Als je mensen vraagt wat ze het meest voor zichzelf willen, dan is de kans groot dat ze je antwoorden: gelukkig zijn. Geluk lijkt zowat het grootste goed dat we nastreven op aarde. Het is bereikbaar, want de meeste mensen kennen gelukkige momenten, maar het glipt ons ook weer uit de handen. Mogelijks is het besef van de tijdelijkheid van het geluk zelfs een belangrijke voorwaarde om gelukkig te kunnen zijn. Wie constant blijvend geluk najaagt, loopt veel kans ongelukkig te zijn. We blijven meestal niet constant in die ultieme gelukstoestand zitten. En dus gaan we er weer naar op zoek, naar die ervaring waarin we ons tevreden voelen met onszelf en onze omgeving, met ons verleden, heden en toekomst. Is geluk dan iets wat ons overkomt of kunnen we een handje toesteken? Onderzoek geeft aan dat de maatschappij waarin je leeft, zeker ook een grote impact heeft op het geluksgevoel. Een politiek systeem dat zijn burgers mogelijkheden biedt en vrijheid geeft in zijn politieke en levenskeuzes, maakt ook zijn inwoners gelukkiger. De mate waarin mensen het gevoel hebben dat ze niet uitgesloten worden maar deel uitmaken van de grote groep speelt hierin ook een rol. Deze maatschappelijke factoren zouden zelfs tot 70% van het geluksgevoel bepalen.
xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" /> Overigens lijkt het nogal mee te vallen met het mondiaal geluk. Als we de onderzoeken naar geluksgevoel bij mensen bij elkaar nemen (en dan gaat het over zo'n 916 bevragingen in 45 landen en over 1,1 miljoen mensen) dan geven de meeste een score van 6,75
De rol van geld is beperkt. Eens we in staat zijn in onze fundamentele behoeften te voorzien (en we waarschijnlijk het gevoel hebben dat we "goed meedoen" in de maatschappij) lijkt de hoeveelheid geld niet meer verbonden te zijn met geluk. Bij een ondervraging van 45 van de 100 rijkste Amerikanen, bleek er een behoorlijk aantal ongelukkig. 4/5de van de ondervraagden gaven aan dat geld zowel gelukkig als ongelukkig kon maken, afhankelijk van hoe het werd aangewend.
Vrienden en familie? Klopt. Wie veel vrienden heeft en over een goede sociale ondersteuning beschikt, heeft meer kans zich gelukkiger te voelen. En geloof het of niet: gehuwden brengen het er ook beter van af dan alleenstaanden. Alleen: ongelukkig getrouwden zouden slechter af zijn dan hun gescheiden of ongehuwde medemens. We zijn nu eenmaal sociale zoogdieren en we willen graag bij de groep horen. Mensen willen zich verbonden voelen en dat blijkt ook uit de bovenstaande bevindingen. Gelovige en spirituele mensen brengen het er ook beter van af. Dat kan verschillende redenen hebben, met name het feit dat geloof ook vaak zorgt voor contacten en netwerken met andere gelovigen. Maar ook het idee dat je leven een betekenis heeft zou bijdragen tot een groter welzijn. Geloof moet je dan waarschijnlijk ook in zijn bredere betekenis zien als deel uitmaken van een grotere groep die een doel voor ogen heeft dat het individuele niveau overtreft. Tot zover de maatschappelijke factoren. Maar er zijn natuurlijk ook individuele factoren die je gelukscore bepalen.
Ons temperament bijvoorbeeld dat blijkens sommige onderzoekers tot 50% van ons geluksgevoel zou bepalen. En temperament zou erfelijk zijn. De overige 50% wordt grotendeels bepaald door de mate waarin je in staat bent je aan te passen aan veranderde omstandigheden. Als we ons diep gelukkig of ongelukkig voelen, blijft die toestand niet bestaan. Al snel keren we terug naar ons basisniveau van voorheen. Mensen die flexibel zijn, zijn ook vaak beter in staat om de dagelijkse levensproblemen op te lossen, waardoor ze ook minder lang in de problemen blijven zitten of zelfs problemen kunnen voorkomen. En verder is het voor het menselijk geluk belangrijk om doelen te hebben. Mensen hebben blijkbaar de behoefte om zich in de richting van een doel te begeven en die ook te bereiken. Uiteraard is het vanzelfsprekend dat het stellen van realistische en haalbare doelen meer kans geven op succes en dus bevrediging in wat je in je leven bereikt hebt. Onrealistische doelen houden het zaad van mislukking in zich.
Verder speelt geluk zich ook af op een tijdsdimensie. Vrede kunnen nemen met ons verleden, vergeving schenken, en je verleden accepteren als een onderdeel van wat je gemaakt heeft tot wat je nu bent, plezier kunnen scheppen in het heden (en dan gaat het zowel om lichamelijk als geestelijk en sociaal genot ) en vertrouwen hebben in de toekomst lijkt mensen goed te doen en bij te dragen tot hun welbevinden.
Bron: A. Linley: Happiness and well-being: What makes people happy? Cursus tbv europees netwerk positieve psychologie.
Referenties (geciteerd door Linley):
Diener, E. (2000). Subjective well-being: The science of happiness and proposal for a
national index. American Psychologist, 55, 34-43.
Diener, E., Horwitz, J., & Emmons, R. A. (1985). Happiness of the very wealthy.
Social Indicators, 16, 263-274.
Kasser, T. (2002). The high price of materialism. xml:namespace prefix = st1 ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:smarttags" />Cambridge, MA: MIT Press.
Myers, D. G. (2000). The funds, friends, and faith of happy people. American
Psychologist, 55, 56-67.
Myers, D. G., & Diener, E. (1996, May). The pursuit of happiness. Scientific
American, 274, 54-56.
Seligman, M. E. P. (2002). Authentic happiness: using the new positive psychology to
realize your potential for lasting fulfilment. New York: Free Press.
Veenhoven, R. (2000). Freedom and happiness: A comparative study in forty-four
nations in the early 1990s. In E. Diener and E. M. Suh (Eds.), Culture and
subjective well-being (pp. 257-288). Cambridge, MA: MIT Press.
|