De oorsprong van Kerst
Kerst is voor veel mensen een bijna vanzelfsprekende en
belangrijke traditie geworden die de laatste eeuw met name in westerse
maatschappijen een hoge vlucht heeft genomen. Het kerstfeest zoals we dit
tegenwoordig vieren met een versierde kerstboom waaronder cadeaus prijken, het
versturen van kerstkaarten en het samenzijn met familie en vrienden is echter
een relatief recente verschijning in onze geschiedenis.
De rijkelijk opgeleukte kerstboom is
vanaf de tweede helft van de 19e eeuw algemeen gebruik geworden en het
versturen van kerstkaarten is rond dezelfde periode ontstaan in Engeland alwaar
de steeds rijker wordende middenklasse naar manieren zocht om gelijkgestelden
of geliefden tijdens de vrije kerstdagen een blijk van waardering te geven.
Geboorte van Jezus?
Veel mensen denken dat het kerstfeest
zijn oorsprong vindt binnen het christendom omdat deze bij monde van de rooms
katholieke kerk immers pretendeert dat het bestaat ter ere van de geboortedag
van Jezus Christus. Binnen katholieke kringen spreekt men overigens van
kerstmis, waar de protestantse en overige christelijke stromingen liever
spreken over het kerstfeest of gewoon kerst. Kerstmis staat voor
Christus-mis, oftewel een religieus ritueel ter ere van Christus. Kerst is
tevens afgeleid van kerstenen wat het bekeren tot christen betekent.
Het is opmerkelijk dat in het bijbelse
Nieuwe Testament 25 december als geboortedag van Jezus in het geheel niet
voor komt. De eerste verwijzing naar deze datum als de mogelijke
geboortedag van Jezus is terug te vinden in de geschriften van Sextus Julius
Africanus in het jaar 221,dat overigens in een periode was nog voor dat de canonieke bijbel haar definitieve vorm had gekregen. Hij
was een Romeins legerofficier die als eerste christelijke historicus een
universele chronologie van het jodendom en christendom produceerde en hij was
tevens de eerste die melding maakte van een exacte datum waarop Jezus geboren
moest zijn, al bleef het geboortejaar toen nog buiten beschouwing.
Tijdens het vroege katholicisme was de
kerkelijke elite juist fel gekant tegen het vieren
van de geboortedag van hun Verlosser omdat men het heidens
vond om de geboortedag van een martelaar te vieren. Zijn sterfdag maakte hem
immers tot martelaar, niet zijn geboortedag en bovendien dacht men dat het
vieren van zijn fysieke geboortedag afbreuk zou doen aan zijn goddelijke
status. Hoe goddelijk kan iemand zijn waarvan de fysieke geboorte wordt erkent?
Pas rond het jaar 330, in dezelfde periode dat de canon van de
bijbel werd vastgesteld, werd door de rooms katholieke kerk 25 december als de
geboortedag van Jezus Christus algemeen aanvaard. Het is ook in deze periode
dat er binnen de kerk een felle strijd gaande was over hoe christenen in Jezus
Christus moesten geloven. In het vroege-christendom werd immers niet gesproken
over een Jezus als mens van vlees en bloed, maar over een geestelijke leraar
die afhankelijk van de waarnemer verschillende verschijningsvormen kon
aannemen. Uiteindelijk is er binnen de kerk een consensus ontstaan waarbij
Jezus zowel menselijke als goddelijke kenmerken kreeg toegewezen
en daar paste de bepaling van een fysieke geboorte goed bij. Om zijn goddelijke
afkomst niet teveel schade te berokkenen werd bepaald dat hij uit een maagd
geboren moest zijn.
De Acceptatie van Kerstmis
Het duurde echter nog vele eeuwen
voordat Kerstmis binnen de rooms katholieke kerk een prominente rol ging
spelen, pas na de 9e eeuw kreeg de kerstviering een grotere, of tenminste even
grote waardering als de viering van Goede Vrijdag en Pasen. Deze feestdagen
werden, en worden eigenlijk nog steeds, door de orthodoxe kerk als authentieker
geacht dan de kerstviering.
innen enkele orthodoxe kerken zoals de Russische, Ethiopische en
de Armeense kerken wordt de verschijning van Christus op 6 of 7 januari
gevierd. Het gaat hier echter niet om de werkelijke geboortedag van Jezus maar
om de Epifanie (verschijning) van Christus. Nog voordat de eerste Romeins
christelijke historicus schreef over de mogelijke fysieke geboortedag op 25
december werd de verschijning van Christus dus al gevierd op 6 januari, de dag
dat Jezus volgens de vroeg-christelijke evangeliën
het Christus-bewustzijn ontving, het moment van zijn
doop. Het betreft hier dus feitelijk de viering van een symbolische of
geestelijke geboorte.
De Zonnegod
Aangezien 6 januari al in gebruik was
om de doop van Jezus te vieren vond men het niet gepast om deze datum ook als
fysieke geboortedag te gebruiken voor het nieuwe Jezus-beeld dat de katholieken
aan haar gelovigen wilde presenteren. Waarom dan 25 december? Deze datum was op het moment van het ontstaan van het christendom
al eeuwen in gebruik als de verschijningsdag van Mithras, de oude Arische lichtgod van een levensbeschouwing die oorspronkelijk in Indië
en Perzie begon en door de Romeinse expansiedrift en invloeden van de
terugkerende Romeinde legioenen in het Romeinse rijk zijn intrede deed. De
eerder genoemde legerofficier en historicus Julius Africanus was een aanhanger
geweest van de religie van Mithras. De Mithras-verering kreeg een grote invloed
binnen het Romeinse rijk en hieraan kwam pas een einde met de bekering van
Constantijn de Grote tot het christendom in 312, wat tevens ook het moment was
van de opkomst van de macht van de rooms katholieke (algemene) kerk en het
begin van de middeleeuwen waarbij kerk en staat één front vormde.
Overigens dient opgemerkt te worden
dat de christelijke jaartelling voor de 6e eeuw nog niet bestond. Pas rond 520
werd deze jaartelling door de pauselijke chronoloog Dionysius Exiguus
uitgewerkt en door paus Johannes I ingevoerd. Na de kerstening (gedwongen
bekering) van Europa en andere delen van de wereld werd de christelijke
jaartelling een algemeen begrip. Bijbelwetenschappers hebben echter aangetoond
dat het jaar 1 (het begrip 0 kende men in Europa nog niet voor het jaar 600)
als geboortemoment van Jezus Christus in strijd is met historische vermeldingen
in de religieuze geschriften en schatten de werkelijke geboortejaar ergens
tussen de 4 tot 7 jaar eerder. Het feit dat er nooit historisch bewijs is
gevonden voor het werkelijk bestaan van een historische Jezus laten ze hier
echter buiten beschouwing.
Weer terug naar de eerste eeuw. Mithras (later: Sol) was feitelijk
de zonnegod. Een god waar
Romeinse keizers en eerder Egyptische faraos zich graag mee identificeerden.
Binnen het Romeinse rijk was er voor het ontstaan van het monotheïstische
christendom sprake van een polytheïstische religie (mythologie) waarbij
meerdere goden werden vereerd. Om begrijpelijke reden was uiteindelijk de zonnegod de sterkste, meest betrouwbaarste en meest zichtbare god van alle goden. 25 december was de verschijningsdag
van Sol en tijdens de keizertijd kreeg dit vorm als de Sol Invictus, de
onoverwinnelijke god. Op munten uit de Romeinse tijd
zien we dat elke keizer zich onoverwinnelijk en onfeilbaar profileerde door
zichzelf met deze zonnegod te vereenzelven.
De Zonnewende
In de hele wereldgeschiedenis vinden we bij volkeren zonnegoden
terug en ze hebben in bijna alle gevallen dezelfde verschijningsdag of
geboortedag. Is dat toevallig? De reden hiervoor is eenvoudig wetenschappelijk
te verklaren. Deze goden zijn namelijk allemaal ontstaan uit het verschijnsel
van de midwinter zonnewende. De midwinter zonnewende is het moment waarop de
zon in het jaar vanaf het gezichtspunt van de aarde haar absoluut laagste stand
bereikt, enkele dagen visueel stilstaat en daarna weer in beweging komt in
tegenovergestelde richting. Gedurende de helft van het jaar staat de zon elke
dag weer een beetje lager aan de hemel tijdens het middaguur, na de midwinter
zonnewende keert dit proces weer om en staat de zon elke dag weer een beetje
hoger tijdens het middaguur. Voor de primitieve mens stond de zon op het moment
van de zonnewende visueel drie dagen stil aan de horizon al nam men natuurlijk
wel de reguliere zonsondergang waar. Optisch lijkt het alsof de zon definitief
onder de aarde zal verdwijnen omdat voor die dag de zon lijnrecht richting de
horizon ondergaat maar deze koers wordt niet voortgezet en binnen drie dagen
van stilstand (zichtbaar dezelfde positie op hetzelfde tijdstip) ondergaat de
zon een wederopstanding en komt weer in beweging. Dit werd in verschillende
culturen als een wedergeboorte, een nieuwe verschijning of een overwinning over
de duisternis ervaren
De midwinter zonnewende heeft altijd plaats op 21 of 22 december
maar omdat het bewijs van de onoverwinnelijkheid van de zon pas na drie dagen
met het blote oog zichtbaar was vierde het volk de wederopstanding, verschijning
of geboorte van de zon op 25 december. Drie dagen lang hield men wacht en
bleven ze in spanning naar de horizon kijken om te zien of de zon ook dit jaar
het van de duisternis zou winnen. Voor ons is het een verklaarbare
astronomische verschijning maar voor volkeren uit de oudheid was het een groot
mysterie dat bovendien grote psychische en sociale gevolgen had. Mocht de zon
namelijk niet terug keren dan zou de nieuwe lente en zomer immers achterwege
blijven en zou dit het groeien en het oogsten van de nieuwe gewassen onmogelijk
maken, en het betekende voor het menselijk bestaan een zekere dood. Het einde
van de wereld.
Zodra eenmaal bleek dat het gevaar was geweken vierde ze dit
moment door samen met de geliefden en vrienden te feesten en waren ze niet te
beroerd om de eerst angstvallig bewaard gehouden voorraden oogst met anderen te
delen, men wist immers zeker dat over enkele maanden weer opnieuw geoogst kon
worden. Een andere manier om de vreugde te vieren was het verbranden van
gestapelde bomen en takken om de zonnegod te eren.
Sommige volkeren staken dit vuur juist eerder aan om de zonnegod te helpen bij zijn strijd tegen de eeuwige duisternis.
De Kerstening
Het ontstaan van Kerstmis binnen onze
westerse cultuur is gefaciliteerd door de kerstening van Europa waarbij de
volkeren door de Romeinen massaal tot christenen werden bekeerd, goedschiks dan
wel kwaadschiks. Het heeft hierbij tevens het oud Germaanse joelfeest
verdrongen. Het joelfeest was eveneens een midwinterfeest waarbij de
winterzonnewende gevierd werd. In de Scandinavische talen is jul nog steeds het woord voor Kerstmis, zoals yule in het Schots en joulu
in het Fins. Een bekend ritueel rond het joelfeest was het laten
rollen van een brandend zonnerad om de baan van de zon na te bootsen en de zon
te sterken zodra deze zijn zwakste punt bereikt had. Christenen hebben het idee
van de zonnerad later overgenomen in de vorm van de adventkrans. De
Germanen vierden met het zonnerad de terugkeer van het licht en het leven
terwijl christenen met de adventkrans en brandende kaarsen de geboorte van hun
Jezus het licht van de wereld aankondigen.
Als je kijkt naar de expansiedrift van de rooms katholieke kerk is
het niet meer dan logisch dat ze een feestdag hebben geïntroduceerd op
de fictieve geboortedag van Jezus Christus die overeenkomt met de belangrijkste
feestdagen van vrijwel alle geannexeerde landen en volkeren binnen Europa en
daarbuiten. De viering van de rijzende zon is echter universeel en bestond
al vele duizenden jaren voordat het christendom haar levenslicht zag en
heeft tevens aan vrijwel alle godsdiensten op aarde een krachtige impuls
gegeven.
Het is derhalve opmerkelijk dat de
rooms katholieke kerk enerzijds zeer gekant was tegen de in haar ogen heidense
gebruiken en geloven, en anderzijds toch het van oorsprong heidense 25 december
feest geadopteerd heeft als de eigen feestdag wegens de geboorte van
haar belangrijkste icoon. In feite vieren we tijdens de kerstdagen de
overwinning van het Romeinse katholicisme over de volkeren van Europa.
|