Geef je e-mail adres op en klik op onderstaande knop om je in te schrijven voor de mailinglist.
Over mijzelf
Ik ben rottiers t, en gebruik soms ook wel de schuilnaam adinda.
Ik ben een vrouw en woon in ham (belgie) en mijn beroep is overlevingspensioen.
Ik ben geboren op 31/03/1961 en ben nu dus 63 jaar jong.
Mijn hobby's zijn: dieren , handwerk.
dieren
28-06-2011
FRANSE BULLDOG
RAS
LAND VAN HERKOMST
OORSPRONKELIJKE NAAM
ANDERE NAMEN
Kleine Molossers
Frankrijk
Bouledogue Français
Franse Bull
HOOFD
Erg stevig, breed, vierkant met plooien en rimpels. Brede, bijna platte schedel. Zeer gewelfd voorhoofd. Zeer geprononceerde stop. Kort aangezicht, met stompe neus. Neusbrug met concentrische plooien. Brede neusspiegel met wipneus. Dikke, zwarte lippen. Brede, vierkante, krachtige kaken. Gematigd vooruitstekende onderkaak (prognatie).
Rechtop, middellang, breed aan de basis en rond aan de punt (zgn. "vleermuisoren").
GEWICHT
8 tot 14 kg.
LICHAAM
Gedrongen, zeer gespierd. Bovenlijn komt geleidelijk omhoog tot ter hoogte van de lendenen. Korte hals zonder keelhuid. Cilindervormige borst. "Tonvormige" ribben. Brede rug. Korte lendenen. Hellende croupe. Opgetrokken buiklijn.
KARAKTER - EIGENSCHAPPEN -OPVOEDING
De Franse Bulldog is actief, moedig, koppig en heeft een gehard karakter. Het is een goede waakhond. Hij is erg aanhankelijk en gevoelig. Een plezierig gezelschap die veel aandacht en genegenheid vraagt. Hij is lief voor kinderen, maar vrij agressief tegenover zijn soortgenoten. Hij moet vanaf het begin consequent en met overtuiging, maar ook met kalmte worden opgevoed.
Van nature kort, dik aan de wortel, knobbelig of gebogen en spits toelopend naar de punt.
VACHT
Kortharig, dicht, glanzend en zacht.
VERZORGING
Het is een echte stadshond en past zich goed aan het leven in een appartement aan. Tijdens het uitlaten mag hij niet aan de riem trekken, anders zou hij een verkeerd gangwerk kunnen ontwikkelen. De Franse Bulldog verdraagt het slecht om van zijn baas gescheiden te worden. Hij kan niet tegen de hitte, de warmte verergert de ademhalingsproblemen door zijn te korte neus. In de ruiperiode is dagelijks borstelen noodzakelijk. Elke twee maanden wassen is aan te bevelen. De conditie van de ogen en de huidplooien in het gezicht moeten regelmatig gecontroleerd worden.
KLEUR
- Gestroomd: roodbruin (fawn) met zwarte dwarsstrepen. Mengeling van zwarte en rode haren. Enkele witte haren op de borstkas en de kop zijn toegestaan.
- Wit gestroomd, zgn. kwartelkleur: gestoomde vacht met opvallende spikkels. Witte ondergrond met gestroomde vlekken. De effen witte vacht valt onder de kwartelkleur.
SCHOFTHOOGTE
25 tot 35 cm.
GEBRUIK
Gezelschapshond. Waakhond.
hierbij 2 foto's van 2 zusjes mix franse bulldog - shi-tzu
Vrij groot en lang. Licht gewelfde schedel. Geringe stop (uitgesproken in de Français tricolore en de français blanc et orange). Licht gewelfde neusbrug. Bovenlippen bedekken de onderlip. Neusspiegel zwart of oranjeachtig bruin in de blanc et orange.
geen foto aanwezig
OGEN
Donker.
OREN
Iets draaiend, bijna tot de basis van de neus reikend indien gestrekt.
GEWICHT
Ongeveer 30 kg.
LICHAAM
Krachtig. Vrij lange en sterke hals. Borstkas hoger dan breed. Licht gewelfde ribben. Enigszins opgetrokken buiklijn. Rug vrij lang en vlak. Gespierde en stevig aangezette lendenen.
KARAKTER - EIGENSCHAPPEN -OPVOEDING
Dit zijn flinke, dappere honden die urenlang een flinke snelheid kunnen volhouden. Met hun uitstekende stem en goede reukvermogen kunnen ze goed in meutes jagen. ze gaan nauwgezet te werk. Ze zijn gespecialiseerd in de jacht op hert. Ze hebben een vastberaden baas nodig die ze als leider van de meute kunnen acceptereN.
LEDEMATEN
Sterke benen.
STAART
Vrij dik aan de basis en vrij lang, elegant gedragen.
VACHT
Vlak tegen het lichaam liggend, vrij dik en dicht. Fijner in de tricolore.
VERZORGING
De Français leeft in kennels. ze hebben ruimte en beweging nodig. Ze moeten regelmatig worden geborsteld, en er moet geregeld aandacht aan hun oren worden geschonken.
KLEUR
Blanc et noir: moet wit en zwart zijn, met een grote mantel of vrij grote zwarte vlekken. Zwarte, staalgrijze of zelfs tan vlekken alleen op de benen. Licht vlek boven elk oog en lichte tan aftekeningen op de wangen, onder de ogen, onder de oren en bij de basis van de staart. Net als bij de Gascon-Saintongeois is een "marque de chevreuil" (reekleurige aftekening op de onderkant van de dij) vrij algemeen. De huid is wit onder wit haar en zwart onder zwart haar, soms met blauwe of bleekblauwe vlekken op de buik en binnenkant van de dijen. Tricolore: wit en geelbruin of koperachtig tan met zwarte mantel. Wolfsgrijs haar is toegestaan. Blanc et orange: wit en citroengeel of wit en oranje, zolang het oranje niet te donker of te roodachtig is. Witte huid met gele of oranje vlekken.
De Fox Terriër is een rustieke hond met een groot weerstandsvermogen. Hij is zeer energiek, snel, vol levenslust, kan niet stilzitten. Hij is onverschrokken, moedig, temperamentvol en eigenzinnig. Hij is vriendelijk met zijn baas en zacht met kinderen. Het is een goede waker, alert en een blaffer. De Fox Terriër is vaak agressief tegen soortgenoten en leeft moeilijk samen met andere diersoorten. Een consequente maar zachte opvoeding is nodig.
Hoog aangezet, vrolijk rechtop gedragen, noch op de rug, noch opgekruld, stevig en met een goede lengte.
VACHT
Twee variëteiten :
Draadharig : dicht, zeer stug aanvoelend, met een lengte van ongeveer 1,9 cm op de schouders en 3,8 cm op de schoft , de rug, de ribben en de achterhand. De haren op de kaken zijn ruig. Ondervacht korter en zachter.
Gladharig : recht, vlak aan liggend, glad, stug, dicht en weelderig.
VERZORGING
Hij past zich aan het leven in de stad aan, maar hij heeft veel beweging nodig. Als hij dit niet krijgt wordt hij nerveus. Men mag hem niet opsluiten of vastbinden. Een wekelijkse borstelbeurt volstaat voor de gladharige variëteit, twee tot drie keer per week voor de draadharige variëteit. Deze laatste moet eveneens twee tot drie maal per jaar getrimd worden.
KLEUR
Wit domineert : volledig wit, wit met wildkleurige (tan), zwarte of zwart en wildkleurige (black and tan) aftekeningen. Gestroomde leikleurige, rode of leverkleurige vlekken zijn niet toegestaan.
Goed ontwikkeld, met een brede schedel. Geringe stop. Snuit relatief lang.
OGEN
Rond, bruin.
OREN
Hoog aangezet. Middelgroot, breed en vlak hangend.
GEWICHT
30 tot 35 kg.
LICHAAM
Gebouwd voor snelheid en uithoudingsvermogen. Lange, maar niet dikke hals. Schouders niet zwaar. Diepe borstkas en gewelfde ribben. Goed gespierde achterhand. Vrij lange lendenen. Brede rug.
KARAKTER - EIGENSCHAPPEN -OPVOEDING
Deze robuuste, moedige, onvermoeibare en snelle hond is vechtlustig en kan 6,5 km in 8 minuten afleggen. Hij kan een snelle galop urenlang volhouden. Omdat zijn neus en stem relatief zwak zijn, houdt hij altijd zijn prooi in het zicht. in Engeland is de jacht op vos zijn specialiteit, maar in Frankrijk jaagt hij op wild zwijn en hert. Hij is zeer behendig in water. Hij is niet echt een gezelschapshond. Hij heeft een vastberaden baas nodig, die hij als leider van de meute kan accepteren.
LEDEMATEN
Lange benen, met stevige botten. Ronde voeten met gesloten tenen.
STAART
Lang, iets naar binnen gebogen.
VACHT
Kort, dicht, hard en glanzend.
VERZORGING
Voor meutehonden is een kennel het meest geschikt. Het binnenshuis leven is niet ideaal. De Foxhound houdt er niet van om alleen gelaten te worden of om niets te doen. Hij moet regelmatig worden geborsteld.
KLEUR
Driekleurig: wit en geelbruin met een zwarte mantel.
Lang, platte, redelijk brede schedel. Lichte stop. Lange en sterke kaken.
OGEN
Middelgroot, donkerbruin of hazelnootkleurig. Ronde ogen zijn niet toegestaan.
OREN
Kleine, geheel tegen de kop liggende oren.
GEWICHT
Reuen: 27 tot 36 kg.
Teven: 25 tot 32 kg.
LICHAAM
Kort en rond. Hals zonder keelhuid. Diepe, vrij brede borst. Korte, vierkante lendenen.
KARAKTER - EIGENSCHAPPEN -OPVOEDING
Deze hond met een zeer goed uithoudingsvermogen is robuust, levendig, zeer snel en erg energiek en wordt dan ook beschouwd als de "formule 1 onder de Retrievers". Hij heeft een uitzonderlijke impuls, een zeer verfijnde neus en zwemt als een otter. Naast de jacht in het open veld en het bos is hij vooral gespecialiseerd in het opsporen en apporteren van watervogels. Hij is intelligent, aanhankelijk, vrolijk, zachtaardig en met zijn goede karakter is deze hond een geliefd gezelschapsdier. Hij moet met kalmte, maar ook consequent worden opgevoed.
LEDEMATEN
Gespierd. Stevige botten. Ronde en sterke voeten. Gesloten tenen.
STAART
Kort, recht, diep aangezet, vrolijk gedragen, maar nooit veel boven de rug.
VACHT
Dicht, met fijne tot middelfijne haren, zo vlak mogelijk. Ledematen en staart zijn goed bevederd.
VERZORGING
Het is geen stadshond. Hij heeft veel ruimte en beweging nodig. Twee keer per week borstelen. Regelmatig de oren controleren.
Deze rustieke, energieke en levendige hond is altijd waakzaam, maar toch kalm en gehoorzaam.
Hij is wantrouwig te opzichte van vreemden en blaft snel. Hij heeft een consequente opvoeding nodig.
LEDEMATEN
Sterke, gespierde benen. Compacte stevige voeten.
STAART
Middellang. Dik behaard en los gekruld over de rug gedragen.
VACHT
Middellang. Recht, ruw en tamelijk vast tegen het lichaam gedrukt. Dichte, zachte, dikke ondervacht.
VERZORGING
De Finse lappenhond heeft veel beweging en ruimte nodig.
Regelmatig borstelen is aan te bevelen.
KLEUR
Alle kleuren zijn toegestaan. De hoofdkleur moet domineren. Aftekeningen in kleuren die afwijlen van de hoofdkleur zijn toegestaan op het hoofd, de hals, de borst, de benen en de punt van de staart. Zwart met roodachtige tinten is ideaal.
Deze levendige, moedige en blije hond is zeer geliefd als gezelschapshond. Zijn jachtinstinct wordt gebruikt om groepen vogels te vinden. Het ras is zeer expressief en uit zich met een breed scala aan geluiden, waaronder "jodelen". Zijn argwaan ten opzichte van vreemden maakt hem tot een uitstekende waakhond. Deze gevoelige hond vereist een consequente maar toch zachtaardige opvoeding.
LEDEMATEN
Ronde voeten. Sterke benen.
STAART
Stijf naar voren omlaag gekruld, tegen de dij aan gedragen.
VACHT
Kort op de kop en de voorkant van de benen. Langer en recht op het lichaam, achterkant van de benen en staart. Veel langer op de schouders, vooral bij de reu. Korte, zachte, dichte, lichter gekleurde ondervacht.
VERZORGING
De Finse Spits kan zich makkelijk aan een huislijk leven aanpassen. Tenminste als hij maar veel beweging buiten krijgt en niet voor langere perioden alleen wordt gelaten. Dit ras is heel verzorgd. Dagelijks borstelen is nodig, maar professioneel laten trimmen niet.
KLEUR
Roodbruin of geelrood op de rug. Lichter op de wangen, onder de snuit, op de borst, buik, binnenkant van de benen, achterkant van de dijen en onder de staart. Witte aftekeningen op de voeten en een smalle witte streep op de voorborst zijn toegestaan, evenals zwarte haren op de lippen en op de rug.
Waardig, vrij strak. Licht gewelfde schedel. Duidelijke achterhoofdsknobbel. Stop niet erg geprononceerd. Lange snuit. Goed ontwikkelde neusspiegel. Sterke kaken.
OGEN
Donker
OREN
Middellang, hangend.
GEWICHT
Ongeveer 25 kg.
LICHAAM
Langer dan hoog. stevige, middellange hals. Diepe borstkas. Vrij goed gewelfde ribben. Licht opgetrokken buiklijn. Middellange, sterke en gespierde rug. Goed ontwikkelde en krachtige croupe.
KARAKTER - EIGENSCHAPPEN -OPVOEDING
De Finse Brak is snel, energiek, rustik en evenwichtig, hij is onafhankelijk en heeft een groot uithoudingsvermogen. Hij is een aangename gezelschapshond in de winter, als er niet wordt gejaagd. Hij heeft een vastberaden eigenaar nodig.
LEDEMATEN
Goed gespierde benen.
STAART
Lang en toelopend naar het eind. Meestal op rughoogte gedragen, of iets lager.
VACHT
Middellang, recht en vrij stug.
VERZORGING
Hij heeft ruimte en veel beweging nodig. Hij moet regelmatig worden geborsteld.
KLEUR
Zwarte mantel. Tan aftekeningen op hoofd, buik, schouders, dijen en verder op de benen. Meestal witte aftekeningen op hoofd, hals, borst, onderbenen en staartpunt.
Groot vierkant, massief.Lange schedel.Onduidelijke stop.Zware, brede en hoge snuit.Brede neus.
OGEN
Middelgroot, amandelvormig.Donkerkastanjebruin tot geel.De onderste oogleden hangen dikwijls af.
OREN
Groot, dik, V-vormig, afhangend.
GEWICHT
Reuen: ten minste 50 kg.
Teven: ten minste 40 kg.
LICHAAM
Stevig, langer dan hoog.Zeer zware hals met keelhuid.Schoft iets lager dan de croupe.Brede en diepe borstkas.Dikke, losse huid.Brede, lange en schuine croupe.
KARAKTER - EIGENSCHAPPEN -OPVOEDING
Moedig, onstuimig, vastberaden, dapper.De Fila Brasileiro is kalm, zelfverzekerd, gehoorzaam aan zijn baas en zeer verdraagzaam met kinderen.Hij is wantrouwig tegenover vreemden en heeft een consequente opvoeding nodig.
LEDEMATEN
Zware botten.Stevige voeten.Tenen goed gewelfd.Zwarte nagels.
STAART
Breed aan de basis, wordt dunner naar het uiteinde toe, reikt tot aan het spronggewricht.
VACHT
Kort, dicht, zacht en vlak aanliggend.
VERZORGING
Deze hond past zich slecht aan het stadsleven aan.Hij heeft veel ruimte en beweging nodig.
KLEUR
Alle uniforme kleuren zijn toegestaan (behalve wit, muisgrijs, black-and-tan, blauw), gestroomd met min of meer donkere strepen.Al dan niet de aanwezigheid van een zwart masker.Witte aftekeningen worden toegestaan op de voeten, de borst, de staarttop op voorwaarde dat ze niet meer dan een kwart van het geheel uitmaken.
SCHOFTHOOGTE
Reuen: 65-75 cm.
Teven: 60-70 cm.
GEBRUIK
Vee- en schapenhoeder.Waakhond.Jachthond (groot wild).Gezelschapshond.
Nobel, goed gewelfd, met scherpe contouren onder de ogen. Uitgesproken achterhoofd. Gematigde stop. Lange, droge snuit. Sterke kaken. Goed ontwikkelde neusspiegel.
Hij is erg sterk, robuust, actief, behendig, en krachtig maar zonder de logheid van de Clumber. Het is een veelzijdige hond, efficiënt op elk terrein, zowel in het water als in het struikgewas. Hij jaagt op een ijverige en methodische manier, altijd in contact blijvend met zijn baas. Nadat hij het wild heeft opgespoord, jaagt hij het op, zodat het opvliegt. Het is een goede retriever en apporteert ook groter wild. Hij is zeer wantrouwig ten overstaan van vreemden en blaft weinig. Hij is gevoelig, evenwichtig, aanhankelijk en één van de meest plezierige Spaniels. Hij moet met geduld en flexibel worden opgevoed.
Lage aanzet, nooit boven de rug gedragen. Mooie bevedering. Werd gewoonlijk op eenderde gecoupeerd, indien toegelaten.
VACHT
Lang, glad, glanzend, zijdeachtig. Nooit gekruld, kort of hard. Dicht en waterafstotend. Weelderige bevedering op de borst, onder het lichaam en aan de achterkant van de benen.
VERZORGING
Hij voelt zich niet thuis in de stad. Hij heeft in ieder geval veel beweging nodig om zijn energie kwijt te kunnen. Eén of twee keer per week borstelen is voldoende. De oren moeten regelmatig gecontroleerd worden.
KLEUR
Eenkleurig zwart, leverkleurig of schimmelk of elk van deze kleuren met tan vlekken.
Vrij lange schedel, nooit plat. Duidelijke voorhoofdsknobbel. Lange, rechte of iets gebogen neusbrug. Geen uitgesproken stop in de Griffon Fauve de Bretagne, meer uitgesproken in de Basset Fauve de Bretagne. Zwarte of donkerbruine neusspiegel.
OGEN
Donkerbruin.
OREN
Op ooghoogte aangezet, bijna de snuit rakend als ze worden gestrekt, iets draaiend en puntig aan het eind. Bedekt met vlakliggend haar.
GEWICHT
Griffon Fauve de Bretagne: ongeveer 23 kg;
Basset Fauve de Bretagne: ongeveer 15 kg.
LICHAAM
Krachtig. Compact in de Basset Fauve de Bretagne. Vrij korte, gespierde hals. Hoge, brede borstkas. Tamelijk gewelfde ribben. Buiklijn enigszins opgetrokken.
De Grote Fauve de Bretagne heeft zijn afstammelingen van tegenwoordig zijn onverschrokkenheid, moed, kracht, levendigheid, snelheid, goede neus, sterke wil en onafhankelijke persoonlijkheid gegeven. De Basset Fauve de Bretagne, die een moeilijk karakter heeft en koppig is, jaagt alleen, in paren, in kleine groepen of in meutes. hij jaagt in het struikgewas en zijn specialiteit is haas. Als hij goed getraind is, is hij een goede speurhond. de Griffon Fauve de Bretagne is een zeer moedige, uitstekende meuteleider met een fraaie stem. Hij is uitstekend in de jacht op wild zwijn en vos. Hij wordt ook wel eens gebruikt bij de jacht op haas en hert. Beide variëteiten zijn rustig en aanhankelijk tegen over hun baas. Deze eigenzinnige honden hebben een consequente opvoeding nodig.
LEDEMATEN
Compacte voeten met sterke, gesloten tenen. Sterke benen. Bij de Basset Fauve de Bretagne zijn de voorbenen licht gedraaid of vrijwel recht.
STAART
Middellang, sabelvormig gedragen. dik aan de basis, toelopend naar het eind, vaak met uitstaande beharing.
VACHT
Zeer hard, droog, vrij kort, nooit wollig of gekroesd. Voorhoofd mag niet dichtbehaard zijn.
VERZORGING
De Griffon Fauve de Bretagne, die voornamelijk in meutes wordt grootgebracht, wordt gewoonlijk in een kennel gehouden. De Basset Fauve de Bretagne kan bij zijn eigenaar binnenshuis leven of in een buitenkennel. Beide hebben ruimte en veel beweging nodig. Ze moeten regelmatig worden geborsteld, en er moet geregeld aandacht worden geschonken aan hun oren.
KLEUR
Geelbruin. De beste tinten zijn tarwegeel en steenrood, soms met vlek op de borst.