Werken aan je depressieve klachten met technieken uit de cognitieve gedragstherapie
14-05-2007
inhoud hoofdstuk 5 Je Kan Anders
Vroeger dacht men dat piekeren een typisch symptoom was van angst of depressie. Door recent onderzoek van ondermeer Nolen-Hoeksema weten we dat piekeren een belangrijke factor kan zijn in het ontstaan van een depressie en dat piekeren een depressie langer laat duren. Piekeren maakt ook vaak de depressie nog erger. Tijdens een depressieve episode ontstaat er ook vaak een wat aparte vorm van piekeren: de persoon zal dan veel tijd steken in nadenken over de oorzaak van de depressie, over zichzelf en over de toekomst. In vakjargon noemt men dat rumineren. Vaak doen mensen dat ook omdat ze denken dat nadenken over de oorzaak hen wijzer zal maken. Niet dus! Piekeren heeft vele nadelen. Ik ben ervan overtuigd dat een piekerprogramma erg veel eist van de harde schijf van je brein. Mensen voelen zich daardoor vaak moe (maar op een andere manier dan de moeheid die ze kennen na fysiek werk). Piekeren zorgt er ook voor dat je, zoals met alle dingen die je vaak doet, daar steeds beter in wordt. Voor je het weet zit je op je piekerautostrade en dan kan het heel snel gaan. En piekeren maakt ook dat mensen minder doen, waardoor ze ook weer meer gaan piekeren. Op die manier beïnvloedt piekeren ook weer de depressie. En alsof dat nog allemaal niet genoeg is: piekeren heeft uiteraard een invloed op je stemming. En hoe somberder de stemming.... juist, hoe meer mensen gaan piekeren.
In dit hoofdstuk leren we ons piekeren op een andere manier aan te pakken; in de eerste plaats door onszelf te leren betrappen als we bezig zijn. Veel piekeren verloopt immers automatisch. Eens we dat door hebben kunnen we proberen een zijweggetje aan te leggen op onze piekerautostrade. In het begin is dat inderdaad niet meer dan een zandweggetje en zit je vrij snel terug op je autostrade. Maar ook hier helpt oefenen. Dit soort dingen moet je gewoon trainen, terwijl de meeste mensen te hoge verwachtingen hebben: ze denken dat ze het zullen kunnen van de eerste keer. De sleutel tot succes is oefenen en ... oefenen. Maar wat je leert door oefenen vergeet je nooit meer. Ga maar eens na voor jezelf. Alleen maar "stop!" zeggen is niet voldoende, dan wordt het piekeren vaak alleen maar erger. Na de "stop" kan je dan verschillende dingen doen. Kijken waar je denkfouten zitten bijvoorbeeld,dan probeer je de inhoudvan je piekeren te veranderen. Of je kan afleiding zoeken door de ruimte waarin je je bevindt te verlaten. Of je kan het piekeren leren verplaatsen naar een bepaald moment en een bepaalde plaats. Dan probeer je iets te doen aan je piekergewoonte En tenslotte kun je ook je piekeren leren accepteren en het op afstand beschouwen. Je kan ook leren nagaan waarover je piekert: accepteer je niet dat er een probleem is? Of is het omdat je het probleem niet concreet genoeg maakt (bijvoorbeeld doordat je oplossingen probeert te bedenken over hoe je jouw "minderwaardigheidscomplex" kunt aanpakken. Of omdat je zoekt naar die ene ideale oplossing, of omdat je nooit tevreden bent met het resultaat. Je kan dan een andere houding leren aannemen tegenover problemen aanpakken Proberen door kleine dingen je leven terug kwaliteit te geven is een andere manier om piekeren minder voedsel te geven.
Er is niet één goede manier. In die zin is dit boek geen receptenboek, wel geven we je de ingrediënten van het menu. Jij maakt er je eigen maaltijd mee klaar.
Op de bijgeleverde audio CD staat een oefening rond aandacht geven aan je rumineren en accepteren van je piekergedachten.en huiswerkformulieren Wie graag een goed boek wil lezen over piekeren zou ik het boek van Susan Nolen-Hoeksema aanbevelen: Piekerprincessen, 2005. Uitgeverij Archipel. Amsterdam-Antwerpen