Zeg je Spanje, dan denk je meteen aan paella, zoals Belgie aan biefsteak met frieten doet denken. Oorspronkelijk komt de paella uit Valentia, maaar tegenwoordig kun je dit rijstgerecht overal eten. Van oudsher is de bereiding van paella een sociale zondagnamiddag gebeurtenis, veelal klaargemaakt door de mannelijke leden van de familie. Van een oorspronkelijk eenvoudig boerengerecht, veranderde de paella in een feestmaaltijd voor iedereen.
Afhankelijk van de regio zijn de hoofdingredienten rijst, zeevruchten, zoals vis en schaaldieren, kip, konijn, tomaten en saffraan. De rijst is belangrijk, het moet een dikke korrel zijn met een groot absorgerend vermogen en in bouillon getrokken. Rijst, bouillon en tomato frito (gefrituurde tomaten) vormen de basis. De naam paella is moggelijk ontstaan doordat eens per jaar de mannen van de "pueblo" voor de vrouwen kookten. Alle restjes van de dagen ervoor werden gebruikt voor deze bonte maaltijd. De platte manier om "voor haar" te zeggen, is "pa'ella"(para ella). Dit is later het woord paella geworden. Een andere verklaring komt uit het Valentiaans, war paella een soort pan betekent. Tijdens de Moorse periode werden er in de hofhoudingen van Moorse koningen rijstschotels bereid met restjes van de konninklijke banketten. Paella zou daaarbij afgeleid kunnen zijn van het Arabische woord voor restjes : "baqiyah".