Napels zien
Het leven zoals het maar is
Hij had een omheining uit planken gebouwd. Die omheining onttrok de fabriek aan zijn huiselijke gezichtskring. Hij haatte de fabriek. Daar had hij zijn werk. Hij haatte de machine waaraan hij werkte. Hij haatte het tempo van de machine dat hij zelf versnelde; Hij haatte de jacht op premies,waardoor hij het tot enige welstand,tot huis en tuintje had gebracht. Hij haatte zijn vrouw telkens als die hem zei :vannacht heb je weer gerild. Hij haatte haar,tot zij er niet meer van sprak. Maar in de slaap bleven de handen trillen,trillen op het snelle tempo van het werk. Hij haatte de arts die hem zei : U moet u ontzien,stukwerk is niets meer voor u. Hij haatte de ploegbaas die hem zei : Ik geef je ander werk,stukwerk is niets meer voor jou. Hij haatte al die leugenachtige bedenkingen,hij wilde geen oud ventje zijn,hij wilde geen kleiner loonzakje.Want dat was altijd de andere kant van die bedachtzaamheid,een kleiner loonzakje.
Dan werd hij ziek,na veertig jaar werk en haat,ziek voor de eerste keer. Hij lag te bed en staarde uit het raam. Hij zag zijn tuintje. Hij zag de omheining van het tuintje,de muur uit planken. Verder kon hij niet zien. De fabriek zag hij niet,enkel de lente in het tuintje en een muur uit gebeitste planken. Binnenkort kan je weer naar buiten,zei de vrouw,alles staat in bloei. Hij geloofde haar niet. Geduld hebben,enkel geduld,zei de arts,het komt weer goed. Hij geloofde hem niet. Om te huilen is het,zei hij na drie weken tot zijn vrouw,ik zie altijd maar dat tuintje,niets anders. Alleen maar dat tuintje,tot vervelens toe. Neem eens een paar planken weg uit die verdomde muur,dat ik eens wat anders te zien krijg. De vrouw schrok. Ze liep naar de buurman. De buurman kwam en verwijderde twee planken uit de muur. De zieke keek door de opening en zag een deel van de fabriek.
Na een week begon hij te klagen : altijd zie ik hetzelfde deel van de fabriek,daar krijg ik het van ! De buurman kwam en brak de helft van de muur af. Zacht rustte nu de blik van de zieke op zijn fabriek,hij volgde het spel van de rook boven de schoorsteen,het aanen wegrijden van autos op het terrein,het binnenkomen van de mensenstroom s morgens en het weggaan s avonds.
Na veertien dagen gaf hij het bevel : doet die andere helft van de omheining weg. Ik zie nooit onze burelen en ook de kantine niet. De buurman kwam en deed wat de zieke wenste. Als hij de burelen zag,de kantine en het hele fabriekscomplex,kwam er een glimlach op het gelaat van de zieke. Na enkele dagen stierf hij.
Kurt Marti Vert. Harry Gielen
------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------