De angst van de Kaars.xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
Op een dag kwam er een lucifer bij de kaars en zei: Ik heb de opdracht jou aan te steken.
O nee!, zei de kaars geschrokken als ik ga branden zijn mijn dagen geteld.
Dan kan niemand mijn schoonheid meer bewonderen! En zij begon te huilen.
De lucifervroeg: Zou je dan je hele leven koud en hard willen blijven?
Maar branden doet heel zeer en vraagt veel van mijn krachten, snikte de kaars onzeker en angstig.
Dat is natuurlijk waar, zei de lucifer maar dat is toch het geheim van onze roeping: wij zijn
Toch geroepen om een Licht te zijn.
Ik kan hier weinig aan doen, als ik het niet doe mis ik de zin van mijn Leven.
Want ik ben ervoor om het vuur aan te wakkeren en jij bent een kaars.
Jij moet anderen Licht en warmte geven alles wat jij aan pijn en kracht in levert wordt
In Licht verandert.
Er gaat niets van jou verloren als je opbrandt.
Anderen zullen het vuur overdragen
Alleen als jij je niet opoffert zul je sterven.
Toen richtte de kaars zich op en zei volverwachting: wil je me alstublieft aansteken.
|