Druk op onderstaande knop om te reageren in mijn forum
info islam
welkom op de site met info over de islam
31-12-2010
Omar ibn al-Chattab, de tweede Chaliefa
بســم الله الرحمــن الرحيـــم
De periode dat Omar ibn al-Chattab chaliefa was over de islamitische staat wordt ook wel Het Gouden hoofdstuk van de islamitische geschiedenis genoemd. Het is zijn karakter waarnaar wordt verwezen als er wordt gesproken over oprechtheid in geloof: het is zijn naam die in gedachte komt wanneer het onderwerp Islamitisch Recht ter sprake komt. En wanneer we het over een oprechte in geloof, goede en ideale leider hebben die bijna over de gehele wereld regeerde terwijl hij het meest eenvoudige bestaan leidde, is het de naam Omar al-Faroeq die bovenkomt.
In een hadieth overgeleverd door Abdullah ibn Omar :
De Profeet heeft gezegd
Ik zag (in een droom) alsof ik water met een leren emmer op een houten katrol trok. Toen kwam Aboe Bakr en hij trok één emmer vol of twee vol naar boven en terwijl hij ze naar boven trok, verscheen er enige zwakheid bij. Daarna kwam Omar om water te bedienen en de emmer werd verwisseld voor een grote leren emmer en ik zag nooit zon prachtige man onder de mensen (die water naar boven trokken) en hij ging door met water aan de mensen te bedienen totdat zij bevredigd waren en vervolgens naar hun rustplaatsen gingen. (Moeslim)
Deze droom van de profeet beschreef op een symbolische wijze de rollen van de drie persoonlijkheden met betrekking tot de islaam. Het leven van de moeslimgemeenschap, gesymboliseerd door water, werd eerst omhoog getrokken door de profeet . Hij werd opgevolgd door Aboe Bakr onder wiens leiderschap de islaam behoorlijk groeide. Dit wordt uitgedrukt door de woorden: Hij trok één emmer vol, of twee met water omhoog, hetgeen zn korte leiderschap weergeeft; en er was enige zwakheid in zijn omhoog trekken. Dat betekent dat hij onder andere, door zijn vroege overlijden, niet volledig in staat was om algehele vrede in de staat te bewerkstelligen.
Onder het leiderschap van Omar echter, groeide het moeslimrijk niet alleen immens, hetgeen wordt weergegeven door een grote emmer van Omar en de profeets bewondering voor zijn buitengewone kracht en bekwaamheid - maar werd ook bevestigd door het solide bewind dat Omar voerde, waardoor de moeslims in grote veiligheid en welzijn leefden.
Omar was een veelbetekende aanwinst voor de kracht van de islaam. Omar was een man met onbevreesde moed en vastberadenheid, gevreesd en gerespecteerd in Mekka en tot hij moeslim werd een zware tegenstander van de nieuwe religie. In een hadieth is overgeleverd dat de profeet zijn handen eens in gebed hief en zei:
De Profeet heeft gezegd
O Allah! Geef kracht aan de islaam speciaal door middel van één van de twee mannen waar U meer van houdt: Aboe Djahl bin Hishaam of Omar ibn al-Chattab. Vervolgens zei de metgezel die deze hadieth heeft overgeleverd:
Omar was waarschijnlijk diegene die dat voorrecht verdiende.
(Sahih at-Tirmidhie)
Ibn Masoed zei over Omar :
We zijn veel sterker geworden sinds Omar moeslim werd.
Aisha heeft overgeleverd:
De Profeet heeft gezegd
Onder de volkeren voor jullie waren er mensen die geïnspireerd (ofschoon zij geen profeten waren) werden. En als er één van die personen onder mijn volgelingen is, dan is het Omar. (Moeslim)
Omar bezat een buitengewoon scherp inzicht in de dien (geloof). Bij verscheidene gelegenheden werd zijn mening ondersteund door de ayaat van de Qoraan.
Bijvoorbeeld met de gevangenen van Badr:
Na de oorlog van Badr rees de vraag wat voor behandeling de gevangenen moesten ontvangen. Omar ibn al-Chattab was van mening dat zij gedood moesten worden als wraak voor hun slechte daden die zij in het verleden hadden gepleegd en in het bijzonder voor hun vervolging van de moeslims voor hun (de moeslims) migratie naar Medinah. Aboe Bakr pleitte voor vergeving en bevrijding van de gevangenen in ruil voor losgeld, met het idee dat zon handeling van genade misschien sommige de waarheid van de islaam liet inzien. De profeet , door zijn natuurlijke aard voor genade, nam het voorstel van Aboe Bakr aan om de gevangenen te bevrijden. Allah bepaalde hierna echter het volgende (hetgeen door Omar was voorgesteld):
Het is niet aan een profeet dat hij oorlogsgevangenen moet hebben (en ze bevrijden met losgeld) totdat hij een grote slachtpartij (onder zijn vijanden) had gemaakt in het land. Jij wenst het goede van deze wereld (het losgeld voor het bevrijden van de gevangenen) maar Allah wenst (voor jou) het Hiernamaals. En Allah is de Al-Machtige, Al-Wijs. (Soerah al-Anfal: 67)
Omar regeerde slechts voor 10 jaar. Maar deze periode was er één van voorspoed, zoals Arabië nog niet eerder had gekend. De Arabieren die, bij het begin van de islaam, tevreden waren met hun geiten en kamelen en voor wie alleen meel, dadels en olijfolie beschikbaar waren, kregen de rijkdommen van Irak en Iran. Voor de Arabieren kwamen de rijkdommen in zulke grote hoeveelheden als zij nooit hadden kunnen denken. Het resultaat was dat er in Arabië geen armoede meer heerste. Het nationale inkomen van die moeslim-economie behoorde toe aan het volk en niet aan de leider. Omar had het duidelijke idee in gedachte dat alles wat bij de staat binnenkwam niet bestemd was om zijn eigen zakken te vullen maar gebruikt moest worden voor het welzijn van het volk. Hij had voor hem de voorbeelden van de profeet en de eerste chaliefa Aboe Bakr . In de islaam is de chaliefa een beheerder en nooit een eigenaar. Omar realiseerde zich dit goed. Zijn aandeel was hetzelfde als die van een gewone moeslim onder het volk. Zijn salaris van Beit-al Mal (schatkist-eigendom van de staat) was voldoende voor voedsel en kleding. Het leger, vrouwen en zelfs nieuwgeborenen ontvingen salarissen. Dit alles was het resultaat van het economische systeem dat Omar had opgericht, hetgeen gebaseerd is op basis van gelijkheid - opgelegd door de islaam. Het was het systeem dat van de rijken nam om het vervolgens onder de armen te verdelen, zodat er geen klassenverschillen ontstonden maar een economische gelijkheid. Dit systeem begon echter al tijdens het leven van de profeet . Maar tijdens zijn leven werd de islaam naar alle hoeken van de wereld verspreid waardoor hij en zijn volk zich dikwijls moesten verdedigen en voornamelijk bezig waren met de dawah (oproepen/uitnodigen tot de islaam).
Het economische systeem van de islaam is gebaseerd op het geloof dat de mens geschapen werd om te werken voor de schepping van Allah waarin geen onderscheid is tussen de mens, behalve op het gebied van taqwa (vroomheid, vrees voor Allah). In dit systeem behoort alles toe aan Allah en de oorzaak van de schepping van de mens is dat hij werkt voor het verwerven van dit systeem. Het hoofd van een staat wordt beschouwd als de chaliefa van Allah en de zakaah (belasting) die hij de moeslims oplegt en verzamelt zijn bedoeld voor het verspreiden van de Wil van Allah . De zakaah (belasting) die door de staat wordt opgelegd is niet een gewone belasting; het is een religieuze verplichting en als iemand de zakaah bewust weigert te betalen, is zijn geloof niet compleet. De islaam geeft ons aldus een ideaal en goed doordacht systeem. De islaam verbiedt rente in iedere vorm omdat een persoon die geld leent aan anderen met een vastgestelde koers rente voor een bepaalde periode, zich niet bekommert of diegene die leent enige winst verdient of een groot verlies lijdt aan zijn kapitaal. Hij krijgt zijn rente terug na de vastgestelde tijd. Het economische systeem van Omar laat zien dat zelfs vandaag de dag een economisch systeem gebaseerd op de islamitische principes efficiënt en succesvol kan werken. Als we kijken naar het kapitalisme; gekropen naar zijn graf. Het socialisme heeft gefaald. De islaam is het enige systeem dat voor ongeveer 40 jaar in praktijk werd gebracht en de kracht heeft het hoofd te bieden aan de problemen die de moeslims tegenwoordig over de hele wereld tegenkomen. Dit systeem is de balsem voor de wonden van een mensheid die lijdt ...
Laten we hopen en doea (smeekbede) doen dat we oprecht kunnen werken voor de zaak van de islaam.
Bron:
- Sahih Moeslim deel 4
- Economic system under Omar the Great
Ik ben karima, en gebruik soms ook wel de schuilnaam umm saalih.
Ik ben een vrouw en woon in amsterdam (nederland) en mijn beroep is pedagogiek.
Ik ben geboren op 13/05/1992 en ben nu dus 33 jaar jong.
Mijn hobby's zijn: informatie zoeken over de islam.