Svenneke, verjaarde, net als alle voorgaande jaren. En nog wel op dezelfde dag. Svenneke vond dat niet leuk, hij wou wel eens op een andere dag willen verjaren. De reden daarvan is dat ons ventje nu 10 jaar werd. Op zeg niks mis mee maar, er is een grote maar bij, Svenneke met stijf wit haar verjaard een dag voor Kerstmis. Zijn ouders, Lange Jef en kromme Mie stonden niet in de rij toen God het verstand uitdeelde. Ze boerden met net 10 koeien en wat kippen. Na veel zagen kreeg het enige kind een nieuwe broek. Ditmaal een nieuwe van de Zeeman.
Een echt verjaardagfeest zat er ook dit jaar niet in. Stoffel, zijn beste vriend kwam op het idee om voor de kerk bij de nachtmis van Kerstmis te gaan zingen. Ze hadden samen met Bolle Tom, vanwege zijn figuur, een tekst gemaakt. Een passende en misschien ook wel pakkende tekst.Wij zijn arme kinderen uit deze gemeente, onze ouders wroeten, werken zich te pletter maar een Kerstgeschenk kan niet. Toe lieve mensen tast eens in uw geldbeugel, toe alsjeblief. En wonder boven wonder Svenneke en zes van zijn vrienden zongen zoveel bij mekaar. Zonder Svenneke het wist hadden de vrienden een fiets gekocht voor arm Svenneke, weliswaar een tweedehands, maar nog een goede, met versnellingen. Rijden kon hij al wel van een paar toerekes met de versleten rammelkas van zijn vader. Toen Svenneke vijftien werd, nog altijd een dag voor Kerstmis, kwam hij de pastoor tegen.Dag jongen. Begroette de pastoor Svenneke. Dag mijnheer pastoor. Zei het blonde manneke. Ik heb gehoord dat gij snel kan fietsen. Zei de pastoor. Ja dat wel maar ik kan niet koersen zonder velo. Mompelde Svenneke. De pastoor kocht voor het manneke een echt koersfiets van een oud-wielrenner. Svenneke begon te koersen. Het liefst reed hij in het veld. En kijk jaren later haalde hij zijn 250ste overwinning. De pastoor is er niet meer, daarom gaat Svenneke elke week naar de kerken brand een kaars voor die goede pastoor. Met de fiets die Svenneke van de pastoor kreeg rijd nu de zoon van Svenneke. Nog een paar jaar en die kan zijn vader misschien opvolgen.
Rond de 16e eeuw werd er in Florence (Italië) het balspel il Calcio gespeeld. Ook in andere delen van de wereld speelden men een soortgelijk spel. Dit spel bestond uit twee teams die elk een doel verdedigden en er werd gespeeld met een bal (meestal een afgehakt hoofd). Calcio is nu nog steeds de Italiaanse benaming voor voetbal.
Een groep jongens vormden wat we nu de scouts noemen een groep van jonge mannen. Het was ongeveer 1862 toen ze in het grote bos trokken. Ze waren nog maar net in het bos toen ze een rond ding vonden. Pierrot, die ze smalle noemden zei dat het een varkensblaas was. Een andere jonge, de lange genoemd Trapte tegen de varkensblaas. Beurtelings trapte de jongens tegen het ding.
Een tijd bleven ze dat spel te spelen. Calcionno had bedacht hoe ze er beter konden mee omgaan. Hij verdeelde de twintig jongens, waarvan er de helft in bloot bovenlijf speelde. De kleren deden dienst als doelpalen. Ronde Fonza zou er op toezien dat er geen kwetsuren zouden komen. Na nog geen tien minuten gebeurde er iets vreemds, Het leek wel dat er een bom in zat. De smalle trapte de bal naar de witte en plotseling hoorde ze een tik. Verbaasd keken ze naar de varkensblaas. Veel algemene kennis hadden ze niet, uiteraard wisten ze ook niet wat een bom was. Een mysterieus iets is ook hoe en wie de bom in de varkensblaas gestoken had. Dat was namelijk een zeer intelligente man, de uitvinder van de rubberen bal in 1862, een zekere Richard Lindon. Maar waarom en met welke bedoelingen? Het was een teken van frustratie, frustratie van het zolang moeten wachten op de ontdekking van de rubberen bal.
Ondertussen lag de varkensblaas daar, ze wisten niet wat ze moesten doen. Spelen met de varkensblaas die als bal gebruikt werd was leuk, maar na een tijdje was de pret er ook wel af. De vrienden lieten de bal gewoon liggen zonder een of andere actie te ondernemen. Het werd toch stilaan donker en zo konden ze dromen van de geweldige dag die ze beleefd hadden.
Het was middernacht toen de varkensblaas meer en meer lawaai begon te maken, tik tak tik tak tik tak , stilaan harder en harder. De smalle werd er als eerste wakker van en was helemaal in paniek, snel maakte hij de rest wakker. Allemaal waren ze in paniek, behalve één, de witte, hij moest erom lachen want hij vond dit blijkbaar wel leuk.
Maar enkele uren later was dit helemaal niet meer leuk, ook niet voor de witte. De varkensblaas en de hele buurt ging in vuur en vlam op. Drie van de vier vrienden moesten door dit tragisch ongeval de pijp aan Maarten geven, enkel de witte overleefde dit. Tijdelijk, want een paar weken laten stierf uiteindelijk ook de witte, hoogstwaarschijnlijk door het vele verdriet.
Deze vier vrienden hebben dus nooit kennis kunnen maken met de echte bal, die pas een hele tijd later werd uitgevonden.
Vroeger, een eeuw geleden zegde men nogal gemakkelijk van iemand dat hij gek was.
Nu heeft men de mond vol met Alzheimer en dergelijke afwijkingen. Stilaan met de dag seffens ben ik tot aan de achtenzestig geraakt. Zeg maar met vallen en opstaan. De gezondheid bleek niet mijn beste vriend. Vergeetachtig zijn de meeste zestigplussers, dat wel. Wat me de laatste dagen onder mat geschoven wordt is toch te gortig. Sinds ik morfine houdende pleisters opgekleefd krijg om een helse jaren aanslepende pijn te onder drukken.
Voorlopig hielp er nog niks. Zaterdag ging ik naar de krantenwinkel. Eens in de winkel had ik moeite om de man te herkennen. Gelukkig kennen we mekaar al vele jaren. Hij zag dat er iets fout ging bij mij. Ik werd lijkbleek, zweette fel en mijn ogen deden raar, en pijnlijk. Weet jij welke krant ik lees? vroeg ik aan de krantenman. De deze. Sprak hij op een rustgevende toon. Onderweg had ik het heel moeilijk om mijn weg naar huis te vinden. Na een tijd, hoelang weet ik niet, stond ik voor mijn deur. Plots stelde ik mezelf de vraag hoe binnen te geraken. Zeker vijf minuten heb daar gestaan in volle twijfel, in angst en in paniek. Na een tijd raakte mijn hand mijn broekzak aan en voelde een sleutelbos. Opgelucht haalde ik adem, ik kon binnen. Onderweg naar boven bleef de gedachte steken dat ik mogelijk op weg was naar een Alzheimer. Zo kende ik nog meer van dergelijke zaken. Het is beangstigend met de gedacht te lopen dat je langer leeft dan je verstand.
Dat Thomas een uitmuntende student is blijkt uit zijn schoolrapporten. Dat hij een goede schrijver is hebben we op deze blog al kunnen ervaren. Dat Thomas een goede voetballer en sportman over het algemeen is dat is gekend. Op zaterdag 2 juli liep hij tijdens de stratenloop in Rijkevorsel de 10 kilometer in amper 36 minuten. Proficiat Thomas.
De Heilig Bloed processie in Hoogstraten
Algemene info
Kort voor 1380 stootte priester Eligius van Aecker in Boxtal bij s' Hertogenbosch tijdens de mis de kelk met de geconsacreerde wijn om. Volgens de legende werd het altaardoek door het Heilig Bloed roodgekleurd. In 1380 kreeg de bevolking van Rome de toelating het Heilig Bloed te vereren, en in 1540 is er een eerste vermelding van een Heilig Bloedprocessie in Boxtel. Toen het dorp in 1649 in handen van de hervormden viel, werd de relikwie naar katholieke streken overgebracht. Ze belandde op 19 mei 1652 in Hoogstraten. In 1924 keerde de bursa naar Boxtel terug, maar het mappaen het corporale bleven in Hoogstraten.
Dat zou ik nog graag eens willen leren. Pas op de dagdagelijkse kost dat lukt al wel. Aan Komen eten kan ik nog niet meedoen, Als ze daar geen budget grens gaan trekken zou het wel eens kijkers kunnen kosten. Ik val niemand persoonlijk aan maar ik geloof niet dat het de bedoeling is om met het duurste af te komen. Kom iedereen moet een kans krijgen. Mijn gedacht, zou Boma zeggen.
Louis reed met
zijn Emma naar Westmalle. Wel bepaald naar het café van de trappisten. Daar kon
je goed eten, in een gezellige sfeer. Vertrokken vanuit Hoogstraten ging het
naar Rijkevorsel. Daar gekomen, in het centrum zagen ze iets vreemd. In heel de
dorpskom was geen levende ziel te bespeuren. Eigenlijk gebeurde er nog iets
abnormaal, Emma zweeg. Eens het dorp uit begon Louis na te denken. Wat kon de
oorzaak zijn van het lege dorp. Er ging een rilling ver de rug van Emma.
Louis, weet je dat het vandaag vrijdag de dertiende is. Fluisterde de op rust
zijnde vrouw. Zou het kunnen dat de mensen niet durven buitenkomen. Gooide
Louis olie op het vuur. Misschien mogen ze niet buiten. Antwoordde Emma met
bibber in de stem. Stilzwijgend vervolgde ze hun weg. Na een kwartier stapte ze
bij de paters binnen. De frikadellen met krieken smaakten heerlijk. Nog een
koffie om af te sluiten. Goed gemutst reden ze terug naar huis. Maar toen ze
buiten Oostmalle kwamen zagen ze links van hun een wolk, geen gewone wolk. De
eigenaardige groene wolk liet een soort van zand of kleine kiezeltjes vallen.
Plots remde Louis heftig. Gelukkig had Emma haar veiligheidsgordel om of ze
vloog door de ruit. Dat komt van Finland! riep Louis kwaad uit. Hoe komt dat
wij dat niet weten. Vervolgde hij. De auto kwam langzaam terug op gang.
Gelukkig voor hen ging de wolk de andere kant uit. Louis reed de dorpskom van
Rijkevorsel in en draaide terug langs de rotonde. Hij vermoede dat de wolk met
lavasteentjes of zoiets naar Westmalle vloog. Louis overtrad voor het eerst de
toegelaten snelheid. Amper drie kilometer was hij voorbij de wolk geraakt. Als
een rallyrijder vloog hij de parking van de paters op. Snel liep hij naar
binnen. Jef riep hij. Jef was de patroon. Jef, je moet onmiddellijk
evacueren. De mensen moeten richting Oostmalle. Louis trok Jef bij de mouw en
wees naar de wolk. Dan werd iedereen op de hoogte gebracht en de driehonderd
aanwezige verlieten het café De Trappisten. In stoet reden ze naar Oostmalle
waar de wolk al gepasseerd was. Op de parking aan de kerk van Oostmalle stopte
iedereen. Jef riep de mensen bijeen. Laat ons een halfuur gaan bidden hier in
de kerk. Pas op niemand is verplicht. Daarna kunnen we terug naar het café. De
wolk was verdwenen. Iedereen kwam Louis bedanken. Even later was het bij in het
café de trappisten groot feest. Op de radio hoorden ze af roepen dat Vlaanderen
geluk had want een giftige wolk uit Finland was voorbij gezweefd zonder
noemenswaardige schade. Louis en Emma konden met een gerust hart terug naar
huis. En Rijkevorsel was weer levend.
KAS Eupen zet de voetbalwereld op zijn kop. Ze stappen naar de rechtbank zonder gegronde reden. Laat het ons duidelijk zijn ze hebben geen been om op te staan. Waar het over gaat is dat volgens KAS Eupen er bij Lierse op het scheidsrechtersblad een speler stond die NIET speelgerechtigd was. Dit in een inhaal wedstrijd tegen Mechelen. In eerste instantie is een rechter in dit geval niet bevoegd. Elke vereniging, dat nu den duivenbond is of de voetbalbond heeft een reglement. Dat reglement is een interne kwestie. Als volgens het reglement van de voetbalbond een speler speelgerechtigd is dan is dat zo, daar mag een rechter niet over beslissen. Betrokken speler is een Belg die al twee jaar bij de jeugd van Lierse speelt. Waarom zou een Belgische jeugdspeler niet mogen spelen? Dat KAS Eupen dat maar eens bewijst. Dat ze een dwangsom van de voetbalbond eisen is er sterk over. Ze hebben nooit kunnen aantonen dat Lierse in de fout was. Hier is maar 1 ding mogelijk en aanvaardbaar door alle Belgische clubs, de voetbalbond schrapt KAS Eupen, en eist een schadevergoeding aan Lierse en de betrokken speler. Als KAS Eupen nu dinsdag toch gelijk krijgt dan moet er niet gevoetbald worden, je gaat naar de rechter en zegt op welke plaats je wil eindigen.
Deze behandeling heb ik maandag 28 februari 2011 gekregen.
NeurogesX, Inc (Nasdaq: NGSX) kondigde vandaag aan dat de Amerikaanse Food and Drug Administration (FDA) heeft Qutenza (TM) (capsaïcine) 8% patch goedgekeurd, de eerste en enige product met receptplichtige capsaïcine, voor het beheer van neuropathische pijn als gevolg van postherpetische neuralgie (PHN), de zenuw pijn van bijvoorbeeld een litteken.
Qutenza levert een synthetische vorm van capsaïcine, de stof in chili pepers dat geeft hen hun warmte sensatie, door middel van een huid levering systeem, dat het tot 12 weken minder pijn na een eenmalige een uur applicatie. Het is het eerste product uit NeurogesX te worden goedgekeurd door de FDA.
"PHN kan een tergend pijnlijke aandoening die van invloed kunnen vele aspecten van de kwaliteit van een patiënt van het leven. Ondanks een scala aan medicijnen voor de pijn, vaak ongewenste neveneffecten te beperken het gebruik ervan en dus de behandeling van PHN blijft een belangrijke onvervulde behoefte, ", zei Lynn Webster, MD, medisch directeur, Lifetree Klinisch Onderzoek, Salt Lake City, Utah. "Qutenza kan zorgen voor een unieke behandeling die werkt op de site van de pijn en het kan nuttig zijn als een behandeling optie in combinatie met de bestaande therapieën."
Tijdens de behandeling hebben ze me moeten bijspuiten tot ik hallucinaties kreeg. Dat was verschrikkelijk. Ik zweefde in de ruimte en vond de aarde niet meer terug. Toen ik in die hallucinatie toestand me er bij legde dat ik dood was, werd ik wakker.
Maar dinsdagmorgen werd ik wakker en voelde geen pijn meer.
In het begin van hun huwelijk wou Louis een franske bijverdienen. Dat is nu toch al vijfjaar geleden. Een taximaatschappij in het dorp kon wel een chauffeur gebruiken? Full time zou te duur zijn voor hem. Ze hadden een afspraak dat hij buiten zijn werkuren, als hij Louis nodig had, Louis er zou staan voor hem. Louis had de vroege gedaan op zijn vast werk. Nog maar net kwam hij thuis, had nog net de tijd om zijn vrouwtje een zoen te geven, of de telefoon rinkelde. Of hij een oud vrouwtje naar het rusthuis kon brengen.
Toen Louis om 15 uur bij haar huis aankwam schrok hij even. Het zag er niet echt fleurig uit. Nochtans ging het om een grote villa. De tuin was een halve wildernis. Verf aan ramen en deuren was niet meer te vinden. Verwaarloosd en vervallen zag het er uit. Omdat Louis geen bel vinden kon bonkte hij op de eens groen geschilderde deur. Hij hoorde schoffelen. Het oude vrouwtje had hem gehoord. Binnen. Riep ze stil. Hij duwde de deur open. Een oude kartonnen valies stond naast de deur. Het vrouwtje was tot op de draad versleten. Louis moest haar ondersteunen om aan de taxi te geraken. Hij tilde haar voorzichtig op en zette haar naast hem in de taxi. Weet u waar ik naartoe moet? vroeg ze bijna onhoorbaar. Ja, dat weet ik, naar het rusthuis St Jan stelde Louis haar zichtbaar gerust.
Het vrouwtje droeg een kleed met bloemenmotief anno 1965. Daarbij een strooien hoed. Waarschijnlijk uit dezelfde periode. Het zag er naar uit dat het leven van het vrouwtje was blijven stilstaan voor de tweede wereldoorlog. Bent u gehaast? vroeg ze. Je zag aan haar ogen dat ze hoopte dat hij tijd genoeg zou hebben. Wilt u dan eens langs het kerkhof rijden, daar ligt zijn man zaliger. Ik ben na zijn dood in 1968 er niet meer geweest. Er rolden tranen over haar gerimpelde wangen. Louis reed met een gelukkig vrouwtje naar het kerkhof. Wat nu, ik kan zover niet gaan. Sakkerde ze in paniek. Rustig maar, blijf even zitten. Zei Louis en liep naar achter. In de koffer van de taxi zit altijd een eenvoudige rolstoel. Hij deed hem open en reed naar de zijkant. Haar ogen straalden alsof zij het was daar in Lourdes. De man lag op de derde rij , halverwege. Louis liet haar even alleen. Roep me maar als je klaar bent. Zei hij. Dank u. Vijf minuten bleef ze bidden aan het graf van haar overleden echtgenoot. Ze had blijkbaar nog een goed gesprek met die man. Dan riepze hem. Ze bleef hem bedanken. Nu wil ik nog eens langs het kantoor van zijn man zaliger. Zei ze.Ze gaf Louis het adres. Het kantoor dat hij zich voorstelde was er niet meer. Op die plaats staat een heel hoge wolkenkrabber. Hier was het. Zei het vrouwtje die zijn twijfels zag. Dan reden we naar het rusthuis. Onderweg vertelde ze hem nog haar naam en dat ze kinderloos was gebleven. Volgende week word ik vijf en tachtig zei ze nog. Aan het rusthuis aangekomen namen de verpleegsters het van Louis over. Toen hij wegreed keek hij nog in de achteruitkijkspiegel. Ze wuifde hem nog na. Bij de baas aangekomen vertelde hij zijn verhaal. Daarbij zei hij nog dat hij de rit wel zou betalen. Maar de baas toonde zijn goed hart en het hoefde niet. Dat was die dag zijn enige rit. Een week later reed Louis met zijn vrouwtje naar het rusthuis. Het verhaal had zijn vrouwtje aangegrepen en ze wou dat oude vrouwtje toch ook eens zien. Het was haar verjaardag. Ze hadden taart bij. De hoofdverpleegster vroeg hen om even mee te komen naar de directrice. Ik vrees dat goed en slecht nieuws heb. Begon de directrice. Het slechte nieuws is, mevrouw is gisteren overleden. Ging ze verder. Louise barste in tranen uit, Louis moest zich ook bedwingen. En het goede nieuws? vroeg hij. Mevrouw was vermogend. Begon de directrice. Hoezo, ik heb haar huis gezien. Zei Louis verontwaardigt. Dat klopt, sinds de dood van haar man, is ze niet meer buiten geweest. Tot verleden week was er een vrouw in het dorp die elke week voor haar boodschappen deed. Die vrouw is ergens anders gaan wonen. Daarom is ze naar hier gekomen. Vervolgde de directrice. Het was al lang gereld dat wanneer ze niemand meer had die haar boodschappen deed ze naar hier zou komen. Om een lang verhaal kort te maken. Haar echtgenoot was dé grote diamantair in Europa. Om een voorbeeld te geven, de notaris is vanmorgen nog langs geweest, ze betaald voor alle dertig bewoners voor de duur van hun verblijf de onkosten. De villa, waar nog altijd iets van te maken is, krijgen jullie. Als dat nog niet genoeg is krijgen jullie zolang jullie samen zijn een jaarlijkse dotatie van, luister goed, twee honderd vijftig duizend euro per jaar gedurende twintig jaar. Ik leunde achterover. Louise vrouw wist niet of ze nu mocht huilen van vreugde of van verdriet. Uiteraard stonden wij er op om de begrafenis van de oude vrouw te regelen. We kregen het voor mekaar dat ze samen met haar echtgenoot ineen mooi graf kon liggen. Louis en zijn vrouwtje Louisa bleven kinderloos. Vooral Louisa had het daar lastig mee. Als ze dan op zondag bij de buurvrouw, vroeger toch, op de koffie ging en er liepen wat kinderen rond, dat was een zware periode voor Louise. Ze liet het niet merken maar als ze s avonds alleen waren kwam het er uit. Ze hadden de villa laten opknappen. Het zag er echt prachtig uit. De tuin, zon twintig hectare groot bevatte buiten prachtige bomen in een bos bijeengebracht en een imposante vijver. Drie jaar later kregen ze het nieuws dat Louis terminale kanker had. Louis zou vijf en dertig worden.
Louis had hevige bijna ondragelijke pijnen. Tot hij nog enkel morfine kreeg. Amper zes weken later overleed hij. Na de begrafenis is Louisa nooit meer de deuruit geweest. Iemand uit de buurt deed voor haar boodschappen. Louise stierf vier weken na Louis van verdriet. Hun enorme vermogen ging naar vadertje staat?
Inderdaad, waar gaat het naartoe. Onlangs, op 11 november, zat een heel goede kennis, iemand uit onze vriendenkring in een kleine kerk. De kerk van het Begijnhof. Daar volgt ze elke morgen samen met nog enkele mensen de mis. Er komen twee jonge vrouwen binnen. Ze waren deftig gekleed en heel beleefd. De ene vrouw kwam links naast onze kennis zitten. "We zijn aan het rond gaan voor een heel speciale actie. Voor een heel ziek kind." fluisterde de jonge vrouw. Onze kennis voelt in haar jaszak en er zit een briefje van 10 euro in. Dat geeft ze. De handtas van onze kennis stond aan haar rechterkant. De tweede vrouw ook. Vermits ze op de laatste rij zaten had niemand wat gemerkt. Bij het buitengaan neemt onze kennis haar handtas en wat leek haar geldbeugel was samen met de twee vrouwen foetsie. Een waarschuwing, als er 2 onbekenden naar u toekomen neem uw handtas dichtbij u waar u hem zien kan.
VZW Missing You is een initiatief voor jongeren en jongvolwassenen die een broer, zus, ouder, vriend, verloren hebben door sterfte en hier geregeld over willen praten met lotgenoten.
Enerzijds is er de jaarlijkse ontmoetingsdag 'Missing You'. De eerste ontmoetingsdag ging door in 2001. Ondertussen zijn er 9 ontmoetingsdagen geweest, telkens in november. Elk jaar brengen we jongeren (9 - 30 jaar) bij elkaar die een verliessituatie meemaakten. In de voormiddag getuigen drie jongeren over de verwerking van hun verdriet, hun emoties, pijn en onmacht na het sterven van een geliefd persoon. 's Middags eten we samen broodjes. Daarna bieden workshops mogelijkheden om met dit verlies om te gaan. Elk jaar komen er andere workshops aan bod : intuïtief schilderen, muziek, dans en beweging, poëzie, kleien, Inside Out, fotoworkshop 'Vensters in de stad', her-innerdoos, popmuziek, ervaringsparcours in Leuven, Memory-website, ritmedans, dromenvangers, ...
Anderzijds is er de maandelijkse praatgroep 'Missing You' in Leuven voor jongeren (17 - 30 jaar). De gespreksgroep gaat maandelijks door van september tot en met mei. We komen samen op een avond in de week van 19.30 tot 22.00. De praatgroep bestaat uit maximum 10 deelnemers. De ruimte waar we samenkomen is rustig. Alle deelnemers en twee begeleiders nemen plaats in een kring. Het licht wordt gedempt en midden in de kring wordt er voor iedere overledene een kaarsje aangestoken. Iedereen mag voorwerpen meebrengen die hem / haar sterk aan de overleden persoon herinneren. Kledingstukken, foto's, muziek, knuffels,... worden meegebracht en er wordt over gepraat. Er wordt over zovele onderwerpen gepraat, zoals over hoop, kracht, moed, de begrafenis, het graf bezoeken, het gemis, eenzaamheid, woede, toekomst, troost, warmte, stilte, geloof, dromen, moe, angst, leegte, onmacht, somberheid, steun, het waarom,... Daarnaast lassen we af en toe een workshop in zodat jongeren ook creatief kunnen omgaan met hun verdriet. Je kan op elk moment aansluiten bij de groep en de praatavonden zijn gratis.
Op deze website vind je een overzicht, beschrijving en foto's van de vorige ontmoetingsdagen. Ook al de getuigenissen van jongeren kan je lezen. Er staan gedichten, muziek en liedteksten op. Ook informatie over alle gelijkaardige gespreksgroepjes in Vlaanderen vind je hier terug. Er staan heel wat titels van boeken over rouwen op en verschillende links naar gelijkaardige websites. Kranten- en tijdschriftenartikels die verschenen zijn over Missing You kan je hier ook lezen. Tot slot is er een forum 'Het Praathoekje' waar je een berichtje kan achterlaten of in contact kan komen met lotgenoten; en ook een fotohoekje.
Doodgraag is de titel van de nieuwste theatercreatie van de jonge Antwerpse theatermaakster Kathleen Dols, die begin dit jaar nog een SABAM-creatiebeurs kreeg voor De Witte Roos. Op vraag van vzw Missing You uit Leuven komt een nieuwe productie Doodgraag tot stand. Missing You is een initiatief voor jongeren en jongvolwassenen die een broer, zus, ouder, vriend, verloren hebben door sterfte en hier graag over willen praten met lotgenoten op een jaarlijkse ontmoetingsdag of via maandelijkse praatgroepen. Missing You viert in 2010 zijn 10-jarig bestaan en wil deze gelegenheid graag gebruiken om via een theatervoorstelling een groter publiek aan te spreken. Kathleen Dols verloor zelf haar moeder op 18-jarige leeftijd en ging daarom graag in op de uitnodiging om haar schouders te zetten onder dit project. Ook deze keer kan ze ondertussen al voor de derde keer- weer rekenen op de succesvolle samenwerking met PR-manager Tim Van Keer. Voor het artistieke luik van de voorstelling gaat Missing You de samenwerking aan met Lola Blau Theaterproducties vzw, het productiehuis van o.a. Alain Reubens en David Verbeeck (Daens, Portret van een Verloren Lente) De voorstelling wordt volledig gedragen door Lisa Schijvens, Marthe Schneider en Julie Vranckx, 3 talentvolle jongeren van 15, 16 en 17 jaar, die geselecteerd werden na audities.
Het VERHAAL:
Doodgraag vertelt het verhaal van Merel en Free, 2 zussen die (zoals het hoort bij zussen) niet met, maar vooral niet zónder elkaar kunnen Tot Merel ziek wordt. Zo ziek dat ze elkaar binnenkort wel zullen moeten missen voor altijd Wat volgt, is een rollercoaster Flitsen, fragmenten, aantrekken en afstoten, ruzie maken en troost zoeken, jong zijn en met jezelf geen blijf weten, En al zeker niet met het gegeven missen en dood En dan is er ook nog Ella, die bij Free in de klas zit, en al helemaal niet weet wat zij nu moet doen om goed te doen
Doodgraag is een achtbaan, een roetsjbaan tussen lachen en huilen, tussen aantrekken en afstoten, tussen schelden en troosten, Kei-hard heen en weer geslingerd worden, door elkaar geschud tot je hele lijf er pijn van doet en niet alleen je lijf Wat gebeurt er als je afscheid moet nemen van iemand die je graag ziet, héél graag, doodgraag Het kan niet dat dat jou overkomt Niet nu en niet hier Het wordt een helse rit, zoveel is zeker en je komt er niet zonder blauwe plekken uit Maar blauwe plekken verdwijnen weer en elke achtbaan heeft érgens wel een eindstation
De voorstellingen vinden plaats op:
¤ 1, 2 oktober (première) om 20u30 en 3 oktober om 15u in theater Het Klokhuis, Parochiaanstraat 4 te Antwerpen ¤ 8,9 oktober om 20u30 en 10 oktober om 15u in zaal De Seine, Lisperstraat 97 te Lier ¤ 15,16 oktober om 20u30 en 17 oktober om 15u in zaal Ons Huis, Goudbloemstraat 34 te Leuven
Doodgraag is een productie van vzw Missing You ism Lola Blau Theaterproducties vzw Tekst en regie: Kathleen Dols Spel: Lisa Schijvens, Marthe Schneider en Julie Vranckx.
Laat ons met zoveel mogelijk deze organisatie steunen.
Onder het motto men is nooit te oud om te leren , ga ik in november bij DIGIDAK een cursus volgen. Digitaal creatief noemt de cursus. Het gaat over omgaan met foto's. Ik heb nog maar een paar weken een digitaal fototoestel gekregen van onze zoon en wens daar mooie dingen mee te maken. Een mooi landschap, bloemen, mensen en ik zou graag creatief met die foto's willen omgaan. Ik laat het wel weten en zien als het allemaal lukt.
Een jaar geleden kon Marie-Rose Morel (37) melden dat ze haar baarmoederkanker had overwonnen. Nu is de ziekte terug, met de meest sombere prognoses. Maar de politica is niet van plan om het op te geven.
Dinsdagavond zendt de digitale zender Stories TV een opmerkelijke reportage uit. In het programma Een boeiend gesprek praat Marie-Rose Morel eerst twintig minuten lang geanimeerd over Leve het leven!, het dagboek dat ze vorig jaar publiceerde nadat ze genezen was verklaard.
Dan vraagt interviewer Marc De Pril: Hoe gaat het nu met jou? Morel antwoordt kalm: Enkele weken geleden heb ik slecht nieuws gekregen. De kanker is terug, zeer agressief en een beetje overal. Nu ben ik aan het zoeken wat nog mogelijk is. Volgens de traditionele geneeskunde ziet het er heel slecht uit. De artsen geven me nog zes maanden.
Geen politiek meer
"De jongste zes of zeven maanden was ik vergeten welke les ik van mijn ziekte had moeten leren. Ik heb me weer opgewonden over de politiek, me beziggehouden met nutteloze debatten met mensen die toch Oost-Indisch doof zijn. Als ik nu nog een nieuwe kans krijg - wat medisch gezien dus niet meer mogelijk zou zijn - dan interesseert de politiek me niet meer.
Ik ben jean hellemans, en gebruik soms ook wel de schuilnaam jean hellemans.
Ik ben een man en woon in hoogstraten () en mijn beroep is pensioen.
Ik ben geboren op 06/04/1943 en ben nu dus 81 jaar jong.
Mijn hobby's zijn: sport in het algemeen, LIERSE, schrijven, onze kleinkinderen, mensen.
Ik hoop dat het seniorennet een uitlaatklep kan zijn voor mij en voor iedereen.