De Bundesgartenschau (1979)
Belgische tuin met het ‘Zotte Geweld’ op de Bundesgartenschau 1979
Een apart verhaal vormt het wedervaren met BuGa, de Bundesgartenschau, een soort floraliën die om de tien jaar in Europa werden georganiseerd. In 1979 was Bonn aan de beurt. Een park werd daarvoor op een groot stuk verwaarloosd terrein aangelegd op de linker Rijnoever. Aan de landbouwafdeling van de Belgische ambassade werd gevraagd de mogelijkheid te onderzoeken om een für ihr Land typischen Garten anzulegen und ein Kunstwerk auf zu stellen.
Niettegenstaande de inertie van de Bestuursdirectie Voorlichting en Culturele Betrekkingen van het ministerie van Buitenlandse Zaken kwam uiteindelijk toch zoiets als een optie op een Belgische tuin tot stand. Plots was daar ook het idee om het Zot Geweld van Rik Wouters als centrale blikvanger op te stellen. Twee maanden vóór de opening van de BuGa wist echter niemand welke kopie van dit meesterwerk naar Bonn zou kunnen worden gebracht. Antoine Humblet, op dat ogenblik minister van Landbouw, vriend van burgemeester Demuyter van Elsene, gebruikte al zijn invloed om de kopie uit het museum van Elsene los te weken. Eén maand voor de start kregen we de toezegging van het College van Burgemeester en Schepenen van Elsene. Maar niemand die het naar Bonn wou brengen. Niet Buitenlandse Zaken die waarschijnlijk andere katten te geselen had. Ook niet het toenmalig ministerie van Cultuur. Tenslotte speelde het ministerie van Landbouw de rol van deus ex machina. Op 18 april 1979 kwam het bronzen Zot Geweld van Rik Wouters, 195 cm groot, 250 kg wegende, verzekerd voor een waarde van vier miljoen BEF, uit het Musée des Beaux-Arts d’Ixelles, te Bonn aan.
En de Belgische tuin? De aanleg had ook, letterlijk als figuurlijk, heel wat voeten in de aarde. Er werden plannetjes en plannen gemaakt en gewijzigd, eerst in Gent, dan in Bonn. Tijdens een allerlaatste bespreking op de kantoren van de BuGa werd definitief beslist, en dit met nog 40 kalenderdagen voor de boeg, om in het gedeelte bestemd voor de ‘buitenlandse’ tuinen, een Belgische Begonia-tuin van zowat 700 m² aan te leggen tussen de projecten van Nederland en Zwitserland.
In Brussel was men gelukkig. Alle aanlegkosten voor het plantklaar maken van de grond, het forceren van de begoniabollen, het gieten van een sokkel van 1 x 1 x 0,5 meter in glad beton waarop het Zot Geweld zou worden vastgemaakt, werden door de organisatoren gedragen. De Kulturrat van onze Ambasade vond ‘Ungestüme Gewalt’ de passende vertaling van ‘Zot Geweld’. In zijn verslag onder de titel Moderne Kunst muss nicht provozieren - Gelungene Verbindung von Gartenbaukunst und Kunstobjekten, schreef Helmut Hellberg op 24 mei 1979 in de General Anzeiger dat er vanwege de leiding van de BuGa moed toe nodig was om de “Vierge folle”(sic) in de Belgische tuin op te stellen. Hij stipt aan dat volgens hem het opschrift “Ungestüme Gewalt” ietwat de bedoeling van de kunstenaar wijzigt. Het blijft voor hem desalniettemin een absolut verrücktes Frauenzimmer. En verder: ...Kaum jemand geht mit bösem Blick vorüber - man lacht, spöttisch, voller Unverständnis, aber auch wirklich voller Freude an der Körperlichkeit. Kinder fühlen sich animiert, die verrückte Stellung nachzuahmen. Das 1912 entstandene Bronze-Objekt ist ein herrlicher Spass. Man darf sich also auch freuen.
Op 27 april 1979, een zonnige maar uiterst frisse dag, werd de BuGa door Bundespresident Walter Scheel plechtig geopend. Tot de allerlaatste minuut moest worden gewerkt om alles min of meer klaar te krijgen. De weermaker had in de late winter en vroege lente helemaal niet meegespeeld. Er liep een en ander mis met de aanplant van de bomen en er waren allerlei pannes. Die Welt schreef op 15 maart 1979: Noch sieht das Gelände der Bundesgartenschau aus wie ein Panzerstrasse aus einem Truppenübungsplatz, und die Erdberge unter der Südbrücke erriners am eine Mondlandschaft. Spötter meinen: Jetzt helfen nur noch Papierblumen aus Hongkong. Ook ‘Die Zeit’ had reeds op 9 maart 1995 uitgepakt met Bittere Bonner Blüten, Fehlplanung und Millionen-Verluste. De Kölner Stadt-Anzeiger tenslotte zei het één week voor de opening heel Romaans: Landschaft mit der Kurven einer Frau. Hamerde verder op de gekende themata, miljoenen verlies, kleurencircus, spektakel dat de romantiek verdringt.
De Belgische tuin met het Zotte Geweld werd een blikvanger. Ook de Belgische driekleur die aan een hoge mast wapperde had een bijzonder succes want ze verdween prompt na iedere vervanging. De begonia’s, die uiteraard slechts een paar maanden na de opening konden worden geplant deden het goed al moet worden gezegd dat het onrustige en wilde bloeiers zijn, niet gemakkelijk in de hand te houden en die veel onderhoud eisen. Vooral na een forse regenbui ziet een exclusieve begonia-tuin er onnet en doorgezakt uit. Precies het ogenblik dat de Vlaamse Vereniging voor Openbaar Groen had uitgezocht om de BuGa met een bezoek te vereren. Een venijnige brief werd naar de minister beschreven met de aanmaning dat de Vereniging alles veel beter op poten had kunnen zetten. Toen werd geantwoord dat alles door de Duitsers was bekostigd en er geen enkele toelage aan te pas was gekomen verdween prompt de interesse.
|