Dom geboren worden is geen schande. Dom blijven wél !
Beoordeel dit blog
22-06-1997
Rechtvaardigheid
Tja .... Ik denk dat zowat iedereen beweert te weten wat daarmee bedoeld wordt.
De rechtvaardige mens is niét hij die nooit eens een onrechtvaardigheid begaat, maar hij die, wanneer hij onrechtvaardig kàn zijn, het niet wil zijn. ( Menander, grieks toneelschrijver, -392 / -342 v.C. )
Iets krasser was de amerikaanse rechter Ellen Morphonios die in 1929 zei : " Er is geen rechtvaardigheid in de Wet. "
Of .... Pierre Nicole, frans moralist en theoloog ( 1625-1695 ) die zei : " De onrechtvaardigheid kwetst ons alleen maar als wij er het slachtoffer van zijn. "
Ik heb nog nooit iemand horen zeggen dat hij niét weet wat rechtvaardigheid is .... of beter nog : dat hij zelf niet rechtvaardig is.
Zelfs God vond dat hij rechtvaardig was toen Hij van Abraham eiste dat die voor Zijn genoegens z'n enige zoon moest doden.
Ik denk dat het rechtvaardig zou zijn als om te beginnen elke mens écht een eigen mening zou mogen hebben .... vooral als die mening niét met de officiële versie overeenkomt .... en dat hij die mening nog vreedzaam zou mogen uiten ook, zonder daarvoor gerechtelijk vervolgd te worden.
Ik denk dat het rechtvaardig zou zijn mocht elke mens willen beseffen dat zijn vrijheid ophoudt .... dààr waar de vrijheid van iemand anders begint.
Ik denk dat rechtvaardigheid begint met het hebben van respekt voor mens en dier .... en met respekt voor andermans mening.
En ik denk .... dat ik mij illusies aan 't maken ben. Ramuntxo
Ik kijk door een raam. Ik zie een vijver, met erover vliegend de klassieke vogeltjes, en erop, de al even klassieke eendjes.
Veel zijn het er niet.
Het is immers nacht, en 's nachts is in principe alles rustig. Alles slaapt. Zo wil de gangbare poëzie het toch. Maar poëzie is geen werkelijkheid. En werkelijkheid is nu eenmaal geen poëzie.
Nu komen de heroïnedealers buiten, en de inbrekers, de pooiers, de groepsverkrachters, en beoefenen hun aktiviteiten onder het naar de andere kant uitkijkend waakzaam oog van Hogerhand.
" Dat moet kunnen ! " zegt Hogerhand, " Ik heb daar helemaal geen last van. " " En elkeen die daar anders over denkt heeft een vermeend gevoel van onveiligheid ! " " Trouwens, het staat niet in de pers, dus, het gebeurt niet. " Tja. Het zal dan wel zo zijn zeker. Als Hogerhand het zegt.
De zwaar vervuilende industrie begint nu volop zwaveldioxide, stikstofdioxide, koolstofdioxiden, ammoniak, methaan, cadmium, lood, dioxines, chloorwaterstof, zware metalen, en nog enkele tientallen andere onschadelijke stoffen te lozen, in de lucht, in het water, en wie weet waar nog allemaal.
Maar niet in die vijver die ik van hieruit kan zien. Neen. Nog niet. Want over die vijver wordt in de pers nooit gesproken. Dus, hij bestaat niet.
Het witte paard - Symbool van aan ketenen gelegde onschuld.
Het probeert te vechten tegen het alom verbreide onrecht, zonder ook maar enige mogelijkheid om zich te verplaatsen, geketend, en tot slot een zak over de kop, zodat het dier volstrekt kansloos is.
We wilden er wat koppen van grijnzende politiekers bij plaatsen, maar dit blog is niet groot genoeg.
Het werk is van de bekende fotografe Sylvia Souffriau.
Doet Uw intrede door de spleten van mijn kapotte voordeur en vereer mij met Uw bezoek. Doe wat stof opwaaien, en streel die gescheurde reklame-affiche die nog als enige mijn kale muren siert. Verfris met Uw kille adem het toilet, waar de huiseigenaar reeds jaren geleden mij van de deur ontlaste, om ze ergens in zijn buitenverblijf te plaatsen. Weest U alstublieft voorzichtig met die oude gebarsten vaas, die ooit nog de schouw van mijn grootmoeder zaliger sierde. Om gordijnen te doen wapperen bent U helaas te laat. Die werden enige tijd geleden, samen met de schamele inboedel die mij toen nog restte, op bevel door mijn laatste bezoekers grinnikend in een verroeste afvalkontainer gegooid en gedeporteerd. De reden waarom stond uitgebreid vermeld op een stuk papier dat ik zorgvuldig onder mijn op de vloer gegooide versleten matras bewaar. Die vindt U boven, in dat zolderkamertje waar ooit mijn derdehands slaapkamer stond. Het moge U behagen om U langs de smalle krakende trap voorzichtig naar boven te begeven en met uw aanwezigheid de stank van een onlangs bij de buren onder enthousiast gehuil van vreugde weerloos gekeeld schaap te verwijderen.
Veel kan ik U niet bieden, mijn vriend, tenzij een naar chloor en naar nog wat volstrekt onschadelijke chemische produkten ruikend kraantjeswater en een lichtjes gespleten drinkglas, dat als enige mijn pompbak nog bemant. Maar haast U zich dan, want ik ontving reeds de mededeling dat eerstdaags de toevoer zal afgesneden worden. Weeral een kost minder. Maar, als het U zal behagen om mij na het vallen van de duisternis een bezoek te brengen : in het hokje dat men ooit ‘de keuken’ noemde, hangt aan een dunne antieke elektrische draad een tot nu toe nog funktionerende gloeilamp, alsook in het zolderkamertje, waar mijn niet echt fris riekende matras de helft van de vloer bedekt. In het wc-hokje zal geen licht zijn. Is voor U – neem ik aan – geheel overbodig, want meer dan wat wind zal U er waarschijnlijk niet laten. Zal U bij Uw vertrek het kapotte raam dat op het ingezakte koertje uitkijkt voorzichtig willen passeren aub ? Ik zal alvast het stuk karton, dat samen met nog wat glasscherven vruchteloos probeert om mij tegen de langs daar binnenkomende kou te beschermen, wegnemen. Het is helaas een van de weinige dingen die mij nog resten en ik ben eraan gehecht, ziet U.
Ze is mooi. Lange prachtige zwartglanzende haren bedekken haar sierlijke schouders. Het lange zwarte kleed onthult spaarzaam de perfekte vormen van haar lichaam. Haar fonkelende donkere ogen kijken me ondoorgrondelijk aan, maar laten me niet toe haar gedachten te doorgronden. Haar intelligentie tart alle menselijke begrippen. Ze is hard. Glashard. Maar toch overtreffen haar goedheid en haar gevoel voor rechtvaardigheid elke aardse norm en zijn een voorbeeld voor de in alle opzichten in gebreke gebleven mensheid. Van onrecht heeft ze een afschuw. Vandaar haar gerechtvaardigde gevoelens van walging voor de aardse mens. Ook de Duisternis eist rechtvaardigheid. In tegenstelling tot waar de mens van uitgaat zal de Duisternis nooit ofte nooit overgaan tot het doden van goede mensen. Die misdaden worden uitgevoerd door stervelingen, die niet over voldoende verstandelijk vermogen beschikken en niet beseffen dat zelfs Goedheid van hen walgt. Na rijp beraad kan de Godin der Duisternis bij bepaalde mensen hun voorziene tijdstip van overlijden naar het heden brengen om alzo hun overgang te vervroegen. Voorbeelden geven is uiteraard uit den boze. Maar als ik dan bepaalde overlijdens verneem vult mijn lichaam zich met een gloed van tevredenheid, en met fierheid, omdat ik de Godin der Duisternis mijn vriendin mag noemen.
Tja, het lijkt me dat op deze wereld heel veel mensen daar kunnen van meepraten. Eerstens vanwege omstandigheden geheel onafhankelijk van ’s mens wil. Ik denk aan het overgaan van iemand aan wie men gevoelsmatig gehecht is en die zijn lichaam dient te verlaten ingevolge ziekte, ongeval of nog andere omstandigheden waar geen mens aan kon verhelpen. Anderzijds kan het voortvloeien uit de dood van iemand die met opzettelijk geweld uit het aardse leven gerukt werd. Ik denk hier aan moord, om welke kulturele, politieke, ekonomische of nog andere redenen ook. Het kan helpen te denken dat de geest van de overledene zich nu in een andere dimensie bevindt waar hij – helaas – door het zien van het verdriet dat zijn heengaan bij zijn geliefden veroorzaakt - eveneens verdriet kan hebben.
Om verdriet te hebben is het niet noodzakelijk dat iemand het tijdelijke voor het eeuwige verwisselde en aan jou verbonden is om innerlijke pijn te veroorzaken. Het volstaat dat die persoon jou verlaat. Koudweg. Maar van die mensen staan er bitter weinig bij hun daad stil. Het is hun probleem niet. Als zij hun zin maar krijgen. Wat de achtergelatene voelt interesseert hen niet. Het is per slot maar diens probleem. Niet het hunne.
Mochten de mensen eens even stilstaan bij het verdriet dat hun daden kunnen veroorzaken en ze zouden de moed om hun geweten te raadplegen, er zou veel leed bespaard blijven.
Maar zoals Gabrielle D’Annuncio zei : “Io me ne frego !”, vrij vertaald : “Het laat me koud.”
En toch schuilt achter de tranen van verdriet de glimlach der herinnering.
Moge diegenen die mensen opzettelijk verdriet aandoen, de weg naar de Hel vinden.
Tja .... .... Vergeten .... .... is een héél veelvuldig voorkomende gebeurtenis.
Zijn Vergetelheid en Onwetendheid niet de meest voorkomende vormen van vrijheid, veelal gebruikt door diegenen die zich onder een paraplu kunnen verschuilen en dit - meestal met plezier - tegen de algemeen aangenomen zwakke en weerloze kleine man zullen gebruiken ?
Zo gebeurt het dat de overheid 'vergeet' dat een kleine belastingsplichtige niet-verschuldigde gelden reeds heeft moeten afdokken en dan 'vergeet' om die terug te betalen. En wat met schuldeisers die 'vergeten' dat een kleine man de rekening reeds betaald heeft en nogmaals een betaling eisen ?
Vergetelheid is dus niet zo maar een vorm van onschuldige vrijheid, maar is helaas nogal vaak een middel om anderen te beliegen, te bedriegen en te bestelen. En de Wet .... ? De arm der Wet moge dan lang zijn, vergeetachtig is die ook al wel eens. En dit is niet grappig bedoeld.
Toen ik iemand vertelde dat ik enkele lijntjes over Vergeten wou schrijven gaf hij mij de raad om een bepaald iets te 'vergeten'. Alleen ben ik vergeten wat.
Tot slot bestaat er medikatie die de hersenen ertoe aanzet om beter te funktioneren. Dit is een hint voor al wie het schoentje past.
Tja .... mocht je weten wat regeringsleden en overheid al 'vergeten' zijn, je zou véél weten.