Herinneringen van Jan
Midden in ons mooi stadje stonden vroeger de panden van de plaatselijke vracht vervoerder van de gebr Amsterdam. Als kinderen waren wij daar vaak, deels uit nieuwsgierigheid deels omdat er altijd bedrijvigheid was, te vinden. De vrachtauto`s reden af en aan, en wat konden die mannen dat goed he! Als kinderen hadden wij daar toch respect voor. Deze herinnering aan de Gebr Amsterdam bracht mij bij het volgende ware verhaal:
De glimlach van Piet.
Als je met zijn allen in de leugenbank stond en er een bus aankwam was het doorgaans dringen geblazen om te zien hoeveel problemen de buschauffeurs hadden om over de 'Sylsbrege' te komen. Zo ook op een mooie zomerdag toen de leugenbank vol stond met mensen . Er was net een bus gepasseerd die met veel moeite de hindernis 'Sylsbrege' genomen had en de nodige commentaren had opgeleverd. Nog druk napratend over de slechte kwaliteiten van de bus chauffeur komt Piet met een grote vrachtauto aangereden. Hij laat een heel eind voor de leugenbank het gas los om snelheid te minderen en trekt de choke zover mogelijk uit. Op het moment dat de uitlaat van de vrachtauto voor de leugenbank is geeft Piet een extra dot gas. Gevolg: Een grote zwarte walm uit de uitlaat van de vrachtauto die leugenbank enige tijd totaal verduisterd. Je kon even niets meer zien in de leugenbank.
Terwijl ik dit op schrijf zie ik, alsof het gisteren was, nog die glimlach om de mond van Piet. Ik stikte toen van de rook maar nu nog steeds stik ik van het lachen als ik aan dit voorval denk, zo besluit Jan zijn verhaal.
Het vest
Middag`s vanaf kwart voor één loopt de leugenbank vol met mannen in de overal om voor ze weer aan het werk gaan nog even bij te praten en het laatste nieuws uit te wisselen. De ene draagt werkschoenen een ander is op klompen al naar gelang gewenst is bij het werk dat ze doen. Maar ook gepensioneerden, netjes in het pak, komen nog even langs voor een praatje.
Ook Jaap is onder de aanwezigen. Hij draagt een gebreid vest wat ooit eens nieuw is geweest. Brandgaten van het lassen, vet van de schroefassen verbloemen het patroon wat de oorspronkelijk breister met veel moeite heeft ingebracht in het vest. Voor de meeste aanwezigen, die weten dat Jaap werk heeft waarbij schoon blijven nagenoeg uitgesloten is, is dat normaal.
Een pas gepensioneerde man, keurig in het pak gestoken, denkt daar echter anders over. Deze man kijkt Jaap, om vijf minuten voor één meewarig aan, schud het hoofd en wijst Jaap op de gaten. "Dot lieket ek nergens op wol" (dat lijkt ook nergens op) zegt hij en pakt Jaap zijn vest beet en geeft tussen twee gaten een ferme ruk aan het vest. Ja nu was het zo u begrijpt, geen gat meer, maar een lap loshangend garen. Jaap zegt echter niets en blijft enkel ogenblikken onverstoorbaar kijken naar zijn geschonden vest en daarna naar de man in het nette pak.
Vervolgens stroopt Jaap de mouwen van het vest, of wat er van over is, op en pakt de man ter hoogte van de biceps bij de mouw van het nette pak, en geeft daarna een geweldige ruk naar beneden zodat de mouw van het nette pak in één keer gescheiden wordt van de jas. En zonder er iets aan toe te voegen gaat Jaap aan het werk omdat de klok inmiddels één uur heeft geslagen en Jaap aan het werk moet.
Of er daarna nog een bodemprocedure geweest is dat weet ik niet, maar dat het jasje van de man in het nette pak op de bodem van de afval container terecht is gekomen is vrij zeker.
Of het vest van Jaap dat lot ook heeft ondergaan is nog maar de vraag want laatst zag ik Jaap en ook toen had hij een vest aan. Ik dacht toen, zou dat nog hetzelfde zijn als 30 jaar terug?
Bron: Zoals uit de verhaaltjes blijkt komen deze verhaaltje van een Jan. Maar u weet ook dat ik in mijn verhaaltjes zelden echte namen gebruik. Of ik in deze verhaaltje echte of fantasie namen heb gebruikt laat ik aan uw fantasie over.
|