07) omtrent het feit dat Patricia de Martelaere als enige auteur van formaat ontbreekt in de literatuurgeschiedenis van Brems. Ook volgens Arjan Peters in De Volkskrant komen alle bekende en minder bekende schrijvers aan de orde, maar één naam ontbreekt: die van Patricia de Martelaere. Patricia zelf vindt eveneens dat alleen zij in de Hall of Famous Authors verwaarloosd werd.
Dat De Martelaere een niet onbelangrijk auteur is, zullen weinigen betwisten drie nominaties voor de Ako-prijs, de publieksprijs Gouden Uil, een Staatsprijs en de J. Greshoffprijs voor het Essay, en de debuutprijs 1989, doe dat maar na! - maar dat ze de enige is die door Brems over het hoofd werd gezien, is lichtjes bij het haar getrokken. Het literair negationisme van de perfessor reikt heel wat verder dan die éne Patricia.
Een feit is echter wel dát Patricia ontbreekt, en dat is als zure melk in haar neus geschoten. Zij kan niet meer zwijgen over zoveel literair onrecht, luidt het, zij voelt zich in haar beroepseer aangetast. En dus doet zij haar b(r)oekje open.
Zij, de hoogstaande vrouwe, de voorname dame, die zo notoir afkerig is van autobiografische bekentenissen (Hellemans), wier publiciteitsschuwheid en terughoudendheid (zo) roemrucht is (Peters), licht het dekseltje op, en het stinkt, hoor, jaja, het stinkt zoals zelfs de nobelste excrementen een luchtje hebben.
Ik ontbreek in die geschiedenis omdat Brems meer dan tien jaar geleden een verhouding met mij had, vertrouwt ze Knack toe. "De kwestie is dat ik samen met Brems in de redactie van het literaire tijdschrift 'Dietsche Warande en Belfort' zat, nog voor er sprake was van een verhouding, en dat hij mij toen een geweldige auteur vond. Toen de verhouding afsprong, is zijn houding tegenover mij radicaal omgeslagen.
Voilà, meine Damen und Herren, gij die dacht dat het er zo alleen in het politieke circus aan toeging ge weet wel: Pa-trick en Greet, Rik en Sofie, Wilfried en Ilse, Johan en Els; al goed dat we nog Annemie Neyts hebben, die hoewel Uyttebroeck van geboorte, toch zedig bij haar potten en pannen blijft, - gij vergiste u deerlijk: ook de hogere regionen van de Vlaamse Literatuur zijn door dat soort gescharrel aangetast.
De druppel in het pispotje
Nu was Patricia zo notoir afkerig van autobiografische bekentenissen dat ze een verhaal schreef over haar affaire, en dát was de druppel die het pispotje deed overlopen. Hoewel het verhaal reeds door de hele DWB-redactie was goedgekeurd, stak Brems zijn duim naar onder. En toen heeft de ene Hugo de andere Hugo uit de nood gered en om strategische redenen (sic) ook njet gezegd. Later, toen Patricia, nog altijd even notoir afkerig van autobiografische bekentenissen, haar affaire met Brems in de roman Het onverwachte antwoord verwerkte, zou de professor zelfs gedreigd hebben met juridische maatregelen.
Dat zou dus de reden zijn waarom Brems zijn Martelaertje wegretoucheerde uit zijn ondertussen wereldberoemde literatuurgeschiedenis. Volgens Patricia handelde hij uit persoonlijke wrok, omdat zij niet wou ingaan op zijn probatio pennae Hebban olla uogala nestas bigunnan hina-se hi(c) (e)nda thu uuat unbidan uue nu? Daar stond hij dan met zijn nieuwgesneden pen. Maar wacht maar! nú was de kans dus gekomen!
En de professor deed zoals elke kleine knoflookboer zou doen. Hij deed een beetje aan geschiedenisvervalsing zo noemt Patricia het ineens, alsof Hugo vóór het verwijgen van haar naam dat nooit zou hebben gedaan! Met veel overheidsgeld en in opdracht van de Taalunie en ondersteund door een 26-koppige adviesraad van specialisten mág zoiets natuurlijk.
Maar nee, hoor, dát wil de perfessor niet gezegd hebben! Zijn uitleg is veel plausibeler. De ene keer zegt hij: De ene naam past al beter in het verhaal dat ik wens te vertellen dan de andere. Zo gaat dat nu eenmaal.' De volgende keer acht hij de romans van De Martelaere niet representatief voor een bredere stroom. Daarna is het weer een jammerlijke vergetelheid die hij in een toekomstige versie van zijn literatuurgeschiedenis (over 100 jaar dus, tenminste indien de stock in de kartonnen dozen tegen die tijd is weggevreten door de boekwormen en papiervisjes) zelfs bereid is om recht te zetten.
Het belletje gaat rinkelen
Ondertussen is de filosofe Patricia, die nota bene hoogleraar is aan de KU Brussel en de KU Leuven en promoveerde op een proefschrift over het scepticisme van David Hume, ook weer iets wijzer geworden: thans weet zij dat macht in déze wereld, zoals in alle andere werelden, een grote rol speelt.
En als een volslagen filosofe trekt zij daar haar logische conclusies uit. Het besef dat Hugo Brems tussen 1985 en 2000 in meer dan 40 jurys zat en ook nadien nog mee besliste over prestigieuze prijzen zoals de Libris Literatuurprijs, doet bij haar een belletje rinkelen. Wat indien hij bijvoorbeeld in de jury had gezeten van een literaire prijs waarvoor ik in aanmerking kwam? vraagt ze zich bezorgd af.
Jaja, Patricia, wat dan, inderdaad? Maar draai de zaken nu ook eens om: Wat indien hij bij voorbeeld als mijn bedgenoot in de jury heeft gezeten van een literaire prijs waarvoor ik in aanmerking kwam? En wat als hij tegelijk al zovele jaren zetelt in de adviescommissie poëzie en essay van het Vlaams Fonds voor de Letteren?
We willen niet zo boosaardig zijn als ene Saskia (toch niet De Coster, zeker?) die zich op Knack blogt afvraagt waarop de 'claim to fame' van De Martelaere eigenlijk gebaseerd is. Wie ooit een boek van De Martelaere gelezen heeft, weet echter dat de vraag eerder zou moeten zijn: met hoeveel juryleden heeft ze nog moeten slapen om ooit een literaire prijs te krijgen? Bij deze wordt ze uitgenodigd om binnen de werkgroep 'Vrouw en Universiteit' een workshop te volgen rond het onderwerp 'Horizontale Carrière - en hoe waardig het falen daarvan te dragen.
Dat is uiteraard smeuïge roddel, zo iets. Maar minstens even smeuïg is de (satirische?) reactie contra Brems van ene Nele Jongbloed: Ik schrijf nu al zo'n 20 jaar poezie, en ook ik sta niet in dat boek. Nochtans is de impact die ik had op onder meer Louis Pol Boon noemenswaardig. Ik sliep met Brems aan het begin van de jaren 70, en ik vermoed dat hij een slechte verliezer is. Hij kreeg die avond immers zijn pietje niet recht.
Laten we het dan liever houden bij het ijle gedweep van enkele germanistjes die van de literatuur zoveel afweten als de haan die op zijn eieren ging zitten en zei: Dat kan ik ook.
Eentje heet Sam: Ik heb de eer gehad enkele colleges van Hugo Brems te krijgen en kan zonder twijfel stellen dat zijn kennis van en visie op de Nederlandstalige literatuur enorm diepgaand en bewonderenswaardig is. Voor mij heeft hij dus niet aan geloofwaardigheid ingeboet. Ene Ruben klinkt al even overtuigend: Ik heb dit semester ook mijn eerste colleges van prof. dr. Brems gehad en het is zonder twijfel de meest boeiende en fijnste prof. Zijn colleges zijn uiterst interessant en vandaar dat mijn respect er ook niet minder om is. Ik denk dat het hier eerder gaat om iemand die gefrustreerd is dat ze niet in een standaardwerk staat en met dit verhaal daar even de aandacht op wilt vestigen. Professor Brems is een zeer bekwaam iemand en het zou me verbazen moest ie iemand om persoonlijke redenen niet in een literatuurgeschiedenis vermelden.
Grootvadertje, waar ga je naartoe?
Voilà, nu horen we het ook eens het gestaafde oordeel van échte literatuurkenners. Ene Kris gaat nog verder in zijn Bremsverering. Waarom komt De Martelaere nu pas met dit verhaal op de proppen? vraagt ze/hij ons af. Wat is er gebeurd dat ze nu pas heeft beslist om hun affaire in de openbaarheid te gooien? Ze beweert dat hij haar uit de lite-ratuurgeschiedenis zou heb-ben geweerd. Maar hoeveel van haar succes heeft ze aan hem te danken gehad? En dan komt het meelijdend hart van het germanistje boven: Je moet trouwens al laag vallen om zulke dingen publiek te maken, zeker als je bedenkt dat Brems een gezin heeft en grootvader is. Dat hij wilde verhinderen dat zij haar verhaal over hen publiceerde, kan ik best begrijpen. Brems zijn dochter is zelf professor literatuur. Zij zou geen teke-ningen nodig hebben om te begrijpen over wie het in werkelijkheid ging, ook al verzweeg De Martelaere dat het autobiografisch was.
Zeg mij, wat kun je daar tegen inbrengen? Krisje slaat gewoon het zwaard uit je hand. De falsificatie van de literatuurgeschiedenis ten dienste van het opa-effect, edeler kan het toch niet! Je moet trouwens al laag vallen om zulke dingen publiek te maken, zeker als je bedenkt dat Brems een gezin heeft en grootvader is. En daar durft ene hondsbrutale Linda dan nog op repliceren met: Dat had Brems zelf maar moeten bedenken. Het is trouwens een publiek geheim dat hij geregeld naast de pot pist, dus
Jaja, beste Heibelvrienden, dat is het niveau van Actua-Knack. Zo wordt daar literatuur bedreven in dat Magazine voor politiek, economie, maatschappij en cultuur. Zou ene Uvi dan toch nog gelijk hebben als ze op haar beurt blogt: Eindelijk een roddelblad in Vlaanderen. Dat mankeerden we nog. Het gat in de literaire markt.
28-06-2007, 22:09 geschreven door frans depeuter
|