De mirakelschilderijen (18de eeuw), werken van Jan Garemijn en Jozef van de Kerckhove, stellen wondere gebeurtenissen voor, bekomen op voorspraak van de Sint-Godelieve. De uitleg staat onder de schilderijen vermeld.
De neogotische decanale kerk met de gouden toren werd ingewijd door mgr. J.J. Faict, bisschop van Brugge, op 8 juli 1867. Van de grotere voorgaande kerk werd alleen de torenstoel bewaard (omstreeks 1500). De torenspits werd erop geplaatst in 1906, en is 78 m hoog. Een onthaalpaneel geeft een bondige uitleg van de geschiedenis van de kerk.
Het educatief en iconografisch museum (1987) toont aan de hand van documenten, legenden en uitbeeldingen het levensverhaal en de verering van de Gistelse patrones.
De legende van de kraaien verhaalt dat, terwijl Godelieve de kraaien van het korenveld weghield, de klok voor de mis luidde, en zij aan de vogels het bevel gaf zich voor de duur van de mis in de schuur te verzamelen. Daarom wordt Godelieve ook met kraaien uitgebeeld, en wordt de motte in de volksmond de Kraaienheuvel genoemd.
In het park staat op de plaats van het vroegere neerhof de nis met het genadebeeld van Godelieve. Het park wordt afgesloten door de motte (11de eeuw?). Een motte bestond uit een opgeworpen aarden hoogte omringd door een gracht en met een toren bovenop.
De Godelievezaal (1992) symboliseert de gastvrijheid van de Orde van Benedictus. Met de zusters kan worden afgesproken voor het vertonen van een diareeks over het leven van Sint-Godelieve, van de abdij en het leven van de zusters. Tel.: 059/27 86 71