DEEL VIER:AMERIKA
HOOFDSTUK 16: WASHINGTON D.C.
Wonen
Washington is een prettige rechtlijnige stad die de Franse majoor en ingenieur, Pierre L’Enfant, langs de moerassige oostelijke oever - originally little more than a mosquito-infested hog - van de Potomac, een goede tweehonderd jaar geleden, ontwierp in opdracht van het Congress, dat na de Revolutionary War meer dan zeven jaar nodig had om te beslissen waar de hoofdstad zou komen. Alhoewel grote stukken van zijn plan nooit werden verwezenlijkt, ontstond, naar het voorbeeld van Parijs, een stad van monumenten en rustige imposante gebouwen langs brede propere lanen en cirkels.
Het was goed wonen in Georgetown, dat lijkt op het Londense Chelsea met haar enge straten en kleinere stijlvolle huizen. Tony Cartano (American Boulevard) beweert dat in termen van internationale metropool, Washington hem aan Brussel doet denken. In tegenstelling tot Parijs dat beter met New York kan worden vergeleken. Enkele correcties kunnen worden aangebracht. In Brussel vindt men geen zwarte getto’s, is het minder heet en vochtig en is de dagdagelijkse atmosfeer minder geladen. Brusselse taaltegenstellingen kunnen niet worden vergeleken met de dominerende Washingtoniaanse zwart-witte tegenstellingen. Alhoewel President Kennedy eens, waarschijnlijk ten onrechte, zei dat aan de oevers van de Potomac de Noordelijke efficiëntie de Zuidelijke charme heeft ontmoet is de hoofdstad van Amerika in wezen een min of meer ingedommelde ‘Zuiderse’ stad gebleven.
Tijdens de enkele dagen in juni 1992 toen we mochten proeven van het leven in Washington was het al drukkend warm. We wisten toen nog niet dat de zomer er bloedheet kon zijn zoals een Kongolees ‘droog seizoen’. In tegenstelling met Centraal Afrika is er ook een koud seizoen. Het klimaat tijdens de winter vertoont veel gelijkenis met het weer in Stockholm vooral dan de bijna dagelijkse aanwezigheid van een stralend blauwe hemel. Daarenboven is het de properste stad van Amerika omdat er in de omgeving geen zware industrie haar tenten heeft opgeslagen.
We woonden in 3701 Winfield lane naast de beroemde Georgetown University in een ‘compound’ , een gesloten buurtgemeenschap waar veel groot volk woonde zoals Prins Filipe van Spanje, onze buurman, student aan de universiteit en de Secretary of Health and Human Services Donna Shalala die acht jaar lang tot het kabinet van president Clinton behoorde.
Georgetown
|