Ook Broederen kunnen lachen ....

Is lachen immers niet één der meest ernstige plichten der mensheid ?


De zitting is in volle gang .... geheime gebeden worden in koor gepreveld.

Opeens begint het naar solfer te stinken .... het altaar beweegt .... de zware donkerrode gordijnen gaan hevig op en neer.

Een geest verschijnt.  Alle Broederen houden de adem in.

De Voorzittende Meester neemt de moed in beide handen en vraagt :

"Oh Geest .... wil U ons vertellen of er in het Hiernamaals óók Loges zijn ? "

De geest antwoordt :  "Zeker Achtbare Meester !  Ik zal mij inlichten. Ben er volgende zitting terug !"  .... en verdwijnt.

De week daarop hetzelfde scenario :  het stinkt naar solfer .... het altaar begint op en neer te dansen .... de zware gordijnen bewegen ....

En .... de geest verschijnt.

" Ik heb goed én ik heb slecht nieuws, Achtbare Voorzittend Meester." spreekt hij.

"Het goede nieuws is :  Ja, er bestaan in het Hiernamaals Loges .

En het slechte nieuws is :  Volgende week wordt ge ingewijd."


Eén onzer Broederen woont in een klein dorpje en vindt op een dag een dode ezel aan de oprit zijner woning.

Hij neemt de telefoon en belt naar de burgemeester, die aan Loges een grondige hekel heeft.

"Begraaf hem." zegt die. "De doden begraven behoort toch tot jullie taak, niet ?"

"Zeker," antwoordt de Broeder, "maar de wet schrijft voor dat we eerst de familie moeten kontakteren."


 De penningmeester van een bepaalde Loge stapt een beenhouwerij binnen.  
 Achter de toonbank staat de slagersknecht die zegt :  
 "Ha ! Ik was vorige week op de boekenbeurs en ik kocht er jullie boek."   
 Zegt de Logebroeder : "Ow ! Was jij dat ?"  

 De Logezitting is gedaan en de Broederen bevinden zich in de Natte Kamer ( Bar ).
 Roept een oude Broeder : "Geef eens een rondje voor ikke !"
 Zegt een jongere Broeder daarop : "Neen, dat moet zijn : Geef eens een rondje voor mij !"
 Antwoordt de oudere : "Ook goed."

Een Broeder van een andere Loge komt op bezoek en wil met stijl te weten komen hoeveel aanwezigen zo'n tempelzitting van de Islero Loge telt en vraagt :
" Hoeveel Broederen luisteren op een zitting naar uw wijze  woorden, Achtbare Voorzittend Meester ? "
Die antwoordt : " Oh .... toch de helft hoor ! "