De Stad. (met dank aan Wannes Van De Velde)
Ik hou ervan door haar straten te dwalen, en op te gaan in haar anonimiteit, van de massa, die ondanks haar aanwezigheid, mij gerust laat en overlaat aan mijn eenzaamheid, eenzaamheid die ik koester, il wandel gewoon door de straten, voel me aangetrokken door de steegjes vaak compleet leeg en verlaten, een bron van stilte en rust, als van kerken en kathedralen, midden in de drukte van alle verkeer, dat door de straten raast, iedereen lijkt gehaast en heeft alleen oog voor voor de etalages, de uitstalramen, die blinken en tot kopen verleiden, maar niemand let op de schoonheid, die uitgaat van de vele oude gevels in alle vormen een spiegel van vroegere tijden, en ik geef mij over aan mijn manie, voor de fotografie, en lach stilletjes om de verwondering van de menigte, om die zonderling, die koortsachtig al het oude nog vastlegt, in de hoop dat ooit iemand er iets aan heeft, of de impuls doorgeeft, om deze kosteloze pracht te bewaren, getuigenissen van een boeiend verleden, terwijl ik thuis nog nageniet, overvalt de koopjesjagers thuis vaak de spijt, want weg is de schittering van de uitstalramen, maar ik ken nog steeds de namen, van de huizen en de gevels, en hoop dat men deze ware pracht, in stand houdt en niet laat wegkwijnen, door de tand des tijds aangevreten, en zo alles geofferd wordt aan de waanzin van de moderniteit.
Hendrik V.K.
01-05-2009, 14:47 geschreven door Hendrik
|