Het educatief en iconografisch museum (1987) toont aan de hand van documenten, legenden en uitbeeldingen het levensverhaal en de verering van de Gistelse patrones.
De legende van de kraaien verhaalt dat, terwijl Godelieve de kraaien van het korenveld weghield, de klok voor de mis luidde, en zij aan de vogels het bevel gaf zich voor de duur van de mis in de schuur te verzamelen. Daarom wordt Godelieve ook met kraaien uitgebeeld, en wordt de motte in de volksmond de Kraaienheuvel genoemd.
In het park staat op de plaats van het vroegere neerhof de nis met het genadebeeld van Godelieve. Het park wordt afgesloten door de motte (11de eeuw?). Een motte bestond uit een opgeworpen aarden hoogte omringd door een gracht en met een toren bovenop.
De Godelievezaal (1992) symboliseert de gastvrijheid van de Orde van Benedictus. Met de zusters kan worden afgesproken voor het vertonen van een diareeks over het leven van Sint-Godelieve, van de abdij en het leven van de zusters. Tel.: 059/27 86 71
Het verslag beschrijft het hemd als een kledingstuk van wit, wat vergeeld gaasachtig weefsel in linnenverbinding. Behoudens een aantal reparaties van latere datum, vertoont het stuk geen enkel naaisel. Het is niet duidelijk hoe het hemd werd gemaakt. Het vertoont een gelijkenis met een techniek die nog in het oosten van Indonesië wordt toegepast, doch dit verklaart nog niet hoe het mogelijk is geweest ook mouwen naadloos aan te zetten.
De legende vertelt dat de knecht van Bertolf naar Gistel was gezonden met een stuk lijnwaad om daar hemden te laten maken. Godelieve, die onbekend bleef, verscheen aan de knecht en vroeg het lijnwaad. Toen Bertolf hem terugstuurde gaf Godelieve hem afgemaakte hemden. Bertolf herkende erin het werk van Godelieve. Toen hij zelf haar ging opzoeken, vond hij haar niet meer. Het werd de aanleiding tot zijn bekering.
In een kapel op het binnenplein tegenover de kerk wordt sedert 1896 een oud hemd zonder naad bewaard, geschonken door mevrouw Léonie Pecsteen, weduwe van Jules de Bie de Westvoorde, uit Brugge. In 1970 werd een wetenschappelijk onderzoek ingesteld te Haarlem in de Stichting Werkplaats tot herstel van Antieke Textiel.
In een koepelgebouwtje naast de kerk staat de mirakelput (1634) op de plaats van de poel waarin het dode lichaam van Godelieve werd gedompeld. Pelgrims kunnen water nemen, door de devotie aangezien als hulp tegen oogkwalen, en als een symbolische vorm van gebed.
In de kerk worden relikwieën van Godelieve vereerd: een deeltje van haar gebeente en een stukje bloedsteen, afkomstig van stenen van de poel, die volgens de legende door het bloed van Godelieve bij de onderdompeling werden doordrongen.
'Mirakel van de wonderbare maaltijd stelt voor hoe zij, tijdens een feestmaal t.g.v. het bezoek van de graaf van Bonen te Londesvoorde, de spijzen had weggenomen om ze aan der armen te geven, en er toch een overvloed van gerechten uit de keuken werden aangedragen.
Jezus gaf aan duizenden hongerende mensen te eten: Jezus riep zijn leerlingen bij zich en zei: "Ik heb te doen met deze mensen, want ze zijn al drie dagen bij Me en hebben niets te eten. Ik wil ze niet met een lege maag wegsturen; ze zouden onderweg wel eens kunnen bezwijken" (Matteüs 15, 32).
Het Mirakel van de houtspaanders (links) vertelt dat, toen zij betrapt werd op het uitdelen van het eten aan de armen, het voedsel in houtspaanders veranderde