IK HOUD VAN SCHOON
Een kar vol boodschappen in de supermarkt halen is een bezigheid wat een ieder regelmatig doet. Zon supermarktkar herbergt doorgaans vele soorten levensmiddelen. De langwerpige vierkante gesteriliseerde, gepasteuriseerde pakken met zuivel missen echter in bijna geen kar.
Velen staan er echter niet bij stil dat deze verpakte zuivelprodukten een natuurproduct is wat door levende koeien geproduceerd wordt. In vroegere jaren lag dit echter heel anders. Toen was de weg van koe tot consument veel directer en herkenbaarder. De boer maakte toen zelf de kaas en boter en verkocht het product vaak rechtstreeks aan de consument. Later werd het kaas en boter maken overgelaten aan de zuivelfabrieken. Maar de melk voor consumptie ging nog heel lang rechtstreeks van koe naar consument. Met name voor de kleinere boer, de zogenaamde koemelker, was dit uitventen van deze melk een welkome aanvulling op de doorgaans lage melkprijzen. Niet zelden was dit uitventen van deze rauwe onbewerkte melk een taak voor moeder de vrouw. En dat dit uitventen op een manier gebeurt dan men tegenwoordig niet als acceptabel zou omschrijven mag wel duidelijk zijn.
Zo had een boerin, die dagelijks met twee emmers melk bij de deuren langs ging, een vaste klant die voor tegenwoordige begrippen niet al te schoon was. Maar ook het taalgebruik van deze klant, en haar man, was anders dan de boerin gewoon was. Op zekere morgen deed de boerin de deur open (een bel was in die tijd een luxe) en riep zo hard ze kon VOLK IN. Maar de enige reactie vanuit de woning was een scheldpartij die niet mis was. Alleen woorden als smerig tering wijf ik steek je een mes in de donder en g.v.d. voor en na hoorde zij vanuit de kamer. Het was de boerin door deze woorden al snel duidelijk dat het daar achter de gangdeur weer eens zwaar weer was. Maar om toch haar melk te verkopen riep ze, toen het even stil was in de kamer, nog eens zo hard ze kon VOLK IN. Nu had ze meer succes. Na enige ogenblikken kwam de vrouw, gekleed in een smoezelige bloemetjesjurk, nog ongekamde haren, een duidelijk zichtbare loopneus en een vaatdoek die ooit eens wit was geweest in de hand, uit de kamer. Toen ze de boerin bij deur zag staan riep ze tot Pieter, met wie ze enkele nog ogenblikken geleden in grove bewoordingen ruzie had, och Pieter lieverd hier is de boerin met de melk, wil jij even de pan pakken. Na enig wachten en pratend met de boerin, over mooi weer en lange dagen, kwam Pieter met de pan voor de melk. Toen de vrouw de pan overnam van haar man inspecteerde ze deze natuurlijk eerst of hij wel goed schoon was. Kennelijk was dit onvoldoende want terwijl ze naar de deur liep waar de boerin nog steeds wachtte haalde ze de smoezelige vaatdoek, die ze nog steeds in hand had, met een ferme haal over haar gezicht zodat het vocht wat onder haar neus hing verdwenen was. Vervolgens vouwde ze de vaatdoek binnenste buiten en met de woorden Ja, ik houd van schoon haalde ze de vaatdoek door de pan.
Bron: Uit overlevering
|