Kwam het door de dementie, wie zal het zeggen
Het was 23.00uur toen ging slapen. Mijn vrouw en ik wonen sinds kort in een bejaardenhuis. We hebben ieder een aparte kamer, wel naast mekaar. Ik ben in de beginfase van dementie. Langzaam aan zal het toenemen. Wel ik kroop onder de wol, slapen lukte niet direct. Morgen moet ik naar het ziekenhuis op controle bij een hartspecialist. Ik had dacht ik een goede planning gemaakt, Na de controle zo rond 15.00 uur verwachte ik dat ik klaar was. Toevallig ligt onze dochter ook in dat ziekenhuis. Dat gaf me de gelegenheid eens een goedendag te gaan zeggen. Toen ik op haar kamer kwam was het bed leeg. Even aarzelde ik. Een verpleegster kwam binnen. Ik vroeg haar of onze Eva al naar huis was. “Mijnheer” begon de verpleegster, iets of wat op een vrome toon, zoals een kloosterzuster. Dan ging ze verder: ”Ze is een halfuur geleden overleden, momenteel is men bezig haar wat op te maken in mortuarium. Als dat klaar is gaan we de familie op de hoogte brengen.” Ging ze verder op dezelfde toon. “Ik ben haar vader.” Zei op een toon mij vreemd. Mijn dementie overwon mijn gezond verstand. Ik wist me geen raad. Ik belde naar mijn schoonzoon, die een paar minuten zwijgzaam werd. Met de vrijwilligster van het O.C.M.W. had ik een afspraak in de cafetaria om15.00 uur. Zij was er net. “Breng me maar naar het bejaardenhuis.” Vroeg ik de vrouw. “O.K. En alles goed.” Vroeg ze met glimlach. Ik twijfelde of ik haar op de hoogte zou brengen of niet. Aangekomen in het bejaardenhuis ging ik onmiddellijk naar de hoofdverpleegster om mijn verhaal te vertellen. Ik wist op die moment van geen hout pijlen te maken. “En er is niemand die u kan helpen?” vroeg de hoofd verpleegster. “Misschien wel haar beste vriendin.” Dacht ik luidop. “Zal ik haar bellen.” Stelde hoofdverpleegster voor. Haar adres stond wel in mijn gsm. De hoofdverpleegster gaf de gsm door aan mij. In het kort legde ik haar de toestand uit. Ze beheerde een grote verzekeringsportefeuille en zodoende had ze van veel familieleden het telefoonnummer. “Ga eerst naar de cafetaria een warme chocomelk drinken ik ben er binnen 15.00 minuten.” Gaf Reinhilde, vriendin van ons Eva al vanaf het lager onderwijs. Eerst belde ik naar mijn vrouw en zei dat ik onderweg was. “Met mijn hart geen probleem” probeerde ik vrolijk te klinken. Plots verdween alles. In werkelijkheid klopte het eerste deel, ik was op controle geweest en op bezoek bij onze Eva. Ze lag nog in het bed en vertelde me dat ze één dag moest blijven. Ik lag nog in mijn bed in mijn kamer in het bejaardenhuis. Angstig belde ik de nachtverpleegster die luisterde aandachtig en gaf me de raad om dat allemaal op papier te zetten. Nog voor de voorlaatste zin voelde ik de angst weg ebben en viel uiteindelijk in slaap.
zzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzz
|