Werken aan je depressieve klachten met technieken uit de cognitieve gedragstherapie
07-05-2007
inhoud hoofdstuk 2 Je Kan Anders
Cognitieve gedragstherapie is een van de best onderzochte niet-medicamenteuze behandelingen van depressie. Hoofdstuk 2 beschrijft in korte lijnen wat cognitieve gedragstherapie is. Gedragstherapeuten hebben ook zo hun eigen visie op hoe depressie ontstaat en vooral onderhouden wordt. Want hoe ernstiger een depressie, hoe meer gedragstherapeuten zich zullen bezig houden met wat de patiënt aan zijn depressie zelf kan doen. In de praktijk bleek dat ook te werken: als depressieve patiënten zich anders gaan gedragen en anders leren denken knappen ze daar een heel eind van op. Gedragstherapie is dus iets helemaal anders dan praten over je depressie of over mogelijke oorzaken. Kort gezegd denken gedragstherapeuten dat door problemen die mensen hebben en die ze niet goed opgelost krijgen, mensen ervaren dat hun leven aan kwaliteit inboet. Er zijn op dat moment meer negatieve situaties in ons leven of we beleven ze negatiever. Daardoor krijgen mensen minder energie, ontwikkelen ze een sombere stemming en negatieve gedachten. Al snel ervaren ze dat wat ze doen niet veel plezier meer oplevert en in gezelschap zitten wordt al helemaal een opdracht. Mensen trekken zich terug en zullen meer en meer situaties gaan vermijden waardoor de levenskwaliteit nog verder daalt en depressie toeneemt. Verder bekijken we in dit hoofdstuk hoe onze gedachtenwereld in elkaar zit en op welke manier een depressie en onze gedachten elkaar beïnvloeden. Het hoofdstuk eindigt met enkele praktische weetjes : wanneer je best hulp zoekt bij een cognitieve gedragstherapeut en waar je die therapeut kunt vinden. Mensen die nu al eens een kijkje willen nemen op de website van de vlaamse vereniging voor gedragstherapie kunnen surfen naar www.vvgt.be Op die website kun je ook nakijken waar er in je buurt gedragstherapeuten zijn. Cognitieve gedragstherapie werkt met huiswerkopdrachten . Wat er precies dient te gebeuren en in welk tempo wordt uiteraard afgesproken tussen patiënt en therapeut. Je zou de therapeut kunnen vergelijken met een coach, de patiënt met een atleet. Succes vraagt - net als in sport- een inspanning van de atleet. No Pain No Gain is hier dan ook zeker op zijn plaats.