oud-politicus
JAN VERROKEN
92jaar 'jong'
Foto

 

Inhoud blog
  • Over mijn eerste verkiezingsdeelname
  • de terechtstelling v Vindevogel pure persoolijke wraak-moord
  • Het soc. Taalcogres een groot Kantelmoment
  • Voorlopig niet in staat zonder hulp van derden blog aan te vullen
  • BHVstatuut
  • BHV statuut
  • Brief aan een Brusselse Vlaming
  • Voor een eerlijk vergelijk en wederkerigheid.
  • Over Alexander De Croo
  • Vragen over het Communautair dialoog.
  • Over de Brabançonne
  • Alain Destexhe senateur MR
  • Mandel en Yerna, Gemeenschappelijke verklaring..
  • Tien vragen - tien antwoorden.
  • Mijn Vaderland
  • Was het verzet tegen Egmont geen vergissing?
  • Monseigneur Léonard
  • Brussel, Halle, Vilvoorde
  • beste lezers
  • beste lezers
  • De Verkiezingen achteraf bekeken
  • Een Intermezzo-bricht
  • Vindevogel en de semi-publieke Biecht van de Heer Dubois
  • Leo Vindevogel en zijn oorlogsgeschriften
  • Foto Leo Vindevogel
  • document STEVIGNY
  • Doc. Stevigny met commentaar
  • Vindevogel/Soudan? Tien jaar horen,zien en zwijgen
  • Nog over de tragedie Vindevogel
  • Over Leo Vindevogel
  • Van grote affiches naar partijfinanciering door de staat
  • Over de Grenzen van Brussel
  • Toen gaf ik mijn ontslag als Fraktievoorzitter van de Vlaamse CVP
  • Nabeschouwingen Leuven Vlaams Een Kantelmoment
  • Einde goed Alles goed Twee nieuwe Vlaamse Universiteiten
  • Het Einde van een Dovemansgesprek Leuven Vlaams Louvain-la-Neuve
  • De Constituante en de Verkiezingen.
  • En wat met de ULB/VUB
  • Interpellatie en val van de Regering Van den Boeynants
  • De Grote Revolte te Leuven ! Het vuur aan de lont...
  • Nog het Jaar voor de " Grote Revolte " . Ze hebben het nog niet begrepen.Ze kunnen de " Triangle " maar niet vergeten.
  • Het Jaar voor de Grote Revolte. Leuven Vlaams mobiliseert op verscheidene Fronten.
  • En toch was er nog...zon...Nà het verworpen wetsvoorstel !
  • Het verworpen Wetsvoorstel " Verroken " : verwijten, miserie, schurkerijen !
  • Het Voorstel " Verroken " verworpen door Kamer en Senaat !
  • De Gordiaanse Knoop. Mandement & Wetsvoorstel !
  • Over het wetsvoorstel Verroken ( 1966 )
  • LEUVEN VLAAMS / MIJN VERHAAL !
  • Leuven Vlaams gezien door oud-minister WILLY DE CLERQ!
  • TOELICHTINGEN BIJ VORIG BERICHT !
  • BIJ THEO LEFEVRE & SPAAK ... OP HET " BANKSKE " !
  • NOG TER ATTENTIE VD HEER ELIO DI RUPO !
  • ELIO DI RUPO /DEEL II (VERVOLG)
  • ELIO DI RUPO (Dag Allemaal)Deel I
  • KAREL VINCK
  • UITSPRAKEN
  • LE DROIT DU SOL
  • POUR LES FLAMANDS LA MEME CHOSE
  • BYE BYE BELGIUM
  • VOORLOPIGE MEDEDELING
    Zoeken in blog

    Beoordeel dit blog
      Zeer goed
      Goed
      Voldoende
      Nog wat bijwerken
      Nog veel werk aan
     
    Foto
    Herinneringen en meningen
    van een 90jarige oud-politicus jan verroken
    " niemands heer & niemands knecht " !
    03-07-2007
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Brussel, Halle, Vilvoorde

    Brussel-Halle-Vilvoorde, één Vlaamse Kieskring.

    Splitsen is hier het verkeerde woord.

     

    Ongrondwettelijk is als de Franstalige gemeenschap verkiezingen organiseert in een ééntalig Vlaams gewest

    Of wanneer de Vlaamstalige gemeenschap verkiezingen organiseert in het ééntalig  Franstalig gewest.

     Maar dat laatste moesten wij eens proberen? Daar zou meer dan één Guillemin station aan diggelen vliegen?

     

    Minstens drie grondwettelijke oplossingen, zonder splitsing van het “Vlaams” kiesdistrict BHV

     

    1) B-H-V behouden als Vlaams kiesdistrict.

         Brussel als tweetalig gebied is tevens een Frans kiesdistrict.

     

    2) Brussel, Leuven, Halle, Vilvoorde, Vlaams kiesdistrict, met name Vlaams Brabant.

          Tweetalig Brussel is tevens een Franstalig kiesdistrict.

     

    3) Vlaams Brabant + Brussel : Vlaams kiesdistrict.

        Waals Brabant + Brussel: Frans kiesdistrict.

        ( Dit voor de symmetrie en de wederkerigheid)

     

    Wat was en is er verkeerd aan de huidige regeling? Waarom is ze al ongrondwettelijk?  Nog eens omdat de Franstalige gemeenschap geen verkiezingen mag organiseren in het Vlaams gewest.

    Zoals de Vlaamse gemeenschap geen verkiezingen mag organiseren in het Franstalig gewest?


    Dit betekent:niet splitsen, maar aanpassen, conform de Grondwet


    Maar de vorige regering wikkelde het kind in de doeken van een eventuele grondwetherziening en nam de vlucht.

    Laat ons beginnen met de bestaande grondwet toe te passen. 


    Ge kunt b.v. ook Nijvel, zoals Halle en Vilvoorde, bij het huidige kiesdistrict Brussel voegen, inbegrepen de Vlaamse lijsten?

    Een prachtig initiatief terwille en ter ere van het ene dierbaarVaderland? Ongrondwettelijk?

    Wat dan? Maar de Vlamingen zijn voor dezelde houding fanatiekelingen?

     

    Een voorbeeld? Tot tweemaal toe werd een Vlaming verkozen in de Waalse gewestraad. De laatste was Toon van Overstraeten. Voor hem was dit het geval met Vlaams-liberale dame.

    Brabant was toen nog een unitaire provincie. Door het spel van de apparentering kon een Vlaming in Waals Brabant (waar veel monddode Vlamingen woonden) verkozen.


    En wat gebeurde er?

    a) Om te beginnen werd de toegang tot de vergadering hen manu militari belet? En de Vlamingen stonden er stom op te kijken?

     

    b) Eerst werd de apparentering afgeschaft, zonder compensaties

     

    c)Daarna werd Brussel-Nijvel gesplitst, , zonder compensaties?

     

    De Vlamingen hadden eens moeten voorwaarden stellen of weigeren, die fanatiekers?

     

    Maar wat doet ge dan met de Rand? Hetzelfde als b.v. met Moeskroen.

     

    De Rand maakt deel uit van Vlaanderen, lijk Moeskroen deel uitmaakt van Wallonië? En de faciliteiten veranderen daar niets aan.

     

    Maar waar haalt gij die vergelijking, hoor ik al zeggen?


     

    Moeskroen
    was oorspronkelijk een Waalse stad van ongeveer 8000 inwoners. In de periode van één generatie werden het een heel stuk meer dan 30.000, dit als gevolg van het feit, dat duizenden Vlaamse dompelaars zich daar kwamen vestigen, om in Frankrijk te gaan werken.

    En hoe werden zij door de Francofone administratie onthaald? Gewoon als niet-bestaande. Zelfs wanneer Moeskroen wettelijk tweetalig werd.

     

    Daar is nog meer.
    Na de oorlog waren er nog 500 Davidsfondsers en 500 Priester Daens-vrienden en de Stad was wettelijk tweetalig.

    En wat gebeurde er?
     Niettegenstaande de stad toen wettelijk tweetalig was en nog in Westvlaanderen lag werden, én door het dierbaar Vaderland én door onze moeder de H.Kerk, de Vlaamse scholen of afdelingen gesloten.

    (uitz. de Broeders) en de laatste Vlamingen werden monddood gemaakt, op risico van bij het minste initiatief voor Duits gescholden te worden.


    De Rand 

    De zogeheten Brusselse Francofonie van de rand, heeft zich wetens en willens, en niet door armoe gedreven, in het Vlaams landsgedeelte gevestigd, waar ze zich zonder moeite zich konden aanpassen, vermits in alle Brussels scholen het aanleren van de Vlaamse taal wettelijk verplicht was.

     

    En het zijn niet de faciliteiten die daar iets aan veranderen.

    De wettelijke faciliteitenscholen zijn op zijn minst adaptatiescholen ( in Wallonië integratiescholen) en zijn gemaakt om aan de kinderen van Franstalige inwijkelingen in  de Rand Vlaams te leren, zoals ze in Moeskroen gemaakt zijn om aan de kinderen van de Vlaamse inwijkelingen Frans te leren en niet omgekeerd?


    Zoals de Vlamingen zich niet als kolonisten kunnen gedragen in Wallonië, zo kunnen de Brusselse tweetalige niet als kolonisten gedragen in de Rand?

     

    Dit werd via het Harmelcentrum door het parlement in 1962/63 zo beslist in een Parlementaire Commissie waar de Francofone in de meerderheid waren? Zoals ik vroeger in een blog-bericht, met de namen erbij, heb aangetoond.

     

    Bij wat voorgaat dient vermeld, dat zulks gebeurde onder het gezag van twee Franstalige Ministers Gilson en Larock.


     
    En als België thans ingedeeld is o.a. in twee administatief eentalige gewesten, ongeacht anderstalige inwijkelingen, dan gebeurde dit op eis van de Walen? En de Vlamingen sloten zich daarbij aan, gezien de wederkerigheid de regel was in deze wet

    Zo werd die regeling in de parlementaire commissie eenparig, plechtig en rechtstaand goedgekeurd.

    Op het nipperke werd de Brabançonne niet gezongen.

     

    Het Historisch Kantelmoment.

     

    Het kantelmoment was het socialistisch taalcongres van 1929, waar eigenlijk het “Compromis des Belges” van Huismans-Destrée werd bijgestuurd, in de zin van absolute eentaligheid.

    Ik vertaal: rond Charleroi alleen wonen 20.000 a 30.000 Vlamingen (dus meer dan de inwoners in de stad Charleroi)

    Als wij de tweetaligheid zouden toestaan, zal een leger van Vlaamse onderpasterkes en nonnen afdalen naar het hartje van Wallonië om hier de taalstrijd in te voeren. Wij willen geen bilinguisme, geen macedoine maar unilinguisme.

     

    En wij aanvaarden hetzelfde voor Vlaanderen, met inbgrip van een Vlaamse Universiteit  te Gent.

     

    En wat met de Vlaamse Francofonen? Dat die bourgeois, die zich boven hun eigen Volk verheven hebben (en verantwoordelijk zijn voor de sociale taalgrens), dan maar de taal van hun volk leren.

     

    Geen twee maten en twee gewichten

     

    En gezien er in dit land geen sprake kan zijn van twee maten en twee gewichten, werd over de bestuurlijke eentaligheid van Vlaanderen, mee door de Walen beslist.

     

    (Met dank voor dit laatste) .
     
    De zakelijke waarheid is, dat de zogezegde Francofonen van Vlaanderen 100 jaar lang het Vlaamse Landsgedeelte in een volksvreemde taal hebben bestuurd, op dezelfde manier als men een kolonie bestuurt, (Vlaanderen de eerste Belgische Kolonie)


    Ik weet ook, de huidige generatie heeft daar noch schuld of verdienste aan.

    Maar er zou toch eens iemand, met het nodige gezag, aan Di Rupo mogen uitleggen, dat hij er beter aan zou doen aan zijn Francofonen van Vlaanderen te zeggen, dat zich beter zouden gedragen als de duizenden en duizendenVlamingen in Wallonië?

    Misschien kan hij dan uit eigen beweging er een vraag aan toevoegen: “Of het niet aangewezen ware dat de Francofonie van dit Land zich niet eens zou willen verontschuldigen voor al de miskenningen en vernederingen, die zij in de loop van de Belgische geschiedenis aan de Vlaamse mensengemeenschap heeft aangedaan??

     

    Zouden die twee zaken kunnen gebeuren, dan waren de

    Positieve gevolgen voor een communautaire verstandhouding nauwelijks te overschatten?

    Ik zwijg dan nog over de gevolgen voor het moreel profiel van hemzelf?

     

     

    Voor mij waren in Vlaanderen de taalontvoogding en de sociale ontvoogding de twee helften van eenzelfde ontvoogdingsbeweging, eenzelfde strijd.

     

    Daarom heb ik het steeds gehouden bij de formulering   de “Vaamse Ontvoogdings-Beweging” i.p.v. de “Vlaamse Beweging”

     

     

    En voor Wallonië weigerde men, ook toen, zelfs het Vlaams als tweede taal in de wet op te nemen, om ze te vervangen, voor de oorlog door (?) en na de oorlog door het (?).

     

    Op eis van de Walen, werd de ganse administratie van dit land, van hoog tot laag, opgebouwd op basis van eentaligen, met al de gevolgen vandien? Ten goede en ten kwade?

     

     

    En wat met de Europese kieswet?

     

    Ook de Europese kieswet is ongrondwettelijk.

    De Europese kieswet is gebouwd op de twee gewesten, met de twee lijsten in het tweetalig gewest Brussel-Hoofdstad.

    Maar was eenvoudig; daar moest een compromis bij te pas komen, en Halle Vilvoorde werd ook bij Waals gewest gevoegd, dat zodoende grensde tot bijna aan de grenzen van Aalst.

     Dat is wat ik noem, waar een eerbaar vergelijk zo voor de hand lag, een compromitterend compromis, dat niets oplost, maar een nieuw probleem en een nieuwe conflictmaterie in de wieg legt, ten gerieve van de volgende generaties.

    Gelukkig kan men hier zeggen dat het geen invloed heeft op het aantal verkozenen.

     

    Maar ook de Europese Kieswet blijft ongrondwettelijk, daar de Francofonie niet het recht heeft .verkiezingen te organiseren binnen de grenzen van het Vlaams gewest.

    Waarom moet dit?

    Omdat het zelfrespect van de Vlamingen niet

    geloofwaardig klinkt, is er ook geen ruimte voor wederzijds respect? Ge moet eens proberen om een stuk van een stuk Wallonië bij het Vlaams gewest te voegen?

    03-07-2007 om 20:59 geschreven door jan verroken  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 4/5 - (25 Stemmen)
    >> Reageer (1)
    25-06-2007
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.beste lezers

    Beste lezers

     

    Wil mij verontschuldigen voor het ietwat lan wegblijven; ik heb een klein haperingske gehad met mijn gezondheid.

    Binnen hoogstens een paar dagen ben ik er weer.

     

    Het beste

     

    Jan Verroken

    25-06-2007 om 20:13 geschreven door jan verroken  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 4/5 - (12 Stemmen)
    >> Reageer (1)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.beste lezers

    Beste lezers

     

    Wil mij verontschuldigen voor het ietwat lan wegblijven; ik heb een klein haperingske gehad met mijn gezondheid.

    Binnen hogstens een paar dagen ben ik er weer.

     

    Het beste

     

    Jan Verroken

    25-06-2007 om 20:08 geschreven door jan verroken  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (2 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    16-06-2007
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De Verkiezingen achteraf bekeken

    De verkiezingen achteraf bekeken

     

    Wat nu?

     

    Wat is er gebeurd?

     

    Als ik de bladen lees en via krantenkoppen op Internet mijn informatie aanvul, dan moet ik vaststellen dat ik niet alleen ben met de vaststelling, dat ik er niets van versta noch van de uitslag én, dat ik nog minder versta van de verwondering bij de politieke verantwoordelijken?

     

    Ik heb bijna 55 jaar in de actieve electorale politiek gestaan, en ik kan me niet voorstellen, dat politieke verantwoordelijken zich zo in hun prognoses kunnen vergissen, de opiniepeilers inbegrepen. De kloof met de burger moet wel erg groot geworden zijn, zodat men zulke opinieverschuivingen niet vooraf gehoord of gezien heeft?

     

    Dat de Waalse socialisten zouden verliezen kon ik mij, vanuit de zijlijn enigszins voorstellen, maar niet zo erg en zeker niet zo in het voordeel van de Waalse liberalen, die samen met PS toch dezelfde politiek hadden gevoerd? Idem met de VLD.

    Ik had een verschuiving eerder verwacht in de richting van de groenen, daar de CDH mij te nauw verbonden leek met

    de PS.

     

     

    Hoezeer de gebeurtenissen van Charleroi zouden meespelen, kon men van buiten Wallonië niet meten. Misschien hebben de Walen teveel naar Frankrijk gekeken en het gevecht tussen de blauwen en de roden aldaar?

     

    Wat met de Vlaamse socialisten gebeurd is, daar staat mijn verstand helemaal bij stil. Dat ze zwaarder zouden verliezen dan de VLD, dat had toch niemand geloofd?

    Hebben zij de verkeerde antwoorden gegeven op de vragen waar de mensen van wakker liggen? Of hebben ze zich van doelgroep vergist of teveel partijvreemde kandidaten op hun lijsten gezet, met het gevolg dat daar een gevoel van verlating is ontstaan bij hun traditionele kiezers? Waar zijn die traditionele kiezers naartoe?

     

    Dat het Vlaams cartel CD&V-NVA zou winnen was m.i. algemeen verwacht, alleen met hoeveel % hing in de lucht? Maar dat het in die mate zou winnen, zodat het

    “onontwijkbaar” zou worden bij een nieuwe regeringsvorming, dat heeft haast niemand  durven geloven? 30 zetels tegen 18 voor de liberalen en 14 voor de socialisten? Welke helderziende had zoiets durven voorspellen?

     

     

    Maar het succes van De Decker is al een even grote verrassing, als het blauw kleuren van Wallonië en socialistische ramp in Vlaanderen.

    Ge kunt er voor of ge kunt er tegen zijn, om zijn inhoud of stijl?

    Ge moet het maar kunnen, in zo korten tijd en zonder officiële middelen. Die man is iemand (he is his own man) en heeft iets te zeggen?

     

    Dat het Vlaams Belang niet meer dan 1% zou vooruitgaan hadden velen gehoopt. Dat men stemmen kan winnen en een zetel verliezen begrijpen veel kiezers niet. Met een zetel minder verliezen zij niet alleen hun eerste plaats, maar zakken ze met hun 17 zetels naar de derde plaats, achter de VLD met 18 zetels en voor de SP-A/Spirit met 14 zetels? Maar hierop mogen wij ons toch niet miskijken. Het zou immers kunnen dat die stilstand niet zozeer het gevolg is van de antipropaganda, maar vooral het gevolg van het succes van de van de CD&V-NVA  en ook wel van het succes van DD?

     

    En meteen zitten er 27 Vlaamse parlemetairen die hun geloof in de toekomst van Belgie verloren hebben? Ik tel: 17 VB,

     5 DD en 5 NVA? Als ik mij niet vergis is d  at samen 27 Vlaamse parlemetairen,

    die stellen dat Vlaanderen het (zonder de Walen en de Francofonen) het evengoed zou doen als andere kleine landen in Eurpa en in de wereld,en met minder inwoners als Denmarken, Ierland,

    Denemarken, Noorwegen, Finland enz

     

    Wie dat geloof wil keren, zal andere argumenten moeten vinden? Met alleen maar karikaturen of scheldwoorden zal het niet gaan? Er zal moeten gewerkt aan herkenbare echte, geloofwaardige, constructieve gemeenschapsverhoudingen in dit land?Een voorbeeld dat door de ganse wereld mag gezien worden.

     

     De Francofonie,die wettelijk al uit tweetaligen bestaat (gezien in het Brussels onderwijs de tweede Landstaal wordt aangeleerd) zal o.a. dringend in Vlaaderen moeten doen, wat  de Vlamingen, die zich in Wallonië vestigen moeten doen én wat de taalwet (een Waalse eis) stelt nl zich aanpassen en definitief verzaken aan de mentaliteit van “kolonisten”.

    Dit opdat men zou kunnen werken aan de echte problemen.

     

     Als men voor een goede aanpak van de echte problemen,

    zekere aanpassingen aan de instellingen nodig zijn, dan moet men daar niet verder, en zeker niet kwaadaardig, over vitten, maar zakelijk onderhandelen?

     

     

    Laat ons even samen rekenen.

     

    Er zijn 150 zetels in de Kamer.

    Bij die 150 zetels, zijn er 88 Vlaamse en 62 Francofone.

    Bij die 88 Vlaamse, zijn er (17 cordon) 30 CD&V-NVA.

    Paars (violet) heeft in Vlaanderen nog 18+14= 32 zetels

    Ze mogen er nog Groen! bijnemen, dan wordt het nog niet de helft, nl 36 van de 88?

     Met De Decker naast De Gucht,

     er nog bij, wordt het 41 op 88. en dan?

     

    Gaan zij kunnen (durven) samen met de Francofonen (Walen en Brusselaars) regeren tegen een Vlaamse meerderheid?

     

    En met welke Francofonen? 0p de 62  zijn er 23 MR, 20 PS,

    10 CDH, 8 Ecolo, (1 cordon). Ze moeten minstens met 35 zijn.

    Als de MR en de PS samenwerken zijn ze met voldoende, anders zijn er drie partijen nodig om een parlementaire meerderheid te vormen met een Vlaamse minderheid.

     

    Maar, zou Huysmans gezegd hebben: “in de liefde en in de politiek zegt men nooit nooit” en hij vormde een regering met één stem meerderheid. En waarom niet; de meeuwen staan toch ook op één poot (en vallen toch niet)? Maar daarvoor moet ge over een cynieker met voldoende verzamelend gezag beschikken lijk Huysmans?

    Dat dit nu denkbaar en doenbaar zou zijn, dat een Vlaamse minderheidspartij zulk een pervers opzet zou meespelen, is een al te gekke hypothese.

     

    Een regering met een Vlaamse minderheid om wat te doen of niet te doen?

     

    Wie is die kandidaat Eerste Minister die een regering wil en kan vormen tegen een Vlaamse meerderheid?

    Om wat te doen?

     

    1) Om NON te zeggen aan de Vlaamse vraag om inzake Brussel-Halle-Vilvoorde een einde te stellen aan een ongrondwettelijke toestand?

     Met of zonder compensaties? Wat indien de Walen in ons plaats waren?

     

    2) Om NON te zeggen aan een reeks vragen, gesteld door al de Vlaamse Partijen samen?

     

    Tot hiertoe zei Reynders dat hij het er moeilijk mee heeft, omdat er hierdoor ook meer bevoegdheden zouden gaan naar het Waalse Gewest en de Franstalige Gemeenschap, waar de PS nog altijd de scepter zwaait? Dit is mijns inziens een klein partijpolitiek argument en geen staatsargument?

     

    En voor de rest zijn ze daar weer met het 175 jaar oude liedje “het einde van België”.

    Alsof een communautaire bevoegdheidsverdeling, niet de meest doodnormale zaak en schoonmenselijke zaak van de wereld is in elk land van de wereld waar twee verschillende cultuur gemeenschappen samen wonen?

     

    In elk land waar twee of meer cultuurgemeenschappen samen wonen zijn er samenlevingsproblemen die op zijn minst in unionistische zin (niet in unitaire zin) moeten aangepakt worden en waarvoor een eerbaar ver-gelijk, met accent op “gelijk” moet gezocht worden, wars van elk compromitterend compromis, dat niets oplost maar alleen en nieuw probleem erbij maakt, zoals dit het geval was met Hertoginnedal en Egmont, waarvan de laatste puinen nog steeds niet opgeruimd zijn.

     

    Waar Egmont, in zijn eerste versie (het zal wel niet waar zijn) iets weg had van een dronkemansakkoord, bleek het achteraf een “felix culpa”, een gelukkige fout van toen, want met de slag werd iedereen federealist en werd het federalisme niet langer gelijkgesteld met het einde van België. Zelfs de Libre van toen werd federalist? Maar het maakte ook de weerbaarheid van de Vlamingen wakker?

     

    Mijn stelling is altijd geweest: niets vragen voor Vlaanderen dat niet voor Wallonië geldt.

    Alles wat redelijk is in Wallonië moeten zij ook redelijk vinden voor Vlaanderen.

     De grote moeilijkheid is vaak dat wij, onbewust, mentaal anders historisch gedetermineerd zijn door die kwaadaardige voorgeschiedenis van en in dit Land.

    En daar hebben de levenden noch schuld of verdienste aan

     

    Zo worden wij in Wallonië en zeker bij de Brusselse Francfonie vaak geconfronteerd met een ander redelijkheidsgevoel en een ander schaamtegevoel.

    (Praktische voorbeelden in een volgend bericht)

     

    Jan Verroken

     

    http://seniorennet.be/janverroken

    16-06-2007 om 00:00 geschreven door jan verroken  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (6 Stemmen)
    >> Reageer (1)
    09-06-2007
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Een Intermezzo-bricht

    Een intermezzo bericht

    Aanleiding: 10 juni,  de verkiezingen

    1 juli,Belgisch kampioenschap voor wielrennen

     

    Een intermezzobericht

     

    Ik noem dit een intermezzobericht, om te zeggen dat niet mijn bedoeling was en is om te stoppen met herinneringen en meningen, want ik heb nog zoveel te vertellen over tal van schone en triestige politieke herinneringen en achterschermse anekdoten, ook wat onze streek aanbelangt.

     

     Denk aan de fusies van de gemeenten, politiek begonnen in de Vlaamse Ardennen in 1959 om in 1976 te eindigen met de oprichting van Groot-Antwerpen en Groot-Charleroi. Samenvattend, de afschaffing van zowat 2.000 gemeenten, evenveel burgemeesters en gemeentesecretarissen, meer dan dubbel zoveel schepenen . In mijn eigen arrondissement betekende dit, afschaffing zowat 50 gemeenten van de 60.

    Vermits ik al die jaren lang, parlementair verslaggever was van alle fusies van het ganse land, Wallonië inbegrepen, was ik al die tijd ook de verzamelaar van alle mogelijke twistpunten en ook geestige anecdoten hierover.

     

    Denk verder aan het snelwegenprobleem, de levensaders  in de strijd voor werk in eigen streek, die de nieuwe bestuurskrachtige gemeenten moesten helpen om hun industrieterreinen levensvatbaar te maken. Ik moet ook nog vertellen hoe en waarom en door wie de A9 door ons eigengebied niet doorging, vooral tot grote schade voor de ontsluiting van Ronse.

     

    Denk aan de omvorming van de C.O.O. tot O.C.M.W. waarvoor het eerste nationaal studiecongres van de C.V.P, met De Saeger als Minister vanVolksgezondheid te Oudenaarde doorging en die ik persoonlijk als voorzitter van de Parlementaire Commissie van Volksgezondheid door de Kamer mocht helpen sluizen.

     

    En daar is ook nog het mysterieuze Egmontplan, waarover iedereen een oordeel had en niemand wist wat erin stond, zelfs niet toen het ter goedkeuring de partijcongressen werd voorgelegd. Maar het moest erdoor, desnoods met de karwats, alsof er geen parlement, geen wetgevende macht bestond bestond.

     

     Daar zijn nog tal van andere gebeurtenissen waarover ik nog een en ander te vertellen heb, om te zwijgen over de moord op Vindevogel. Ik moet U onder andere nog met de feiten bewijzen, dat de man veroordeeld werd voor daden die hij niet gesteld heeft enz.

     

    Maar vandaag eventjes over iets anders, o.a. hoe een wielergebeurtenis mij, voor de rest van mijn leven, leerde “dat men met passie dezelfde woorden kan gebruiken om het tegenovergestelde te zeggen” in de sport, dus ook in de politiek.

     

    1963, toen Beheyt wereldkampioen werd i.p.v. Van Looy.

     

    Het was voor mij een uiterst aangename verassing, toen ik vernam dat dit jaar op 1 juli, het Belgisch wielerkampioenschap te Ronse zal plaatsvinden.
     
    Over de jaren heen  was Ronse veruit de meest


    sportieve stad van zuid Oost-Vlaanderen, met als toppunt de organisatie van twee beruchte wereldkampioenschappen.
     Maar sinds was het zo onnatuurlijk stil geworden. Zelfs het parcours van de Ronde van Vlaanderen had Ronse verlaten.
    Ik weet niet als Karel van Wijnendale ooit een Ronde van Vlaanderen heeft georganiseerd zonder Ronse aan te doen?
    Hopelijk helpt parcours van het nationaal kampioenschap van 1 juli de mogelijkheden van Ronse weer ontdekken.

    Intussen deed het nieuws van 1 juli, mij ook automatisch terug denken aan persoonlijke belevenis, toen Benonie Beheyt wereldkampioen werd.

     

    Ik zat op de tribune tussen twee uitzonderlijke koerskenners, links van mij Jacques Godet, de chef van de Ronde van Frankrijk en rechts Cyriel Van Hauwaert, de allereerste Flandrien van voor de oorlog 1914/18. Wie reed er in mijn jeugd niet met een fiets Van Hauwaert.

     Het was toen, rond de jaren 1963 ook de glorietijd van Anquetil, die deelnaam aan het kampioensco-schap. Als ik mij omdraaide zat de vrouw van Anquetil vlak achter mijn rug.

     

     

     De waarheid is, dat ik mijn daar uren lang doodverveeld heb, vanwege een aangeboren allergie voor protocol en daar de dure eed gezworen heb: het zal mij nooit meer gebeuren dat ik me zo urenlang laat opsluiten.

    Noteer: zolang ik in het parlement was heb ik nooit op de eerste rij gezeten, ook niet als ik fractievoorzitter was, en steeds op een hoek zodat van tijd tot tijd eens kon rechtstaan of eventjes kon verdwijnen.


    "C'est scandaleux"!!!
     

    Kort, ik was doodsblij als de sprint naderde Toen het zover was, sprongen mijn beide buren recht en riepen of liever briesten tegelijk: “c’est scandaleux! ! !” Onmiddellijk

    gevolgd door een discussie met elkaar.

    Godet stelde dat men Van Looy onmiddellijk moest declasseren omdat hij kennelijk getracht had Beheyt in de ballustrade te drijven. Een wereldkampioenschap is een individuele koers stelde hij.

    Cyriel Van Hauwaert stelde dat er een ploegafspraak was geweest dat iedereen in dienst zou rijden van Van Looy en dat Beheyt een valschaard was, een soort dief enz.

     

    Ik heb toen niet de kans gekregen om deftig afscheid te nemen van mijn tribunegenoten.
    Toen ik beneden kwam bij de mensen, was het daar hetzelfde tussen de echte kenners en de gelegenheidstoeschouwers.
     Deze keer waren de echte kenners niet te troosten dat een Belg gewonnen had; ze waren gekomen om Van Looy te zien winnen. Ze zouden het Beheyt nooit vergeven.

     

     Binnen het half uur was de stad Ronse leeg gelopen, tot grote ramp voor enkele zelfstandigen die er op gerekend hadden dat de vele toeschouwers nog een paar uur te Ronse zouden blijven nakaarten.

    En lang daarna zou voor Beheyt een soort “cordon sanitair” ingesteld worden; op alle volgende koersen zou hij “weg-gemekkerd” worden.

     

    Sindsdien heb ik voor de rest van mijn leven begrepen: “Het is niet omdat men letterlijk dezelfde woorden gebruikt dat zij hetzelfde bedoelen”.
    Goed oppassen, ook in en over de politiek, telt niet zozeer op wat men zegt, maar wat men bedoelt.

    Het kan ook dat men andere woorden gebruikt, maar hetzelfde bedoeld.

     

    Wat met en na 10 juni?

     

    Als ik mij niet vergis, gaat het toch over het verkiezen van een nieuw parlement?

    Ik heb eerder de indruk opgedaan dat men doet alsof het over een soort presidentes verkiezingen gaat en dat de parlementsverkiezingen van minder belang zijn?

     

    Het voorstellen van de parlementskandidaten in de arrondissementen werd tot het stikt minimum herleid?

    Door wie werden die aangesteld? Is men niet bezig met het gat met de burger lelijk te verbreden? Hoeveel % van de kandidaten die op de lijsten staan kent de kiezer? Enz.

     

    Verder zijn het, in Vlaanderen, precies louter Vlaamse verkiezingen? In Wallonië zijn het precies Waalse verkiezingen, wat de stijl betreft precies afgekeken van de Franse?
    Voor Vlaanderen gaat het om meer bevoegdheden, voor Wallonië over meer centen?

     

    Zullen er na de verkiezingen nog volksvertegenwoordigers zijn, of zullen er alleen nog louter partijvevtegenwoordigers zijn, louter stemautomaten?

     

    En zo zou ik nog 100 vragen kunnen stellen.


    Ze zijn allemaal voor de "democratie", maar bedoelen ze met hetzelfde woord hetzelfde?

     

    Ook wij gaan morgen stemmen, wellicht voor het laatst.Niet jammeren weigen hebben het zolang en zo dikwijls mogen doen.

    Wij wensen aan al onze lezers, dat ze het nog vele jaren mogen doen.

    Wij doen voor de goede en hopen dat de beste mogen winnen. En gij?

    09-06-2007 om 21:48 geschreven door jan verroken  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (2 Stemmen)
    >> Reageer (2)
    02-06-2007
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Vindevogel en de semi-publieke Biecht van de Heer Dubois

    Vindevogel en de semi-publieke biecht van Raadsheer Dubois

     

    In een vorig bericht vertelde ik reeds over een speciaal telfoonbericht. Het gebeurde naar aanleiding van de voorstelling aan de pers van de wederuitgave van mijn stenografisch verslag door het Davidsfonds.

    Gevraagd voor een kort interview door VTM had ik gezegd dat m.i., de voorzitter van de Krijgsraad, Dubois, met zijn brutaal optreden, een soort komedie had gespeeld.

    Hierdoor wilde hij zich m.i. tegenover de vermeende straat beschermen tegen het verwijt van mildheid, wanneer hij voor Vindevogel  geen doodsvonnis zou uitspreken.

     

    Diezelfde avond kreeg ik een telefoon uit Gent, om mij te zeggen dat mijn veronderstelling klopte en dat zij mij een bewijs hiervan konden bezorgen.

    Kort daarna ontving ik een document toegestuurd, dat een verslag bevatte van een onderhoud tussen gewezen voorzitter Dubois en de gevangenisalmoezenier-emeritus De Spiegeleire.

     

    Bij mijn vorig bericht had ik het document niet onmiddellijk bij de hand. wat thans wel het geval is.

    Het dokument bestaat uit twee delen door elkaar vermengd, enerzijds een korte samenvatting van het proces en anderzijds het verhaal van de ontmoeting met Raadsheer Dubois.

     Ik beperk mij tot dit laatste.

     

    Dubois bij aalmoezenier De Spiegeleieren en diens belofte

     

    Aalmoezenier De Spiegeleieren schrijft: “Met dit geschrift wil

    ik, Antoon C. De Spiegeleire, gevangenisalmoezenier-emeritus, lid van de administatieve commissie van de gevangenis,d.d. Onderpastoor op Sint Coleta parochie te Gent, voldoen aan een belofte én een voornemen, belofte gedaan in februari 1946 aan Raadsheer Dubois, en het voornemen het gesprek dat ik met hem had, in het kort in geschrift weer te geven.

     

    Op een avond in februari 1946, rond half zeven wordt gebeld aan de deur van mijn woning, Elyseesche Velden 4, te Gent. (Ik was toen onderpastoor  op de Sint Jozef parochie;)

    Mijn huishoudster doet open en laat iemand binnen in de spreekkamer. Ze komt mij zeggen: een heer wil u spreken. In de voorkamer ontmoet ik de heer Dubois. Ik ken hem zeer oppervlakkig. Hij was voorzitter van de oud-leerlingenbond van het Sint Lievenscollege waar ikzelf mijn humaniora studies heb voltooid. In de woonkamer zegt de heer Dubois: Ik zou u willen spreken in verband met het proces Vindevogel. In maart 1945 was ik voorzitter van de Krijgsraad samen met met rechter Van Maldeghem en twee militairen als bijzitters

     

    Hier laat ik hem reeds aan het woord/ “Ik, Dubois, wil aan een priester mijn ware bedoeling onthullen. Zo wil ik de blaam die mij ten onrechte treft en mij pijn doet, voor de toekomst recht zetten”

    Ik beloofde naar hem te luisteren en nota’s te nemen. Naar mijn vermogen heb ik daarop volgende jaren zeer dikwijls de gelegenheid gehad mijn belofte te vervullen en aldus te pogen een misverstand recht te zetten.”

    (Na verwezen te hebben naar het feit, dat Vindevogel op 25 september 1945 werd terechtgesteld in de gevangenis van Gent schrijft hij verder)

     

    “Ik geef hier de korte inhoud van het gesprek. Sommige woorden en zinswendigen van de spreker staan mij nog klaar voor de geest:

      Ik ,Dubois, wist zeer goed waarom ik op de zittingen van de krijgsraad de houding heb aangenomen die de toehoorders en de lezers van de veslagen als brutaal en zelfs zeer brutaal hebben gekenmerkt; (alle overdrijvingen niet te na gesproken). Want ik wist wat ik zodoende deed. Ik kende perfekt het hele dossier, ik kende de haat tegen de persoon van Vindevogel: ik kende perfekt de aktie tegen hem gevoerd, voor, na en tijdens de bevrijding; ik wist dat het doodvonnis tegen hem geeist werd en dat alleen de uitvoering van dat vonnis de haatgevoelens kon bevredigen. Maar ik kende ook het niet-officiele gebruik van de uitvoerende macht (het Ministerie van Justitie), nl dat geen bevel tot executie zou gegeven worden indien er in een zaak twee verschillende vonnissen werden uitgesproken: levenslange hechtenis in eerste aanleg en doodstraf in beroep. Het genade verzoek zou aan het staatshoofd ter ondertekenig voor gelegd worden. In het proces Vindevogel, had ik” dans mon for interieur” beslist het doodsvonnis niet uit te spreken. Daarom was het vonnis van de krijgsraad/ levens lange hechtenis. Omdat men niet zou kunnen beweren dat ik, Dubois, als voorzitter van de Krijgsraad, het proces in Vindevogels voordeel had doen verlopen, heb ik inderdaad mij zo brutaal aangesteld.

    Daarom ook ben ik, Dubois, bij U, een priester, met wie ik geen betrekkingen onderhoud,gekomen,opdat na verloop van deze eer troebele tijden gij voor mij zoudt kunnen getuigen".
    Tot hier de samenvatting van het gesprek met de heer Dubois,oud-voorzitter van de Krijgsraad in de zaak Vindevogel

     

    En de schrijver besluit.

     

    Enkele  jaren later, bij het lezen van het stenografisch verslag van het proces Vindevogel kon ik kennis nemen van een belangrijk feit dat m.i. de rechtzinnigheid van de woorden van Dubois kan bevestigen.

    Het, betreft een geheime nota  (enz, enz).

    Voor de pleidooien werden de drie verdedigers bij de voorzitter Dubois geroepen, hebben ze over de geheime nota gesproken en heeft Dubois woordelijk gezegd: “Want indien de feiten vervat in de nota juist zijn, blijft ons alleen nog iets te doen, namelijk Vindevogel vrij te spreken, en dat is toch niet mogelijk”

      Het gaat hier niet om de inhoud van deze geheime nota, belang alleen heeft de reaktie van de voorzitter en zijn aangehaalde woorden, de houding van het Openbaar Ministerie en het vonnis van de Krijgsraad. De woorden  van de oud-voorzitter Dubois te mijnen huize in februari 1946 krijgen daardoor de grootst mogelijke waarschijnlijkheid van rechtzinnigheid.

     

    § 7. SLOT

     

    Deze getuigenis door mij persoonlijk geschreven heb ik in de loop der jaren herhaalde malen verteld aan allerlei mensen. Het waren er hoofdzakelijk die op een of andere wijze Raadsheer Dubois de hoofdoorzaak noemden van de terechtstelling van Vindevogel.

       Ik verklaar in eer en geweten de juistheid van de samenvatting van het gesprek met Raadsheer Dubois in februari 1946.

     

                              Gevangenisalmoezenier-emeritus,

                                    Antoon C. De Spiegeleire

     

    Het document draagt geen datum. Dit document werd duidelijk later opgesteld met het doel het mede door derden te laten verspreiden. Het werd mij overgemaakt door een neef.

    Het geheel bedraagt 4,5 blz waaruit ik hier alleen de semi-publieke biecht heb overgenomen. De rest gaat over het proces, als kader waarin dit getuigenis dient gelezen.

     

    Ik heb hier zijn verhaal scrupuleus letterlijk overgenomen, tot op de komma na. De versie van het stenografisch verhaal, dat hij na het bezoek van Dubois gelezen heeft, is niet onze uitgave, maar kennelijk die van B. Van Goor. In mijn uitgave was er immers geen spraak van een geheime nota.

     

    Enkele maanden later, na februari 1946, zal Dubois wellicht nog beter begrepen hebben, welke rol hij had gespeeld door een vonnis uit te spreken, naar zijn mening om de huilende wolven te doen zwijgen en de belaagde voor het ergste te redden.

    Drie maand later zal hij begrepen hebben dat hij ongewild slechts een cynische figuranten-rol had gespeeld in een stuk dat op de meest kwaadaardige wijze werd gemonteerd door een heel klein clubje van doodsvijanden, die het zo nauw niet namen met het leven van een mens.

     

     Niet langer dan in mei 1946, werden twee van de drie hoofdgetuigen in de zaak Vindevogel veroordeeld door de Correctionele Rechtbank van Oudenaarde, gemotiveerd als volgt:

     

      Overwegende dat de tweede en de derde verdachte bij hen aangedrongen hadden om beide gebroeders C. en hun familie te doden, zeggende, dat het “collaborateurs” waren die tientallen miljoenen gewonnen hadden met de Duitsers; dat zij hen alle nodige inlichtingen verschaft hadden om de aanslag te plegen en een klein plan opgemaakt hadden om de woning van de burgerlijke partij aan te duiden;

    Overwegende dat het kwaadaardig karakter van de aantijgingen van beide verdachten X en Y ten genoegen van rechte bewezen is door het feit dat zij, die te Ronse na de bevrijding de grote uitzuiveraars waren, de burgerlijke partij ongetwijfeld zouden doen aanhouden hebben indien er ten haren laste al waren het maar zware vermoedens hadden bestaan:

      Dat zij X en Y trouwens misbruik hebben gemaakt van hun hoedanigheid van leden van het verzet om vrije uiting te geven aan hun gevoelens van afgunst en haat, en onder voorwendsel van vaderlandsliefde door andere weerstanders de aanslag te doen uitvoeren, terwijl zij diezelfde dag uit Brussel verdwenen om zich elders in veiligheid te stellen, en inmiddels schijnbaar in vriendschapsbetrekkingen te blijven met het slachtoffer.

    Enz enz

     

    Ik zie de heer Dubois het proces Vindevogel heropenen, met dit vonnis van twee van de drie hoofdgetuigen in de handen?

     

    Het tragische is, dat de heer Dubois dacht dat hij alles wist over Ronse, inbegrepen de geloofwaardigheid van de getuigen ten laste, maar dat hij van zijn onwetendheid een wetenschap heeft gemaakt.

    En ik vraag nog steeds af waarom men dat vonnis van Oudenaarde geen nieuw feit heeft gemaakt voor de herziening van het Proces Vindevogel.

     

    En als de heer Dubois iets meer over de derde hoofdgetuige had gekend in relatie tot Vindevogel, had hij alleen triestig het hoofd moeten schudden over zoveel kleinheid, met alle respect voor de gewetensnood van de gewezen voorzitter. Rechters zijn tenslotte ook maar mensen.

     

     

    02-06-2007 om 14:26 geschreven door jan verroken  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (7 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    31-05-2007
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Leo Vindevogel en zijn oorlogsgeschriften

    Vindevogel en zijn oorloggeschriften

     

    Het gaat ons niet om een hagiografie maar

    om de historische waarheid

     

    Zijn oorlogsgeschriften vormen stellig het moeilijkste hoofdstuk uit zijn oorlogsdossier. Toegegeven vele van zijn artikels in  “Het Volk van Ronse”, waren voor niets nuttig en voor niets nodig.
    Achteraf gezien hebben ze aan zijn meest  perverse tegenstanders de eerste stok bezorgd om hem dodelijk te slaan.


    Hoe dit geschrijf verklaren? Hij schreef al 25 jaar in dit blad. "Het Volk van Ronse" was bij de publieke opinie niet denkbaar zonder een bijdrage van zijn hand.
    Maar het zat in  zijn stantpunten. Hij ging er van uit dat, na de capitulatie, de oorlog alleen nog een oorlog tussen Duitsland, Frankrijk en Engeland was, en later tussen Duitsland en het Communisme, maar dat de gewapende oorlog voor Belgie gedaan was.

     

     

    Verder ging hij ervan uit, dat er in een land als Belgie geen opiniedelicten bestonden en dat hij als journalist recht had op een vrije meningsuiting, op voorwaarde dat hij niets scheef tegen België en dat hij de Belgische wetten respecteerde en toepaste.

     

    Zo een geesteshouding kon men zich riskeren, zolang het de overeen komst Molotov-Von Ribbentrop, tussen Rusland en Duitsland over de verdeling van Polen, de haast gezamenlijke inval stand hield, aangevuld met een wederzijds nietaanvalspakt.Er was toen hier immers nauwelijks sprake van gewapende weerstand.


     Zijn recht op vrije menigsuiting zal hij ook tegenover de Duitsers laten blijken

    Zo zal hij in 1941, onder het oog van de Duitsers, durven schrijven: “Polen is noch Duits noch Russisch, beiden zijn voor Polen de vijand.”

    Maar eens het nietaanvalspakt verbroken door de Duitse inval in Rusland, is hij m.i. van mening, dat de oostfrontoorlog niets met België te maken had, dat was voor hem een oorlog tegen het Communisme.


     .

    Op26 april 1941 schrijft hij: “Wij geloven in de dapperheid en het uithoudingsvermogen van Engeland”

    Over Churchil schrijft hij in dit artikel: “In 1914/18 is Frankrijk op zijn man gekomen met Clémenceau, zo is nu Engeland op zijn man gekomen met Churchil, Churchil is een man met verbeelding en wilskracht. Hij kan het hart van de menigte treffen? Hij is ter benauwder ure gekomen”.

    Hij had het best hierbij gelaten, maar hij schreef ook nog andere eigen meningen.

     

     

    Als burgemeester was hij verantwoordelijk voor de ordehandhaving en dus tegen de gewapende weerstand. Hij wist van niets anders dan, dat gans de Belgische oorlogswetgeving tegen de gewapende weerstand was, al was het maar om elk gevaar van collectieve represailles uit te sluiten, uit diepe zorg voor de veiligheid van de burgerbevolking.

     

    De substituut Stevigny deelde zijn wekelijkse artikels in Het Volk van Ronse in vier categorieën

     

    1)  Over de medewerking met de vijand op économisch gebied

    2)  Over de openbare orde en de strijd tegen de weerstand.

    3) Derde categorie: pro-Duitse artikels.

    4) Vierde categorie:  anti-Engelse artikels.

     

    Uit de 212 oorlogsartikels. haalde hij er 36. Het hadden er meer kunnen zijn, maar laat ons aannemen dat hij gezocht heeft naar de strafste?

     

    Zo is het strafste dat hij éénmaal over de weerstand geschreven heeft , dat het bandieten waren.

    Voor de rest bleef hij als verantwoordelijke voor de openbare orde, achter de barricade van de Belgische oorlogswetgeving staan, wanneer hij schreef, dat zij het recht niet hadden om, na de capitulatie de oorlog voort te zetten, dat ze wanorde veroorzaakten tot groot risico voor de bevolking.

     

    Zijn strafste over Duitsland was:
    dat hij  (nog) geloofde in de zegezekerheid van Hitler (nadat de meesten al lang dit geloof verloren waren).
    En verder dat Duitsland alleen om strategische redenen ons land was binnen gevallen, dat zij aan geen kwaadaardige bezetting hebben gedaan, dat de honger in het land niet de schuld is van de Duitsers maar van de Engelsen

     

    En het strafste over de Engelsen? Dat zij de schuld waren van de partizanenoorlog, die door leeglopers werd gevoerd. Hij verweet hen, de bombardementen op ons Land , én dat alleen en , de Engelsen, de schuld droegen voor de économische wantoestanden in ons Land.

     

    Wie dacht dat hij op zijn proces zich voor dit alles zou

    verontschuldigen, was eraan voor de moeite.

    Waar een beschuldiging klopte zei hij: ja. Waar een beschuldiging niet klopte zei hij: neen.

     

    Op zijn proces bleef hij niet rond de pot draaien, maar bevestigde zonder meer, dat al die citaten conform waren met zijn mening van toen.

     

    In het lijstje van Stevigny zit geen anti-Belgische categorie?

     

    Zonder de vier categorieën te miskennen, moet elke objectieve waarnemer toch zelf vaststellen: in het lijstje van Stevigny is er geen sprake is van een anti-Belgische categorie? (zelfs geen anti-Franse of anti-Amerikaanse?).

     

    En dit was zijn dodelijke vergissing nl zijn onwankelbaar geloof in de Belgische wet en in het Belgisch gerecht?

     

    Hij kende al de regels die elke Belgische gezagsdrager en elke Belgische ambtenaar in tijden van een vreemde bezetting moest naleven.

    Hij kende de Conventie van Den Haag die mede door België werd ondertekend. Hij maakte als parlementair de bespreking mee van de wet Bovesse (1935). Zonder dat hij een Burgerlijk Mobilisatieboekje nodig had, kende hij al de regels die men ten behoeve van alle Belgische gezagsdragers en ambtenaren,tussen 1935 en1940, had vastgelegd, in geval van een bezetting.

     

    Helaas al deze regels waren zo opgevat, alsof de oorlog van 1940/45 een herhaling zou zijn van de oorlog van 1914/18? Dus zonder weerstanders, dus zonder risico van represailles.

     

     En zo kwam hij terecht in een "nieuwsoortige" oorlog, waar dezelfde, door België ondertekende Conventie van den Haag en dezelfde Belgische wetten, aan de bezetter een parallelle bevoegdheid zouden toekennen inzake het handhaven van de openbare orde, inzover zijn belangen in het gedrang komen.

     

    Voeg daarbij het inzagerecht van de bezetter in alle administratieve, politionele en gerechtelijke beslissingen, zoals in juni 1940 overeengekomen tussen de wettelijke Belgische overheid en de bezetter, waardoor in het ganse Land veel aangehoudenen en veroordeelden in akelige situaties vanwege de alwetende bezetter, terecht kwamen.

     

    In de context van het proces Vindevogel, had elke aanhouding door gelijk welke politie en zeker elke veroordeling door het een Belgische rechtbank meer verklikkingswaarde dan gelijk welk feit dat men Vindevogel ten laste heeft gelegd.

     

    Het druipt er zo af, voor elke aandachtige lezer van het proces, dat alle beschuldigingen van verklikking, kwaadaardige montages waren vanuit persoonlijke wraak oefeningen, die niets met het Vaderland en niets met de waarheid te maken hadden

     

    Neem hierbij een minimum kennis van lokale geschiedenis en van de ganse cast, en het is zonneklaar: Vindevogel heeft niet alleen niets tegen België geschreven, maar hij heeft zich strikt aan de wankele Belgische wetten gehouden, heeft niemand verklikt; maar hij had beter zijn politieke pen thuis gelaten. Hoewel men ook dit laatste vreselijk heeft op geblazen.

     

    Zijn laatste woorden voor het Hof zijn m.i.tragisch waar.

     

    .

    --Zij hebben dit alles kunnen doen onder de dekmantel van patriottisme

    -Tegen de staat heb ik nooit geschreven en dat heb ik ook niet gewild.

    -Van al de feiten die men mij ten laste legt, erken ik er geen enkel, Mijnheer de Voorzitter, maar geen enkel !

    - Dat alles is laster en leugen en opstokerij.

    - Nooit, Mijnheer de voorzitter, maar nooit heb ik een mens verklikt! ! !

    - Wanneer het alleen voor “Het Volk van Ronse” was geweest, zou ik gevallen zijn; maar mijn vijanden hebben er die verklikkingen bij gesleurd om mijn eer te schenden.

     

    .

     

     

    31-05-2007 om 00:00 geschreven door jan verroken  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (16 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    27-05-2007
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Foto Leo Vindevogel
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Foto:  Leo Vindevogel

    27-05-2007 om 00:00 geschreven door jan verroken  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 4/5 - (12 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    26-05-2007
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.document STEVIGNY
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    26-05-2007 om 14:07 geschreven door jan verroken  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 4/5 - (3 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    24-05-2007
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Doc. Stevigny met commentaar

     

    Over het steno-verslag Vindevogel
    En brief van substirtuut Stevigny


     
    De tekst die volgt is gedeeltelijk bedoeld als commentaar bij een documentje, namelijk een antwoordbriefje van substituut Stevigny op een aangetekende zending van mij, houdende een proeve van mijn  steografisch verslag en een samenvatting naar best vermogen van zijn rekwisitorium  in de zaak Vindevogel.

    Ik had hem aangeschreven in mijn persoonlijke naam en, gij zult zien, hij antwoordt mij als

    " Bestuurder van dagblad "De Ronsenaar" en "De Wekker" Ronse".
     Dit tot mijn eerste verrassing.

    Ten gronde schrijft hij:
    "In de grote lijnen ga ik akkoord met uw verslag.
    Tot mijn spijt kan ik u geen afschrift geven van mijn rekwisitorium daar ik geen schriftelijk verslag opgemaakt heb, doch mij gesteund heb op korte notas"
       Voor den Krijgsauditeur
         De Substituut
           Stevigny"

    Dit bericht is bedoeld als een tussenbericht, als nuttige en onmisbare achtergrondinfomatie voor het volgend bericht, m.i. vooral nuttig voor de lezers van de streek om alles wat nog volgt in een juiste context te plaatsen. hopelijk kan het ook voor anderen zijn nut hebben.

     

    Ik weet thans wel, zo iets als een O.M. betrekken in een geplande publikatie, doet men niet. Maarin mijn jeugdige bezorgdheid in die kwaadaardige tijden, was ik op zoek naar een soort certifikaat voor mijn objectieviteit Vandaar ook een aangetekend schrijven aan alle advokaten van de burgerlijke partijen, van de verdediging en eveneens aan de substituut, de beschuldigende partij; in dit geval de substituut Stevigny.

     

    Uiteindelijk was hij de enige, de eerste en de enige die onmiddellijk en spontaan en relatief positief reageerde.

     

    Een speciale annecdote .
    Ik heb hem zeker niet geschreven als bestuurder en zeker niet wat betreft “De Wekker”
    Dat de substituut Stevigny die aanspreektitel gebruikt toont aan dat hij toch vertrouwd was met Oudenaarde. Gedurende de oorlog was hij verbonden  aan de rechtbank van Oudenaarde, had daar nog relaties en kende dus het  blad “De Wekker”, dat de persoonlijke eigendom was van de drukker, dus niet van "De Ronsenaar"
    Wel werd “De Ronsenaar”bij dezelfde drukker gedrukt, Wat bij een buitenstander wel eens verwarring kon verwekken.

    Daar was wel een kleine praktische afspraak, waarbij  de drukker artikels van de Ronsenaar mocht overnemen en omgekeerd dat de Ronsennaar vooral lokaal nieuws uit het Oudenaarde mocht overnemen.

    Praktisch kwam het erop neer dat mijn hoofdartikel uit De Ronsenaar haast

     systematisch ook in De Wekker verscheen.

     Meer dan waarschijnlijk was de substituut lezer van de Wekker en kende hij ook De Ronsenaar. Zo zal hij dan ook kennis gehad hebben van het toevallig gemeenschappelijk hoofdartikel in beide bladen én van de auteur, zonder enig vermoeden van mij.
    Noteer dat hij, via het gevang van Oudenaarde, ook goede relaties had met de almoezenier Collage, tevens  proost van de Christelijke sociale werken te Oudenaarde, onmisbare nieuwsbron voor de Wekker.

    En dat kon van tijd tot tijd al eens tot vewarring leiden,

    Wanneer op een onbewaakt ogenblik , in het blad een paar keer een artikeltje meesloop dat niets meer direct met de sociale werken maar wel met Vindevogel te maken had, en zo ook in beide bladen terecht kwam, die waren dan

     niet geschreven als proost, maar als

    zelfbenoemd hulp-substituut, met alle vervelende gevolgen vandien.

     

    Eindresultaat: De Ronsenaar verruimde de redaktie met enkele Oudenaardse medewerkers, de drukker stopte met de uitgave van De Wekker en deze werd vervangen door een nieuw blad, dat deze keer eigendom van De Ronsenaar was nl "Het Weekblad der Vlaamse Ardennen".
    En daarmee waren alle achterschermse intrigues en te Ronse alle pijnlijke misverstanden uit de baan.

     

    Het is in die dubbele hoedanigheid van proost en hulpsubstituut, dat C ook in de Volksbond van Ronse zou verschijnen om daar het collaboratie proces van

    Vindevogel te maken en bij mogelijk slechte afloop de eigendom van de zaal in vraag te stellen.


    Om alles te verstaan moet men alles weten

     

     

     

    Na wat voorgaat zal men wellicht iets meer gaan begrijpen, dat ik als naieve beginneling, meer dan gelukkig was met het toch eerder positieve antwoord van de  substituut Stevigny.

     

     

     

    Mag ik er nog bijvoegen, dat dit alles evenmin iets te maken had met pure moord die op 25 september 1945

    werd gepleegd. 

    Op dit ogenblik was de CVP uit de regering gestapt en daar vervangen door de U.D.B.die nog geen gekozenen had, maar wel twee ministers o.a.Gregoire, een weerstander, de minister van justitie die,terwijl de eerste Minister Van Acker naar Portugal was, Vindevogel liet terecht stellen. Zo simpel ging dat toen.Een bezoekske aan de Minister van X uit Ronse, namens de ganse stad, die van niets wist, én het was gebeurd.?

    En daar hadden de tjeven, wie ze ook waren, op dat ogenblik, niets meer te zeggen.



     

     

    Een kleine geestesoefenig.Bij Lannoo verscheen in 2004 een terecht bewierookte studie over de oorlogsburgemeesters 40/44.

    Wie die studie leest en daarna het proces Vindevogel herleest, kan voor de rest van zijn leven niets anders dan besluiten: met Leo Vindevogel is iets gebeurd dat niet klopt,   iets dat riekt naar een persoonlijke wraak,die niets met het vaderland te maken had.

    Alle argumenten staan ,voor een aandachtige en geinformeerde lezer, in het proces; men moet hierbij alleen nog de geldende Belgische wetten en instructies kennen, zoals zij opgesteld werden tussen 1935 en 15 Mei 1940 ?

    Voeg daarbij het levensverhaal van een paar van de meest gedreven getuigen ten laste  en hun eigen verleden.
    En als ge nog twyfelt, herlees dan eens de reeds vermelde studie:
    "De Oorlogsburgemeesters"

    24-05-2007 om 00:00 geschreven door jan verroken  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 4/5 - (6 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    19-05-2007
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Vindevogel/Soudan? Tien jaar horen,zien en zwijgen

    Over Vindevogel

     

    Tien jaar “horen, zien en zwijgen”

     

    Soudan voor de kamer op 21 juni 1951

     

    Soudan, toenmalig socialistisch burgemeester van Ronse, deed tijdens een politieke tussenkomst, die niets te maken had met de repressie, reagerend op  interruptie van de gewezen liberale minister Van Glabbeke, een emotionele uitval over de rechtbanken van de repressie.

     

    Wij vertalen letterlijk uit “De Parlementaire Handelingen” van die dag:

    “Zo, zoals wij gezien hebben – gij zijt er getuige van geweest –zetelden zekere militaire rechtbanken als in een theater .  De massa was daar,en zij juichte de patriottische verklaringen van de magistraten toe. De massa was daar, en eiste strenge veroordelingen en de pers volgde”

    Hij voegde eraan toe:

    “op zekere ogenblikken is het goed daaraan te herinneren”.

    En hij zei verder ooit voor zo een rechtbank, gezegd te hebben, voordat hij zijn pleidooi ter zake begon:

     “Ik wil u een passage uit Michelet voorleggen,nl een uitreksel uit l’histoire de la Révolution française,  en steek u deze passage goed in het hoofd “ het volk in “colère” dwingt rechters en beulen, maar terug kalm geworden keert het hen de rug toe, vol afgrijzen ( horreur

     

    .

    Ik was toen in het parlement aanwezig. Ik weet niet of het gros van de vergadering zich afvroeg, wat en wie hij bedoelde, maar ik dacht voor mijzelf aan het proces van Vindevogel. En geen enkel Ronsenaar zal daar toen anders over gedacht hebben.

    Officieel ging zijn tussenkomst over de Procureur Generaal Bekaert, in verband met zijn onderzoek in de zaak van het dynamiseren van de ijzertoren en de houding van de pers terzake; maar het voorbeeld ging uitdrukkelijk en uitsluitend over de verloedering van  de Krijgsraden?
    En alleen het geval Vindevogel paste hierbij, als ware het hierin gegoten.

     

    Een paar verhelderende anekdoten

     

    a) Die emotionele nevenbeschouwing en de misprijzende verontwaardiging hierin klonk zo echt, dat de Kamervoorzitter(1939 tot 1954) Fr.Van Cauwelaert het nodig en nuttig vond, om er onmiddellijk zijn waardering over uit te spreken als volgt:”de woorden die minister Soudan komt uit te spreken moeten ons allemaal verblijden. Laten wij ons allemaal verheugen, dat hier een zo onafhankelijk en verheven taal wordt gesproken (Toejuichingen op de banken van de Christelijke Volkspartij en op de meeste banken van de socialisten en Liberalen).

    Natuurlijk dacht haast niemand hierbij aan het geval Vindevogel, behalve de spreker en ikzelf.?

     

    b) Ik vond het belangrijk hier even de naam FransVan Cauwelaert te citeren, daar die een grote rol gespeeld heeft in de tragedie Vindevogel en de politieke miserie van Ronse.
    Zo werd in de eis van de doodstraf, zwaar gebruik gemaakt van de, tijdens de oorlog 14/18, onderschepte brieven van soldaat Vindevogel aan Van Cauwelaert, waarin hij zijn beklag had gemaakt over de taaltoestanden in het Belgisch leger.
    Neem daarbij het feit dat hij, in het prille begin van de jaren 20, de coalitie (het mystiek huwelijk) tussen Huysmans en van Cauwelaert, in zijn blad “Het Volk van Ronse” had toegejuicht. Dit werd hem nooit vergeven, temeer daar dit geleid had tot breuk in de Katholieke partij van Antwerpen én met Paul Segers, die te Ronse kind aan huis was.

     (Paul Segers niet te verwarren met P.W.Segers)

     

    Men verdacht Vindevogel ervan, zo hij ooit in het parlement zou geraken, dat hij te Ronse hetzelfde verderfelijk spelleke zou spelen als Van Cauwelaert in Antwerpen.
    Eigenlijk was Vindevogel voor hen nog veel erger, hij was voor hen een verkapte communist, die in 1921 te Ronse, Reeds met de Socialisten en de Volksbond had meegesleurd had in een zinloze staking. Ook dit laatste zou men hem nooit vergeven.

     

    Deze gebeurtenissen, samen met zijn nooit aflatendeVlaamse weerbaarheid, die de eenheid van het Vaderland bedreigde, verwekte in die middens, tegen hem een dodelijke haat. Die haat zou, bij enkele vooraanstaande politieke tegenstrevers, tot aan zijn dood blijven  duren.     

     En nog lang daarna zal blijven duren. 

    Maar ik wil er hier al bijvoegen, dat deze personen m.i. geen beslissend impact gehad hebben op zijn ter doodveroordeling en zeker niet op zijn executie. Daarvoor wogen zij op dat ogenblik politiek veel te licht

    De financiele crisis had hen al in 1930 vleugellam gemaakt en, vlak voor de oorlog, had REX de meerderheid in Patria veroverd, tot en met de meerderheid in de eigendom van de lokalen.
     

    Tien jaar horen, zien en zwijgen

     

    Toen de processen gedaan waren, zelfs toen ik de wedersamenstelling in de brochure achter de rug had, wist ik al, dat ik een akelige vertoning had meegemaakt, precies in den aard als door Soudan zo prangend werd beschreven. 
    Ik bleef achter met oneindig veel vraagtekens.

    Wat zat daar allemaal achter, wie zat daar allemaal achter? Als niet-Ronsenaar wiet ik niets over vooroorlogse geschiedenis en nauwelijks iets over de oorloggeschiedenis.
     Waarom al die herkenbare rammelende leugens, en vanwaar al die haat, die maar al te duidelijk van strikt persoonlijken aard was?
    De maatschappij, het vaderland enz werden er al te herkenbaar bij gehaald uit noodzakelijkheid des middels.als een al te doorichtbaar voorhangsel.

    Er waren wel een paar merkwaardige uitzonderingen.
    Vooral het getuigenis van de H. Portois, die ik niet kende, noch van haar noch van pluimen.
    Alsof men wist dat wij iets anders gingen meemaken, werd het bij zijn aantreden even stil in de zaal.
    Men fluistere: hij is uit het kamp van Lagache, dus een politiek tegenstrever van Vindevogel, maar dat is ne serieuse vent, iemand met groot moreel gezag te Ronse.

    Wij citeren hierna alleen een klein stukje uit zijn getuigenis.

    Toen alles nogal positief, te positief,  klonk voor Vindevogel, onderbrak de substituut met een vraag .

     

    "De substituut: Kan de getuige, als man van de wet, wat de politiek was van Vindevogel?

    Portois: Il etait germanophile et ne s’en cachait pas.

    (Hij was duitsgezind en hij stak dat niet weg)

     

    Vindevogel: Mr de voorzitter, kan getuige, die mijn administratief beheer van heel dicht heeft kunnen volgen, kan hij niet zeggen of ik, in mijn administatief leven, niet steeds onpartijdig ben geweest, en mijn eigen partijleden of zo ooit heb bevoordeligd?.


    Portois: Je n’ai aucune raison de penser le contraire…je n’ai pas l’impression qu’au point de vu administatif Vindevogel
    était partial".

    Ik heb geen reden om het tegenovergestelde te denken…Ik heb niet de indruk, dat Vindevogel partijdig was op administatief gebied.

     

    Vooral die man deed mij definitief twijfelen en nog een paar anderen met hem.

    Dit deed mij in mijn “Verantwoording” van de verslagbrochure o.a. schrijven:

     

    “Om in de lijn van de strikte objectiviteit te blijven, heb ik mij principieel onthouden van alle commentaar, zij het dan zelfs in de vorm van uitleg.

    ___Zij die zoeken naar een bijna fanatieke wil om objectief en onpartijdig te blijven, zullen niet tevergeefs zoeken".

    En tot slot:

    "Met deze brochure meen ik antwoord gegeven te hebben op de vaak zo angstig gestelde vraag, of er in deze tijd of er,zoniet in de voorbije, dan toch in deze woelige en gevoelsgeladen tijden nog altijd zin, plaats en papier bestaat voor objectiviteit".

     

    Wie alleen naar zichzelf luistert, leert nooit iets bij.

     

    Daarna heb ik tien jaar lang mijn mond gehouden en geluisterd naar vriend en tegenstrever van Vindevogel.

    Als verantwoordelijke uitgever van het stenoverslag, werd ik systematisch aangesproken en alle mogelijke mensen, medestanders en tegenstanders, medestrijders en medestrijders van Vindevogel.
    Door voorstanders en tegen standers van het burgemeesterschap, werd ik bijgelicht en gedocumenteerd over wie is wie en wat is wat, gedurende de oorog,voor de schermen en achter

    de schermen.
    Ook later, in het parlement, werd ik, door oud-collega’s van Vindevogel, bij de arm genomen. Daar trok men o.a. mijn aandacht op de vraag: Wat met Vindevogel en de Conventie van den Haag die vlak voor de oorlog nog eens werd meegedeeld aan alle bestuuursverantwoordelijken van het ganse land, met daarbij de "gedragscode" in geval van bezetting in oorlogstijd, door de regeringen opgesteld tussen1935 en 194O  enz enz?
    Ik moest toegeven dat ik daar van gehoord had, ook tijdens het proces, maar bij de inhoud en de betekenis hiervan was ik nooit blijven staan.
    Na lezing van die dokumenten was ik er diep van overtuigd, dat Vindevogel onrechtvaardig ter dood werd veroordeeld, en dat niet terechtgesteld werd maar kortweg cynnisch werd vermoord in fuctie van louter persoonlijke wraak  .
    Ik leerde elken dag iets bij, ontzettend veel over het levensverhaal van Vindevogel, van voor en tijdens de oorlog, maar ook veel over anderen over de getuigen ten laste en ten ontlaste, voor na en tijdens de oorlog. 
    In ’t kort alles, (of bijna alles) wat men moet weten om zich een zelfstandig oordeel te vormen over de tragedie Vindevogel. (Zie documentatie bij KADOC)


    Men moet onderscheid maken a) Vindevogel van 1907 tot 1940 en b) de Vindevogel van de oorlogstragedie.

    Over dit laatste was mijn oordeel ongeveer klaar, na tien jaar, en kon ik voor het eerst een stuk hiervan kwijt  in de Ronsenaar van september 1955.

    (Iedere week over verscheidene bladzijden, vijf weken na mekaar)

     

    Na tijdje kon men bijna eenparig horen: "indien zijn proces maar een paar maand later was voorgekomen , het zou nooit gebeurd zijn?"
    Of: "was hij maar gevlucht, maar zo zat hij niet.in mekaar"

    Niet zolang na de executie, was haast niemand nog fier over zijn getuigenis tenlaste, dit op een vijftal na. 
    Men kon zelfs horen: "waarom heeft men niet meer getuigen ten ontlaste opgeroepen, o.a. uit de Volksbond zelf ?"

     

    Wordt vervolgd



     

     

     

    .

     

     

    19-05-2007 om 00:00 geschreven door jan verroken  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 4/5 - (9 Stemmen)
    >> Reageer (1)
    15-05-2007
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Nog over de tragedie Vindevogel

     

     

    Nog over de Vindevogeltragedie

    te Ronse

     

    Wat Vindevogel er zelf over dacht?

     

    Noteer: tragedie in de Grieks wil zeggen schuld, maar “schuldeloze schuld.”.

    Het kan wel verhelderend zijn om even te luisteren naar wat hij er zelf over zegt? Ik neem hiervoor, uit zijn betoog voor de rechtbank, enkele algemene beschouwingen, die los staan van de feitelijke beschuldigingen in zijn dossier.

     

    1)Wanneer de gouverneur D.V. mij gevraagd heeft of hij mijn kandidatuur voor het burgemeesterschap mocht voordragen, dacht ik maar aan het voedselprobleem en aan hetoplossen van de bevoorradingsmoeilijkheden.
     Ik had mij daarbij voorgenomen zo matig en onpartijdig  te besturen en, zoveel ik kon, te vermijden, dat ik andersdenkenden aanstoot zou geven.
     Ik wist wel, dat ik een burgemeester uit de minderheid was.Tot iets was ik echter wel besloten: de Vlaamse taalwetten, zoals zij waren in al hun striktheid toe te passen, daar ik er geheel mijn leven voor gestreden had en anderen had ten laste gelegd, dat zij het niet gedaan hadden. Zo zal ik misschien de misnoegdheid geprikkeld hebben van mijn oude tegenstrevers.

     

    2) Wanneer in oktober 1943 in mijn huis een bom geworpen werd en men getracht heeft gans mijn familie om te brengen, kan men toch wel begrijpen, dat ik en mijn vrouw en kinderen het terrorisme niet meer bekeken hebben als de gewoonste mens ter wereld.

    Op 24 december daaropvolgend werd viermaal op mij geschoten en lieten de moordenaars mij voor dodelijk gewond liggen.Welke mens zou dat kunnen onverschillig doormaken en zekere reacties in zijn gemoed kunnen onderdrukken? Dood of levend, ik heb alles doorstaan en de duim niet willen leggen voor mijn aanvallers en diegenen die er achter stonden Zij hebben nu de macht.

     

    3)Er is in het oorlogsverloop te Ronse voor sommigen oorlogspolitiek; er is echter ook veel vooroorlogse politiek.
    Ik heb 25 jaar lang politiek gewonnen; mijn tegenstrevers hebben door de oorlog hun revanche; nu ben ik overwonnen. Zij hebben gewonnen niet met open strijd; maar in de lelijkheid van leugen en verdachtmaking. Zij hebben de macht en de middelen om mij te beschuldigen; ik zit sinds 3 september opgesloten en moet mij verdedigen met wat ik uit het geheugen kan aanvoeren en dan nog voor zoveel mijn rechters in mijn waarheidsliefde en mijn goede trouw willen geloven.

     

    4)Ik heb bestuurd en geleefd als in een glazen huis; ik was omringd van andersdenkenden, die ik niets verdoken heb en die nu opkomen als mijn beschuldigers.
    Meermaals heeft men mij tijdens de oorlog er op gewezen, dat ik gevaarlijk leefde en tegen mij dossiers zouden opgemaakt worden door mijn onmiddellijke medewerkers en bedienden. Ik heb altijd geantwoord:” wie wel doet, moet niet vrezen” Nu stel ik vast dat ik overmoedig geweest ben.

    Ik had er niet op gerekend dat men met kwade trouw aan de zaken een verkeerde voorstelling kon geven en dat ik zou moeten bewijzen iets niet gedaan te hebben.

     

    Na de Krijgsraad kwam het Krijgshof

     

    Verontschuldig dat ik ook hier zo weinig mogelijk namen noem en mij zoveel mogelijk beperk tot de tot de feiten.

    Voor het Krijgshof werden slechts twee stukken aan het dossier toegevoegd nl een kiesmanifest uit 1922 en en verklaring van de provinciegouverneur die destijds aan Vindevogel gevraagd had om zijn kandidatuur als burgemeester te mogen voordragen.
    a) een kiesmanifest uit het jaar 1922. De Audteur keerde in zijn beschuldigingen zelfs nog terug tot de oorlog 14/18. niettegenstaande Vindevogel toenoorlogsvrijwilliger was geweest en alle mogelijke onderscheidingen, 8 frontstrepen, had bekomen, werd hij, zoveel jaren later, van defaitisme beschuldigd. Vooral dat hij met Van Cauwelaert had gecorrespondeerd werd zwaar in de verf gezet. Niet te geloven, maar waar. 

    Alsof men schrik had, dat zijn fouten van 40/45 niet volstonden om hem te veroordelen.

    b) een verklaring van de Provinciegouverneur, waarin deze bevestigt dat Vindevogel niet de kandidaat van de Duitsers was, maar op verzoek van de gouverneur benoemd werd als tegenkandidaat voor de kandidaat van de Duitsers.


    Achteraf gezien :Waarom werd een verklaring van Soudan verzwegen?

    Achteraf stelt zich wel een vervelende vraag: 30 april 1945 was de periode waarop de eerste gevangenen uit de concentratiekampen terug keerden, wat op zich al niet bevorderlijk was voor een zakelijke en eerlijke benadering.

    Onder de teruggekeerde politieke gevangenen van Ronse, waren ook die van Buchenwald, waarbij Minister Soudan, de burgemeester van Ronse samen met nog enkele andere uitgemergelde Ronsenaars..

     

     

     

    Onderzoekers nl een paar gendarmen uit Ronse, boden zich bij Soudan aan, om van hem te vernemen of Vindevogel niet betrokken was o.a. bij de verklikking van zijn andere Ronsische medegevangenen?

    Hierop reageerde Soudan, dat Vindevogel daar niets mee te maken had en ze, een voor een, de schuldige kenden, die hij bij naam noemde.

    De echte schuldige was trouwens zelf een weerstander, bij wie, betrapt door de Duitsers, een ledenlijst afhandig werd gemaakt.

    Maar het resultaat van  die ondervraging werd echter niet bij het dossier gevoegd?
    Dat heb ik nooit begrepen. Zou men dit ook niet gedaan hebben indien het resultaat anders was geweest?


    Nog iets, waar niemand kon nevens kijken. De voorzitter van het Hof zat bij wijlen letterlijk te vechten met de vaak en moest van tijd tot tijd door een tikje wakker gehouden worden. Onder het  publiek in de zaal

    werd gefluisterd, dat hij zwaar getroffen werd door een bericht, dat een dochter van hem in een concentratiekamp bezweken was. Die akelige tijding had hem wellicht een paar slapeloze nachten had bezorgd?.

    Een mens zou voor veel minder er stil bij worden?

     

    Ik ben er heilig van overtuigd dat uiteindelijk niet de feiten, die Vindevogel ten laste werden gelegd, aan de basis liggen van zijn ter doodveroordeling, maar dat die vooral moet gezien worden in die fatale samenloop van  dramatische omstandigheden in die barbaarse tijden?.

    Rechters zijn ten slotte ook maar mensen?

    Maar kan dat, als de informatie klopt, zo een betrokkene een rechtzaak laten voorzitten, zonder de objectiviteit van het gerecht in vraag te stellen?


    En wat te denken over de scheldende voorzitter van de krijgsraad? Dat kan toch ook niet in een beschaafd land?

     

    Hoe een voorzitter van de Krijgsraad zoiets verantwoorden?

     

    Zoals ik hiervoor al schreef, iets voor de vijftigste verjaardag van terechtstelling van Vindevogel, werd mijn stenoverslag opnieuw uitgegeven door het Davidsfonds Leuven.Persoonlijk heb ik daar geen enkele verdienste aan ; het initiatief hiertoe werd buiten mij om genomen.

    Die uitgave was voorzien van een juridische uitleiding of naschrift van de hand van Koen Baert, jurist.

    Besluit: men had beter eerst de zaak Vindevogel aan herziening onderworpen i.p.v. de zaak Laplasse.


    Hierbij nog een zeer belangrijke anekdote.

    Bij het voorstellen van het Davidsfondsboek aan de pers, werd mij om een interview gevraagd door VTM, wat ik aanvaarde.

    Bij deze opperde ik voor de TV de veronderstelling, dat de scheldendeVoorzitter van de Krijgsraad een soort toneelspel had opgevoerd.

    Zoals hij tekeergegaan was had hij Vindevogel wel tien keer de doodstraf moeten laten toekennen,---- én het gebeurde niet eens éénmaal? Zulks tot grote desillusie van zijn doodsvijanden, die niet alleen op een ter dood veroordeling hadden gerekend maar ze eisten daarbij dat de terechtstelling zou gebeuren op de markt te Ronse.

    Waarom zulk een scheldproces en toch geen doodsvonnis?Wat stak daarachter?


    Diezelfde avond nog, kreeg ik een telefoon uit Gent.

    Men deelde mij mee, dat mijn veronderstelling klopte.

    Als het mij nog interesseerde zouden ze mij het schriftelijk bewijs sturen.

    Dit schriftelijk bewijs berust thans ook op het archief KADOC te Leuven.


    Op een bepaald ogenblik vroeg de berucht geworden voorzitter van de Krijgsraad een onderhoud aan de aalmoezenier van het gevang te Gent.(Die aalmoezenier was een oom van onze gesperkspartner)

     Op uitdrukkelijke vraag van de H. Dubois,voorzitter van de Krijgsraad, schreef de aalmoezenier een uitvoerig verslag van dit onderhoud..

    De H.Dubois vertelde hem, dat hij een absolute tegenstander was geweest van de doodstraf voor Vindevogel, dat heel zijn zogeheten brutaal optreden moest gezien als en poging om niet van zwakheid of onverantwoorde mildheid verdacht te worden .

    Hij had het ook over de kwalijke druk op de publieke opinie te Ronse.

    Hij had er ook veel moeite mee dat men Vindevogel had laten terechtstellen, dat dit strijdig was met het feit dat er twee verschillende vonnissen waren geweest.


    Hij vroeg aan de aalmoezenier, verslag van zijn verklaringen te maken. Hij drong erop aan dat dit geen vertrouwelijk gesprek was, maar dat de aalmoezenier daar gebruik kon van maken waar het nuttig bleek.

     Mijn gesprekspartners waren door hun oom, de aalmoezenier, in het bezit van dit vertrouwelijk document, dat ik ’s anderendaags via de post mocht ontvangen

    Ik hoop voor de H. Dubois, dat hij hiermee toch een deel van zijn gemoedsproblemen is kwijtgeraakt. 

    Voor de geschiedenis heb ik, als reeds gezegd, dit document bij KADOC neergelegd bij,de rest van het dossier Vindevogel en ik heb eveneens een kopie aan een lid van de familie Vindevogel overhandigd.

     

    Wordt vervolgd

     

     

     

     

    15-05-2007 om 22:09 geschreven door jan verroken  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 4/5 - (7 Stemmen)
    >> Reageer (3)
    11-05-2007
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Over Leo Vindevogel

    Over Leo Vindevogel, de enige parlementair,

    die na de oorlog 40/45 werd terechtgesteld

     

    Volksvertegenwoordiger voor het arrondissement Oudenaarde-Ronse

     

    Vindevogel was de eerste volkse parlementair in dit arrondissement van1924 tot 1945, waar ik hem heb opgevolgd van 1950 tot 1981.

    Hij werd in september 1907, d.i. 100 jaar gelden, toen 19 jaar oud, als onderwijzer te Ronse benoemd met als bijkomende voorwaarde mee te werken aan de sociale actie van de Volsbond. 
    In januari 1941 werd hij burgemeester van Ronse, in vervanging van Minister Soudan,die naar Frankrijk gevlucht was en niet teruggekeerd.
    Zakelijk en normaal was Vindevogel wel de meest aangewezen man hiervoor, maar politiek bleek dit achteraf een fataal risico.
    In september 1945 werd hij te Gent gefusilleerd wegens zogezegd Landsverraad?

     

    Wat komt Vindevogel dan doen in mijn herinneringen en meningen? Ik heb hem in leven immers slechts driemaal ontmoet.

     

    1) in 1929, ik was toen 12 jaar, op een omstreden verkiezingsmeeting in mijn geboortedorp Melden, thans een deelgemeente van Oudenaardeduizend inwoners, deelgemeente van Oudenaarde, door alle wielerliefhebbers gekend, ook buiten de grenzen van Vlaanderen en België en van vele wielertoeristen als het dorp van de Koppenberg,

     die ter plaatse het Steengat heet.
     
    Het was een verboden meeting vanwege het Bisdom, wat het gebruik van de parochiezaal betreft, maar daar was ontzettend veel volk. in de zaal van het café Van Coppenolle.
     Hij was toen op de officiële Katholieke lijst vervangen door de latere minister de Vleeschauwer uit Brakel, namens de Boerenbond (en niet namens de Katholieke Associatie en Patria van Ronse).

    Als reactie hiertegen had hij een eigen lijst gevomd, die daarbij nog gekoppeld was met de Fronters van Aalst.
    Vindevogel zou het halen tot grote vreugde van de gewone mensen. Trouwens te Melden waren er niet veel andere, waarvoor we ons klak moesten afnemen.

     

    Voor het eerst sinds 1830 behaalde de traditionele Katholieke partij geen verkozene in het arrondissement.

    In 1932 krijgt hij zijn plaats op de katholieke lijst terug, dit is na de wereldcrisis, na het failliet waar vele banken het slachtoffer van werden, o.a. de Boerenbond, de Bank van den Arbeid, en vooral veel politieke katholieke werkgevers uit de Katholieke Associatie Patria van Ronse.

     Ook de Spaarkas van de Volksbond had onder de crisis geleden, maar dit bleek politiek niet zo dodelijk.

    Vindevogel werd  opnieuw de eerste plaats aangeboden en het zou zo blijven tot aan de oorlog.

     

    2) Eind 1943 ontmoette ik hem voor de 2de keer. Hij was toen burgemeester. Deze keer zou ik hem niet alleen zien, maar ook aanspreken.

    Ik was toen lesgever aan de Technische School De Poorter Glorieux te Ronse, die toen een poging ondernam om van een deel van de school een soort technische humaniora te maken.

    Daar moest ik, als recent afgestudeerd Germanist, Engelse Licentie, o.a. Engels geven.
    Mijn keuze voor een Engelse lic. had niets te maken met politiek, maar hoogstens met het feit dat ik veel familieleden had in Engeland.
    Een boer van mijn vader werd als soldaat in 14/18 vrij vroeg als zwaar gekwest en voor verzorging naar Engeland over gebracht. Na de oorlog bleef hij in Engeland achter in de armen van een verpleegster en dit niet zonder gevolgen nl 5 zoons en een dochter. Een kleindochter Michele Verroken, geldt  al jaren als het nationaal antidopinggeweten van Engeland.


    Laat ons terugkeren naar de vraag: hoe ik voor de tweede maal Vindevogel heb ontmoet.
    Intussen volgde mijn vrouw  de tweede lic. Germaanse talen te Leuven. Ze was in 40, na de kandidatuur, gestopt omwille van de oorlog, maar in 42 was ze herbegonnen met de licenties .

    De directeur Broeder Emmanuel had mijn lesuren op drie dagen samengebracht, zodat ik elke week voor vier dagen naar Leuven terug kon.
    Maar in die periode was de reis per trein,wegens dreigende bombardementen, niet aan te raden, zeker niet als men over een ander vervoermiddel kon beschikken bij voorbeeld een vervoerder. Maar met een vervoerder mee te reizen had men een vergunning  van de locale Burgemeester nodig, in mijn geval van Vindevogel.
    De aangewezen vervoerder, die me wekelijks kon en wilde meenemen, was Van Herpe. Later bleek dit een oomzegger van Vindevogel te zijn, die gehuwd was met de dochter van Fred Vindevogel, broer van Leo en eigenlijk zijn politiek manager. Onthoud dit voor het vervolg van dit verhaal. 
    Het onderhoud met Leo was zeer efficiënt gebleken, maar zeer kort: een snak en een beet en het was gedaan. Nog voor ik het wist stond ik terug op straat.

    Toen ik hierover aan een paar Ronsenaars mijn verhaal deed, was de reactie: dat is Leo, hij bedoeld het niet slecht, maar zo zit hij in mekaar. De de mensen die hem kennen nemen dat erbij, want hij staat ook altijd klaar om jan en alleman te helpen .

    Dat was het dan.

     

    3) In 1945 heb ik hem voor de derde maal en voor het laatst gezien. Dit gebeurde op de rechtbank te Gent, bij zijn processen voor de Krijgsraad en het Krijgshof.

    Hoe ik daar terecht kwam? Weer toeval, louter toeval.

    Een van mijn beste vrienden van Ronse, was Michel Cheyns. De drie dagen dat ik les gaf, overnachte ik bij hem thuis. Na de oorlog was hij medestichter en hoofdredaktreur van een locaal weekblad, De Ronsenaar. Op een bepaald ogenblik werd hij door het Vaderland opgeroepen om zijn legerdienst te vervullen in Ierland. Vandaar de vraag of ik hem tussentijdig wilde vervangen als hoofdredakteur. En, ironie  van de geschiedenis, die tussentijdelijkheid zou 40 jaar duren.

    Dat hield in, dat ik 40 jaar lang, wekelijks een soort hoofdartikel zou schrijven; wekelijkse elke dinsdag de redaktievergadering zou meemaken in een lokaal van de Volksbond, waar Staf Depoortere voorzitter was, én van de Volksbond én van De Ronsenaar. Het een had nochtans niets met het ander te maken,tenzij dat de redaktievergaderingen in een bureel van de Volksbond gebeurden.
    Daarbij zou ik elke woensdagavond, 40 jaar lang (tot een stuk in de nacht) op de drukkerij zijn om de opmaak mee te maken enz enz.


    Volksbonders verdeeld
     

    Meegenomen, Staf Depoortere was een Volksbonder van het eerste uur, en behoorde tot de groep die met lede ogen nota namen van het feit dat Vindevogel het oorlogsburgemeesterschap had aanvaard. Ze namen hem het enigszins kwalijk dat hij een aanbod van een post bij een bevriend Vlaamsgezind Ronsisch industrieel, Jozef De Waele, niet had aanvaard, om zo tijdens de oorlog,samen met de Volksbond buiten de politiek te blijven.


    Een ander deel van de Volksbonders stemde  wel in dat hij op aandringen van de Provinciegouverneur De Vos het burgemeesterschap had aanvaard, daar de benoeming nog gebeurd was door de Belgische overheid, mede om te voorkomen dat de Duitsers een commissaris-burgemeester zouden kunnen benoemen, lijk in Oudenaarde.
    Zij steunden hem temeer, omdat hij er zich toe verbond om van de ravitaillering zijn punt nr één te maken. Dit was trouwens in 14/18 het punt geweest waardoor de Volksbond zich uiterst verdiestelijk ingezet.


    En hij zou woord houden. Te Ronse werd o.a. nooit geraakt aan de zegels van de ondergedoken werkwijgeraars.
    Een keerzijde was wel dat hij zich ook moest moeien met het bestrijden van de smokkel, vooral daar er in Ronse wel een paar rondliepen die het smokkelen combineerden met een of andere weerstandsorganisatie? En dit zou hem uiteindelijk meer fataal worden dan zijn politiek beleid?

     

    Iets meer over Staf De Poortere

     

    Het hoofd van de Volksbonders die niet gelukkig waren met het oorlogsburgemeesterschap van Vindevogel, was  Staf De Poortere, de naoorlogse voorzitter van de Volksbond en van De Ronsenaar. De zelfde man die zou echter, na de bevrijding, instaan voor het drukken en het verspreiden van ons stenografisch verslag van het proces tegen Vindevogel, waardoor het, ook voor alle Ronsenaars, mogelijk werd zich eeen objectief oordeel te vormen, los van alle roddels.

    Tijdens de oorlog en daarna was Staf De Poortere ook voorzitter van de Christen Mutualiteit. In die hoedanigheid zou hij bureel blijven houden in de burelen van de Volksbond. Dit had als gevolg dat hij bij de bevrijding de leiding van al de lokalen van de Volksbond kon overnemen .
    Dat was toen van levensbelang voor de Volksbond zelf. Hoe? De lokalen waren oorspronkelijk een schenking van de Deken van Sint Hermes, op voorwaarde dat bij ontbinding van de Volksbond, ze terug eigendom zouden worden van de deken van Sint Hermes.
     
    Waarvan akte.
    Dit zou echter oorzaak van enkele perfide intriges in de eerste maanden na de bevrijding.(hierover later)

     

    Waarom moest precies ik het proces van Vindevogel volgen?

     

    Van 1907 tot 1940 stond Staf De Poortere naast Vindevogel en met hem tal van andere vrienden, die ik van toen af elke dinsdagavond, na de redactie, zou meemaken en meteen al hun politieke verhalen.

     Waarom moest ik niet de aangewezen man zijn om het proces van Vindevogel te verslaan? Omdat ik, volgens hen, een man zonder politiek verleden en niet verbrand, noch in de ene noch in de andere richting en derhalve zonder vooroordelen.  Ik was zelfs geen Ronsenaar en alle opgeroepen getuigen ten laste en ten ontlaste waren voor mij louter namen.
    Naar de buitenwereld toe konden ze toch geen meer neutrale verslaggever vinden? 
    Ik maak het kort, ik kon niet anders dan toegeven, maar dan zouden er geen andere commentaren in het blad verschijnen, die mij in een of andere kwaadaardige polemiek konden betrekken. Achteraf zou dit onbewust een goede voorzorgsmaatregel blijken.Meer hierover later)

    Zo maakte ik Vindevogel voor de derde maal mee.

     

    Waarom geen gewoon persverslag?

     

    Lijk ne groten had ik mij te Gent tussen de journalisten geïnstalleerd en hoorde tussendoor ook hun commentaren. Voor en na de zittingen kwam ik met hen in een café terecht voor een boterham, een pintje of een kop koffie. Daar kreeg ik van een paar secretaressen gedaan, dat ze mij een doorslag van hun omgezet stenografisch verslag zouden bezorgen.

    .

    Te Ronse zelf was het toen een echt wespennest. Ik hoorde er de meest onwaarschijnlijke verhalen over het verloop van het proces. Hierbij vreesde ik dat mijn eventueel verslag hoogstens een betwistbare variante zou zijn.

    Aan de redaktie deelde ik mee, dat ik tegen de achtergrond van al die fantasieën geen simpel weekbladverslag wenste te maken.

     

     Maar ik had nog andere twijfels


     
    Ik stelde mij ook vragen over het eerlijk verloop van het verloop van het proces.

    Ik was vooral onder de indruk van twee gegevens

    a) het brutaal en onvoorstelbaar scheldend optreden van de voorzitter van de Krijgsraad én tegenover de beschuldigde én tegenover de getuigen ten ontlaste.

    b) het gerucht dat liep bij de journalisten en secretaressen van de advocaten van de verdediging nl dat de verdediging nog voor de zitting onder dreiging verplicht werd een document ten ontlaste uit het dossier te houden. “Want zoniet zouden wij Vindevogel wel moeten vrij spreken en dat kan toch niet”

     

    Waarover ging het berucht document?

     

    Later kreeg ik, door Fred Vindevogel, het beruchte document wel in handen. Het was een lijst van feiten waarbij andere burgemeesters van grote en grotere steden. de lijst bevatte ook andere bestuursverantwoordelijken en evenzeer magistraten  die bij de uitoefenig van hun ambt beslissingen hadden genomen,  waardoor veel mensen bij de Duiters verdacht werden gemaaktwaren met alle kwalijke gevolgen daarvan. Daar waren ook de namen van hoge politieverantwoordelijken bij en magistraten van correctionele rechtbanken die gezeteld die gezeteld hadden als bijgevoegde bij de krijgsraden enz en die niet eens vervolgd werden?
    In dit gezelschap was Vindevogel maar  klein gruut. 

    Het zal wel waar geweest zijn, dat daarmee vergeleken,  men Vindevogel had moeten vrij spreken. 
     
    Geplaatst tegenover dit document zou men dan ook gereageerd hebben “als gij dit document bij het dossier voegt, dan moeten wij dit ook als een aanklacht beschouwen en vervolging tegen alle vernoemde personen instellen”.

    En dit laatste zal natuurlijk wel de echte reden gewest zijnom het document terug te trekken?

     

    Hoe de publicatie tot stand kwam

               

    Na al wat voorgaat, was mijn voorstel aan de redactie van de Ronsenaar: Ik ben in het bezit van een paar stenografische verslagen en ik ben bereid een stenoverslag drukklaar te maken.
    Ware dat niet veel beter ,dan ons in een waanzinnige polemiek te storten?
    De reactie was onmiddellijk en spontaan positief
    Maar waar vinden wij het nodige papier?



     Staf De Poortere zou proberen voor papier te zorgen, wat toen nog niet zo simpel was, maar in zulke zaken kende hij zijn weg als geen andere.


    En de voorzitter stelde bovendien voor dat De Ronsenaar voor de drukkosten zou instaan. En daarmee waren we onmiddellijk van het ijs.


     I
    n plaats van een krantenartikel, zouden  wij dit stenografisch verslag onder vorm van een brochure op de markt brengen. Het zou een brochure worden van 97bladzijden, twee colonnen van tien centimeter hoog per bladzijde, en kleine druk om papier te sparen.
     (Voor een paar jaar werd het verslag door het Davidsfonds in boekvorm opnieuw uitgegeven. Het werd een boek, kleine druk van 198 bladzijden).

     

    Objectieviteidswaarborgen verzamelen

     

    Ondertussen stuurde ik een aangetekend schrijven (De verzendinds bewijzen en de antwoorden heb ik goed bewaard) aan alle advocaten ten laste en ten ontlaste, inbegrepen aan Substituut Stevigny, met een doorslag van een samenvatting van hun betoog, waarvan ik geen steno had.
    Ik deelde hen mijn bedoeling mee en vroeg hun hen akkoord over hun tekst.

    Achteraf gezien ongebruikelijk, zoiets doet men toch niet?
    Maar van de substituut Stevigny en van alle advocaten ten laste kreeg, zonder problemen, ik een positief antwoord. Ge kunt u voorstellen dat die antwoorden voor mij goud waard waren ?
    Alleen de advocaten van de verdediging reageerden niet of negatief nl de Meesters Dhooge, Dua en Claus.

     

    De advocaten van Vindevogel tegen het verschijnen van mijn stenografisch verslag.

     

    Advocaat Dhooge uit Gentbrugge, die ik thuis bezocht, beweerde dat mijn verslag op niets trok; hij beschikte zelf over een perfect stenoverslag.
     Hierop heb ik niets gezegd, alleen in mijn vuistje gelachen.
    De enige vraag die overbleef was: waarom dit verzet?

    Meester Claus uit Ronse wou wel, maar mits wijzigingen hier en daar,waar ik niet kon op ingaan.

    Als ik mij niet vergis, wilden ze niet participeren, uit vrees dat zulks een kwalijke reactie zou verwekken, die hen ten kwade zou genomen worden (? ) in het vooruitzicht van de behandeling voor het Hof van Beroep?

    Ik weet het niet..

    Zij beweerden dat de hoofdzaak gered was, daar er in eerste aanleg, niettegenstaande al de scheldpartijen van de Voorzitter, geen doodsvonnis werd uitgesproken?

     En het Hof zou daar niets aan veranderen, meenden zij. En zelfs als het daar slecht afliep, bleef het essentiele gered, want bij twee tegenstrijdige vonnissen, zou men in een beschaafd land als Belgie het voordeel van de twijfel geven. En de tijd zou de rest wel oplossen.

     

    Ondertussen was het stenografisch verslag gedrukt op het luizigste oorlogspapier dat er nog kon gevonden en de brochure was zelfs al ingenaaid, maar toen ze van kaft moest worden voorzien, werd het proces voor het Hof van Beroep aangekondigd.
    (Ik weet niet of het Belgisch gerecht in heel zijn geschiedenis ooit zo snel heeft gewerkt? De behandeling in eerste aanleg liep af op 9 Maart en in beroep op 30 april)
    Wat nu? Wel, alles laten liggen en het verslag van het Hof er achteraf bijplakken .

    En zo is het gebeurd. Wie zo een brochure heeft kan het bijplakken goed vaststellen.

     

    Over het verspreiden van het Stenoverslag

     

    Over hoeveel exemplaren het gaat weet ik niet precies, minstens een paar duizend. Op twee dagen waren ze uitverkocht te Oudenaarde en te Ronse.Dit gebeurde op de marktdag te Oudenaarde bij krantenwinkel Devos en te Ronse in de Peperstraat bij de drukker Massez.

    Ook deze namen hebben  voor de mensen van de streek groot belang daar in beide gevallen gaat over gekende patriotten, waardoor het verslag ter plaatse een bijkomende objectievietijdswaarde kreeg.

    Het werd ter lezing van hand tot hand doorgeven, waardoor alle fantasieën weggeblazen werden en de lezers voortaan met kennis van zaken konden oordelen.

    Het was daarbij mijn zorg, zoveel mogelijk de namen van de getuigen, bij herhaling, alleen de beginletter te gebruiken, zodat de personen eigenlijk moeilijk en alleen te Ronse identificeerbaar zijn. Voor de anderen blijft hierdoor alleen het naakte verhaal over.

     

    Toch herdrukken

     

    Nietegenstaande aandringen uit verscheidene hoeken om een tweede uitgave heb ik steeds het been stijf gehouden, zelfs toen Fred, de broer van Vindevogel erom vroeg.Ik vond dat het zo al goed geweest was.

    Tot ik op een bepaald ogenblik voor het raam van een boekenwinkel te Gent een boek zag liggen met de titel:"Vindevogel, Terechtstelling en Proces” door

    Bernard van Goor.

    Van Goor bleek een pseudoniem voorValere De Pauw, een Ronsisch bekend schrijver, een Vlaams nationalist uit Sint-Job-in ’t Goor, maar een gewezen Ronsenaar, ooit een van de hevigste supporters van Leo Vindevogel. Tot mijn grote verbazing moest ik wel vaststellen dat het mijn tekst was, die men achter mijn rug toch laten herdrukken, maar wel gevolgd door tal van interessante bijkomende gegevens.

    Niet op mijn vraag maar wel met mijn medeweten werd de brochure onder een deftige boekvorm recentelijk opnieuw en foutloos uitgegeven door het Davidsfonds onder de titel “Het Proces Vindevogel”
    Volgens mijn informatie zijn er daar nog exemplaren beschikbaar.

    Wel ben ik niet ingegaan om de volle namen van de getuigen ten laste eraan toe te voegen, wat het boek zeker minder leesbaar maakt, maar het belet de nutteloze pijn die men er hier of daar mee zou kunnen veroorzaken. Dat maakte ik toch aan mijzelf wijs.

    Wordt vervolgd.

    (Alle stukken en documenten waarnaar ik verwijs, werden door mij neergelegd bij het archief KADOC te Leuven.
    Daar liggen ook alle archieven van De Volksbond zoals ik ze kreeg van Staf Depoortere en ook van Fred Vindevogel, en nog veel meer, waarnaar ik later zal verwijzen) 
     

     

     

    11-05-2007 om 00:00 geschreven door jan verroken  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 3/5 - (30 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    04-05-2007
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Van grote affiches naar partijfinanciering door de staat

    Van grote affiches over partijfinanciering

    door de  staat  naar  de-demokratisatie?

     

    Als ik mij niet vergis , het moet zo achtdagen voor het verschijnen van de memoires van Tindemans gebeurd zijn, las ik in Knack van de hand van Martens, dat er twee mensen waren in de CVP die zich (hardnekkig) verzet hadden tegen het gebruik van 20vierkante meter affiches enz  nl Jan Verroken en Dries Claeys, volksv. van (Oostende)

    Dit klopte, met dien verstande, om alle misverstand te vermijden, dat ons verzet niets te maken had met de Europese kiesstrijd van 1979, maar al van veel vroeger dateerde, nl begin van de jaren 70

    .

    Ons argument was: als ge daar mee begint, stevent gij af op onbetaalbare propaganda uitgaven, niet alleen voor de CVP maar voor alle partijen, want de ene zal de andere meesleuren en iedereen ruineren of corrumperen .

    Zwijge over de vraag betreffende de weerbaarheid en de werfbaarheid van onbemiddelde maar goede volksverbonden kandidaten . van echte volksvertegenwoordigers?

    Alleen financieel weerbaren en strikt zuilgebonden kandidaten zullen nog kunnen meerijden in de koers .

    Wij hadden niets tegen financieel weerbare kandidaten, maar dat mocht niet het selectie criterium worden .

     

    Hoe het begon? Nl met de kiesstrijd van 1968.

     

    De eerste uitvinders waren  VDB en Simonet en met stevige tricolore gouden boorden en niet zonder succes ,zowel voor de ene als voor de andere .

     

    VDB die zich verzette tegen het afzonderlijk opkomen van de PSC en een  lijst vormde met de Vlamingen van Brussel kende een zo groot succes, dat men achteraf aan de Vlaming, Leo van Acker uit Sint Stevens Woluwe moest vragen aan zijn mandaat verzaken, om het communautaire evenwicht te herstellen .

    Dit was voor VDB het zoveelste glorie moment dat anderen hem nooit zullen vergeven .

     

    Over de interne reacties tegenover het succes van Simonet weten wij niets en wij blijven zitten met de vraag hoe de andere Francofone socialistische kandidaten die eerder kapitalistische profileringdrang apprecieerden .

     

     Wat wij gevreesd hadden zou gebeuren en alle partijen zouden volgen. Het geld werd met hele tonnen op de muren geplakt en door vensters en deuren gegooid, met het gevolg dat de ene de andere enerzijds electoraal neutraliseerde maar anderzijds ook ruïneerde.

     ..

    En alle partijen moesten op zoek naar uitzonderlijke financieringsbronnen, elk volgens zijn geëigende methodes .

     En zo bolden wij naar de corrupte jaren 80 .Bij dit hoofdstuk blijf ik liever niet stilstaan.

    Maar in die tijd was bij de partijen om aan het nodige organisatie en propagandageld te geraken,  van alles te koop, inbegrepen politieke mandaten op elk niveau en nog veel meer

     

    En dit duurde tot de wet Dhoore verscheen, waardoor de staat de partijen financiert en aldus meer onafhankelijk maakt.

     

    Persoonlijk vond ik de wet Dhoore, als princiep, en dit vind ik nog, een schitterende vondst en een gezonde oplossing, alleszins als men maat weet te houden met deze vorm van zelffinanciering en met het gebruik van die publieke centen.

     

    Maar gezien elk systeem uit mensen bestaat en daar dus ook kan gemenst worden, moet men ook  de risico’s in het oog houden.
    Gezien de regel “waar het geld zit, zit de macht” niet helemaal ongegrond is en het Dhoore-geld niet naar de kiesdistricten gaat, maar naar de centrale partij-instanties, moet men zich aan een grondige wijziging van de partijorganisaties verwachten, nl een absolute centralisatie van alle macht in enkele handen van diegenen in elke partij, die het op dat ogen blik voor het zeggen hebben. Zij hebben niet alleen al het geld in handen, maar met deze alle media en alle propaganda.elfs de meia worden haast exlusief door hen gebiologeerd.

     

    Gekoppeld aan de verruiming van de kiesdistricten (provincie i.p.v.arrondissement) wordt de electorale weerbaarheid van elke kandidaat tot nul herleid. Hebt ge al eens uitgerekend wat het een kandidaat kost als hij alleen maar een foto zou sturen aan alle adressen van zijn provincie? En daarbij,  een provincie wat is dat ? In Vlaanderen bestaat maar één provincie nl Limburg ,met één hoofdplaats, al de andere zijn gespleten entiteiten.
    Het levend contact met de mensen de feiten en de problemen wordt door de provinciale kiesdistricten afgeschaft?  Voortaan kunnen  de partijen overal parachutist kandidaten droppen, die niemand kent en die zelf niemand kennen. En kan men aan deze (voorlopig) alle kwaliteiten toekennen die op eerste zicht door niemand te controleren zijn, “katten in zakken”.

    Het kan in sommige gevallen goed uitvallen, maar deze nieuwe top-down structuur betekent het definitieve einde van de “volksvertegenwoordiging” ten voordele van de exclusieve partijvertegenwoordiging?

    Aan het einde van de legislatuur zullen ze geen verantwoording schuldig zijn aan de kiezer maar aan enkele momentele machthebbers in de Partij?


    Evolueren wij niet naar autoritaire structuren
    ?

     

    Er zal nog een Parlement zijn, maar geen Kamer van Volksvertegegenwoordigers meer, nog parlementairen, maar geen volksvertegenwoordigers meer?

     En het feit dat zij bij verkiezingen alle markten afdwijlen zal daar niets aan veranderen?

     Dat maakt van niemand een volksvertegenwoordiger, hoogstens een marktkramer? Of zelfs dat nog niet.

     Parijvertegenwoorders onbevoegd om van het parlement nog een parlement te maken met volle wetgevende en controlerende bevoegdheid?

     

     Het resultaat

     

     Partijvertegenwoordigers die alleen nog leven van statistieken, studies die om de week door andere verdrongen worden, ratelende speeches en plechtige declamaties, spindokters en algemeenheden raadplegingen, allemaal ver van de levende werkelijkheid, van de levende mensen en de levende problemen en ver van de authentieke betrokkenheid en de authentieke vertegenwoordiging?

    Medeweten is nog iets anders dan medeleven .

     

    Dat was mijn vrees, dat wij via grote affiches over een verkrampte partij financiering naar onvermijdelijke corruptie via een centrale financiering konden evalueren?

     Of vergis ik mij, wanneer ik vrees dat de macht nu al teveel in handen komt van kleine clubjes, die door kies-distictveruiming de macht nog meer hebben geconcentreerd en de verkozenen al zover van de mensen hebben verwijderd dat zij stem van de levende mensen nog nauwelijks kunnen horen?

     

    Dit was en is mijn vrees en ik hoop dat ik mij vergis?

     

     

    .

    .

     

     

    04-05-2007 om 21:00 geschreven door jan verroken  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (3 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    27-04-2007
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Over de Grenzen van Brussel

    15 jaar, lijk het Monster van Lochness

    -Over de grenzen van Brussel-

    Dit bericht werd intussen grondig aangevuld en gewijzigd.
     

    In 1963, nog voor Hertoginnedal, deden wij een wederkerig verkavelingvoorstel om grenzen van de Agglomeratie definitief vast te leggen.
    Na een vluchtige voorstelling in de Commissie van Binnenlandse zaken, werd het in Hertoginnedal stillekes afgevoerd, als  ??? Het bestond erin geen gemeenten maar wijken over te hevelen, enkele Vlaamse wijken uit de Agglomeratie bij Vlaanderen te voegen en wederkerig enkele verfranste wijken bij de agglomeratie. Beperkt, evenwichtig en wederkerig.

    Regelmatig, tot en met Egmont, 15 jaar later(onzaligergedachtenis) zou de formule opnieuw opduiken, nu eens onder de naam Van Hoyweghen, zelfs van Simonet, dan weer is het  R. De Feyter van  het VEV die, terwille van Egmont in gesprek met het FDF, daar iemand mee zou belasten.
    Ook in 1974, tijdens een poging van Tindemans  om o.a.de VU en het FDF in zijn regering op te nemen, zou men,op het Kasteel van Ham, nog eens proberen een beperkt,evenwichtig en wederkerig verkavelingvoorstel uit te werken .
    Het spijt mij nog altijd dat ik er toen niet bij was. 
    Ik moet wel zeggen dat ik bij al die andere pogingen noch schuld nog verdienste had. Ik heb er alleen weet van “van lezen en horen zeggen".
    Zoals ik het al schreef, 15 jaar lang kwam het project steeds opnieuw boven water lijk het monster van Lochness.

     

    En niemand weet precies hoe het eruit zag

     

     

    -Manu Ruys over ons verkaveling voorstel van 1963

     

    Manu Ruys vertelt in zijn zeer boeiend en zeer leerrijk boek “Een Levensverhaal”, op pag.172, de volgende anekdote over mijn plan van 1963 om de grenzen van Brussel aan te passen, als alternatief voor de annexatie van de zes randgemeenten als voorgesteld door de toenmalige Eerste Minister Theo Lefèvre, aan de vooravond van het beruchte Hertoginnedal: ”Verroken verdedigde een persoonlijk initiatief: geen aanhechting bij Brussel van volledige gemeenten, maar van enkele wijken met en overwegend Fransprekende bevolking. Als compensatie zouden een paar kleine stukjes van de Brusselse agglomeratie met hoofdzakelijk Nederlandstalige bewoners (Haeren-Buda en Neerpede) aan Vlaanderen worden gegeven. Buiten de agglomeratie zou alles homogeen eentalig blijven.

    Verroken kwam zijn plan toelichten op een lunch waarop de directeurs van de Standaard en La Libre Belgique, Albert de Smaele en Victor Zeegers , LLB-hoofdredacteur Jean Daloze en ikzelf aanzaten. Hij spreidde een immens stadsplan over de borden en de glazen en pleitte langdurig en met zijn bekende geestdrift, maar overtuigde niemand. Het verknippen van de wijken leek onmogelijk.

    Het zal wel zo geweest zijn, dat de aanwezigheid van La Libre een beletsel voor mij was om al mijn argumenten te gebruiken? Het verknippen van wijken was nog gebruikt bij de taalgrens regeling.En te dien tijde ook aan de orde bij de fusies van gemeenten.Een annekdote:een van de eerste parlementaire verslagen die ik ooit gemaakt heb ging  over het overhevelen van een wijk van mijn geboortedorp naar een naburige gemeente.

    En wat weet Karel De Witte, toenmalig jounalist van De Gazet v&n Antwerpen, hierover?

     

    In zijn zeer aanbevolen boek “Brussel Open Stad” maakt Karel De Witte eveneens gewag van ons verkavelingplan ,eerder in positieven zin (als ik mij niet vergis)? Hoewel ik van mening ben, dat zijn alternatieven van het Hertoginnedal overleg onvolledig en niet correct zijn.

    Onze fundamentele houding was status quo, geen faciliteiten (zoals in Wallonië) of, zo mogelijk, een beperkte, evenwichtige en evenredige verkaveling ( als een soort verbeterd status quo ).

     Wat waren onze argumenten om het status quo te verdedigen?

    Het was, in 1932, een eis geweest van de Walen dat de taaltellingen alleen invloed konden hebben langs de taalgrens nl daar waar een Vlaamse gemeente aan een Waalse paalde. De agglomeratiegemeenten zouden per definitie tweetalig zijn, ongeacht de taaltelligen.
    Ook voor de Vlaamse gemeenten daarbuiten zou de taaltelling zonder invloed blijven,zoals voor het Waalse binnenland. Zo wilden het de Walen en dat werd en was de wet van 1932.
    Maar het parlement heeft een memorie lijk een zeef.
     Dat het toen menens was met de tweetaligheid van de Agglomeratie werd duidelijk onderlijnd door het verwijderen van het eentalige gemeente van Sint-Stevens-Woluwe uit de Agglomeratie.
    Voor de rest, behoudens de 30% gemeenten langs de taalgrens, geen tweetaligheid, maar de Waalse wet, "aanpassen"; de Walen wilden niet dat Vlaamse nonnekes naar Wallonië zouden afzakken om aan de kinders van de Vlaamse inwijkelingen Vlaams te leren.

     

    Maar wie in 1963, wie van de toenmalige parlementairen, wie van de onderhandelaars, wist dat of wist dat nog? Of wie had daar voldoende aandacht voor, overzet als ze waren door echte problemen?

    Waarover maakten zij zich zorgen ? 

    De inwoners van Brussel konden toch geen aanpassingsproblemen hebben, daar  wettelijk in alle Agglomeratiescholen de tweede landstaal moest onderwezen worden?  

     

    In ieder geval, wegens hun tweetalige schoolvorming moeten de Brusselaars zich toch overal in Wallonie en Vlaaderen kunnen aanpassen, zonder ergens miserie te verwekken?

     

    Of moet men zich alleen aanpassen in Wallonië en niet in Vlaanderen?

     

    Dus was ons standpunt: in eerste orde status quo, geen uitbreiding, aanpassen.

    In tweede orde kwam voor ons het verkaveling voorstel, als een mini win-win operatie.

    Wat, waarom, hoe, hierover seffens.

     

    Daartegenover stonden de standpunten a)  de aanhechting bij Brussel en b) de faciliteiten

     

    En wat schrijft Karel De Witte

    Hertoginnedal, op vrijdag 5 juli (Zie pag.86)

    Ter voorbereiding had de regering een “waaier” van oplossingen voorbereid. In feite waren het er maar drie:

    1)de verkaveling,door Franstalige wijken bij Brussel te voegen en Vlaamse wijken bij Vlaamse gemeenten of (om) Vlaamse gemeenten te behouden.

    2) faciliteiten in alle zes.

    3) faciliteiten in een paar in een paar gemeenten en verkaveling in de andere.

    Welk voorstel zou het halen?

    De faciliteiten natuurlijk, behalve wanneer de Vlaamse onderhandelaars het been stijf hielden.

    Mag ik? Dus staat Karel wel achter het verkavelingvoorstel?

    Dan volgt de lijst van de onderhandelaars.
    En hij gaat verder:

    Daags voor het conclaaf was aan De Saeger opdracht gegeven om ondanks alles de verkavelingformule te verdedigen. Hij beschikte alleen maar over een Michelinkaart, waarop met rood potlood de afgrenzing van de wijken was aangeven. Minister Gilson had echter gedetailleerde kadastrale kaarten, zo opgemaakt dat een redelijke verkaveling uitgesloten was. En toch wilde men nog verkavelen.

    Van Vlaamse zijde werd daarom als “hoogstwaarschijnlijk”aangenomen” dat het niet tot een overeenkomst zou komen ----en dat pas later

    Tot hier Karel De Witte

      

    Mijn mening ter zake is, dat De Saeger wel 100%  akkoord was, maar onvoldoende vertrouwd was met de feitelijke gegevens op het terrein en er wellicht van uitging, dat de praktische uitwerking daarna aan anderen zou overgelaten worden.

    Hij werd zeker verast door twee feiten:

    1) door een uitgewerkt alternatief verkavelingplan:

    2) door de sceptische reactie bij de rest van de vergadering, Vlamingen inbegrepen.

     

    1) Feit was dat VDB, via Minister Gilson, ook een verkavlingsplan had laten opstellen door de H. Sacré, de toenmalige Arrondissementscommissaris van Brussel-Hoofdstad, Halle-Vilvoorde en de Zes Randgemeenten, en dat deze kadasterkaarten aan de vergadering werden voorgelegd, kan hem wel verast hebben, temeer omdat hij wellicht onvoldoende

     terreinkennis had om hierop direct en concreet met ja of neen te reageren?

     

    2) Maar het kan ook, dat hij zich plots psychologisch geïsoleerd voelde, wanneer hij geconfronteerd werd  met de sceptische reacties bij zijn andere Vlaamse collega’s, reacties in de aard van deze op de Standaard, waarvan sprake in het boek van Manu Ruys?

     

    Bleven dan nog over

    a) de aanhechting van de zes bij Brussel

     

    b) de faciliteiten .

     

    c) het status quo en aanpassen, zoals de Vlaamse inwijkelingen in Wallonië moeten doen?

     

    En ik zie het al gebeuren. In naam van het eeuwig Belgisch compromitterend Belgisch compromis op de rug van de Vlamingen werd voor b) gekozen.

     

    En wie wordt de dupe van het verhaal? De geïsoleerde Vlaming De Saeger? Omdat hij op zijn eentje niet sterk genoeg was gebleken om het status quo of de verkaveling uit de brand te slepen.

     

    Hoe onze verkavelinggedachte tot stand kwam?

     

    Toen reeds kenden wij de expansie litanie van Karel De Witte, bij wie we regelmatig eens op de koffie gingen, en die, als inwoner van Wemmel, zeer betrokken en begaan was met de hier besproken problematiek.? Hij kende de feiten geschiedenis van de Agglomeratie en de Rand als gen tweede en als parlementair journalist van De Gazet van Antwerpen volgde hij stipt de parlementaire actualiteit terzake.
    Ik kende zijn litanie over de uitbreiding van de Agglomeratie met Vaamse gemeenten, die daarna onder politieke, administratieve, sociale druk werden gekoloniseerd en om den brode, om de job, om de status en om niet als extremist bekeken te worden, zich weerloos lieten verfransen.
    Karels verfransingslitanie begon met Elsene in 1846.
     Daarop volgt de ene Vlaamse gemeente na de andere.
    Sint Gillis en Sint Joost-ten-Node in 1880, Schaarbeek en Etterbeek in 1900,
    Vorst in 1910,
    Ukkel en Watermaal-Bosvoorde in 1920?

    Ik mis Twee Woluwe’s en Oudergem.

     

    En dan komen de taalwetten van 1921.
    Toen werden de Vlaamse gemeenten Laken, Neder-over-Heembeek en Haren met de stad Brussel gefusioneerd.

    In 1947 werd de Agglomeratie weer uitgebreid met Andelecht, Koekelberg, Sint-Jans-Molenbeek en Jette?

    In 1954 Evere, Ganshoren en Sint-Ahatha-Berchem .

     Om,wanneer ze Vlaams wensten te blijven, als tweederangsburgers bekeken te worden en nauwelijks geduld als vaderlanders?

    De hoofdstad zou eens in Wallonie moeten liggen, en zo Vlaams bestuurd worden als Brussel Frans is? En men zou daar jaar na jaar nieuwe Waalse steden willen aan toevoegen ? Hoe zouden de Walen reageren?Zouden ze er niet van wakker liggen?
    En hier stelt zich de grote vraag van 1963 (44jaaar geleden): hoe die helse kringloop doorbreken?

     

    Hoe die infernale kringloop doorbreken

     

    In 1963 werden wij dus opnieuw geconfronteerd met de vraag van verdere uitbreiding met Wemmel, Linkebeek, Bosvoorde, Sint-Genesius-Rode, Wezenbeek-Oppem, Kraainem, Strombeek en Dilbeek.

    Zal dat dan de laatste keer zijn? Hoe konden we daar parlementair een einde aan stellen? Ik zag toen maar drie tactische mogelijkheden.

     

    Drie tactische mogelijkheden

     

    1) Zoveel mogelijk Vlaamse collega’s uit de regeringspartijen verzamelen achter het argument,”geen tweematen en twee gewichten", genoeg is genoeg, wat voor Wallonië geldt moet ook gelden voor Vlaanderen nl “inwijkelingen" moeten zich aanpassen; het land heeft nood aan vaste binnengrenzen om tot rust te komen en om zich 100% te kunnen wijden aan de sociaal-economische zorgen, aan de echte problemen? 
    Als wij aan dezelfde kant van het zeel trekken, kunnen wij wellicht ook onze Waalse collega’s overtuigen, temeer daar ze te dien tijde nogal regionalistisch gestemd waren, zeker de socialisten.
    Resultaat: te hoog gegrepen, zeker in regeringskringen.


    2)Vanwege de Fractie, mocht ik aan de eerste minister zeggen, toen hij met ontslag dreigde:als het zo simpel is, om gemeenten bij Brussel te voegen, waarom daar ook niet een paar Waalse gemeenten waar veel Vlamingen wonen (zie kiezerslijsten van toen) aan de Agglomeratie toevoegen?

    Binnen de kortste keer lag hij daar buiten.
    In compensatie liet men dan Dilbeek en Strombeek weg, mede vanwege de antibeweging ter plaatse.


    3)Wij hadden het gevoel: er moet iets gebeuren, maar dan iets met een definitief karakter. Het status quo wordt politiek onhoudbaar, waarom er geen kleine win-win-operatie van maken?
    Ik kende het gebied al even goed als mijn eigen arrondissement. Hoedat? Sinds de verkiezingen van 1946 was ik op het Nat. Partijsecretariaat betrokken bij de Nationale Propaganda en in 1947 stichtend secretaris van de Bond van Gemeente en Provincieraadsleden en kende in iedere Randgemeente voldoende mensen en bevoegde instanties ter plaatse, om mij objectief en zakelijk te helpen bij het invullen van mijn kadasterkaarten.( Waar ik later de naam van "de landmeter" heb verdiend)

     

    Het schandaal van Haren

     

    Ik werd in mijn opzet ten zeerste gesterkt na een grondig bezoek aan de vroegere gemeente Haren die in 1921 bij de stad Brussel werd gevoegd. Ik heb daar toen een heel pak foto’s laten maken van de toestand van de wegen en open rioleringen, ten behoeve van de Taalwetcommissie, om aldus aan te tonen dat de stad Brussel kennelijk niet in staat was,behalve het innen van de belatingen, deze vroegere Vlaamse gemeente ook deftig te onderhouden, maar ze liet verworden tot het meest verwaarloosde dorp in het ganse land.

    Niet alleen mijn kaart, maar ook die foto-collectie heb ik toen voorgelegd aan de parlementaire commissie van Binnelandse zaken, zodat ook minister Gilson daar kennis kon van nemen en laten controleren.
    (Die ganse fotocollectie berust bij het ADVN archief te Antwerpen , alsook een kadasterplan waar alle Franstaligelagere aan de binnenraad zijn aangeduid, om te bewijzen dat meestal alle buitenrand bewoners binnen de wettelijke 4 klm over zulke school besckikken, alsof ze opzettelijk zo ingeplant werden.)
    Ik dacht als wij zo de binnengrens onderzoeken, waarom niet ruilen met enkele zware villa-wijken en die bij een Brusselse gemeente voegen? Ik ging er mede van uit dat, voor de betrokken gemeenten dit veel erger is dan in hun geheel overgeheveld te worden. Maar het was tegelijk  een signaal, voor de betrokkene en andere Vlaamse randgemeenten, om in de toekomst wat voorzichtiger en weerbaarder op te treden?

    Moeilijk? Niet moeilijker dan langs de taalgrens?

    Nazorgen?
    Geen vergelijking mogelijk met wat de Faciliteiten als nazorgen hebben teweeggebracht ?
     


     
    Een verkaveling was .daarbij m.i. een operatie die niet voor herhaling vatbaar was, dus was de kans groot om als definitieve regeling  aanvaard te worden, wat men niet kan zeggen van een aanhechting of een faciliteitenoplossing?

    Ik hoop dat de toekomst mij ongelijk geeft.

     

    Dat verkaveling in de Commissie geen kans zou gehad hebben, daar ben ik niet zeker van; de kaart van Sacré laat m.i. toch het tegenovergestelde vermoeden?

     

     

    27-04-2007 om 00:00 geschreven door jan verroken  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (2 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    20-04-2007
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Toen gaf ik mijn ontslag als Fraktievoorzitter van de Vlaamse CVP

    Toen gaf ik mijn ontslag als Fractievoorzitter van de Vlaamse CVP

     

    1968-1971, d.w.z. bijna 40 jaar geleden. Wij zijn met onze verhalen nog altijd niet verder dan de regering Eyskens.

     S
    indsdien zijn er veel “ondenkbaarheden” van toen, “vanzelfsprekendheden” van nu geworden en omgekeerd.

     

     

    Een grote groep in het Parlement zat toen nog vol met unitaire en centralistische reflexen, Het regionale bewustzijn zat nog in zijn kinderschoenen.

     

    De Taalgrens lag vast bij wet en dit was ook het geval voor de grens van de Brusselse Agglomeratie.

     

    Door de Taalwet was het franskiljonisme in het Vlaamse landsgedeelte buiten de wet gesteld meer dat velen konden zien of vermoeden. Immers niemand kon in dit Land nog een functie bekomen in eenderwelke administratie (lokale, gewestelijke en centrale tot en met de buitendiensten van Buitenlandse zaken) die bevoegd was over een uit Vlaanderen afkomstig dossier, wanneer hij niet kon aantonen dat hij de vereiste studies in het Nederlands had gedaan, En dat gold voortaan ook op het vlak van de centrale administratie, waar “de taalrollen, de karikatuur van het billijk evenwicht en de dubieuze taalkennis” werd vervangen door, “taalkaders op basis van de taal van het diploma en de automatische nietigheid van elke functie die niet beantwoorde aan die gestelde voorwaarden.

    Gevolg: gedaan met het eeuwig ruziën over achteruitstellingen en eindelijk het definitief bevorderen van het Nederlands als enige officiële taal van het Vlaamse landsgedeelte met inbegrip van alle Vlaamse faciliteitengemeenten . Ook in deze kan niemand een benoemde functie bekleden zonder Vlaams diploma.

    In al de Vlaamse faciliteitengemeenten zijn de faciliteitenscholen Vlaamse scholen lijk die in Wallonië Franse scholen zijn, wier opdracht het is aan de anderstalige kinderen de streektaal aan te leren, en wel zo dat ze in staat zouden zijn het voortgezet onderwijs in de streektaal te volgen.

     

    Verontschuldig mij indien in zekere herhaling val met vroeger, maar ik moet dagelijks nog vaststellen dat zeer velen nog praten in termen van de wet van 1932, en die verwarring was nog 100 maal groter ten tijde van de regering Eyskens en zeker als het ging over het Bezonder Arrondissement. Deze verwarring bestond ook bij de Vlamingen.

     

    Iets meer twee Bezondere Arrondissementen

     

    Er werden in de marge van de Taalwet, twee bezondere arrondissementen opgericht nl een voor de Rand en een voor Komen-Moeskroen . Een van de redenen hiervoor was om in noord en zuid de gewestelijke diensten absoluut eentalig te maken, dus geen faciliteitengemeenten in een eentalig arrondissement, dan maar een arrondissement ad hoc .

     

     Ik heb daar schuld noch verdienste aan, maar ik heb nog nooit iemand horen beweren dat Komen-Moeskroen niet ondubbelzinnig zou behoren tot het Waalse Landsgedeelte omwille van het bestaan van zijn specifiek arrondissement, zoals dit wel eens geprobeerd werd met dat van de Rand?

     Men heeft daar ook nooit verwezen naar de herkomst van de bevolking, niettegenstaande Moeskroen in één mensenleeftijd vervierdubbelde van bevolking door inwijking van louter Vlaamse mensen? In een oorspronkelijk Franstalige gemeente geld sinds 1830 de enige regel: aanpassen, integreren, geen Vlaamse scholen, ook niet als het wettelijk nog moest. Geen sprake hiervan nog bij de Kerk noch bij de Staat.

     

    “Pour les Flamands la meme chose”, aan Walen kunt ge dat nog kwijt, als wij voor het Vlaamse Land een gelijkaardige regeling vragen,daar wij het niet billijk vinden telkens er in dit land met twee maten en twee gewichten gewerkt wordt.

    Maar de franskiljons onder de francofonen liggen de zaken wat moeilijker, zij willen telkens weer hun superioriteit uit het koloniaaltijdperk omzetten in privileges. Francofoon,Waal en franskiljon, dit zijn nuances die wij al te dikwijls vergeten .

     

    Daar waren nog andere verwarringen

     

     En dat was nog maar een van de grote verwarringen naast andere tijdens de regering Eyskens, wier formele opdracht erin bestond, naast het centraal bestuur van het Land, het economisch beleid te decentraliseren.

    Ik zeg wel decentraliseren en niet deconcentreren nl geen verspreiding van centrale diensten, maar van beslissingsbevoegdheden naar gewestelijke instanties .

    Bij het tot stand komen van de constituante 1965 waren de CVP en de SOC van de Ronde tafel akkoord dat elke decentralisatie moest gebeuren naar een heel-Vlaamse instantie, bevoegd voor het ganse Taalgebied met dezelfde grenzen, de ganse Regio d.w.z. niet naar de Provincies die o.a. onvoldoende weerstand zouden kunnen bieden aan eventuele recuperatiepogingen door de nog talrijke unitaristen.

     

    En zulks werd daar meer dan medebepleit door Jos De Saeger, die tot dan toe eerder provinciaal dacht; maar thans tot een ander besluit gekomen was. (Nadat we samen een discrete studieronde hadden gemaakt bij de vijf Vlaamse Deputaties en bij deze vooral genoten hadden van de goede wijnen in Gent en de prima keuken van Antwerpen; maar over die studiereis wellicht een andere keer) Als er moest gekozen worden, dan nog liever de Provincies ( met name de Provincieraden en Deputaties, maar niet Gouverneur en het administratief toezicht en beroeps instantie) afschaffen en vervangen door bovengemeentelijke federaties en agglomeraties. (Zie politie, huisvuil, brandweer enz).

    Dan werd de Provincie als bestuurslaag een laag teveel.

     

    Ondertussen was er veel politiek water door het Land gespoeld en toen Eyskens aan de beurt kwam lagen alle oude opties naast nog vele andere  opnieuw op tafel.

    Al bij al, gezien de communautaire samenstelling van de regering, gezien het bestaan van de Commissie van de 28 en de Commissie Brussel waren we eerder voorzichtig optimist, vooral daar ook de oppositie erbij betrokken was en eerder positief meewerkte.

     

    Maar plotseling ging alles veel sneller dan verwacht.

     

    Reeds in juni 1967, die is zona binnen het jaar werden wij in openbare zitting geconfronteerd met de behandeling van een wetsontwerp betrffende de organisatie van de Gewestelijke Economische Raden nl:

     

    1)een ERV, de Economische Raad voor Vlaanderen, met als grondgebied alle met name genoemde Vlaamse Provincies plus de Arrondissementen Leuven, Halle en Vilvoorde

     

    2) een CEW,voor Wallonië bestaande uit alle Waalse Provincies plus het Arrondissement Nijvel.

     

    3) een Economisch Bureau Brussel,Hoofdstedelijk Gebied d.i.voor de Agglomeratie.

     

    4) een ERB voor Brabant ,nl voor gans de Provincie Brabant. De laatst genoemde Raad zal als leden tellen 32 voor de Agglomeratie, 12 voor het Vlaamse gebied en 12 voor het Franstalig gebied .

     

    5) Die Raden zullen adviezen formuleren en op basis hiervan zal de centrale overheid beslissen.

     

    Wel Beste Lezer, speel nu zelf eens Volksvertegenwoordiger en beoordeel de vijf punten eerst eens zelf, voor gij verder leest.

     En---???

    Ik zie sommigen mij al bevragend aankijken:”Ge gaat toch weer niet moeilijk doen zeker? Wat is er nu weer verkeerd?”.

     

    Laten wij nu eens samen kijken

     

    1) Het Bezonder Arrondissement wordt niet vernoemd bij de samenstelling van de Vlaamse Economische Raad ? Is dit een vergetelheid ? Dan is dit gauw rechtgezet? Of is dit gewild?

     

    2) Dit gaat over Wallonië. Het is aan de Walen hierover te oordelen niet aan ons.

     

    3)Eén Economisch Adviesbureau voor de ganse Agglomeratie ? Ziet er mij verantwoord uit.

     

    4) Met wat voorgaat is het ganse grondgebied al betrokken, heel Vlaanderen ,heel Wallonie en het ganse hoofdstedelijk gebied. Waarom daar bovenop nog een Economische Raad voor Brabant? Waarom is dat nog nodig? Wat zit daar achter? Is dit geen zinloze overlapping?   O.a. dat hetn Brusselse Franskiljonisme zich absoluut met een stuk van het Vlaamse landsgedeelte wil blijven bemoeien?

     

     A) die zetelverdeling? 32 Brusselaars voor zowat 1.000.000 inwoners 12 Vlamingen voor zowat 800.000 inwoners en 12 Walen voor zowat 200.000 inwoners.

    En hoeveel Vlamingen zullen er onder de Brusselaars zijn? Zijn dit gewettigde vragen ?

    B)En waar zal de zetel en de Administratie van de ERB gevestigd zijn? Natuurlijk te Brussel? Het wordt dus een tweetalige gewestelijke dienst op basis van individueel Tweetalig personeel?Of zal men alle Economische Raden samen nemen als een dienst die het ganse Land omvat, dan moet het op basis van voor individueel eentalige, mits taalkaders. Dit alles heeft toch belang voor de gewaarborgde aanwezigheid van Vlaamse mensen bij het Personeel? Wij moeten er toch op letten, dat men niet nog eens aan onze mensen de kaas van tussen hun boterham laat nemen?

     

    5) Er is hier dus nog geen sprake van decentralisatie; maar dat zal wel volgen bij de grondwetherziening?

     

    Gij nu, zijn onze vragen redelijk?

     

    Meer dan 50 amendementen, om de teksten te wijzigen;

     

    Ik heb natuurlijk alleen de titels en de gebieds- omschrijvingen gegeven. De teksten zelf zullen ook nog vragen opgeroepen hebben? Resultaat ,meer dan 50 amendendementen. Alvorens de bespreking hiervan aan te vangen,vraagt Meyers een schorsing van een half uur om de Frakties toe te laten hun standpunt te bepalen tegenover de vraag van de regering, dat de regeringspartijen al hun amendementen terug te trekken.

    Vanuit de Vlaamse CVP waren er een paar nl het later beruchte amendement Lindemans a) toevoeging bij punt 1) van het Bezonder Arrondissement(Rand) bij de Vlaamse Economische Raad en bij 4) het eisen van de pariteit tussen Vlaamse en Francofone leden.

    Het laatste punt werd door de regering aanvaard, maar niet het letterlijk toevoegen van de Rand. Waarom?

    De socialisten zouden daar niet mee instemmen? Wel zou de Eerste Minister mondeling verklaren, dat de rand tot het Vlaamse Landsgedeelte behoorde.

    Op dat ogenblik was de bevoegde Commissie nog bijeen,de onderbreking duurde meer dan drie uur i.p.v.een half uur, en ik kreeg de toelating van de Fraktie om hier nog een poging te doen.

    Binnen de korste keer was de ganse commissie bereid om de toevoeging wel te doen, Ook de Socialisten namen aan dat het over een onopzettelijke vergetelijkheid moest gaan, immers de Rand werd nergens bij vernoemd, ook niet bij de Agglomeratie,

     .Van Minister Terwagne stamde het gezegde”Ze hangen ergens in de lucht”

    Maar ik kon Eyskens bij mijn terugkeer niet overtuigen . Ik had hem bij mijn terugkeer eventjes bij Collard gezien en hij bevestigde dat de Socialisten zich bleven verzetten dat er voor ons een uitzondering zou gemaakt worden; De meerderheid van de Fraktie knikte genoegen te nemen met een verklaring van de Eerste Minister, die volgens mij,op langen termijn, geen enkele bindende waarde had. Het staat niet in de wet, maar de Eerste Ministerheeft gezegd dat het toch is alsof?

    Mijn reactie:jongens ik zal in de zaal niet tussenkomen, ik zal ook niet tegenstemmen. Ik neem onmiddellijk mijn spullen bijeen en vertrek stillekes naar huis. Mijn plaats als Fraktievoorzitter is beschikbaar.

    Achteraf bekeken is dit onnozel wellicht zeer goed gewest voor de Fraktie en voor mijzelf.

     

     

    20-04-2007 om 21:00 geschreven door jan verroken  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 4/5 - (6 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    12-04-2007
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Nabeschouwingen Leuven Vlaams Een Kantelmoment

    Leuven Vlaams  Nabeschouwingen
    Een kantelmoment in de Belgische geschiedenis?
     

    Het is niet omdat iets in alle geschiedenisboeken staat dat het echt en zo gebeurd is.

     

    Zo staat praktisch in alle studies over de kwestie Leuven o.a. dat in 1963 op Hertoginnedal een compromis gemaakt werd waarbij Leuven Frans te Leuven zou blijven, mits bepaalde voorwaarden beschreven in art.7 en 40 van de taalwet.

     

    Ik heb in een vorige bijdrage al gesteld, dat dit probleem in Hertoginnedal niet eens werd besproken, maar de vrucht zijn van een CVP/PSC akkoord, waar precies het omgekeerde werd besloten en waaraan de volgende personen hebben aan meegewerkt:

    aan CVPzijde mgr Philips, Fernand Lefere, Jan Verroken en aan PSCzijde Harmel, de Stexhe, en le Hodey.

     In die vorige bijdrage heb ik er ook al op gewezen dat Harmel wat later aankwam en voortijdig weer vertrokken is .

    Lees dat hij wellicht moeite had met het verloop van de bespreking en de handen wilde vrij houden?

    Zo heb ik later, in het geval Harmel wel moeten vaststellen dat hij vierkant tegen de overheveling was, dus wellicht als een vrij man de bespreking wou verlaten? Hij was dan ook geen getuige van de voorafgaande verklaring van le Hodey waarbij deze verklaarde dat wij hoogstens een overgangsformule moesten vinden, in afwachting dat Leuven Frans zou kunnen verhuizen naar gronden in het kanton Nijvel.

    Het ging om gronden van een kanunnik, waarvan ik de naam spijtig genoeg vergeten ben . Die gronden lagen wel delicaat in de achtertuin van de ULB en mede daarom eiste hij een absolute zwijgverbintenis. Zou het kunnen dat de Stexhe de inleiding van le Hodey niet gehoord heeft?

     Daarbij komt dat de Wet van 1911, pas in april 1965 gedeeltelijk zou gewijzigd worden,zodat we wel een overgangsformule moesten vinden.

     

    Maar we bleven in de mist

     

    De H. Philippe le Hodey zou echter in 1966 overlijden ,maar werd bij de PSC vervangen door zijn weduwe . Dit zou het mij op een bepaald mogelijk maken, de averechtse interpretatie die men aan de beide artikels trachten te geven in aanwezigheid van de Rector Magnificus Deschamps te betwisten , waarbij ik de bevestiging kreeg Mevrouw le Hodey.

    Hoewel ik daar naar buiten niets kon mee doen, (zie het waarom in mijn vorig bericht terzake) was dit voor mij een grote morele steun.

    Maar ondertussen bleven alle geschiedschrijvers schrijven dat wij met de eis van de overheveling van Leuven Frans een vroegere verbintenis zouden verbroken hebben. Zelfs in de magistrale studie van Todts en Jonckheere wordt het ter goedertrouw zo gedrukt? En zo wordt het door alle anderen gedrukt en herdrukt, waar moest staan dat bewuste wetteksten gesteld waren in het perspectief van de overheveling En wel zo dat na de verhuis er niets moest gewijzigd worden aan de taalwet, daar niets gewijzigd werd aan het Vlaams statuut van de Stad Leuven.

     

    Een onverwacht getuigenis over de houding van

    Philippe le Hodey.

     

    Pas in 1987 kan men publiek vernemen dat Philippe le Hodey al in 1963 (jaar van Hertoginnedal) een echt voorstaander was van de overheveling, nl uit een “document témoignage” van Woitrin, dat verscheen onder de titel:”Louvain-la-Neuve. Le grand dessein”, Duculot, p.54 en hernomen in “L’AFFAIRE DE LOUVAIN” van Christian Laporte, die vertelt (p.126/127) over een memorabele vergadering in de residentie Lambermont bij de Eerste Minster, toen nog Lefèvre, in aanwezigheid van de Mgr. Descamps en Woitrin alsook Houben en le Hodey.

    Daar zou de Eerste minister tegenover le Hodey beweerd hebben dat een overheveling gelijk zou zijn met de ontmanteling van de ganse Universiteit en met het einde van België. Toen Woitrin de thesis van le Hodey meende te kunnen steunen met te verwijzen naar het voorbeeld van de Jezuïeten, reageerde hij dat deze nu niet precies het na te volgen voorbeeld was . De auteur gaat verder met te verwijzen naar de vele vergaderingen die volgden ten huize van le Hodey in de Avenue Franklin, waar Lefèvre de belgo-Belgische thesis Louvain a Louvain verdedigde. En het verhaal gaat nog verder (Noteer wij zijn nog maar in 1963) dat er toen van langs om meer francofone voorstaanders waren voor een inplanting in Wallonië, waaronder Oleffe en die zich geen illusies maakten over een behoud te Leuven.

    Het is mijn overtuiging (maar men kan daar niets mee kopen) dat al de daaropvolgende miserie te vermijden was, indien de staatslieden een andere houding hadden aangenomen of er zich niet gemoeid hadden, het parlement, de echte wetgevende macht, zijn ding hadden laten voortzetten, zonder de usurperende tussenkomst van de uitvoerende macht.

    Ik ben natuurlijk akkoord om deze hypothese onmiddellijk weer te verlaten en terug te keren naar de feiten.

     

    Uiteindelijk is de beslissing toch gevallen via de Politiek.

     

    Uiteindelijk is de beslissing dan toch gevallen via de politiek, nadat alle andere instanties, die een zijweg wilden inslaan, met hun kop tegen een muur waren gelopen.

     De definitieve ontnuchtering kwam m.i. na en door de verkiezingsuitslag? De drie traditionele partijen kwamen er ontluisterd uit? En dit was ook het geval voor alle groeperingen die van Leuven Frans te Leuven en van het andermaal het (hun) bedreigde Vaderland een politiek strijdros hadden gemaakt?

     

    En dit alles gebeurde naar aanleiding van, en niet ter oorzake van, een interpellatie die aan de regering wat  vroeg?

    -Niet dat zij zou aanvaarden mee te werken aan de uitvoering van een oude Koninklijke belofte van gelijkheid in rechte en in feite d.d. 1918 ???

    -Niet dat ze, nadat wij Vlamingen waren ingegaan op de Waalse eis van de homogeniteit van het Waalse grondgebied mits de regel: pour les Flamands la meme chose .

    Noteer dat homogeniteit voor Wallonie betekende het verbod van Vlaamse lagere scholen voor de kinderen van de 30000 duizend ingeweken Vlamingen rond Charleroi, verbod van een faciliteitenschooltje in Komen , verbod van Nederlandstalig M.O. te Moeskroen, stad die tijdens een mensenleeftijd vervierdubbelde van bevolking ,ingevolge louter inwijking uit Vlaanderen

    - Wij vroegen de regering zelfs niet dat ze willen toegeven  dat Wallonië nooit het handhaven van een Vlaamse universiteit aldaar zou aanvaard hebben, én dat het daarom billijk was dat wederkerigheid zou gelden ???

    Wij vroegen alleen dat zij het parlement zich hierover zou laten uitspreken én dat ze zich naar die uitspraak zou schikken.

     

    Zij kende de inhoud van het wetsvoorstel dat wij namens de Fraktie in 1966 hadden neergelegd? Met name dat de overheveling op staatskosten zou kunnen gebeuren ten vroegste vanaf 1968 en zou kunnen gespreid worden over een termijn van 10jaar. En verder dat zij ook zou instaan voor de middelen tot oprichting van een Vrije Vlaamse Universiteit te Brussel ?

    Gezien in de achteruitkijkspiegel van de tijd, wat was daar zo verkeerd aan?

     

    Maar daar zijn o.a. ook tal van neven effecten, al was het maar de onmiddellijke of de daarop volgende splitsing van de traditionele partijen , meestal op francofoon initiatrief met alle gevolgen vandien , die moeilijk te overschatten zijn . M.i. negatief bedoeld  maar hoofdzakelijk met positieve gevolgen verlopen op zeer veel gebieden ?

    Maar dat is dan weer een ander boeiend verhaal .

     

    Mag ik stellen : een kantelmoment ten goede in de belgische en communautaire geschiedenis ???

     

    En uiteindelijk tevreden dat ik er bij was.

     

     

     

     

     

     

     

     

    .

     

    12-04-2007 om 00:00 geschreven door jan verroken  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (1 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    03-04-2007
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Einde goed Alles goed Twee nieuwe Vlaamse Universiteiten

     

          Einde goed    Alles goed

          Twee nieuwe Vlaamse
              Universiteiten

    Dit bericht werd grondig aangevuld en gewijzigd

     

    Eindelijk, zoals geeist en beloofd, werd op 15 september, door Leuven Frans

    het nieuwe expantieplan aan de regering overgemaakt.


    De mededeling klonk als volgt:
     

     “Antwoord van de Academische Raad van de Franstalige sectie van de Katholieke Universiteit van Leuven aan de Regering ( dus toch politiek )

    En het klonk verder als volgt: De evolutie van de recente politiek, en meer speciaal de beslissingen die genomen werden door de Regering, die door deze verkiezingen is ontstaan, leiden ons naar een  onteigening van de Franstalige sectie van de Katholieke Universiteit van Leuven.

    En verder werd in hetzelfde dokument betoogd, dat Franstalige sectie het recht had om in Leuven te blijven, maar de politieke beslissing die haar wordt opgedrongen miskent dit recht.

    En het dokument besluit dat de overheveling door de politiek beslist werd,  de toekomst van Leuven Frans ook door de politiek gewaarborgd moet worden


    Dit was de toon ( In het Frans klonk dit alles nog veel scherper) zij voegden er zakelijk aan toe, dat ze wilden dat de overheveling snel zou verlopen nl binnen de 10 jaar ( Zie ons wetsvoorstel) opdat de wisselwerking tussen de verschillende faculteiten niet zou verloren gaan
    (dus weg met de laatste vorm van de beruchte driehoek en voorkeur voor en complete echte universiteit ?)

    En eindelijk wordt Ottignies ook door hen met naam vernoemd .


    Maar gezien talrijke afscheid- en voorbereiding-problemen, als daar zijn de ontbrekende grondverwervingen, de communicatie-infrastructuur, de urbanisatieplanning enz zal het nog een tijd duren voordat met de feitelijke verhuis kan beginnen, geschat begin 1972 .

    Geraamde kostprijs: 17 miljard, d.i. zowat de het bedrag dat geraamd werd voor de realisatie van de totale universitaire expansie .


    Achteraf zal blijken dat deze raming een zakelijk
    e raming geweest is .

     

    En de Vlamingen ?

     

    Over de medewerking van de Vlaamse Ministers hebben ze nooit geklaagd of kunnen klagen.
    Naast de 200 voorziene  hectaren, waarover ze al konden beschikken, worden er nog 600 bijkomende hectaren aangeworven met de hulp van Minister De Saeger, zodat ze in en om Ottignies over niet minder dan 80O hectaren kunnen beschikken? Dat is vier maal meer dan de oppervlakte die in het Leuvense bezet werd door Leuven Vlaams en Frans samen?


    Terzelfder tijd werden de militaire oefenvelden van Etterbeek toegekend aan de Brusselse universiteit .

    Vroeger dan verwacht nl op 1 februari 1971, zal Koning   de eerste steen mogen leggen van een nieuwe Waalse stad

     

    Een nieuwe Waalse Stad

    .

    Volgens Christian Laporte in zijn “L’Affaire de Louvain”,werd in Wallonie voor het eerst, sinds de stichting van Charleroi in 1666”, een nieuwe stad gesticht, Louvain- la- Neuve cette ville nouvelle que l’on peut considérer, aujourd’hui, comme le veritable grand projet wallon de l’apres guerre, in ’t Vlaams: een nieuwe Waalse stad, die men vandaag kan beschouwen als het waarachtig groot Waals project van na de oorlog .( dit alles willens nillens en dank aan de loyale en royale hulp van de Vlamingen).


    Als alles achter de rug is, zal zelfs Massaux moeten toegeven, tegenover dezelfde Laporte, dat wat men niet van andere ministers kan zeggen, dat vooral De Saeger en Bertrand alles gedaan hebben om hen zo gauw mogelijk uit Leuven weg te krijgen, maar ook steeds aandacht hadden voor hun vragen en problemen, zelfs tegen de goesting van sommige Walen.

    Tussen 6 julie 1968 en de definitieve overheveling is er veel gebeurd en dikwijls werd gevreesd dat “UCL ne meure dans l’ambulance”, dat Leuven Frans zou sterven in de ambulance,  tussen Leuven en Louvan-la-Neuve
    .

    Volgens dezelfde bronnen, mag men ook VDB niet vergeten, die sinds 68 bestendig in de weer was, tijdens de zeer onstabiele regering Eyskens, om de belangen van de riskante overheveling veilig te stellen.


    Ons persoonlijk bezoek aan  Louvain-la-Neuve.

     

    Jaren later, toen alles achter de rug was, werd ik eens uitgenodigd door ik weet niet welke TV om, samen met andere ook Vlaamse mededaders, een bezoek brengen aan Louvain-la-Neuve. Daar genoot ik de eer, de enige te zijn aan wie Mgr. Massaux de hand weigerde, wegens mijn zonde tegen de Geest die ik ooit bedreven had, waarvoor geen vergiffenis bestaat. Eigenlijk vond ik dit wel vervelend maar ik kon er ook begrip voor opbrengen .

     

    Weer moet ik te rade bij de auteur Christian Laporte, die erbij was maar het incident verzwijgt; wel onderlijnt hij dat specifiek Massaux en Verroken afzonderlijk akkoord waren over de onvermoeibare inzet van VDB opdat de overheveling zou lukken.

    Hij voegt er zelfs aan toe dat hij me toen gevraagd heeft wie uiteindelijk de knoop heeft doorgehakt en aldus de eigenlijke vader is van Louvain-la-Neuve ?

    Waarop ik toen zou geantwoord hebben: dat VDB de coalitie heeft tot stand gebracht die de ganse operatie heeft gelanceerd, dat VDB het kind heeft verwekt, en dat Eyskens vader het heeft groot gebracht.
    Op de vraag wat ik zou denken van een boulevard Verroken aldaar, zou ik geantwoord hebben dat mijn voorkeur ging naar een boulevard VDB en een boulevard Eyskens en eventueel naar een “cul de sac”, een zakstraatje Verroken

     

    Wat ik er zelf over denk?

     

    Wat ik er zelf over denk?
    A) Dat men velen onrecht zou aandoen door het bij voornoemde namen te laten en dat nog vele anderen een grote rol hebben gespeeld.
    B) dat men niet mag vergeten dat het tot stand komen van Louvain-la-Neuve alleen maar een neveneffect is van de strijd voor Leuven Vlaams en dat ik het doodjammer vind dat al die grote geesten van toen, bij gebrek aan visie, niet onmiddellijk alles in het werk gezet hebben om er een win-win operatie van te maken. .

    Mijn eindconclusie wil ik behouden voor mijn volgende en laatste bericht.

     

    De operatie is niet af zonder eigen rechtspersoolijkheid

     

    Om de operatie Leuven Vlaams volledig te maken, volstond het niet te splitsen en Leuven Frans in eigen taalgebied te vestigen. Ook voor Brussel kon zeker niet langer de ontdubbeling volstaan, zelfs de splitsing niet, zonder eigen rechts persoonlijkheid en hiermee zal niet lang getreuzeld worden .


    Op 1juli 1970 stond de wet al in het staatsblad en was zij van toepassing, met terugwerkende kracht vanaf oktober 1969. Ook de toelagen zouden van nu aan afzonderlijk aan de vier Universiteiten en daarmee waren ook alle onderlinge ruzies over de verdeling van de centen uit de weg..

    Prof. A.Gerlo werd de eerste rector van de VUB, de eerste Vlaamse universiteit te Brussel
    Prof. P. De Somer werd de eerste Rector van de KUL,de eerste Vlaamse Universiteit te Leuven.


    En hier klopt er iets niet in het verhaal van Oud-minister Willy De Clercq: vanaf het allereerste ogenblik was het er ons niet om te doen om louter twee katholieke universiteiten, maar tevens om ook om de splitsing van ULB en de onafhankelijkheid van de VUB .

    En het is ten slotte nog gelukt ook .
    Op dezelfde dag met dezelfde terugwerkende kracht verwierf de VUB rechtspersoonlijkheid en werden voortaan ook te Brussel de subsidies aan die beide universiteiten afzonderlijk uitbetaald.


    En zo komen wij aan het einde van ons feitenverhaal over het de stichting van vier universiteiten, waaronder twee nieuwe en volwaardige Vlaamse Universiteiten naast Gent, om van Antwerpen nog te zwijgen?
    Voeg daarbij de kandidaturen van Kortrijk en Diepenbeek .

    Na het vastleggen van de "geografische"
    naar een totale afbouw van de "sociale" taalgrens

    Van universitaire expansie gesproken ?

    Objektief :vorming van een eigen Vlaamse elite om de laatste Francofonen in Vlaanderen, de sociale taalgrens. op alle leidende posten te vervangen door Vlamingen, door verantwoordelijken waar ook de gewone Vlaamse mensen kunnen mee praten en omgekeerd.
    Daarom ook demokratisatie van het hoger onderwijs ,toegankelijk maken voor zoveel mogelijk talenten onder de een voudige Vlaamse mensen.

     Wij wilden Vlaamse advokaten Vlaamse rechters, Vlaamse Ingenieurs,Vlaamse ondernemers, Vlaamse geleerden,Vlaamse dokters enz, enz vormen ter bemanning van een Vlaamse administatie, Vlaamse rechtbankenen ,Vlaamse ambssades en Consulaten,Allemaal zaken die wij thansen laatst en niet minder voor de bemanning van het bedrijfsleven.

    Allemaal doodnormaal vinden nu, maar toen nog in volle opbouw of onbestaande ?

    Gedaan met het koloniaal stelsel dat men in 1830 voor Vlaanderen had bedacht waarbij men in Belgie niets kon worden, ook in Vlaanderen niet, zonder de kennis van het frans én, straffer nog, dat men in dit Land van ons alles kon worden zonder de kennis van het Vlaams-------ook in Vlaanderen?
    Als dat geen koloniaal stelsel was ?

     

     

     

     

     

     

    03-04-2007 om 00:00 geschreven door jan verroken  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (1 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    28-03-2007
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Het Einde van een Dovemansgesprek Leuven Vlaams Louvain-la-Neuve

     

    Het Einde van een Dovemansgesprek

    Leuven Vlaams  en Louvan-la-Neuve

     

    VDB formateur en Eyskens Eerste Minister

     

    De politieke verantwoordelijken zaten er duizelig op te kijken; ze hadden al die jaren hun wensen verward met de werkelijkheid.

    Ook de Koning was het noorden kwijt. Daarom werd door de Koning eerst een politiek verkenner aangesteld, Graaf Adhémar d’Alcantara, een Vlaamse edelman uit het Meetjesland, gewezen Kabinetschef van Theo Lefèvre en minister van de Middenstand onder VDB, eerder een waarnemer dan een voorman in het politieke gebeuren .

    Na een mislukte poging van Collard zou VDB belast worden met het vormen van een nieuwe regering, die betreffende Leuven een halve draai zou moeten maken, zonder al teveel gezichtsverlies.

    En dat gold ook voor VDB zelf .

    Toen hij helemaal klaar was met zijn regeringakkoord tussen Christen Democraten en Socialisten, inbegrepen het programma, trok hij zich terug achter de schermen en liet de regeringsvorming en het eerstenministerschap over aan Gaston Eyskens .

    Veel Waalse en Brusselse Socialisten ,die al lelijk op hun stoel zaten te wriemelen uit vrees dat ze VDB,die ze zo  zwaar bekampt hadden ,als Eerste Minister zouden moeten aanvaarden ,vielen helemaal van hun stoel toen hij vervangen werd door Eyskens,de man die de geweldadige  staking tegen de Eenheidswet van 1960 had getrotseerd .
    In ieder geval weigerden de Brusselse Socialisten elke deelname aan zijn regering .


    Die regering kreeg het vertrouwen op 25 Juni d.i. na 130 dagen crisis .

     

    Een regering zonder voorgaande en zonder Frigo

     

    Dank aan P.W.Segers werd de grondwetsherziening gered en was het dus een constituante als die van VDB, maar deze keer zonder Frigo .

    En de regering zelf, door Eyskens gevormd, anticipeerde al op een mogelijke regionalisatie.

     

    Er waren twee Ministers van Onderwijs: Piet Vermeylen en Abel Dubois .

    Er waren twee Ministers van Cultuur: Frans Van Mechelen en Albert Parisis .

    Er waren twee Ministers van Regionale Expansie: André Vlerick en Fernand Delmotte .

     Er waren twee Ministers van Communautaire Relaties: Leo Tindemans en Freddy Terwagne, in de wandelgangen T&T genoemd, belast met een zeer explosieve materie .

    Wie het geheel bekeek, kon er niet nevens kijken, daar hing een nieuwe wind in de lucht?

    En de Brusselse Francofonen waren totaal afwezig op één uitzondering na nl Raymond Scheyven ,de vroegere algemene schatbewaarder van de CVP/PSC, Minister van ontwikkelingshulp .


    Ook dat was uniek: een regering zonder Brusselaars ?
     

    En wat zei het programma over Leuven?

     

    En wat stond er in het regeringsprogramma over Leuven? Van ons standpunt uit was het vaag positief .

    Gedaan met alle verantwoordelijkheid en bevoegdheid naar het  Episcopaat te verwijzen en eindelijk erkennen dat het probleem Leuven als subsidieerbare vestigingsplaats een politiek probleem was..

     Er was geen sprake meer van “verdubbeling” te Leuven, maar van een "overheveling" naar een plaats in Wallonië die Leuven Frans zelf zou kiezen .

    De tekst in dit laatste geval zag er uit als volgt:
    :

     

    “In het kader van de programmatie opgemaakt door de Franstalige afdeling en in de mate dat de financiële middelen bestaan en gewaarborgd zijn, zal de vestiging van volledige pedagogische eenheden voor de Franstalige afdeling op de nieuwe plaatsen welke zij gekozen heeft onmiddellijk een aanvang nemen teneinde er zoveel mogelijk studenten te kunnen opnemen .”

     

    Die tekst werd door ons, en vele anderen met ons, gelezen en herlezen, gewikt en gewogen. Ieder woord werd omgekeerd om te zien als er geen slakken onder zaten? Wat stak er achter? Waarom zo duister als zij echt akkoord waren? En uiteindelijk, waarom niet zeggen “alle faculteiten” i.p.v. dat nieuw en ongebruikelijk woord van “van volledige pedagogische eenheden”? Dus niet allemaal? En andere die te Leuven blijven? Dus nog altijd hopen op de driehoek van Woitrin? Of het akkoord was nog niet 100% af ? Of men wilde Leuven Frans nog de mogelijkheid geven om zelf een laatste kleine geste te doen?

     

    ???????????????????


    Vooral prof. Derine, jurist en Voorzitter van de Leuvense Vereniging van Vlaamse Professoren,werd werd dit een breekpunt.

     

     Hij werd pas op 31 maart,voor het eerst verkozen als Volksvertegenwoordiger voor Antwerpen. Hij vreesde voor een valstrik. En daar zou hij niet intrappen. Op 13 juni, daags na het aanvaardingscongres van de CVP, gaf hij zijn ontslag.

    Hij zou dus nooit deelnemen aan het parlementair debat?

    Wat ik persoonlijk een zeer spijtige zaak vond .

     

    Toch weer Voorzitter van de Fraktie .

     

    Het verlies van zes goede collega’s die in die moeilijke dagen van de interpellatie stand hadden gehouden, lag mij zwaar op de maag, temeer dat ik het had zien aankomen toen men het probleem Leuven uit de kiesstrijd haalde om VDB niet te schaden .

    Ik wou evenmin schade berokkenen aan VDB, maar de manier waarop lag mij niet .

    Na de verkiezingen bleek ten andere dat ik niet alleen stond met die visie.

    Anderzijds had ik zo een dankbaar respect overgehouden voor al de leden van de Fraktie; die hadden bewezen geen marionetten te zijn, maar echte Volksvertegenwoordigers, dat ik zomaar ja zei voor een nieuwe termijn.

     

    En Eyskens ?

     

    Ik was echter geen klein beetje nieuwsgierig hoe dat Eyskens het er zou vanaf brengen .

    Zijn regeringsploeg zag er goed uit, maar dat kon ook een goed schild zijn in geval van koerswijzigingen ?

    In de twee laatste jaren hadden wij hem nauwelijks gehoord of gezien, niet gehoord in de zaak Leuven, niet gezien in de Fraktie .

     Jawel, als het kalf al verdronken was, na de val van de regering, haalde hij een groots plan boven met Hamme-Mille, de dichtst bijliggende gemeente in Wallonië, als vestigingsplaats voor Leuven Frans. Gelukkig “to late” om nog verwarring te kunnen stichten .
    En daarmee konden velen vrezen dat alle andere plannen voor hem maar tweede keuze waren?

    Voor mij was hij iemand met een scherpe geest (maar dat was geen persoonlijke vondst) des te gevaarlijker; meer nog, een monkelende sfinx.

     Ik wist al van hem van voor de oorlog, toen hij medewerker was van “Nieuw Vlaanderen”, een tijdschrift dat onder leiding stond van een van mijn besonderste professoren H.J. van de Wyer en dat door al zijn studenten min of meer gelezen werd. Dit gold toen ook ook voor de bijdragen van Eyskens .

    De redactie van “Nieuw Vlaanderen” was een club die toen al ijverde voor de volstrekte eentaligheid van Vlaanderen en zelfs voor Federalisme.
    (Noteer dat de Vlaams Nationalisten daar toen fel tegen waren en zulks gebald wisten samen te vatten in de slogan "Belgieske niekske").

    Ik studeerde nog te Leuven toen hij, in 1939 voor het eerst kandidaat was voor de Kamer . Een groot deel van de studenten voelde zich hierbij betrokken en wij waren nieuwsgierig blij met zijn verkiezing .

    Dus, onze standpunten konden hem niet vreemd zijn? Maar dat was al zo lang geleden ?

     

    Eyskens was tot hiertoe voor mij de Eerste Minister van  korte regeringen en de grote gebeurtenissen, dus hij kon het .

    Deze regering zou hij,voor het eerst, tot het einde toe uitmaken. En het was zeker niet de slechtste .

     

    Maar het definitief keerpunt en de ontknoping zou elders vallen, op 6 juli 1968


    Het definiteif keerpunt zou elders vallen. Of was dit het gevolg van een taktische overeenkomst tussen VDB en de Veruimde inrichtende macht om er uiteindelijk toch nog Leuven erbij te kunnen betrekken ? 

    Zoals later ook zal blijken uit het getuigenis van Simon. P. Nothomb, in een uitzending van de reeks Histories door de VRT, was één van de grote hinderpalen voor de oplossing, de financiële . Men wou zich gewaarborgd en zeer ruim laten betalen .


    De man die (of met wie men) uiteindelijk het dispuut deed kantelen, was blijkbaar André Oleffe, lange tijd, betreffend Leuven, de Waalse tegenpool, van “de”man van het ACV, Gust Cool.

    Als voorzitter van de MOC, de Waalse Christelijke Arbeiders beweging, was hij aanvankelijk voorstaander om Leuven Frans naar de streek van Namen te brengen; maar dit moest voor hem vrijwillig kunnen, niet onder dwang. Zo in de stijl van “ik wil wel, maar ik wil niet”.

    Op het kritisch moment was het gezag van deze vrome Waal groot genoeg om de weerstand te doen kantelen en de weg vrij te maken voor een het definitief akkoord voor de overheveling, dat als het ware ten zijnen huize tot stand kwam, op 6 Juli 1968 .

    Dit zou gebeurd zijn op vraag van de Bisschoppen en hun raadgevers.

     

    Waren aanwezig op de beslissende vergadering van 6 Juli 1968:

    August De Schrijver, P. de Stexhe, raadgevers van de Bisschoppen, verder de curatoren Gust Cool en Godeaux, de beide prorectoren Piet De Somer  en E. Masseaux samen met de rector magnificus A. Descamps en de commissaris generaal E. Leemans, de voorzitters van de Academische Raden,Windekens en Houberechts en last but not least, de algemene beheerders G. Declercq en M. Woitrin.

     

    De plaats van de gebeurtenis: de Livornostraat 22, dit was  het adres van de zetel van de Bankcommissie, waarvan André Oleffe lid was en zijn bureel had .

     

    Tegen 15 September zou Leuven Frans zijn  nieuw Expansieplan bekend maken; Deze keer in Ottignies

     

    Voor Masseaux wordt dit alles “een onteigening om reden van openbare rust”Of kwam die uitdrukking van de Stexhe ?

     

    Tot zover de woorden, maar wat met de daden ?

    28-03-2007 om 00:00 geschreven door jan verroken  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (3 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    26-03-2007
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De Constituante en de Verkiezingen.

    De constituante en de Verkiezingen

    (Deze berichten gaan niet over het heden, maar over feiten en menialiteiten van 1968,dit is 40 jaar geleden . Intussen hebben woorden, feiten en stukturen o.a. een andere gevoelswaarde gekregen, soms zelfs een andere betekenis?
    Voor de 55plussers hebben ook de namen nog een aanvullende betekenis in het verhaal, voor jongeren kunnen het overbodige woorden zijn?
    Voor de ouderen sluit het hele verhaal aan bij hun herinneringen, voor de jongeren zal het slechts aansluiten bij de geschiedenis en ook dat is nogal verschillend? )



    P.W. Segers kon alleen de Constituante redden
    .

     

    Na de val van de regering, werd P.W.Segers door de Koning belast met een formatieopdracht, om te onderzoeken als het vormen van een nieuwe regering doenbaar was én om, zo mogelijk, een regering te vormen. .

     

    Aan alle hoeken en kanten van het politieke en parapolitieke front regent het verklaringen .


    Tegen de overheveling


    a)De vereniging van de Franstalige professoren te Leuven, Acapsul, voor hen betekent de overheveling het einde van België (nog eens)

     b)In het zog hiervan de PSC(de Franstalige CVP) met de bijkomende afdreiging, dat ze zouden breken met de CVP wanneer deze de overheveling steunt . Een van de luidste afdreigers is mijn latere goede vriend Victor Michel, secretaris van de MOC, de Christelijke Arbeidersbeweging van Wallonië.

    c)Vanaudenhove en de PVV, maar niet meer zo radicaal zwart-wit.  Zijn standpunt blijft wel Katholieker dan dat van de Paus. Hij zal hoe dan ook het standpunt van de Bisschoppen volgen. Als er dan toch verkiezingen van komen, dan wint de PVV geen 20 maar zeker 12 zetels .

    Maar hebben de Bisschoppen nog een standpunt?

    De Bisschop van Brugge zou, hierover ondervraagd door het Guldensporencomité van Brugge, verklaard hebben dat de Academische Raden de bevoegdheid hadden gekregen om te beslissen?

     

    Voor de overheveling

     

    Zeker de parlementaire Frakties van de CVP en de Autonome Vlaamse Vleugel van de Partij .

    De VU

     De Brusselse en de Waalse Socialisten .

     De Vlaamse Socialisten vergeten nooit van er de verdubbeling van de ULB bij te voegen; maar sommige van hun troepen zijn al een stap verder .O.a.Gust Breyne van Ieper en Berten Van Hoorick van Aalst eisen de volledige splitsing van de ULB/VUB en de zelfstandigheid van de VUB

    Het FDF (als ze Lagasse volgen) .

    en het Rassemblement Wallon (met Perin en Moreau )

    Daarnaast hebben de Vlaamse Liberalen Vanderpoorten,

    Grootjans en Poma verklaard dat zij achter het Manifest van de 31staan, dat pleit voor de overheveling ..

     En,het is historisch bewezen, als puntje bij paaltje komt , zal Het Laatste Nieuws ter hulp komen, zwijge van het Willemsfonds en Het Volksbelang en De Nieuwe Gazet.

    Zelfs Gentse  prof. Hans van Werveke, een echte icoon uit het Vlaams Liberale kamp, vervoegde de voorstaanders van de overheveling ?

    Maar wat met het gevaar dat de Francofone Liberalen dan het voorbeeld van de PSC zouden volgen, en met scheuring gaan dreigen ?

    Als men alles goed overziet, zijn de voorstaanders voor de overheveling ruim in de meerderheid ?

    Een rekenkundige meerderheid is echter nog geen politieke

    meerderheid ,zodat men er een regering mee kan vormen ?

    En zelfs het feit dat verenigingen die zich haast nooit politiek moeien, zich thans wel uitspreken, kan daar niets aan veranderen, ook de Koninklijke Vlaamse Academie niet, zelfs niet als ze de gewezen verklaringen van Stijn  Streuvels en Herman Teirlinck erbij halen .

     

    De Vlaamse leden van de Raad van Beheer van de Leuvense Universiteit hebben aan P.W.Segers een memorandum overgemaakt, waarbij zij eisen, dat Leuven Frans niet langer in de stad kan investeren.
    (En daar had Jan Verroken noch schuld noch vedienste aan)
     Noteer ook: Leuven is een gesubsidieerde universiteit en het parlement kan dus voorwaarden stellen, dat ze met alle volledige faculteiten naar Ottignies moet verhuizen om subsidieerbaar te zijn .

    .

     

     

     

     

     Nog eens, ook in de politiek kan men niets zonder de anderen ?


    Men mag dan nog zo handig zijn in het vinden van compromissen als P.W.Segers, daar zijn ook politieke muren die hoog en dik genoeg zijn zodat niemand er over of er door kan .

    Het blijft echter voor altijd zijn grote historische verdienste dat hij de constituante wist te redden, die het aan de regering Eyskens zou mogelijk maken om met de regionalisatie van het Land te beginnen, en om later over te schakelen naar de federalisatie. .

     

    Naar nieuwe verkiezingen en grondwetherziening

     

    Door het herzienbaar verklaren van de grondwet, heeft de Kamer zichzelf ontbonden en de nieuwe verkiezingen werden vastgesteld op 31 maart 1968 .
    En ik zal het blijven herhalen tot aan mijn laatste adem: toen organiseerde de Vlaamse CVP haar eigen onverdiende verlies .

     

    In het oorspronkelijk CVP kiesprogramma stond geen woord over Leuven

     

    Wanneer wij geconfronteerd werden met het ontwerp verkiezingsprogramma, stond daar geen enkel woord in over het probleem Leuven .
    Toen ik zulks vaststelde en vroeg of dit soms geen ongewilde leemte was, kreeg ik van de man, voor wie ik nog steeds een dankbare bewondering heb, P.W.Segers een uitbrander om U tegen te zeggen.
    Tot mijn eigen stomme verbazing,beet ik onmiddelijk en zeer scherp terug met o.a. dat ik niet wist dat wij met het propagandacomité hier samen gekomen waren om de electorale nederlaag van de Partij te organiseren én dat zulke leemte een groot vraagteken zal oproepen én dat zulk een onverklaarbare leemte al onze mensen

    in grote verlegenheid zal brengen,wanneer onze tegenstrevers van zulke leemte dankbaar gebruik zullen  maken om er de meest kwaadaardige uitleg bij te fantaseren.?

    (Dit was voor mij een van de pijnlijkste momenten uit mijn politieke loopbaan ).

    De consternatie in de vergadering was algemeen en iedereen zat erbij met de mond wijd open en zonder één uitzondering steunden alle aanwezigen mijn verweer.

    Het einde van het verhaal was, dat ik samen met Minister Custers volmacht kreeg om een tekst over Leuven en de crisis te schrijven, die zou toegevoegd worden aan het ontworpen verkiezingsprogramma .

     .

    Alles in teken van VDB

     

    Toen de gemoederen wat bekomen waren, kwam de uitleg .
    VDB had geweigerd de PSC met haar aparte lijst voor Brussel te volgen en zou aan de kop staan van een taalgemengde lijst.
    Van Vlaamse kant moest men alles vermijden wat zijn succes kon schaden, want na de verkiezingen zou hij wel eens de man kunnen zijn om alles weer vlot te krijgen .

    Daarom moesten wij alle triomfalisme vermijden en er voor zorgen dat wij zo weinig mogelijk controverses veroorzaakten, die via de pers gesneden brood konden zijn in de handen van de bekampers van VDB.

    Wij waren wel geen triomfalisten , maar wie kan de supporters en propagandisten in de juiste toon houden ?

    Om zo weinig mogelijk risico’s terzake te lopen, zouden wij het probleem Leuven niet al te dik in de verf zetten en moesten wij vooral andere onderwerpen behandelen .(echte problemen )

    Inzake Leuven hadden de mensen niet veel uitleg meer nodig, alle posities waren gekend, en iedereen in het land had hierover al lang zijn keuzes gemaakt.

     

    De kiesstrijd

     

    De richtlijn was verder, dat wij,met uitzondering van een Nationaal verkiezingscongres, in elk arrondissement maar één enkele meeting zouden houden, de rest kon best met manifesten gebeuren .

    Ook in mijn eigen arrondissement bleef het wel bij een enkele meeting, wel opgeluisterd door de aanwezigheid van veel vreemd volk en van de Franse Televisie uit Rijsel .

    Voor het arrondissement St Niklaas was ik de enige spreker met een spreekbeurt in twee delen nl eerst enkele liederen door Martine Bijl, dan een stuk uiteenzetting dan weer Martine dan de rest van de uiteenzetting . En dit alles in de zaal van een hotel “Serwir?”

    Niet voor herhaling vatbaar .


    Aan het tegenfront was het triomfalisme zonder maat noch grenzen . De slagzin waarmee Acapsul ook de PVV ter hulp kwam, klonk als verwacht:Votez Belge Votez Louvain .

    De Socialisten hielden het zakelijk ,over het ganse Land waren ze voor de overheveling van Leuven Frans naar Wallonie en minstens voor de ondubbeling van de ULB tot een ULB/VUB.
    Voor de VU was VDB de boeman en de Vlaamse CVP voor geen haar te te betrouwen .

    In mijn eigen arrondissement was De Croo voor het eerst kandidaat. De uittredende volksvertegenwoordiger was Liban Martens, gewezen secretaris van Amelot .


    Sinds 1830, van Liedts tot en met Liefmans, waren de Liberalen hier van Vlaamsbezorgd tot Vlaamsgezind en cultureel zeer actief met de Teirlinck’s, Raymond Stijns, Nestor de Tière, en de schoonzoon van H Conscience, Gentiel Antheunis

     (de man van “Mijn Vlaanderen heb ik hartelijk lief”.

    Met Amelot  en Beaucarne ,werd het eventjes anders; die mobiliseerden destijds een ganse trein eenvoudige Vlaamse mensen om in Gent te gaan betogen voor Gand Français .

    De slogan van De Croo was toen: “Het Vaderland is in gevaar en het grootste gevaar woont in ons arrondissement” In al mijn ijdelheid dacht ik dat hij mij daarmee bedoelde .

    Bloemen werden neergelegd aan de oorlogsmonumenten en de Brabançonne werd en verkiezingsliedje . De vooraanstaanden spraken, in het Liberaal lokaal De Harmonie, weer Frans lijk in 1830.en de gewone mensen stonden er bewonderend bij te genieten van hun minderwaardigheidscomplex.


    Dat had electoraal ook zijn goede kanten ? Waarom zouden de bewuste Vlamingen hier voor een andere partij kiezn, Verroken was toch al erg genoeg?.
    Daarmee had de VU het hier wat moeilijker 

    De verkiezingsuitslag

     

    De CVP verliest 6 zetels en zakt van 51 naar 45 mandaten

    De VU wint 8 zetels en stijgt van 12 naar 20 zetels.

     

    De Vlaamse Socialisten handhaven zich.

     

    De PVV verliest in Vlaanderen 1 zetel, dat is 13 minder dan de pronostiek Vanaudenhove? Dit is het begin van het einde van de unitaire PVV

     

    In Brussel verliezen de Liberalen 3 zetels maar

    In Wallonië winnen ze er 3

     

    De Waalse Socialisten verliezen 3zetels

    De Brusselse Socialisten verliezen 2 zetels

     

    Het FDF, de Partij van Lagasse wint 2 zetels en komt op 5 zetels

    Het RW ( Rassemblement Wallon ) wint 5 zetels en komt op 7 zetels

    .

    De afgescheurde PSC verliest 4 zetels en komt van 18 op 14 zetels.

     

    VDB wordt de grote blikvanger en wint 9 zetels , 5 daarvan zijn Vlamingen; (Leo Van Akker uit Sint Stevens Woluwe zal echter verzaken om een soort evenwicht te herstellen).

     

    Het Laatste Nieuws heeft uitgerekend dat meer dan 80% voor de overheveling heft gestemd .

    Wat nu met het Vaderland?

     

    VDB wordt door de Koning aangesteld als Formateur van een nieuwe regering

     

     

     

     

     

     

     

    26-03-2007 om 19:45 geschreven door jan verroken  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 3/5 - (8 Stemmen)
    >> Reageer (0)




    JAN VERROKEN , WAS...
    VOLKSVERTEGENWOORDIGER
    IN BELGIE ,DE BENELUX & EUROPA
    GEMEENTERAADSLID  &
    BURGEMEESTER TE OUDENAARDE
    FRACTIEVOORZITTER  VLAAMSE VCP
    & ONDERVOORZITTER VD KAMER ...


    Foto

    hierboven ..."Jan"
    in z'n jonge 'jaren'
    hieronder  'historisch'
    z'n stad Oudenaarde !

    Foto

    "bij POLITIEK is het als bij
    LIEFDE"
    "men gebruikt beide woorden voor het mooiste en voor het smerigste"

    E-mail mij

    DANK U !


    Archief per week
  • 11/11-17/11 2013
  • 09/09-15/09 2013
  • 05/07-11/07 2010
  • 31/05-06/06 2010
  • 17/05-23/05 2010
  • 03/05-09/05 2010
  • 09/11-15/11 2009
  • 27/07-02/08 2009
  • 20/07-26/07 2009
  • 13/07-19/07 2009
  • 29/06-05/07 2009
  • 11/08-17/08 2008
  • 02/07-08/07 2007
  • 25/06-01/07 2007
  • 11/06-17/06 2007
  • 04/06-10/06 2007
  • 28/05-03/06 2007
  • 21/05-27/05 2007
  • 14/05-20/05 2007
  • 07/05-13/05 2007
  • 30/04-06/05 2007
  • 23/04-29/04 2007
  • 16/04-22/04 2007
  • 09/04-15/04 2007
  • 02/04-08/04 2007
  • 26/03-01/04 2007
  • 19/03-25/03 2007
  • 12/03-18/03 2007
  • 05/03-11/03 2007
  • 26/02-04/03 2007
  • 19/02-25/02 2007
  • 12/02-18/02 2007
  • 05/02-11/02 2007

    want in politiek kan men niets zonder de anderen
    Gastenboek/WELKOM

    DANK U !


    Blog als favoriet !


    Blog tegen de regels? Meld het ons!
    Gratis blog op http://blog.seniorennet.be - SeniorenNet Blogs, eenvoudig, gratis en snel jouw eigen blog!