In 1699 is de geschiedenis opnieuw hertekend: het grootste gedeelte van de Adriatische kust en eilanden wordt bestuurd door Venetië (de Turken werden verdreven), het binnenland blijft onder het bestuur van Habsburg maar de Republiek Dubrovnik blijft wel geheel onafhankelijk. Op het eind van de 18e eeuw waren de Kroatische vorsten vijandig gezind tegen de Franse revolutie en hun ideeën. Na een korte overheersing van de Franse Napoleon, die een korte tijd de onafhankelijheid van Dubrovnik afschaft, wordt in 1815 het huidige Kroatie opnieuw deel van het Habsburgse rijk. In 1847 vervangt de Kroatische taal het Latijn in het Kroatische parlement. In 1848 verdedigt Ban Josip Jelacic Kroatië succesvol tegen een Hongaarse poging om Kroatië te bezetten, hij verenigt alle Kroatische provincies. In 1918 viel Oostenrijk-Hongarije, dat bij de verliezende partijen van de Eerste Wereldoorlog hoorde, uiteen waarna drie volkeren, de Kroaten, de Serviërs en de Slovenen, een koninkrijk vormden dat vanaf 1929 Joegoslavië heette.
|