In België is het pensioen vandaag de dag voor bijna twee miljoen mensen de voornaamste bron van inkomsten. De geldmassa van alle pensioenen die worden betaald, stemt overeen met ongeveer 10% van het bruto nationaal product. Als eerste socialezekerheidsuitkering liggen de pensioenuitgaven nog hoger dan die voor gezondheidszorg.
De pensioenen die iedere maand worden betaald, vallen onder erg uiteenlopende stelsels: het gaat vooral om werknemerspensioenen, zelfstandigenpensioenen, de pensioenen van ambtenaren (en met hen gelijkgestelden), de inkomensgarantie voor ouderen en de extralegale pensioenen. In elk van die stelsels bestaan er talloze subcategorieën. Vaak ontvangt iemand verschillende uitkeringen tegelijk, die volgens specifieke regels worden berekend, bijvoorbeeld een werknemerspensioen met als aanvulling de inkomensgarantie voor ouderen, of soms een zelfstandigenpensioen, een werknemerspensioen en een extralegaal pensioen
08/11Vergrijzing slaat in Vlaanderen harder toe dan in andere gewesten
De vergrijzing van de bevolking zal zich volgens projecties van het Nationaal Instituut voor Statistiek (NIS) nog sterker voordoen in Vlaanderen dan in Wallonië en Brussel. Dit staat in de besluiten van "Ontgroening en vergrijzing in Vlaanderen 1990-2050", een publicatie van het Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap.
Sterker nog dan in de andere gewesten krijgt de leeftijdspiramide in Vlaanderen de vorm van een boon, met een smalle basis en zware top. Amper een vijfde van de Vlaamse bevolking zal vanaf 2020 jonger dan twintig zijn en nog voor 2030 zal een kwart van de bevolking uit 65-plussers bestaan. Vanaf 2010 zullen de inactieve leeftijdsgroepen flink zwaarder drukken op de actieve leeftijdsgroep (20-64 jaar) dan vandaag het geval is. Vlaanderen en Wallonië volgen hier een parallelle ontwikkeling, met Vlaanderen als koploper vanaf 2030. Brussel kent een minder steile ontwikkeling op dit vlak. Vlaanderen wordt vanaf 2015 koploper wat het stijgende aandeel 80-plussers betreft: hun aandeel stijgt van vier procent nu tot elf procent in 2050, wat wellicht gevolgen zal hebben voor de zorgsector. De groep jongeren die zich aandient op de arbeidsmarkt, wordt gaandeweg kleiner dan de groep die de pensioenleeftijd bereikt. Terwijl Wallonië en Brussel in de nabije toekomst nog kunnen rekenen op een groeiende instroom, is dit voor Vlaanderen niet langer het geval. Integendeel, vanaf 2010 zakt de potentiële instroom, terwijl de potentiële uitstroom nu al uitdeint. Vooral bij vrouwen wordt een stijging in het aandeel alleenstaanden in de bevolking verwacht. In termen van woongelegenheid zou dit tegen 2020 een bijkomende nood in de orde van 80.000 wooneenheden met zich meebrengen, tegen 2050 een bijkomende nood van 170.000 eenheden, aldus nog de besluiten van de publicatie in de reeks Stativaria.
Een verwarmd huis. Geen overbodige luxe. Zo oordeelde ook onze federale regering. Zij beschouwt warmte als een vitale behoefte. Gezinnen die het niet breed hebben, kunnen een deel van hun stookolierekening terugbetaald krijgen. Daartoe werd bij Koninklijk Besluit van 20 april 2004 het stookoliefonds opgericht. Dat fonds moet gezinnen met een laag inkomen financieel ondersteunen bij de aankoop van stookolie.
Stijgende olieprijzen
De prijs van stookolie is dit jaar al met 60 % gestegen. Op 13 oktober 2004 betaalde u 0,4953 euro per liter, bij een bestelling van meer dan tweeduizend liter. Een record sinds november 2000. Vanwaar die prijsstijging? Omdat veel regio's in de wereld veel olie nodig hebben. De markt kan die grote vraag niet volgen. Wordt de vraag groter dan het aanbod, dan stijgt de prijs. Eenvoudig uitgelegd: in de zomer worden op de fruitveilingen veel aardbeien aangeboden. In dat seizoen zijn die heerlijke vruchten veel goedkoper dan in de winter als er nauwelijks voorhanden zijn. Gezinnen met laag inkomen De stijgende stookolieprijs. Alvast een financiële tegenvaller voor wie zijn huis met stookolie verwarmt. De regering wil personen met een laag inkomen ondersteunen. Door de oprichting van het sociaal stookoliefonds. Mensen met een laag inkomen kunnen een tegemoetkoming krijgen voor stookolie, verwarmingspetroleum en bulkpropaangas.
Wie?
Ongeveer tweehonderd duizend gezinnen komen in aanmerking. Vooral minder begoeden: weduwen, invaliden, gepensioneerden en wezen (WIGW-categorie). Maar ook gehandicapten, gezinnen met gehandicapte kinderen, leefloners en oudere langdurig werklozen. Verder kan iedereen die minder verdient dan 13 246 euro (+ 2 452 euro per persoon ten laste) het stookoliefonds 'aanspreken'.
Subsidie?
Hoe hoger de olieprijs, hoe hoger de subsidie! Vanaf 1 september 2005 gelden de volgende tarieven. Als de prijs lager is dan 0,40 per liter komt het fonds niet tussen. Vanaf 0,40 bedraagt de subsidie 0,03 per liter. Vanaf 0,425 0,05 - vanaf 0,45 0,07 - vanaf 0,475 0,08 - vanaf 0,50 0,09 - vanaf 0,525 0,10 - vanaf 0,55 0,011 - vanaf 0,575 0,012 en gelijk aan of meer dan 0,60 0,013 per liter. De subsidies gelden maximaal voor 1 500 liter of 195 per jaar per gezin (indien de prijs per liter meer dan 0,60 bedraagt).
Aanvraag? Voor een aanvraag wendt u zich tot het OCMW. Deze instantie controleert of de aanvrager in aanmerking komt en verzorgt de uitbetaling. De tegemoetkoming geldt voor de leveringen van 1 september 2005 tot 30 april 2006. Nadien wordt het fonds jaarlijks geactiveerd tussen 1 september en 30 april.
Solidariteit
Hoe wordt het fonds gespijsd? Door solidariteitsbijdragen van de consument. Per liter stookolie zal de consument een heffing per liter betalen. Deze bijdragen komen in het fonds terecht. ! Toch moet hier alleen de consument opdraaien. Wat met het aandeel van de producenten zelf? Ook zij zouden hun duit in het zakje mogen doen!
Vlaams wegenvignet komt snel dichterbij Van Brempt wil complex dossier nog in deze regeerperiode oplossen
,,Wij willen het nieuwe wegenvignet nog in deze regeerperiode invoeren'', zei de Vlaamse minister van Mobiliteit Kathleen Van Brempt (SP.A) gisteren bij de voorstelling van een vergelijkend Europees verkeersonderzoek. Daardoor zouden de verkeersbelasting en het eurovignet in Vlaanderen komen te vervallen.
HET voornaamste doel is om buitenlandse gebruikers van de Vlaamse wegen sterker te betrekken bij de kosten voor onderhoud en gebruik van de infrastructuur. Nu nog gebeurt dat door het zogenaamde eurovignet, daarbij worden echter alleen vrachtwagens boven twaalf ton en geen personenauto's belast.
Kathleen Van Brempt wilde nog wel een slag om de arm houden. Ze wees erop dat het wegenvignet wel een meerwaarde moet hebben: ,,We voeren het alleen in als zo de mobiliteit verhoogt en filevorming vermeden wordt.'' Een andere beperking is haar eis dat het systeem milieuvriendelijk en goed voor de verkeersveiligheid moet zijn. Last but not least moet ook de leefbaarheid in de steden erbij gebaat zijn.
Het mag de Vlaming natuurlijk niet te veel kosten, zei de politica. ,,Ik weet dat het maatschappelijke draagvlak onmiddellijk zakt bij elke belastingverhoging.'' Daarom streeft de Vlaamse regering ernaar de belastingen op dezelfde hoogte te houden. Minister Van Brempt wil snel met een breed debat beginnen over de doelstellingen van het nieuwe wegenvignet. Dat zal in het Vlaams Parlement en samen met de Waalse en Brusselse gewesten moeten plaatshebben. Anderzijds zal ook de transportsector, de Sociaal-Economische Raad Vlaanderen en de Milieu- en Natuurraad om advies gevraagd worden.
Het zal niet eenvoudig worden om een oplossing op korte termijn in te voeren. Van Brempt geeft toe: ,,Soms zakt de moed mij in de schoenen als ik zie hoe complex dit dossier is. Maar het buitenland laat ons zien dat andere systemen ook werken."
Duitsland heeft bijvoorbeeld dit jaar de nieuwe Lkw-Maut ingevoerd , een satellietgestuurde vrachtwagentol op autowegen. De forse vertraging van anderhalf jaar vindt de socialistische minister een reden om voorzichtig te zijn met de invoering van de technologie. Die blijkt nu toch een miljardensucces, zeker voor de failliete Duitse staatskas. Vrachtwagens die sluiproutes in dorpjes en op secundaire wegen gebruiken veroorzaken echter grote problemen. Zuidelijke landen zoals Frankrijk en Italië maken gebruik van een traditionele heffing door middel van ,,péage". Van Brempt: ,,Wij willen een automatisch systeem zonder tolpoortjes.''
De Vlaamse regering heeft in haar regeerakkoord het nieuwe wegenvignet al opgenomen. Nu moeten doelstellingen over het type systeem, de categorieën voertuigen en natuurlijk het bedrag van de heffing worden vastgelegd.
Van de oude leden van de Europese Unie is België op een na het land met de laagste penisoenen.
Als er gewerkt wordt met netto-inkomens, zijn enkel in Groot-Brittannië de pensioenen nog lager. Wordt er gerekend met bruto-inkomens, dan zijn alleen de pensioenen in Ierland nog lager.
In de nettoberekeningen benadert ons land het gemiddelde vervangingsratio van 84 procent. Dat is de verhouding tussen het pensioen en het vroegere inkomen. Voor de gemiddelde inkomens is bedraagt het Belgisch pensioen maar 68,7 procent van het vroegere inkomen. Hogere inkomens mogen maar rekenen op een pensioen dat slechts zo'n 40 procent van hun vroeger inkomen bedraagt.
Niet alleen de pensioenen zijn laag in ons land. Alle sociale uitkeringen zijn laag vergeleken met die in de andere Europese landen, met uitzondering van de kinderbijslag. Ons land geeft niet meer uit aan sociale uitgaven dan de andere Europese landen, maar het aantal uitkeringstrekkers is hier groter. In ons land krijgen vele mensen steun, maar ze krijgen vrij weinig.
Als het aantal pensioengerechtigden vanaf 2010 fors gaat toenemen als gevolg aan de veroudering, dan zal de druk op de pensioenen nog toenemen.
Successierechten? De te betalen belastingen bij overlijden door overdracht van eigendom. Vlaanderen, het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en Wallonië hanteren verschillende tarieven. Van belang is te weten waar de overledene zijn hoofdverblijfplaats had.
Tarieven Vlaams Gewest
Toepassing sinds 1 januari 1997. Sinds 1 januari 1998 voor samenwonenden. Tabel in euro.
Ouders - kinderen (rechte lijn) echtgenoten en samenwonenden
Broers en zussen
Anderen
Belastingschijf
tarief
Belastingschijf
tarief
tarief
0 - 50 000
3 %
0 - 75 000
30 %
45 %
50 000 - 250 000
9 %
75 000 - 125 000
55 %
55 %
Boven 250 000
27 %
Boven 125 000
65 %
65 %
Voor alle duidelijkheid 1. De successierechten worden berekend op een netto nalatenschap. Van het bruto actief kunnen schulden (het passief) bijv. persoonlijke lening of kosten voor begrafenis in mindering worden gebracht. 2. De aanslag gebeurt in schijven. Een kind dat bijv. 75 000 euro erft, betaalt 3 % op 50 000 euro en 9 % op 25 000 euro.
Voor erfopvolging in rechte lijn en voor samenwonenden Men wordt belast op het individuele erfdeel. Roerende en onroerende goederen worden afzonderlijk belast. Per netto erfdeel tot maximaal 50 000 euro krijgt men een belastingvermindering tot maximaal 500 euro. Deze wordt geleidelijk afgebouwd om op nul te komen bij 50 000 euro erfdeel. Wie zijn de samenwonenden? Partners die minstens één jaar ononderbroken samenwonen met bewijs hiervan in het bevolkingsregister en de 'wettig' samenwonenden die bij de gemeente een gemeenschappelijke verklaring van samenwonen aflegden. Niet alleen ongehuwde paren maar ook samenwonende broers en zussen komen in aanmerking voor dit verlaagd tarief.
Broers en zussen Ook hier wordt belast op het individuele erfdeel, zonder onderscheid echter naar roerend en onroerend goed. Ook voor hen is een belastingvermindering voorzien.
Anderen: ooms, tantes, neven en nichten en anderen Hier worden de tarieven berekend op het totaal van de netto nalatenschap. Eens het successierecht berekend, wordt het in verhouding tot ieders 'erfdeel' verdeeld. Ook voor hen geen opsplitsing roerend en onroerend goed. Er is een belastingvermindering voorzien.
Met de dienstencheque kan iedere Belg huishoudelijke hulp inkopen. Inkomen of zorgbehoevendheid speelt bij de aanvraag geen enkele rol. De kostprijs kan fiscaal in mindering worden gebracht.
Welke diensten?
Dienstencheques kunnen alleen gebruikt worden voor hulp van huishoudelijke aard. Hieronder wordt begrepen:
Activiteiten bij de gebruiker thuis
Activiteiten buiten het huis van de gebruiker
Schoonmaken van de woning met inbegrip van de ramen
Boodschappendienst
Wassen en strijken
Mindermobielencentrale
Kleine, occasionele naaiwerken
Strijken
Bereiden van maaltijden
Kleine tuinwerken.
Concreet gebruik
Hoe aanschaffen en gebruiken? Schrijf u, vóór u dienstencheques bestelt, in bij ACCOR TRB, Afdeling Dienstencheque, Herrmann-Debrouxlaan 54, 1160 Brussel. Dit doet u met een inschrijvingsformulier dat u bij ACCOR verkrijgt of bij de verantwoordelijke dienst van de gemeente. Vul dit formulier in en stuur het terug naar ACCOR. Deze inschrijving is gratis.
U ontvangt van ACCOR een inschrijvingsbevestiging en een inschrijvingsnummer.
Met dit inschrijvingsnummer bestelt u cheques. Bij ACCOR, via een bankoverschrijving. U moet minimaal tien cheques bestellen (= 67 euro).
U kiest een erkende onderneming. Deze stuurt een werknemer die de gevraagde dienst zal uitvoeren.
Per gewerkt uur geeft u een gedateerde en getekende cheque aan de werknemer.
Elk jaar vóór 1 maart stuurt ACCOR een fiscaal attest op met het totaal bedrag van de door u gebruikte dienstencheques.
Kostprijs? Een dienstencheque kost 6,7 euro en is voor 30 % fiscaal aftrekbaar. Na belastingsaftrek kost de cheque slechts 4,69 euro. Gepensioneerden, die niet van het belastingsvoordeel kunnen genieten, betalen de volle 6,7 euro per uur.
Hoeveel hulp? De meeste diensten verstrekken hulp in gezamenlijke blokken van twee of vier uur. U kunt dan kiezen voor één of meer blokken van twee of vier uur per week, per twee weken, per drie weken
Verzekerd? Het personeel is verzekerd tegen arbeidsongevallen en voor mogelijke materiële schade in uw huis.
Wat doet u met ongebruikte dienstencheques? Dienstencheques zijn maximaal acht maanden geldig. Zijn de cheques binnen deze periode niet opgebruikt, dan kunnen ze steeds voor nieuwe omgeruild of terugbetaald worden. Bij terugbetaling wordt een bijdrage van 0,25 euro per cheque aangerekend.
Waar diensten inkopen?
Bij uw Plaatselijk Werkgelegenheidsagentschap of lokale werkwinkels (of via de gemeente) bekomt u de lijst van erkende ondernemingen die met 'dienstencheque-werknemers' werken.
Inkomensgarantie voor Ouderen (IGO): belangrijke wijziging
laatste wijziging 16/06/05
De IGO is een bijstandsregeling voor ouderen met ofwel een te laag ofwel geen pensioen. Sinds 1 juni 2001 is dit de opvolger van het Gewaarborgd Inkomen voor Bejaarden (GIB). De IGO wordt momenteel toegekend vanaf 63 jaar (periode 1 januari 2003-31 december 2005) zowel voor mannen als voor vrouwen. De leeftijd wordt 64 jaar vanaf 1 januari 2006 en 65 jaar vanaf 1 januari 2009. Vermits de IGO een bijstandsregeling is, is de toekenning ervan afhankelijk van een onderzoek naar de bestaansmiddelen van de aanvrager en van sommige samenwonenden.
Wijzigingen
Ook met een verkoop of schenking van roerende of onroerende goederen, bijv. het woonhuis of een stuk grond, moet rekening worden gehouden. Op dat vlak is een en ander veranderd.
Tot vandaag hield de Rijksdienst Voor Pensioenen (RVP) rekening met verkopen of schenkingen gedaan gedurende de tien jaar die de wettelijke leeftijd (momenteel 63 jaar) om recht te hebben op de IGO, voorafgaat. Men hield dus rekening met verkopen gedaan vanaf 53 jaar. Ook al was de aanvrager al 70 of 80 jaar! Een voorbeeld. Mevrouw Luyten (75 jaar) kreeg op 1 februari 2003 de IGO. Zij verkocht haar huis op in 1988, op haar zestigste dus. Met de opbrengst van deze verkoop is rekening gehouden om haar recht op de IGO te bepalen: de verkoop had immers plaats na haar drieënvijftigste.
Het Arbitragehof stelt in een arrest van 16 maart 2005 dat dergelijke interpretatie in strijd is met het niet-discriminatiebeginsel van de grondwet. Geen enkele bijstandsregeling zoals bijv. het leefloon of tegemoetkoming aan gehandicapten houdt voor de telling rekening met de wettelijke leeftijd waarop men theoretisch recht heeft op een uitkering. Voor al deze bijstandsregelingen wordt rekening gehouden met de datum waarop de uitkering effectief ingaat. Een groot verschil! Een voorbeeld. Nemen we opnieuw het voorbeeld van mevrouw Luyten Het recht op de IGO van mevrouw Luyten ging in op 1 februari 2003. Er moet voortaan rekening gehouden worden met verkopen vanaf februari 1993: tien jaar voorafgaand aan de ingangsdatum van haar IGO. Er mag dus geen rekening gehouden worden met de verkoop van 1988! De situatie voor mevrouw Luyten moet rechtgezet met terugwerkende kracht en dit vanaf 1 februari 2003.
Het kan echter ook zijn dat terecht rekening werd gehouden met een verkoop, maar dat ondertussen die tien jaar verstreken zijn. Een voorbeeld. De heer Melis heeft de IGO sinds 1 januari 2002. Hierbij werd rekening gehouden met de verkoop van een huis in oktober 1994. Door het arrest van het Arbitragehof mag vanaf 1 november 2004 geen rekening worden gehouden met de afstand (= verkoop of schenking van goederen): die tien jaar zijn immers verstreken.
Wat te doen?
Wat kunnen mevrouw of de heer Luyten doen? Of om het even wie zich in een gelijkaardige situatie bevindt? Ook diegenen aan wie de IGO ooit geweigerd werd omdat (ten onrechte) met een dergelijke afstand (= verkoop of schenking van goederen) rekening werd gehouden. Bij de RVP een herziening van het bestaande dossier vragen! Dit kan telefonisch bij de RVP uitbetalingsdienst: 02 529 30 02 of schriftelijk: RVP Dienst aanpassing en controle, Zuidertoren, 1060 Brussel. Vermeld steeds uw rijksregisternummer.
Ook gerechtigden op IGO waarbij de afstand (= verkoop of schenking van goederen) van tien jaar in de toekomst verstrijkt, kunnen op dat moment en op diezelfde wijze bij de RVP een herziening aanvragen.
Nieuwe dossiers voor de IGO moeten zoals voorheen bij het gemeentebestuur waar men woont, ingediend worden. Dit geldt ook herzieningen van beslissingen die een weigering inhouden (omwille van afstand van goederen) genomen na 18 april 2005.
Meer informatie nodig? Of wilt u laten nakijken of u voor een herziening in aanmerking komt? Ga langs bij de Pensioendienst van uw verbond.
Ouderen zijn ongetwijfeld fervente krantlezers. Ze groeiden ermee op. Vroeger was de krant vaak de enige en eerste uitkijkpost op de wereld. Nog steeds is voor veel ouderen het lezen van het dagblad, liefst bij een bakje troost, hun eerste werk in de vroege morgen.
Korting
Wist u ook dat bepaalde kranten korting geven als u zich abonneert? Zorg er dus voor dat ook u van deze seniorenkorting kunt genieten. Let wel: bij de kranten die een seniorenkorting voorzien, heeft de reductie betrekking op een jaarabonnement. Een overzicht van het Vlaamse krantenlandschap.
Het Nieuwsblad / Het Volk / De Gentenaar Bij deze kranten van de VUM, genieten zestigplussers van een speciale korting. De prijs van een jaarabonnement bedraagt 225 euro. Senioren betalen hetzelfde bedrag voor een jaarabonnement, maar krijgen de 13de maand de krant gratis in de bus. Om van deze korting te genieten, bezorgt u de abonnementendienst een kopie van uw identiteitskaart. Meer info? Bij de lezersservice van de VUM op het nummer 02 790 21 15.
Het Laatste Nieuws Een jaarabonnement kost normaal 216 euro. Zestigplussers genieten bij deze krant een korting van 22,79 euro. Senioren betalen dus 193,21 euro. Ook voor deze korting stuurt u een kopie van de identiteitskaart naar de abonnementendienst. Meer info? Tel. 02 454 22 11.
En de andere kranten? De Standaard, De Morgen, De Tijd, De Gazet van Antwerpen en Het Belang van Limburg. Navraag bij de klantendiensten van deze Vlaamse kranten leert dat zij géén kortingen voor zestigplussers voorzien. Wie een nieuw abonnement neemt bij één van deze kranten én ouder is dan zestig, kan dus niet van een korting genieten.
Kent u mensen die Het Nieuwsblad, Het Volk, De Gentenaar of Het Laatste Nieuws lezen? Genieten zij van de seniorenkorting? Neen? Vertel dat hij / zij van een korting kan genieten. ! De moeite waard dus...
Volgens Tobback moeten pensioenen nog verder omhoog
BRUSSEL - ,,De pensioenen in ons land moeten helemaal niet omlaag. Daar is geen enkele reden toe. De huidige pensioenbijdragen kunnen we nog 150 jaar betalen, als het moet. Geen probleem, zolang we het Zilverfonds handhaven en niet gek doen met de begroting'', dat stelt minister van Pensioenen, Bruno Tobback, in een interview met de krant Het Laatste Nieuws.De minister reageert daarmee op een Europese studie waaruit blijkt dat 21 procent van de gepensioneerden riskeert in de armoede te vallen. Een bewijs dat de pensioenen niet te hoog, maar te laag zijn, zo vindt hij.
De regering Verhofstadt wil doorgaan met het optrekken van de pensioenen, verklaarde Tobback in de krant. ,,De welvaartsaanpassing met 2 procent van de werknemerspensioenen van tenminste 8 jaar oud, gaat volgens plan door op 1 september. Dit jaar wordt er 4 miljoen euro voor uitgetrokken. Een tweede opslag volgend jaar zal 19 miljoen euro kosten,'' aldus de minister.
Wat de vergrijzing betreft, is Bruno Tobback het eens met de VLD over het feit dat langer blijven werken de beste manier is om die problematiek aan te pakken: ,,De helft van je leven werken lijkt me een gezond principe, die andere helft wordt je onderhouden door de gemeenschap, om te studeren en uit te rusten.'' De minister ontkende tenslotte nog met klem dat de regering gauw het brugpensioen wil afschaffen.
. Aangifte inkomens 2004 en gevolgen belastinghervorming
Door de belastinghervorming wordt de berekening van uw inkomens 2004 grondig vernieuwd. Deze nieuwigheden zijn opgenomen in 'het formulier voorbereiding van de aangifte'. Ze hebben ook invloed op de uiteindelijke berekening van de aanslag. Even verduidelijken.
Gelijkstelling wettelijk samenwonenden en gehuwden
Personen die een wettelijke verklaring van samenwoning bij de ambtenaar van de burgerlijke stand aflegden, worden volledig met gehuwden gelijkgesteld. Deze situatie werd dan ook voorzien in de aangifte Vak II 'De persoonlijke gegevens en gezinslasten'. Deze personen krijgen ook een gemeenschappelijke aanslag. Het betreft enkel samenwonenden die een dergelijke verklaring aflegden. Een behoorlijk aantal: voor België gaat het in de periode 2000 - 2004 over 65 290 personen. Broer en zus, beiden gepensioneerd en al jaren samenwonend zonder meer, ontvangen uiteraard ieder een aanslagbiljet en worden als alleenstaande belast. Voor hen verandert er niets.
Welke positieve gevolgen heeft de gelijkstelling voor gehuwden op de uiteindelijke belastingberekening? Alle belastingplichtigen hebben recht op een belastingvrije som: een gedeelte van hun inkomens dat in feite belastingvrij is. Vanaf 2004 is dit eenzelfde bedrag voor een gehuwde (per persoon en hoger dan vroeger), een alleenstaande en een samenwonende: nl. 5 660 euro. Voor een echtpaar betekent dit 525 euro belastingvoordeel in vergelijking met 2003.
Afzonderlijk belasten (decumul) van alle inkomens
Tot nu toe werden gehuwden enkel op hun beroepsinkomens en vervangingsinkomens (zoals het pensioen) afzonderlijk belast. De andere inkomens: onroerend inkomen, diverse inkomens of andere, werden met het inkomen van de echtgenoot die het hoogste inkomen heeft, samengevoegd. Vanaf 2004 wordt ieder op de eigen inkomens belast. Vandaar dat het belangrijk is te weten wie eigenaar is van een onroerend goed. Het is voor de fiscus van belang het huwelijksstelsel te kennen. Hoewel daar in de belastingaangifte niet naar wordt gevraagd! De meeste mensen hebben geen huwelijkscontract. Zij vallen automatisch onder het wettelijk stelsel waarbij goederen tijdens het huwelijk verworven, gemeenschappelijk bezit van de echtgenoten zijn. Erfenissen blijven persoonlijk.
Als oud-werknemer gerechtigd op een rust- of overlevingspensioen ontvangt men vakantiegeld in de maand mei. Het bruto bedrag voor een gezin bedraagt 643,96 euro maximaal. Een alleenstaande, weduwe of weduwnaar ontvangt maximaal 515,16 euro bruto. Het uitgekeerde bedrag mag niet hoger zijn dan het maandbedrag van het pensioen van de maand mei. Is dat wel het geval, dan wordt het vakantiegeld beperkt tot het pensioenbedrag. Op het bruto bedrag worden belastingen ingehouden, waardoor het nettobedrag lager kan liggen.
In het ingangsjaar van het pensioen ontvangt men geen verlofgeld. Het daaropvolgende jaar ontvangt men vakantiegeld in verhouding tot het aantal maanden dat men pensioengerechtigd was in het ingangsjaar. Bijvoorbeeld: een pensioen dat inging op 1 november 2004, geeft in mei 2005 recht op 2/12 van het verlofgeld. Pas vanaf het derde jaar wordt er een volledig vakantiegeld uitbetaald. Wie het jaar vóór zijn pensionnering het ganse jaar door gerechtigd was op een vervangingsinkomen als werkloze, zieke of bruggepensioneerde ontvangt vanaf het eerste jaar het volledige bedrag.
2) U was zelfstandige?
Een beperkte groep gepensioneerde zelfstandigen ontvangt in de maand juli een bijzondere toeslag. Aan de huidige index is dit 110,48 euro voor een gezin en 88,40 euro voor de anderen. De pensioenbijslag kan nooit hoger zijn dan 20 % van het pensioenbedrag van juli. Wie echter recht heeft op het minimumpensioen ontvangt deze bijslag niet. Vandaar dat maar een beperkt deel van de zelfstandigen deze bijslag daadwerkelijk uitbetaald krijgt.
3) U was ambtenaar?
Ook ambtenaren hebben recht op vakantiegeld, zij het onder een inkomensvoorwaarde. Het pensioen van de maand mei mag niet hoger zijn dan een wettelijk vastgesteld plafond, namelijk 1749,67 euro bruto voor een rustpensioen en 1399,74 euro bruto voor een overlevingspensioen. Het vakantiegeld bedraagt 279,19 euro voor gehuwden en 209,39 euro voor de anderen. Wie het minimumpensioen als ambtenaar ontvangt, heeft recht op een hoger vakantiegeld. Dit bedrag is identiek aan het vakantiegeld voor werknemers, namelijk 643,96 euro voor gehuwden en 515,16 euro voor de anderen.
