De verering van de H. Godelieve van Gistel dateert van 1677. Van 6 juli tot 24 juli komen pelgrims van overal naar Pittem. De relikwie van de H.Godelieve werd door de bisschop van Brugge in het jaar 1676 aan de kerk geschonken samen met de toelating om bedevaarten in te richten.
Verschillende taferelen uit het leven van de heilige Godelieve worden uitgebeeld in de ommgangskapellen rond de kerk.
De verering van heiligen is vrijwel zo oud als de Christelijke kerk zelf. Christenen geloofden dat heiligen voor hen zouden kunnen bemiddelen bij God. Velen geloven dat natuurlijk ook nu nog. Waar men heiligen had begraven kwamen mensen bij elkaar voor de viering van hun sterfdag. Op dat fundament ontwikkelde zich in de loop van de Middeleeuwen een complex bouwwerk van vereringen. Als men bijzondere klachten had of bepaalde gevaren vreesde, dan wendde men zich tot specifieke heiligen.
Graauw ligt in vlak polderland tussen Hulst en het Verdronken Land van Saeftinge. Het kerkgebouw dateert uit het midden van de 19e eeuw. Ter gelegenheid van het 100-jarig bestaan van de parochie zijn in 1905 aan weerskanten van de toren, tevens hoofdingang, kapellen aangebouwd naar een ontwerp van architect Colsen. De linkerkapel was bestemd voor het dopen, de rechter voor de verering van de H. Godelieve. Beide hebben inmiddels een andere functie gekregen; de doopkapel is nu gewijd aan O.L. Vrouw; in de Godelievekapel staat tegenwoordig de doopvont. In de huidige doopkapel herinnert alleen de plafondschildering aan de vroegere functie: deze toont een engel aan de hemel met een kroon in de handen. In 1912 is het priesterkoor afgebroken en is het gebouw verbreed tot kruiskerk.
Vanaf 1806 bezat de parochie Graauw en Langendam een reliek van de H. Godelieve, speciaal bestemd voor de verering in de parochiekerk. Toch schijnt er pas vanaf 1888 inhoud aan de devotie te zijn gegeven. De bedevaart had een beperkte regionale uitstraling en heeft bestaan tot de Tweede Wereldoorlog. In deze periode kwamen er vooral moeders met kinderen uit Graauw en omgeving naar de Godelievekapel om de heilige aan te roepen tegen kinkhoest, keelaandoeningen, oogkwalen en koortsen.
Vanaf 1806 bezat de parochie Graauw en Langendam een reliek van de H. Godelieve, speciaal bestemd voor de verering in de parochiekerk. Toch schijnt er pas vanaf 1888 inhoud aan de devotie te zijn gegeven. De bedevaart had een beperkte regionale uitstraling en heeft bestaan tot de Tweede Wereldoorlog. In deze periode kwamen er vooral moeders met kinderen uit Graauw en omgeving naar de Godelievekapel om de heilige aan te roepen tegen kinkhoest, keelaandoeningen, oogkwalen en koortsen. De kerk bezit al sinds 1806 een reliek van de H. Godelieve. Het bijbehorende certificaat is uitgeschreven door het bisdom Gent op 1 september 1806, speciaal voor verering in de parochiekerk van Graauw en Langendam
Godelieve van Gistel is wellicht één van meest vereerde Vlaamse Heiligen geweest. Veel lol aan haar korte leven heeft ze in elk geval niet gehad. Voort komende uit een adellijk geslacht werd ze al vroeg uitgehuwelijkt aan de heer van Gistel, een zekere Bertolf. Deze man moest niets van haar hebben en bracht Godelieve onder bij zijn moeder. Hier werd ze slechter behandeld dan de minste dienstmeid. Het lukte Godelieve weer naar haar ouderlijke huis te vluchten, waarop haar ouders een klacht indiende bij de bisschop van Doornik en de graaf van Vlaanderen. Daarop moest Bertolf haar terug nemen en goed behandelen. Dat deed Bertolf, maar achter een sluier van schijn zon Bertolf evenwel op een list om toch van haar af te komen. Er werd een ongeluk in scène gezet op een korte reis naar Brugge. Toen Bertolf even afwezig was werd Godelieve in zijn opdracht door zijn knechten gewurgd en in een put gedumpt. Bertolf liet haar begraven en kreeg bij zijn tweede vrouw een blindgeboren kind. Toen de moeder van het kind na 13 jaar ook overleed, sloop het kind de kapel in. Zij knielde op één van de twee graven en smeekte de hemel om haar zicht terug terug te krijgen. En ze kreeg haar zicht terug en constateerde dat ze niet op moeders graf maar op de grafsteen van Godelieve had geknield. Gelijk brak de devotie van Godelieve door. En Bertolf? Hij trok het boetekleed aan, kwam tot inkeer en ondernam vele pelgrimstochten om zijn laatste dagen in klooster te slijten. Nog steeds wordt de verering van Godelieve in stand gehouden en aan het putwater van Gistel wordt geneeskracht toegeschreven.
In het stadspark rond de kerk staan vier kapelletjes en een paneel in de koormuur, met keramiekwerk, waarop gebeurtenissen uit het leven van Godelieve zijn uitgebeeld.
De mirakelschilderijen (18de eeuw), werken van Jan Garemijn en Jozef van de Kerckhove, stellen wondere gebeurtenissen voor, bekomen op voorspraak van de Sint-Godelieve. De uitleg staat onder de schilderijen vermeld.