Geef je e-mail adres op en klik op onderstaande knop om je in te schrijven voor de mailinglist.
Over mijzelf
Ik ben rottiers t, en gebruik soms ook wel de schuilnaam adinda.
Ik ben een vrouw en woon in ham (belgie) en mijn beroep is overlevingspensioen.
Ik ben geboren op 31/03/1961 en ben nu dus 64 jaar jong.
Mijn hobby's zijn: dieren , handwerk.
dieren
19-07-2011
ISTARSKI GONIC
RAS
LAND VAN HERKOMST
OORSPRONKELIJKE NAAM
ANDERE NAMEN
Lopende Honden
Voormalig Joegoslavië
Istarski Gonic
Istarski Ostrodlaki Gonic
Istarski Kratkodlaki Gonic
HOOFD
Lang, niet erg licht. Licht gewelfde schedel. Vrij breed voorhoofd. Geen duidelijke stop. Sterke, rechthoekige snuit. Goed gesloten lippen. Zichtbaar slijmvlies is donker.
OGEN
Groot en donker. zeer dichte wenkbrauwen in de ruwharige variëteit.
OREN
Lang, tegen de wangen hangend.
GEWICHT
18 tot 20 kg.
LICHAAM
Robuust, iets langer dan hoog. Hals zonder keelhuid. Brede borstkas. Gewelfde ribben. Buiklijn iets opgetrokken. Brede, iets hellende croupe. Rechte en brede rug.
KARAKTER - EIGENSCHAPPEN -OPVOEDING
De Istarski Gonic is rustig en heeft een krachtige stem. Hij is een uitstekende jager op haas en vos, en is een zeer goede speurhond. hij is aanhankelijk en een goed gezelschap
LEDEMATEN
Gespierde benen met stevige botten. Ronde voeten met gesloten tenen en stevige voetzolen.
STAART
Dik aan de basis, toelopend naar het eind. Laag gedragen, iets omhoog gekruld.
VACHT
Ruwharig: 5 tot 10 cm lang, uitstaand. dikke, korte ondervacht.
Gladharig: fijn, dicht en glanzend.
VERZORGING
Hij heeft ruimte en veel beweging nodig. Hij moet regelmatig worden geborsteld.
KLEUR
Wit. Oren meestal oranjeachtig of met oranjeachtige vlekken. Oranje vlek op het voorhoofd. Oranjeachtige vlekken kunnen ook op het lichaam voorkomen.
Krachtig, lang. Vlakke schedel, niet te breed. Duidelijke stop. Sterke, geduchte kaken.
OGEN
Niet te groot, donker van kleur, donker hazelnootkleurig.
OREN
Klein tot middelgroot, tegen de wangen, naar voren gedragen.
GEWICHT
Reuen : 15,7 18 kg.
Teven : 13 15 kg.
LICHAAM
Kort, compact. Stevige hals zonder keelhuid. Diepe borstkas. Goed gewelfde ribben. Rechte bovenlijn. Korte, krachtige lendenen.
KARAKTER - EIGENSCHAPPEN -OPVOEDING
De Irish Softcoated Wheaten Terriër is rustiek, energiek, moedig, brutaal, vrij zelfstandig en koppig. Hij is heel vriendelijk, toegewijd, speels, zacht en een goede gezelschapshond. Hij is wantrouwig tegenover onbekenden, schrikt af, blaft graag maar zonder agressie. De Irish Softcoated Wheaten Terriër is een goed waker. Een consequente opvoeding is noodzakelijk.
LEDEMATEN
Gespierde, goede botten. Kleine voeten. Gesloten tenen.
STAART
Niet te dik, vrolijk gedragen. Indien gecoupeerd : tot op een derde van zijn lengte ingekort (na de zesde staartwervel).
VACHT
Weelderig, zacht, zijdeachtig, gegolfd of met grove, losse krullen. De haren mogen niet langer zijn dan 12,7 cm.
VERZORGING
Hij is niet erg geschikt om in een appartement te leven. Hij heeft veel ruimte en beweging nodig. Indien hij onvoldoende beweging krijgt, kan hij erg nerveus worden. Borstel de hond regelmatig. Hij kan getrimd worden.
KLEUR
Alle schakeringen van licht tarwekleurig naar goudrood. De pups doorlopen verscheidende stadia wat de kleur en de textuur van de haren betreft voordat ze hun definitieve vacht krijgen (anderhalf tot twee en een half jaar).
SCHOFTHOOGTE
Reuen : 46 48 cm.
Teven : 43 47 cm.
GEBRUIK
Vee- en schapenhoeder. Jachthond. Waakhond. Gezelschapshond.
Deze vaak door opwinding beverige miniatuur Greyhound is een levendige, dynamische, standvastige, lenige hond, ondanks zijn vaak wat tengere en fragiele voorkomen. Hij jaagt graag op klein wild (zoals konijn en haas). Hij is aanhankelijk, gevoelig, erg aanhalerig, vrolijk, speels, kortom een charmant gezelschap. hij is stil en gereserveerd en terughoudend tegenover vreemden. Hij moet consequent, maar tevens met kalmte worden opgevoed.
Laag aangezet, fijn, ook aan de wortel, geleidelijk smaller wordend naar de punt. De eerste helft laag en recht gedragen, terwijl de tweede helft gebogen is. Gladde haren.
VACHT
Glad en fijn. Dicht in de winter.
VERZORGING
Hij past izch aan het leven in de stad aan, maar hij moet zich wel kunnen uitleven. Hij is niet graag alleen. Hij kan niet goed tegen kou en regen. Regelmatig borstelen is aan te bevelen.
KLEUR
Effen of zwart, grijs, donkergrijs, leisteen en geel in alle mogelijke nuances. Wit is alleen toegestaan op de borstkas en de voeten.
Breed aan de basis. Driehoekig met puntige uiteinden. Zeer recht gedragen.
GEWICHT
10 tot 15 kg.
LICHAAM
Sterk, vrij kort. Niet grof. Sterke hals. Brede, diepe borstkas. Buiklijn is licht opgetrokken.
KARAKTER - EIGENSCHAPPEN -OPVOEDING
Deze stevige en stoere hond heeft een sterke persoonlijkheid. Hij is aanhankelijk en erg vriendelijk tegenover mensen. Deze waakzame hond blaft graag, waardoor hij een een goede waakhond is.
Consequente opvoeding is nodig.
LEDEMATEN
Ovale voeten. Zeer gespierde benen.
STAART
Middellang. dicht behaard. Gekruld over de rug gedragen.
VACHT
Hard, middellang tot lang. Langer op de hals, dijen en onder de staart. Kort op hoofd en benen. Ligt vlak op het lichaam.
VERZORGING
Deze hond is er aan gewend om buiten te leven; het wordt daarom afgeraden om hem als huishond te houden. De IJslandse hond heeft ruimte nodig om te rennen. Regelmatig borstelen is nodig.
KLEUR
Alle kleuren toegestaan, maar de basiskleur moet domineren. Wit komt vaak voor als bles, kraag, op de borst, punt van de staart en de tenen.
SCHOFTHOOGTE
Reuen: 42 tot 48 cm.
Teven: 38 tot 44 cm.
GEBRUIK
Vee en schapenhoeder (voornamelijk paarden). waakhond. Gezelschapshond.
Lang. Niet te brede schedel. Lange en tamelijke spitse snuit.
OGEN
Donkergekleurd.
OREN
Klein en gedragen zoals die van de Greyhound.
GEWICHT
Reuen: ten minste 54 kg.
Teven: ten minste 40,5 kg.
LICHAAM
Krachtig, langgerekt. Vrij lange, zeer sterke en gespierde, goed gewelfde hals zonder keelhuid. Brede, zeer diepe borst. Tamelijk lange rug. Gewelfde lendenen. Goed opgetrokken buiklijn.
KARAKTER - EIGENSCHAPPEN -OPVOEDING
Hij heeft een zeer groot uithoudingsvermogen en is zeer moedig en sterk. Hij is lief als hij aangehaald wordt, maar wordt woest als hij geprovoceerd wordt. Deze wolven en zwijnenjager is ook een doeltreffende, indrukwekkende waakhond. Hij mag niet als verdedigingshond- of gevechtshond worden afgericht, omdat hij dan erg gevaarlijk kan zijn. Hij heeft een rustig temperament, is lief voor kinderen en erg aan zijn baas gehecht. Hij moet consequent en gedegen worden opgevoed.
LEDEMATEN
Sterk. Matig grote en ronde voeten. Goed gewelfde en gesloten tenen.
STAART
Lang, licht gebogen, tamelijk dik en goed bedekt met haar.
VACHT
Ruw en hard op het lichaam, de benen en de kop, met name warrig en lang boven de ogen en aan de onderkant van de kaak.
VERZORGING
Hij leeft niet graag in de stad. hij moet veel en in alle vrijheid kunnen rennen. Wekelijks borstelen is voldoende.
KLEUR
Grijs, gestroomd, rood, zwart, zuiver wit, reebruin of elke andere kleur die ook bij de Deerhound voorkomt.
Sterk, maar langgerekt. Gewelfde schedel, bedekt met kuif van lange krullen in slierten, glad gezicht. Geleidelijke stop. Lange, sterke, vierkante snuit. Donker leverkleurige neusspiegel.
OGEN
Middel- tot donkerbruin, amberkleurig.
OREN
Laag aangezet, zeer lang, tegen de wangen hangend, bedekt met lange gedraaide krullen.
GEWICHT
22 tot 26 kg.
LICHAAM
Compact. Sterke, vrij lange hals. Brede borst. Goed naar achter gedragen ribben. Korte, brede rug. Diepe, brede lenden.
KARAKTER - EIGENSCHAPPEN -OPVOEDING
Hij heeft een groot uithoudingsvermogen, is dynamisch, actief, levendig, vasthoudend en heeft een zeer fijn reukvermogen. Hij is bijzonder geschikt voor de jacht op wilde vogels (zoals eenden). Hij voelt zich zowel thuis in het struikgewas als in het water. Hij speurt gehaast en snel. Hij blaft niet op het wild. Voor sommigen kan hij heel lief en vriendelijk zijn, maar hij heeft toch vaak een moeilijk karakter. Hij moet consequent worden opgevoed.
LEDEMATEN
Stevige botten. Grote, bijna ronde voeten.
STAART
Laag aangezet, kort, recht, dik aan de basis en naar de punt dunner wordend. Recht gedragen, onder het niveau van de rug. Bij de basis dient acht tot tien centimeter te zijn bedekt met dichte krullen, die plotseling ophouden. De rest is kaal of bedekt met fijne rechte haren.
VACHT
Dikke, dichte vaste kroeskrullen. Vettige haren. Bevedering aan de benen.
VERZORGING
Hij heeft veel ruimte en beweging nodig. Twee keer per week kammen is noodzakelijk. De oren moeten regelmatig gecontroleerd worden.
KLEUR
Donker leverkleurig met een voor het ras kenmerkende paarsachtige of fluweelachtige schijn, ook wel roodbruin genoemd.
Klein, V-vormig, naar voren tegen de wangen vallend. De haren zijn er donkerder dan op het lichaam.
GEWICHT
Reuen: 12,2 kg.
Teven : 11,4 kg.
LICHAAM
Niet te lang, niet te kort. Hals zonder keelhuid. Diepe, gespierde borstkas. Stevige, rechte rug. Gespierde en licht gewelfde lendenen.
KARAKTER - EIGENSCHAPPEN -OPVOEDING
De Ierse Terriër is robuust, erg moedig, erg levendig, snel, onafhankelijk, een vechtersbaas en koppig. Hij is vriendelijk, toegewijd, vrolijk en een goede gezelschapshond. De Ierse Terriër heeft een groot uithoudingsvermogen. Het is een jachthond die zich zowel op het land als in het water thuis voelt (haas, ongedierte en otters). Het is een waker die woest uit de hoek kan komen wanneer hij wordt aangevallen. Hij zal vechten tot het bittere einde. Hij is erg vechtlustig tegenover soortgenoten. Hij heeft een consequente maar zachte opvoeding nodig.
Vrij hoog aangezet, vrolijk gedragen, maar niet op de rug en niet gekruld. Indien gecoupeerd : ingekort tot op driekwart van zijn lengte.
VACHT
Dicht, erg aaneengesloten, draadharig ijzerdraad met gebroken aspect maar vlak aanliggend. Geen lokken noch krullen. De haren op de kop zijn kort (0,6 cm). Een kleine baard vormen de enige toegestane lange haren.
VERZORGING
Hij past zich aan het leven in een appartement aan, maar hij heeft ruimte en beweging nodig. Twee tot driemaal per week borstelen is voldoende. Twee keer per jaar laten trimmen is aan te bevelen.
KLEUR
Eenkleurig. De meest gewenste kleuren zijn levendig rood, tarwerood of roodgeel. Eventueel is wat wit aanwezig op de borst en de voeten.
SCHOFTHOOGTE
Ongeveer 45 cm.
GEBRUIK
Jachthond (slip- en schietjacht). Waakhond. Gezelschapshond.
Lang, droog en zonder zwaarte. Ovale schedel. Geprononceerde achterhoofdsknobbel. Duidelijke stop. Vrij vierkante snuit. Lippen niet overhangend. Neusspiegel mahoniekleurig, bruin of zwart. Hoofd iets breder bij de rood-witte variëteit en zonder duidelijke achterhoofdsknobbel.
OGEN
Niet te groot, donkerbruin.
OREN
Laag aangezet, middelgroot, dun, in een plooi tegen het hoofd hangend. Op ooghoogte aangezet bij de rood-witte variëteit.
GEWICHT
20 tot 25 kg.
LICHAAM
Goed geproportioneerd. zeer gespierde, niet te dikke hals, zonder keelhuid. Borstkas van voren gezien smal, zo diep mogelijk. Goed gewelfde ribben. Gespierde, iets gewelfde lendenen. Rechte, goed gespierde rug. Brede en krachtige croupe.
KARAKTER - EIGENSCHAPPEN -OPVOEDING
De Ierse Setter is energiek, levendig en onafhankelijk. Hij heeft een zeer goed reukvermogen en is snel, maar zijn zoekgebied is kleiner dan van de Pointer. Hij is flexibel en staat vastberaden voor. Hij is gespecialiseerd in houtsnip en patrijs. De Ierse Setter is zeer aanhankelijk en een uitstekende gezelschapshond. Hij heeft een consequente maar vriendelijke opvoeding nodig.
LEDEMATEN
Lange, goed gespierde, pezige benen met flinke botten. Kleine, zeer stevige voeten met veel haar tussen sterke, gesloten en gebogen tenen.
STAART
Vrij laag aangezet, middellang, dik aan de basis, toelopend naar het eind. Evenwijdig met de ruglijn of lager gedragen. Mooie bevedering.
VACHT
Kort op hoofd en voorkant van de benen. Elders middellang, vlak, niet golvend of krullend. Lange, zijdeachtige bevedering op ooreinden, lang en fijn op achterkant van de benen. Mooie bevedering op de buik.
VERZORGING
Als hij in de stad leeft moet hij veel beweging kunnen krijgen voor zijn fysiek en emotioneel welzijn. Hij moet dagelijks worden geborsteld en er moet regelmatig aandacht worden besteed aan zijn oren.
KLEUR
Mahoniekleurige setter: goudkleurige mahonie, zonder een spoor zwart. Witte aftekeningen op borst, hals of tenen, kleine vlekken op voorhoofd of smalle bles op neusbrug of hoofd zijn toegestaan.