Wat waar is schijnt de mensen niet te schikken. Ze gedenken Mij enkel om Mij alle onheil dat hun overkomt toe te schrijven en Mij er aansprakelijk voor te stellen terwijl ze toch zelf de enige verantwoordelijken zijn. Ik wil vrede voor allen en niet de dood. Ze begrijpen het niet en storten zich hals over kop, als blinden, in de gapende afgrond voor hun voeten. En hun heiligschennend gedrag is Mij een wrede kaakslag. Als ze niet tot inkeer komen....Wat dan?
Hebt de Waarheid lief. Ontvangt alles als van Mij afkomstig. Kunt ge zeggen dat ge Mij liefhebt, als ge Mijn lering niet toepast? De gave van mijn liefde is kosteloos. Om ze te ontvangen is niets anders nodig dan uw ja-woord.
Waaruit bestaat het gezin? Uit vader, moeder en kinderen. Zo is ook mijn Rijk. Maar hoeveel verloren zonen moet Ik naar de haardstede terugbrengen. En de onverbeterlijken? Wat ga Ik met hen aanvangen? De wereld is tot in haar grondvesten overhoop gehaald en ze is zich toch niet bewust van de werkelijkheid. Haar natuurlijke verdorvenheid verdraagt geen diskussie over de ijdelheid van wat ze graag geniet. Het geweten is in talrijke zielen volledig uitgeschakeld. Eén grote leegte tot in het diepste van de zielen.
Het is tijd dat iedereen weer de plaats inneemt die hem past. De priester is een man van God en niet van de wereld. De zielen moeten in hem de levende God herkennen en hem bij die heilige Tegenwoordigheid omringen met eerbied en met biddende genegenheid. Zijn Schepper heeft het hem toevertrouwd voor het heil van de zielen te zorgen door hun zijn Woord kenbaar te maken, door hen bij te staan naar de opgang naar de hemel, door te verheerlijken wat goed is en te veroordelen wat kwaad is. De vijand huilt van woede terwijl hij overal puin en ellende opeenstapelt. De priester behoort zich bewust te zijn van de belangrijkheid van zijn zending op aarde en van de macht die Ik hem verleend heb. Hij moet zich afkeren van de wereldse verleidingen. Men vindt Mij niet in het modern aktivisme. Ik ben in de nederige en biddende ziel die open staat voor mijn geboden, in het apostolaat der kinderen van mijn Allerheiligste Hart. De wereld kan de priester beoordelen naar wat hij lijkt te zijn maar Ik zal hem oordelen naar de zielen die hij Mij bezorgd heeft of de zielen die hij verloren heeft door zijn ontrouw aan God. Kind, eerbiedig de priester want zij zijn en blijven priester. Oordel niet over het gedrag van sommigen onder hen. Bemin uw God in hen en bemin hen voldoende om hen te redden. Heb met allen medelijden in hun miserie. Wanneer de priester de ogen gericht houdt naar God en voor Hem getuigt door zijn daden, dan zal hij leven in Hem en met Hem. Wanneer hij echter geboeid is door het wereldse leven en hiervan de dwalingen overneemt, dan zal hij eraan ten onder gaan en met hem ook de zielen voor wie hij verantwoording verschuldigd is. Leven in Mij, dat is de wereld redden. Wie durft beweren dat hij bij machte is het aanschijn van de aarde te veranderen? Alleen de waanwijzen zijn zo vermetel. Uw daden volgen u en de een of andere dag zult ge er rekenschap voor geven aan Hem die u vandaag liefdevol waarschuwt voor het gevaar dat u omringt en dat uw eeuwigheid in de hemel ernstig bedreigt.
De mensen hebben vleugels wanneer ze naar het kwaad snellen, ze hebben lood in de schoenen wanneer het erop aankomt de weg van het goede te bewandelen. Kinderen herhaalt vaak deze aanroeping:
O Heilige Maagd Maria vol smarten, bid voor ons, zondaars. O Heilige Maagd Maria vol smarten, bid voor ons, zondaars. O Heilige Maagd Maria vol smarten, ontferm u over ons, zondaars
Zolang zij niet terug naar Mij komen, zal er geen halve maat zijn in de gesel die de aarde momenteel treft. Wat hebben zij met mijn Geboden gedaan? Zij kennen ze zelfs niet meer. Andere gesels komen erbij en er zullen er nog bijkomen, bovenop die welke zij vrezen. De oogkleppen dienen voor sommigen enkel nog om te verbergen wat zij niet willen zien noch begrijpen. Mijn Barmhartigheid voor de zondaars is groot, maar het is niet goed mijn oprukkende Gerechtigheid te ontkennen die ze vergezelt. Het is een ware afslachting van de menselijke en morele waarden en een collectieve moord van onschuldigen. De ongebondenheid van de zeden bedroeft mijn Heiligheid en doet haar walgen. Ik zal op het Kruis blijven tot aan het einde der tijden. En gij, die op een terugkeer naar de bronnen van mijn Volk hoopt, maak u geen illusies. Zij zullen slechts terugkeren door het Kruis dat hen zal doen roepen tot de Vader. Buiten Mij zullen ze tevergeefs zoeken. Zij zullen niet vinden, want van het enige redmiddel dat bestaat, willen zij niets weten: een terugkeernaar het Evangelie en de toepassing ervan in de praktijk. Dit alles kan tegenstrijdig lijken in de ogen van de wereld die verblind is door wellust, maar de afgrond gaapt alsmaar wijder onder hun voeten. Zij ontkennen God en zijn eisen. Zij zijn in opstand tegen zijn Wet. Zij vereren een wereld zonder God, wat hun slechts het verlies van hun zielen oplevert. Gij die Ik belast heb met een opdracht, herinner hen mijn Geboden.
Ik houd niet op over liefde te spreken. Mijn waarschuwingen zijn liefde. Als Ik hen niet zozeer beminde, zou Ik hen aan hun lot overlaten. Ziet ge niet dat velen reeds in paniek geraken, omdat sommige gebeurtenissen een aanvang nemen. De heilige Vader wordt bespot, de trouwe priesters worden verguisd door een bende verwaanden, die zich met hun enggeestig en benepen verstand op gelijke voet met God stellen.
Komt tot Mij, gij die Mij bemint.... Komt tot Mij, gij die verlangt te beminnen! Komt tot Mij, gij die lijdt: Ik zal u troosten! Komt tot Mij, gij die het Licht zoekt: Ik zal het u geven. Komt tot Mij, gij die vermoeid zijt: kom putten uit mijn Kracht! Komt tot Mij, gij die wanhopig zijt en ontmoedigd: leert opofferen! Komt tot Mij, arme zondaars, klein en groot: komt binnen en ziet hoe mijn Armen en die van mijn Heilige Moeder zich naar u uitstrekken om u te verwelkomen en u Vergeving van uw zonden te schenken.... Ja want Ik ben de Grote Vergeving: vreest niet.... Komt nader tot de Liefde. Ik zal haar onderricht en haar vreugde geven.
Dwaas van hoogmoed is hij die meent , dat hij bekwaam is tot de geringste opwelling van goedheid zonder Mij. Ik BEN en gij zijt enkel door Mij. De liefde komt van Mij. De liefde ben Ik zelf. Wat de ziel in godsvrucht doet achteruitgaan is het gebrek aan vertrouwen in mijn goedheid. De geringste fouten worden zwaar voor de ziel die twijfelt, omdat er belangrijker fouten uit volgen. Ik werd mishandeld. Ik word het nog steeds. Door het vele lijden hebben ze Mij tot een verachtelijk wezen gemaakt. Onder hun bijtende spot heb Ik het hoofd gebogen. En Ik ben God! Overweeg deze les in nederigheid die Ik u geef, kind. Weet ook , dat het altijd nodig is zich zelf te overwinnen. Dit is de goede strijd. en de prijs ben Ik.
Welke hoop heeft in dit leven de mens zonder God? Geen. Voor hem is de dood een eindpunt, dat gedaan maakt met een onbeduidend en angstig leven. Hoe groot moet de wanhoop zijn van de mens die zich heel zijn leven buitensporig gehecht heeft aan de aarde, en die het fatale ogenblik gaat bereiken waarop hij alles onverbiddelijk moet achterlaten. De ijdelheid van wat zijn genot uitmaakte tekent zich voor hem af in heel haar afschuwelijkheid. Kwellende gedachte voor deze ongelukkige, die enkel duisternis rond zich ziet. Het Licht zal helaas niet schijnen voor hem, want hij heeft het altijd miskend. Indien de Heer hem niet op bijzondere wijze helpt, zal hij vertrekken zoals hij geleefd heeft, zonder God.
Hadt ge enig idee van de werking van mijn barmhartigheid en de middelen die ze aanwendt om zich van de zielen meester te maken! Iemand kan echt ver van Mij lijken, en nochtans, mijn speurende barmhartigheid gaat weldra aan het werk in de ziel. Vel dan ook geen oordeel, want ge weet niet wat Ik voor haar kan doen. Hoe verder ze van Mij verwijderd lijkt, des te meer heeft ze recht op uw medelijden en uw gebeden. Niet de rechtvaardigen heb Ik vrijgekocht maar de arme zondaars. De zonde is een afschuwelijke plaag waarvan mijn ongelukkige kinderen slachtoffer zijn. Gij kind, levend voorbeeld van wat mijn goedheid voor een ziel kan doen, gij moet dat meer dan anderen begrijpen. Verwar zondaar en zonde niet. De zonde moet ge haten, de zondaar te hulp komen. Daarvoor zijn gebeden en verstervingen, daarvoor is boete nodig. Dat is de enige ware naastenliefde. De mogelijkheden om ze te beoefenen ontbreken niet. Ik heb dorst naar zielen. Deel mijn dorst! Wilt ge?