De duitsers die deze colonnes op weg naar de verzamelpunten bewaakten,namen het niet zo erg nauw.het ging er dan ook zeker niet strak militair toe.Bovendien waren de belgische soldaten moe van de doormaakte spanning en van de lange marsen. Er ontsnapten heel wat krijgsgevangenen.Ze kregen de kans om onderweg,tijdens een rustpauze de militaire kleding voor burgerkleding te verwisselen en zich ongezien uit de voeten te maken.In elke stad werd halt gehouden.De Duitsers speelden het spel listig,want in elke stad gaven ze enkele Belgische militairen een Entlassungsschein,een vrijbrief om naar huis te gaan.De gelukkigen waren zo blij dat ze hun medemilitairen luidkeels van hun geluk op de hoogte brachten.Iedereen hoopte voor een dergelijke vrijbrief in aanmerking te komen;Dat was een van de redenen waarom heel wat krijgsgevangenen,di er de kans voor kregen,niet ontsnapten,maar langs de weg van dat Enlasungsschein dachten vrij te komen.Er werden door de colonnes krijgsgevangenen forse dagmarsen gemaakt die ongeveer 30 tot 40 km bedroegen.De nachten werden doorgebracht in door de Duisers gevorderde scholen en fabriekshallen.Onderweg ontbrak het niet aan belangstelling van het publiek.Overal was het zelfde beeld te zien als in ZeeuwsVlaanderen,namelijk burgers die de krijgsgevangenen voedsel en versnaperingen toestopten.Velen vroegen de militairen naar familieleden,waarvan ze dachten dat die door de Duitsers eveneens krijgsgevangen waren gemaakt.