Nieuw
Het rijbewijs
Vandaag is dat voor velen, vooral jongeren, maar nauwelijks meer voor te stellen. Ik heb het dan over het behalen van het rijbewijs. Gaan we echter vijftig of zestig jaar terug in de tijd is dat voor heel veel mensen een obsessie geweest. Het halen van het bekende roze papiertje, vandaag de dag een roze kaart, waarop duidelijk staat aangegeven voor welke categorieën men bevoegd is. Zo ook in Hylpen. Vele in die tijd al betrekkelijke ouderen moesten om hun dagelijkse bezigheden te kunnen blijven uitoefenen een rijbewijs halen. Zo ook veel middenstanders. Zo staat bij mij de herinnering gegrift van Ruurd Kuipers, die zich bezig hield met de handel in pluimvee en daarvoor al een Dafje had aangeschaft op een moment dat hij nog geen rijbewijs had. Vaak ging er dan iemand mee als chauffeur als hij voor de handel ergens heen moest. Ook kwam het wel voor dat hij dan zelf reed, teneinde voor het komende examen zoveel mogelijk ervaring op te doen.
Met hem eens het volgende beleefd. We rijden op weg naar Workum met Ruurd achter het stuur. We passeren de overweg op de lange laan. Ruurd houdt de blik recht op de weg en heeft geen mogelijkheid om eens links of rechts te kijken. Als of hij in een tunnel rijdt. Ik zie op de Workumer sluis een truck met aanhangwagen aankomen van het toen der tijd in Bakhuizen gevestigde bedrijf Bult. Een combinatie geladen met biervaten en kratten, goed voor 20-25 ton. Ik zeg niets om Ruurd niet nodeloos te verontrusten. Eerst als de combinatie de Workumer molen passeert krijgt Ruurd deze in het vizier. Ik voel dat de adrenaline in zijn lichaam stijgt. Hij begint zich toch wat ongemakkelijk te voelen en camoufleert dat met de volgende woorden: Nô must oen de kaant goan aalde, oars komt het naat go mei die.
Ik aanschouw dit met toch enige angst. Het is gelukkig goed gegaan. We zijn de combinatie met Ruurd achter het stuur goed gepasseerd. We hebben het overleefd.
Enige tijd daarna, Ruurd heeft inmiddels het roze papiertje in zijn bezit, staat het Dafje voor zijn huis op de Nieuwe Weide. Hij is bezig enige kisten in de laadbak te laden. Uit de steeg vanaf de Oude Weide komt een andere bekende Hylper aangelopen met het shagje in de mondhoek. Het is Hanke Dikkes. Bij het huis van Ruurd aangekomen, al deze activiteiten kritisch beschouwend, en niet wetend dat Ruurd inmiddels gediplomeerd is, stelt hij de volgende vraag: “het mut dit ?”
Antwoord van Ruurd: .” êven nei een boer in Stoarum voor het handel en den brieng iek Geert even nei de kapper yn Stoarum, iek goan den langs het stasjon, sot Geert by de kapper yn de Smidstraat en goan den oer de koebrêge wur vut. Iek hoof den naat efteruut te ryden”
Waarop,hij Hanke vragend aankijkt, die het tot dusver onbegrijpelijk vindt. Uiteindelijk vraagt hij aan Hanke het volgende: “of woarst ek mei?”
Waarop de laatste als volgt reageert: “van mie gin kloempe mei dy in de auto”
Bron: Wiggert Amsterdam
|