Inhoud blog
  • gedicht: het leven van een smulpaap
  • nog een gedichtje
  • weer eens een gedichtje
  • roman: als liefde haat wordt (hfdst 1)
    Zoeken in blog

    Beoordeel dit blog
      Zeer goed
      Goed
      Voldoende
      Nog wat bijwerken
      Nog veel werk aan
     
    MIJN SCHRIJVERSHOEKJE
    literaire, poëtische en andere experimenten.
    21-02-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.gedicht: het leven van een smulpaap

    ik zie het leven als
    een gastronomisch menu
    met veel verschillende gangen
    overvol heerlijke gerechten
    en als ik er van proef
    verorber ik een beetje van 't  leven
    soms brengen ze mij verrukking
    andere keren zijn ze niet te vreten
    ik smul gulzig van het leven
    en probeer steeds te genieten
    smaakt het al eens bitter
    dan probeer ik te denken
    het leven is niet altijd glitter

     

    21-02-2010 om 14:54 geschreven door Jules Maleur

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    Tags:smulpaap, leven
    >> Reageer (0)
    02-12-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.

    Uit De Tijd

     

    ik voel de warmte van je lichaam

    elke nacht opnieuw al zo lang

    nu heb ik te weinig plaats in bed

    lang geleden was het veel te groot

    we sliepen toen nog naakt

    nu draag ik een warme flanel

    en jouw slaapkleed is veel te lang

    een zoentje voor de nacht

    en jij gaat slapen zonder woorden

    ik blijf nog enkele uren op

    verankerd voor TV of aan mijn PC

    de tijd heeft ons niet gespaard

    maar onze liefde is blijven bestaan

     

    (2 dec 2009)

    02-12-2009 om 23:37 geschreven door Jules Maleur

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    01-10-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.nog een gedichtje

    Een oude pessimist

     

    waarom voel ik mij zo immens moe

    is het droefheid die mij kwelt

    of oud voelen dat zo veel pijn doet

    niemand echter die het mij vertelt

     

    zo veel triestheid die aan mij knaagt

    dagen die lusteloos wegglijden

    eenzaamheid die mij belaagt

    donkere wolken die mijn zon verdrijven

     

    ik zou willeln schrijven

    en een vrolijke lach laten klinken

    het negatieve doen verdwijnen

     

    helaas ik ben als pessimist geboren

    en door het leven te erg getekend

    in zwarte gedachten blijf ik verloren 

    01-10-2009 om 10:47 geschreven door Jules Maleur

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    Tags:pessimist,triestheid,eenzaamheid, droefheid
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.weer eens een gedichtje


    Het leven van een smulpaap

     

    ik zie het leven als

    een gastronomische menu

    met veel verschillende gangen

    overvol heerlijke gerechten

    en als ik er van proef

    verorber ik een beetje van ‘t  leven

    soms brengen ze mij verrukking

    andere keren zijn ze niet te vreten

    ik smul gulzig van het leven

    en probeer steeds te genieten

    smaakt het al eens bitter

    dan probeer ik te denken

    het leven is niet altijd glitter

     

     

    01-10-2009 om 10:43 geschreven door Jules Maleur

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    Tags:smulpaap,gerechten,gastronomische,genieten, leven
    >> Reageer (0)
    06-03-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.roman: als liefde haat wordt (hfdst 1)

    Hfdst 1. De breuk.

     

     

     

     

     

             Moeizaam komt de Amsterdam-express in beweging, rijdt het station uit en schudt de reizigers door elkaar bij elke spoorwissel. Geleidelijk krijgt hij meer vaart, om ten slotte op volle snelheid over de rails te razen, zijn eindbestemming tegemoet.

     

             Drie uur in de morgen. Er zijn slechts weinig reizigers in de trein. Michel Vandam zit in een hoekje van het overigens lege compartiment, dat hij speciaal heeft uitgezocht. Hij wil alleen zijn. Hij heeft geen zin om te converseren. Diep weggedoken in de roodfluwelen kussens is het of hij slaapt. Dit is echter schijn. Michel denkt na over de gebeurtenissen van de voorbije uren. Het hevig op- en neergaan van zijn borst, verraadt zenuwachtigheid. Af en toe slaat hij nijdig naar een vermeende vlieg. Maar er is geen vlieg. Er is alleen onrust en vrees. Hij is bang, dat deze onvoorziene reis een einde zal maken aan zijn huwelijk. Met droefheid denkt hij aan zijn vrouw en aan zijn kind. Zij waren er niet toen hij zijn valies maakte. Ook niet bij de trein om afscheid te nemen en om hem te verzekeren, dat ze er zouden zijn bij zijn terugkeer.

             Alles lijkt voorbij. Zo veel jaren huwelijk weggeveegd door één enkel telexbericht.

     

             Michel Vandam is al enkele jaren reporter bij de regionale televisie. Hij staat onderaan de ladder en wil zo vlug mogelijk carrière maken. Zijn doel: bekendheid verwerven en erkenning krijgen als journalist.

             Gisteren deed zich een onvoorziene kans voor. Hij was alleen op de redactie, toen de telex begon te ratelen en een flashbericht binnen liep met de mededeling: “bende terroristen houdt klas met schoolkinderen gegijzeld in het Nederlandse Zaandam

             Even later werd hij bij de hoofdredacteur nieuwsdienst geroepen. Deze gaf hem de opdracht om naar dat Nederlandse stadje te reizen en van ter plaatse verslag uit te brengen. Een cameraploeg was al onderweg. Met niet te bedwingen gretigheid had hij deze opdracht aanvaard. En met een stem, bevend van opwinding, telefoneerde hij naar zijn vrouw om haar van deze meevaller op de hoogte te brengen. Hij was dolgelukkig. Eindelijk een buitenlandse opdracht. Zij echter deelde zijn enthousiasme niet en werd boos. Hoe lang dacht hij weg te blijven? Hij wist het niet. Dat zou ervan afhangen hoe de gijzeling evolueerde.

             ‘Ik heb er genoeg van. Je kunt je valies komen maken en het voorgoed afbollen’, schreeuwde ze in de telefoon.

             Toen hij probeerde om haar tot rede te brengen, luisterde ze niet naar zijn argumenten.

             ‘Ik zal mijn leven wel verder zetten zonder jou. Ik wil niet langer om de haverklap alleen slapen in een koud bed. Ik hoef geen man die toerist is in zijn eigen woning, bij zijn eigen gezin.’

             Hij had geprobeerd om haar te overtuigen van het belang van deze opdracht voor zijn carrière, maar ze luisterde niet. Toen hij bleef aandringen, verbrak ze de verbinding. Hij maakte zich toen niet echt zorgen. Ze zou wel bijdraaien. De voorbereidingen voor de nakende reis eisten hem op. Later echter, toen hij thuis kwam om zijn valies te maken, was ze er niet. Ze had geen bericht achtergelaten om mee te delen waar ze heen was. Hij kon niet wachten. Hij moest zijn trein halen.  Hij liet een briefje achter op het tafelblad, als afscheidsgroet.

     

             Nu denkt hij opnieuw aan haar woorden en het dreigement. Waarom is ze hem niet komen uitwuiven in het station? Was het haar dan toch menens? Hij twijfelt nu en is bang. Zal hij vrouw en kind terugzien of is hij hen voorgoed kwijt? Misschien had hij een uitvlucht moeten verzinnen en de opdracht weigeren. Opnieuw beseft hij, dat zijn vrouw zijn carrièredrang niet deelt. Zij vindt het belangrijker, dat hij thuis blijft bij haar of, dat ze samen uit winkelen gaan. Bij haar primeert de idee van huisje, tuintje, kindje. Maar is dat ook zijn prioriteit? Hij heeft er niet bij nagedacht toen hij de opdracht aannam. Hij zag toen alleen de kans op promotie. Nu echter, terwijl de trein op volle snelheid kilometer na kilometer verslindt en hem verder wegbrengt van zijn gezin, wordt hij gekweld door angst en wroeging. Pas nu beseft hij ten volle, dat hij zijn loopbaan boven het geluk van zijn gezin heeft geplaatst. Hij kan echter niet leven zonder de ambitie om hogerop te komen. Opnieuw die twijfel. Vind hij het maken van carrière dan zo belangrijk? Was hij niet gelukkig met vrouw en kind, ook zonder schitterende vooruitzichten?

             Herinneringen ontvouwen zich in zijn geest. Ja, hij was gelukkig. Maar dat geluk was nooit volledig. Altijd was er de drang om erkenning. Hij wil zich onderscheiden van zijn medemensen, geen kuddeschaap zijn. Altijd is zijn leven een zoektocht gebleven naar een onbekende eindbestemming, voortgedreven door een niet te vatten onrust.

     

             Hij is met zijn vrouw getrouwd uit liefde, niet uit berekening. Ze begonnen met niets. Hij hoefde geen rijke vrouw, die met haar rijkdom zijn dromen waar kon maken. Hij wilde een liefdevol schepsel. Iemand die hem onvoorwaardelijk zou volgen op de lange weg, die hij gaan moest om zijn dromen waar te maken. Hij dacht, dat zijn vrouw die persoon was. Zij hadden elkaar onvoorwaardelijk lief. Haar geluk was zijn geluk. Zijn dromen waren haar dromen. Lange tijd steunde ze hem in zijn streven naar een betere toekomst. Ze troostte hem na elke nieuwe teleurstelling. Sprak hem moed in. Uiteindelijk haakte ze af. Wat hij wilde bereiken was niet realistisch. Zijn toekomstdromen overstegen haar mogelijkheden. Hij mikte te hoog.

     

             Met weemoed denkt hij terug aan de eerste jaren van hun huwelijk. In gedachten beleeft hij opnieuw de dag, dat ze haar jawoord gaf. In voorspoed en tegenspoed beloofden ze elkaar. Hij sluit de ogen en kan opnieuw voelen hoe haar hand beefde, terwijl hij de ring aan haar vinger schoof. Ze zag er zo lief uit en teder, zo breekbaar. Hij beloofde om haar een leven lang gelukkig te maken. Hoe vermetel!

             Tijdens de huwelijksnacht, nadat ze zich het bruidswit had afgedaan, ontpopte ze zich tot een hartstochtelijke minnares. Vele nachten na elkaar had ze hem uitgeput, terwijl hij haar lichaam gulzig tot zich nam. Na de daad echter leek ze telkens afwezig. Het was alsof iets op haar gemoed woog. Er kwam een einde aan de seks toen ze zwanger werd. Haar hartstocht verdween en ze wilde hem nog maar zelden ontvangen. Ze zei dat ze bang was om haar vrucht te verliezen.

             Ze baarde een zoon. Michel was dolgelukkig met het kind. Hij was fier op zijn zoon. Zijn echtgenote echter beschouwde het kind als haar eigendom. Ze was overdreven bezorgd en bekeek hem wantrouwend telkens als hij in de buurt kwam.

             Het was in die periode, dat hij als reporter ging werken bij de nieuwsdienst van een lokaal televisiestation. Het loon was goed, maar de grote doorbraak bleef uit.

             Michel wilde echter carrière maken. Het werd een obsessie om de sleur te doorbreken. Hij wilde naam maken, boven de massa staan. Het was geen minachting voor zijn medemens. Hij wil alleen anders zijn.

             Zijn echtgenote deelde niet diezelfde droom. Ze was tevreden met haar lot en al heel blij dat ze niets tekort kwam. Ze voelde zich een schaap onder de wolven, bang om door haar omgeving te worden nagewezen, bereid om alle leed dat haar werd aangedaan te vergeven voor één enkel vriendelijk woord.

     

             Zijn vrouw is kwetsbaar en slecht voorbereid op de valkuilen van de maatschappij waarin ze leven moet. Ze heeft geen ambities en verwacht van Michel, dat hij de glazen kast zou zijn, waarin ze bescherming kan vinden voor de buitenwereld. Ze begrijpt zijn onrust niet, evenmin als zijn drang om hogerop te komen. Ze bemint hem, maar eist zijn liefde op voor haar alleen en hun gezin. Ze wil dat hij bij hen volkomen gelukkig is, zonder nog andere voldoeningen na te streven. Zijn onuitputtelijke werklust ondergaat ze als verraad aan haar liefde.

     

     

     

     

     

     

     

     

             In de trein, op weg naar het Nederlandse Zaandam, probeert Michel te begrijpen wat zijn vrouw bezielde. Hij weet wel, dat het al enige tijd niet meer zo goed ging tussen hen. Hoewel ze nog dikwijls in elkaars armen genesteld hun beider ontgoocheling probeerden te vergeten en vol hartstocht elkaars lichaam zochten, voelde hij zich zo eenzaam. Michel beseft, dat hij met zijn vrouw had moeten praten. Hij had het geprobeerd, meerdere keren. Nooit echter vond hij de juiste woorden. Hoe immers kon hij haar vertellen, dat hij ontgoocheld was, dat hij meer begrip en aanmoedigingen van haar verwachtte, zonder haar te kwetsen en haar verdriet te doen?

             Hij denkt aan die vele eenzame dagen, dat hij opgefokt thuis kwam van zijn werk, prikkelbaar en gestresseerd. Hij herinnert zich hoe zijn vrouw er zenuwachtig bij liep en hoe ze ruzie maakten. Nu hij er over nadenkt, beseft hij dat hij zich steeds vaker had geërgerd aan de kleine tekortkomingen van zijn vrouw. Hoe hij meer en meer zijn toevlucht zocht in zijn werk. Hoe zij steeds vaker kwaad werd, wanneer hij dan diep in de nacht thuis kwam, moe en uitgeblust. Kwaad omdat hij haar weer eens alleen had gelaten, maar ook omdat hij haar wakker had gemaakt.

             En terwijl de trein steeds dichter bij zijn bestemming komt moet Michel zichzelf bekennen, dat hun huwelijk al geruime tijd sleur is geworden. Dat de passie uit hun relatie is weggeëbd. Ze begrijpen elkaar al geruime tijd niet meer.

             Hoe echter zouden ze elkaar kunnen begrijpen? Ze leven immers in twee verschillende werelden? Ook al hebben ze elkaar lief, in wezen zijn ze zo verschillend. Ze hebben zich afgezonderd, ieder in zijn universum en slechts af en toe raken hun leefwerelden elkaar gedurende een kortstondig ogenblik.

             Het doet pijn om dit te beseffen. Hij ziet nu in, dat zijn echtgenote al lang niet meer dat liefhebbend wezen is, dat hem met bezorgdheid en lieftalligheid omringt en hem in alle omstandigheden haar steun toezegt. Wanneer heeft zij afgehaakt?

             In zijn geest duikt nu ook het beeld op van zijn zoon. Levensgroot komt het op hem af: een slanke, lieve jongen van acht jaar en enkele maanden oud. Het kind heeft een ietwat droevige blik in de ogen, is erg zenuwachtig, wellicht door de vele spanningen in het gezin.

             Michel weet dat de jongen zijn moeder verafgoodt en dat hij een immens verdriet heeft, als hij haar ziet wenen. De jongen doet dan al het mogelijke om haar te plezieren.

             Bartje, zo noemt zijn zoon, houdt ook dolveel van zijn vader. Het kind kijkt op naar hem en wil zo dikwijls zijn aandacht. Michel ziet Bartje graag. Hij weet echter niet goed hoe die liefde te uiten. Hij kan niet gemakkelijk zijn gevoelens uitstallen voor de buitenwereld. Bovendien wil hij hem wapenen tegen de ontgoochelingen, die hij als volwassene zeker zal ervaren.

             Nu spijt het hem, dat hij de jongen zo streng heeft aangepakt. Dat was echter omdat hij wil, dat zijn zoon iets zou bereiken in het leven. Hij beseft nu, dat dit soms overkwam alsof hij gevoelloos is en de jongen niets voor hem betekent. Dit hoort bij zijn karakter. Hij is niet het sentimentele type, dat kinderen door de haren streelt en hen lieve woordjes toefluistert. Dat is goed voor vrouwen, niet voor een man. Een man toont zijn gevoelens niet!

             Ja, hij was streng voor zijn zoon. Het leven is echter geen pretje. Dat weet hij uit ondervinding. Zijn vrouw begreep dit echter niet. Zijn harde aanpak was voor haar de zoveelste verloochening van hun liefde en een teken, dat hij het kind niet echt had gewenst. Meer dan eens had ze hem verweten, dat hun zoon een blok aan zijn been was, net als zijzelf. Michel had nooit de juiste woorden gevonden om uit te leggen waarom hij zo streng was. Hij wist niet hoe hij haar moest overtuigen, dat hij de jongen wilde wapenen tegen de wreedheden, welke mensen elkaar aandoen. Daar vertelde Michel niets over. Hij onderging haar verwijten en wist al lang niet meer hoe hij haar zijn gevoelens kon duidelijk maken.

             Bartje voelde de spanningen in het gezin. Niettegenstaande zijn jeugdige leeftijd probeerde hij zijn moeder te troosten gedurende de vele avonden, dat ze alleen thuis was, wenend, terwijl haar echtgenoot probeerde zijn loopbaan uit te bouwen.

             De jongen begreep niet waarom zijn vader zo dikwijls lang wegbleef, maar hij wist, dat het daarom was, dat zijn moeder verdriet had. Dit maakte hem boos op zijn vader. Bartje wilde niet dat mama weende. Hij wilde haar gelukkig zien. Hij wilde dat ze blij was, dan was ook hij blij. Het kind begreep niets van de vele ruzies tussen zijn beide ouders, maar het had een vage angst, dat deze ruzies uiteindelijk zouden leiden tot het verlies van één van beiden. En dat wilde Bartje niet, want hij had beiden lief.

            

             Heel onverwachts komt de trein tot stilstand. Het krassen van de remmen en het ruwe heen en weer slingeren van de wagons maken Michel los uit zijn overpeinzingen en brengen hem in de realiteit van het ogenblik. Wat is er aan de hand? Waarom stopt de trein? In de gang ziet hij enkele medereizigers geschrokken voorbijlopen, op zoek naar een controleur. Hoe lang is de trein nu al onderweg? Dit kan Amsterdam nog niet zijn! Door nieuwsgierigheid geprikkeld komt hij recht uit de kussens, loopt naar het raampje en opent de gordijnen. Een nietszeggende duisternis staart hem aan. Ze staan stil ergens midden in het veld. Als een kaartjesknipper voorbijkomt, vraagt Michel hem om uitleg. Deze probeert hem gerust te stellen:

             ‘Het is niets. Eventjes wachten tot een andere trein het komende kruispunt voorbij is gereden. Maakt u zich maar niet ongerust. We komen heus wel op tijd.’

             Nieuwsgierig vraagt Michel waarom ze de andere trein voorrang moeten verlenen en wie of wat die trein dan wel vervoert. Gerechtelijke autoriteiten misschien, voor het crisiscentrum in Zaandam? Of politieversterking? Mogelijks soldaten? Maar de kaartjesknipper is niet bereid om meer informatie te verstrekken en Michel kan alleen maar gissen. Dat die verdomde trein juist nu moet blijven stilstaan! Wie hoe intussen die gijzeling evolueert.

             Om de verveling te doden en omdat zijn maag van honger begint te knorren, slentert Michel Vandam naar de restauratiewagen. Hij bestelt koffie en twee broodjes. Intussen kijkt hij eens rond. Hij is alleen in het voertuig. Terwijl hij nog een tweede kop koffie leeg drinkt, denkt hij opnieuw aan thuis, aan zijn vrouw, die geen afscheid heeft willen nemen. Zou ze slapen? Of ligt ze in bed te woelen en denkt aan hem? En Bartje? Plots voelt hij zich heel eenzaam. Hij wilde dat hij thuis was gebleven en zich nu koesteren kon aan het warme lichaam van zijn vrouw. Hij zou diep willen binnendringen in haar schoot. Zou hij ooit nog de kans krijgen om haar borsten te strelen, de hardheid van haar tepels te voelen? Of heeft ze hem echt verstoten? Voor altijd? Maakt hij nog een kans?

             Als zijn koffie op is, blijft Michel zitten en staart in het lege kopje. Pas als de trein weer in beweging komt, keert hij naar zijn coupé terug. Hij wil proberen te slapen tijdens de rest van de reis. Maar als hij de eersteklascoupé naar binnen gaat, ziet hij tot zijn ergernis, dat hij niet meer alleen is. Een jonge vrouw heeft zich in de zetels genesteld, haar slanke benen gemakshalve uitgestrekt op de kussens. Haar ogen zijn gesloten en ze lijkt te slapen.

             Michel keert stil naar zijn plaats terug. Hij wil haar niet wekken om de eventualiteit van een conversatie te vermijden. Hij weerstaat echter niet aan de verleiding om in het geniep haar op- en neergaande borsten te bewonderen. Ook kan hij zijn ogen niet afhouden van haar sierlijke benen. Het is of hij haar met zijn blikken wil liefkozen. Een vreemde nervositeit overvalt hem. Steeds onbeschaamder streelt zijn blik haar lichaam. De vrouw is nog vrij jong. Hij schat haar leeftijd op vooraan in de twintig. Ze is opvallend mooi en Michel kan dat gevoel van onrust niet onderdrukken. Haar slanke lichaam ondersteunt haar schouders waarop lang roodglanzend krulhaar neervalt. Ze heeft een vriendelijk gezicht. Rustig vooral. De lange wimpers, die haar gesloten oogleden omkransen, trillen telkens als ze adem haalt. Haar lippen lijken hem iets te uitdagend bijgezet en passen niet bij de rest van haar verschijning. Hij is nieuwsgierig naar de kleur van haar ogen.

             Terwijl hij zich gemakkelijk in de kussens nestelt, zuigt Michel het beeld van de jonge vrouw op in zijn geest. Dan sluit ook hij de ogen en probeert te slapen. Maar onrust houdt hem wakker. Gespannen luistert hij naar het krassen van de wielen op de rails en met een ziekelijke nauwgezetheid probeert hij de opeenvolgende spoorwissels te tellen. Na verloop van tijd stopt hij die bezigheid. Hij opent de ogen en blijft dromend naar de jonge vrouw kijken. Hij is niet meer onrustig. Met weemoed peinst hij aan zijn gezin. Heeft het nog wel zin om aan vrouw en kind te denken? Immers, waar waren ze toen de trein vertrok en hem meevoerde, weg van thuis? Pas nu beseft hij de volle realiteit. Hij heeft geen vrouw meer. Er is geen kind meer. Ze willen hem niet meer. Hij is alleen. Die wetenschap bezorgt hem echter geen vreugde. Zijn blik glijdt starend over dat mooie vrouwenlichaam, zo dicht bij hem, maar zonder enige hartstocht. Hij kijkt er naar, onderzoekend, als peilt hij in ongekende verten op zoek naar verloren geluk.

     

                                                                                        **

    06-03-2009 om 15:02 geschreven door Jules Maleur

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.voorlaatste hoofdstuk van mijn laatste roman : 'Als liefde haat wordt'

    Lisa staat achter de deur, die ze net heeft dichtgegooid. Wat kon ze anders doen? Haar man en die sociale assistente zouden Bartje zeker hebben ontdekt, als ze hen had binnen gelaten.
     Via het spionnetje in de deur volgt ze wat buiten gebeurt. Langzaam keert haar man terug naar zijn auto. De assistente staat op het punt om in te stappen. En dan: de knal van brekend glas. Haar man blijft staan, keert zich naar haar woning en kijkt naar de verdieping, naar Bartje's kamer.  En, ze hoort haar zoontje vertwijfelt roepen op zijn vader. Deze is naar de woning teruggekeerd. Ze hoort hoe hij zich tegen de voordeur werpt. Het hout kraakt onder zijn gewicht, maar de deur houdt stand. Hij roept dat ze moet open maken, werpt zich opnieuw tegen de deur. Ze wil niet open doen. Ze mogen haar zoontje niet komen halen. Ze haat hem. Bartje is van haar, alleen van haar. Dan wordt het stil buiten. Opnieuw kijkt ze door het spionnetje.
    De sociale assistente staat nu tegen haar auto geleund en schrijft iets in een notitieboekje. Michel staat op enige afstand van de gevel en roept iets naar Bartje. Ze kan niet horen wat. Ze voelt aan, dat er iets staat te gebeuren. Het is duidelijk dat haar man het hier niet wil bij laten. Dan hoort ze het geloei van de sirenes en even later komt een politiecombi de straat ingereden, stopt voor haar woning. Drie agenten stappen uit. Een van hen heeft een megafoon in de hand.
     'Maak onmiddellijk open.' roept hij doorheen de gesloten deur. Als ze niet reageert, roept hij opnieuw:
     'Maak open. Binnen geraken we toch. Er komt een slotenmaker.'
     Lisa loopt nu naar de keuken. Paniek maakt plaats voor steeds toenemende woede. Neen! Ze krijgen haar kind niet. Zij zijn de vijand. Ze moet zich verdedigen; hen weghouden uit de buurt van haar zoontje. In de keuken kijkt ze door het gordijn. Er stopt een kleine bedrijfswagen achter de politiecombi. Een man in overal stapt uit. Hij heeft een werkkoffer in de hand. De slotenmaker, dringt het tot haar door. Haar woede neemt nog toe terwijl hij naar de voordeur stapt. Opnieuw klinkt de bel. Eenmaal, tweemaal. Even niets. Dan opnieuw. Roerloos blijft ze in de keuken staan. Bartje is alleen van mij, spookt het door haar hoofd. Dan hoort ze hoe het slot wordt open geboord. Ze zullen binnenkomen, beseft ze. Nu pas komt ze tot leven, krijgt als het ware een opstoot van energie. Vliegensvlug pakt ze een groot vleesmes uit het rek en loopt de gang in, naar de trap. Op datzelfde ogenblik vliegt de deur open en stormt haar man naar binnen, gevolgd door de drie politieagenten en de sociale assistente.
     'Geef mij mijn zoon.', schreeuwt Michel terwijl hij haar opzij wil duwen. Ziedend van woede haalt ze uit met het mes. De mouw van zijn jas kleurt rood. Bloed sijpelt uit een wonde aan zijn linkerarm. Verschrikt deinst hij achteruit. Is zij gek geworden? Een van de agenten trekt zijn pistool, richt. Maar er komt geen schot.
     'Niet schieten, denk aan mijn kind.' roept Michel angstig. Wanneer de agenten dichter komen en haar proberen te overmeesteren, hakt Lisa met het mes in hun richting. Ze mist gelukkig haar doel. Michel is nu buiten zichzelf van schrik. Hij denkt aan zijn zoon.
     'Waarom, Lisa? Ik wil toch alleen maar mijn zoontje zien. Enkele uurtjes met hem doorbrengen. Ik wil hem jou niet afnemen'
     Maar Lisa heeft geen oor naar wat hij zegt. Ziedend van woede roept ze naar de indringers:
     'Bartje is mijn kind, van mij alleen. Jullie krijgen hem niet mee.'
     Plots stormt ze de trappen op, gevolgd door de agenten. Michel loopt achter hen. Hij ondersteunt zijn gewonde arm, die erg veel pijn begint te doen. De sociale assistente blijft onderaan de trap het gebeuren gadeslaan. Boven gekomen opent Lisa vliegensvlug de kamer waar haar zoontje zit opgesloten. Ze vlucht naar binnen, het met bloed besmeurde mes in de hand. Ze krijgt de kans niet om zich op te sluiten. Een van de agenten springt voor de openstaande deur. Zijn collega's dringen nu ook de kamer binnen, op de voet gevolgd door Bartje's vader. Wanhopig en in paniek ziet Lisa de agenten dichterbij komen. Straks zullen ze haar overmeesteren en haar zoontje afnemen. Hoe lang nog zal ze weerstand kunnen bieden? Dan ziet ze haar man. Weer laait de woede op. En dan verloopt alles vliegensvlug. Lisa pakt haar zoontje vast bij de arm. Ze trekt hem naar zich toe, houdt hem nu als een schild voor zich, zijn tengere lichaampje tegen haar borst geklemd, het scherpe mes dreigend in de lucht. De agenten beseffen dat ze met hun wapen niets kunnen beginnen. Als ze schieten lopen ze het risico om de jongen te kwetsen.
     'Als jullie dichter komen, dan maak ik ons beiden kapot.' schreeuwt ze. 'Mijn zoontje blijft bij mij.'
     'Ik wil toch maar een paar uurtjes met de jongen doorbrengen, zoals afgesproken op de rechtbank. Ik wil hem jou heus niet afnemen.'
     Michel's woorden maken echter geen indruk. Hij kan haar niet bedaren.
     'Ga weg. Laat ons alleen.' roept ze, uitzinnig van woede. Wat haat ze haar man. Dat hij haar zo het leven durft lastig te maken! Hoe durft hij! Ze voelt alleen haat. Ze wil hem nooit meer zien. En zijn kind krijgt hij niet. Dat is van haar. Dat hij verdriet heeft. Laat hem de jongen maar missen. En dan hoort ze haar zoontje met bibberende stem smeken:
     'Maar ik wil met papa mee. Alsjeblieft, mama, laat mij gaan.'
     De smeekbede werkt als een rode lap op een stier. Haar woede heeft zijn hoogtepunt bereikt. Ze kan niet meer normaal denken. Een zaak staat vast: haar man krijgt de jongen niet mee, onder geen beding.
     Michel is intussen een tweetal passen genaderd. Als hij de smeekbede van de jongen hoort wil hij naar hem toe lopen. Ook een van de agenten doet een stap vooruit.
     De smekende woorden van haar kind, het verlangen naar zijn vader, brengen de vrouw echter tot razernij. Zozo! Bartje wil dus bij zijn vader zijn! Ze ziet haar man en een agent dichterbij komen. Woedend en vol haat weerklinken haar woorden in de kleine ruimte, als ze de jongen het mes op de keel zet:
     'Nooit zal hij jou krijgen. Ik heb je dan nog liever dood.'
     Vol verbijstering zien Michel en de agenten hoe Lisa haar zoontje de keel doorsnijdt. Bloed gutst uit de slagader, vormt een rode plas op de grond. Lisa blijft roerloos staan.
    De agenten storten zich nu op de vrouw, overmeesteren haar. Ze biedt geen weerstand meer. Ze voelt hoe de boeien worden vastgeklikt. Michel is neergeknield bij zijn zoontje en probeert het bloeden te stelpen. Wanhopig drukt hij met beide handen op de slagader.
     'telefoneer naar de hulpdiensten. Zeg dat onmiddellijk een dokter moet komen.' roept hij. Enkele minuten later al stopt een MUG voor de deur. Een arts stapt uit, loopt de trappen op en bekommert zich om de jongen, terwijl zijn vader toekijkt. Te laat!
     'Het spijt mij,' zegt hij, 'ik kan niets meer doen. De jongen is al dood.'
     Michel neemt de jongen in zijn armen en begint hartverscheurend te wenen. De sociale assistente, die intussen ook boven is gekomen, staat er geschrokken bij. Lisa kijkt wezenloos voor zich. Als de agenten haar willen afvoeren, kijkt Michel naar zijn vrouw en vraagt met een stem vol droefheid:
     'Waarom?'
     'Nu krijg je hem nooit meer te zien.' antwoordt ze. 'Bartje is nu voor altijd van mij.'
     Hij begrijpt het niet. Is dat de vrouw met wie hij ooit is getrouwd? Hij ziet de haat in haar ogen. Zo was zij vroeger niet. Tot voor kort was zij een tedere, schuchtere vrouw, die haar zoontje lief had en haar man beminde. Hoe kon zij dit doen? Hij begrijpt het niet. Zo heeft hij haar nooit gekend. Er blijft nu alleen leegte en verdriet.

                                                                             **

    (wordt vervolgd)

     

    06-03-2009 om 14:03 geschreven door Jules Maleur

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.gedichtendag 2009

    Ik kijk naar dit publiek van
    zoveel niet meer jonge  mensen;
    oudjes die naar  mij kijken,
    ik die hen even kom vermaken;
    ik weet dat jullie naar mij luisteren
    allicht om dezelfde reden;
    ik voel de eenzaamheid
    en ik vraag mij af:
    is dit ook mijn toekomst?
    een kleine kamer
    in een groot gesticht;
    anderen die voor je zorgen,
    weten ik kan niet meer alleen;
    dagen die door anderen worden gepland.
    altijd weer vechten tegen vereenzaming.
    en hopen op bezoek
    van kind, kleinkind of familie,
    eigenlijk van om het even wie;
    zelfs van een oude knar als ik
    die met mijn creatief gewauwel
    voor even maar de sleur doorbreek
    en mijn eigen ontroering,
    gevoelens en frustraties,
    in woorden gegoten,
    voor jullie kom voordragen.

    (Heldergem, 18 januari 2009)

     

    06-03-2009 om 14:00 geschreven door Jules Maleur

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    11-09-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.mededeling.

    Mijn nieuwe roman "Puberstory" werd in december 2007 uitgegeven door Writehi(s)story uit 2800-Mechelen, Ridder Dessainlaan 42 en kan worden besteld bij de uitgever of via het internet op www.writehistory.be onderdeel boekenwinkel, waar moet worden gescrold tot bij mijn roman.
    Prijs: 13 € exclusief verzendingskosten.

    Puberstory vertelt de belevenissen van de dorpsjongen Michel. Het verhaal begint bij de start van een nieuw schooljaar, wanneer de jongen op een openluchtbal Lisa leert kennen en op haar verliefd wordt. Deze korte roman is niet alleen een liefdesverhaal. De lezer zal mee de studententijd doorworstelen van deze jongeling, kennis maken met zijn frustraties, meeleven met zijn drang naar volwassenheid en voelen hoe ontgoocheld hij is in de wereld van die volwassenen.
    Puberstory is het verhaal van een jongeling, die zich niet meer thuis voelt tussen zijn leeftijdsgenoten, hunkert naar de wereld van de volwassene, maar er zich niet aanvaard voelt. Het is ook het verhaal van een onbeantwoorde liefde.

    11-09-2008 om 09:44 geschreven door Jules Maleur

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    27-12-2007
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.HUURMOORD (5) Pier de facteur

    Pier de facteur.

    De “rosse buurt” heeft haar naam niet gestolen. Ze is gelegen in de omgeving van het noordstation en vormt een wirwar van kleine straatjes en steegjes, vol uitstalramen waarachter bij rode lampjes schaars geklede dames hun waar aanprezen. De buurt was slecht befaamd en een zootje van Noordafrikanen huisde er samen met allerlei gespuis en misdadigers van allerlei slag. Het was de buurt van de zware jongens en de lichte meisjes. In de volksmond werd deze buurt ook wel de hoerenwijk genoemd.

             In de langestraat baat “Roste Marie” een taveerne uit, “Au Ballon” geheten.

             Roste Marie telt zowat vijftig hete zomers en even zovele hete winters. Ze heeft vlammend rode haren en uitdagende, vooruitstekende borsten. Twee jongere dames moeten haar bijstaan in haar zware taak om de klanten hun zuurverdiende spaarcenten af te troggelen. Marie noemt haar helpsters hostesses. Deze zogeheten hostesses blijven nooit lang in dienst bij Roste Marie. Ze worden op tijd en stond door andere vervangen, dit omdat de klant wel eens vers vlees in de kuip wil. Dit was ook een uitstekend middel, opdat de meisjes, van de zaken van Roste Marie, niet te veel zouden te weten komen.

             In de hoerenwijk is Roste Marie gekend als tipgeefster van de politie. Maar deze weet wel beter. Ook de zware jongens weten beter! De weinige inlichtingen die Roste Marie aan de politie ooit ter hand deed, bleken nadien fout of waardeloos te zijn. Het was nochtans een feit dat Roste Marie op de hoogte was van alles wat er in de buurt gebeurde.

             Pier de facteur houdt van deze buurt. Hij is hier vele jaren lang brievenbesteller geweest. Op die manier kwam hij gedurende meer dan twintig jaar, elke dag opnieuw, in de cafés, bars en taveernes. Iedereen vertrouwde hem en de uitbaters hadden hem aanvaard. Nu is Pier met pensioen. Maar nog steeds brengt hij het grootste deel van zijn tijd door in de hoerenwijk. Hij slentert er door de smalle straatjes en kijkt begeerlijk naar de mooie meisjes. Dezen scheppen er een waar genoegen in, om met hun schaars verpakte lijf, oude Pier, zoals ze hem noemen, de bibber op het lijf te jagen.

             “Er is een tijd geweest…” zo vertelt Pier de facteur soms “dat ik…”

             Ja, er was een tijd dat Pier de mooiste onder deze meisjes versierde. Het kostte hem wel handen vol geld. Maar die tijd is voorbij gegaan toen hij ouder werd en zijn centen opraakten. Nu moet hij zich tevreden stellen met wat de dametjes hem doorheen de vitrines willen laten zien. Hier en daar gaat hij nog wel eens een borrel drinken. Bij Roste Marie krijgt hij zo nu en dan een biertje gratis.

             De politie kent Pier de facteur. Soms, wanneer er in de hoerenwijk herrie is geweest, of wanneer de politie informatie nodig heeft over iets of iemand in de wijk, doen ze beroep op Pier. En Pier is altijd bereid om voor een pint bier, een borreltje en enkele euro’s, de gewenste inlichtingen te verkopen. Maar hierover weet men in de hoerenwijk niets. Pier is er thuis en de euro’s, welke hij als klikspaan verdient, vergooit hij dan weer aan drank en een verslenste prostituee.

             Ja! Pier is hier inderdaad thuis.

     

     

        

     

              Enkele dagen na de moord op Rita Dufour in Parijs en op Giullio Romero in haar appartement in Ukkel, stapte Pier de facteur bij Roste Marie naar binnen. Het was rond tien uur in de morgen. Hij haalde een dikgevulde briefomslag uit zijn zak. Er stond geen adres op, alleen maar: “Jules”, in grote vette letters. Een onbekende had Pier aangeklampt terwijl hij zijn ochtendwandeling maakte door de hoerenwijk. Hij had hem de omslag in de hand geduwd en verzocht om hem aan de kostganger van Roste Marie te overhandigen.

             Zodra hij in de taveerne “Au Ballon” binnen was, overhandigde Pier het pak aan Roste Marie.

             “Voor je logé” voegde hij er aan toe.

             Als dank gaf de bazin hem een borrel. Ze vroeg geen uitleg. Blijkbaar had ze dit verwacht. Pier dronk de borrel in een teug uit, ad fundum. Daarna wendde hij zich tot Roste Marie en vroeg:

             “Tiens, Marie, heb jij een invité?”

             Marie gaf geen antwoord. Ze deed een van de hostesses teken dat ze Pier gezelschap moest houden. Deze voldeed onmiddellijk het verzoek van haar werkgeefster. Ze schonk Pier een tweede borrel in en vleide zich als een speelse kat tegen hem aan. Pier begreep hier uit dat hij best geen vragen stelde en dat het hele geval hem geen zier aanging. Dit maakte hem pas echt nieuwsgierig en hij nam zich voor om op de een of andere manier achter de waarheid over de logé van Marie te komen. Wellicht interesseerde dit de politie en een beetje geld kon hij weer eens heel goed gebruiken. Toen ook dit tweede glas leeg was en hij in de gauwte nog een speelse kus van het meisje in ontvangst had genomen, verliet Pier de taveerne en slenterde in de richting van de “Nieuwe Venus”. Door het dakvenster van Roste Marie haar etablissement keek een onguur uitziend individu hem na.

             In de “Nieuwe Venus” nam Pier plaats aan de tapkast. Yvonne, de verslenste bazin, die Pier al vele jaren kende, wist uit ervaring dat ze hem een borrel moest inschenken. Om iets te zeggen vroeg ze:

             “Een borrel, Pier, zoals naar gewoonte?”

    Hij beperkte er zich toe om even ja te knikken.

             “Op de rekening, zoals naar gewoonte, Pier?” bootste een van de stamgasten de bazin na. Pier haalde slechts even de schouders op. Het was niet de eerste keer dat men hem plaagde. Bovendien bewees dit dat hij in dit milieu was aanvaard.

             Na dit eerste borreltje dronk hij er nog een tweede en een derde. Toen had hij de juiste stemming te pakken en hij begon over de nieuwe gast van Roste Marie.

             “Er is een kostganger in de Ballon” zo probeerde hij.

    De bazin antwoordde niet. Daarom deed hij een tweede aanval:

             “Ik heb er zojuist een pak afgegeven. Er stond alleen maar Jules op de omslag.”

    De bazin keek hem nu vragend aan. Pier haastte zich om er aan toe te voegen:

             “Niets speciaals. Alleen maar een vuile omslag.”

    Op haar beurt vertelde de bazin hem nu wat ze vernomen had. Toen Pier oordeelde dat ze hem alles had verteld, nam hij afscheid. Slenterend en zijn ogen tegoed doende aan al het blote vlees, dat voor de vensters tentoon was gespreid, begaf hij zich naar huis. Daar dacht hij na over wat hij had vernomen. Veel was dat niet en de onbekende, die hem het pak voor de gast van Marie had toevertrouwd, kon hij niet zo best beschrijven. Toch begaf hij zich naar de dichtbijgelegen telefooncel. Daar draaide hij het nummer van de Federale Gerechtelijke Politie en vroeg naar inspecteur Gruytens.

             Vroeger belde Pier naar commissaris Verdonck als hij een inlichting had.  Sinds hij inspecteur Gruytens had ontmoet telefoneerde hij altijd naar deze laatste. Ten eerste omdat hij deze veel sympathieker vond en ten tweede betaalde Gruytens veel meer voor interessante informatie.

             Gruytens maakte met Pier afspraak in de “club des chasseurs”, niet ver van het Justitiepaleis verwijderd.

             Pier was er zeker van dat de omslag voor Jules gevuld was geweest met geld. Pier wist hoe geld aanvoelde! Toen hij nog facteur was had hij er dagelijks zo veel in handen gehad.

       

    27-12-2007 om 16:18 geschreven door Jules Maleur

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    07-11-2007
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.WEER EENS EEN GEDICHT

    Opnieuw een gedicht. Maakte ik in het besef dat zo weinig in ons leven door ons wordt beslist en dat het zo moeilijk is om niet door anderen te worden geleefd.



    Realiteit.

     

     

    Nachten koud en kil

    Gedaan de zomer

    Een groot verschil

    Gedaan nu dromer

     

    Vreemde krachten

    Geen eigen wil

    Alleen maar machten

    Accepteer de pil

     

    Duistere machten

    Sturen ons

    Onfeilbare krachten

    Platgedrukt als spons

     

    Dag in dag uit

    Moeten ondergaan

    Geen eigen besluit

    In ons bestaan.

     

     

     

    (Heldergem

    19 september 2007)

     

     (copyright 2007 - Jules Maleur)

     

    07-11-2007 om 19:24 geschreven door Jules Maleur

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.EEN GEDICHT OVER HET VERLANGEN NAAR VREDE

    Vredeswens

    Ik eis dat je naar me luistert

    Moeite doet om mij te begrijpen;

    dat je niet meer onder elkaar  fluistert

    geen kwetsende vermoedens doet rijzen.

     

    Ik verlang ernaar elkaar te steunen

    Te leven met vreugde en plezier

    In vrede en vriendschap te leven

    Niet enkel met kortstondig vertier.

     

    Ik droom van een wereld van blijdschap

    Van vrede en diepe menselijkheid

    Waar men helpt op simpel handgeklap

    En niet toegeeft aan haat en nijd.

     

     

     

    (Gent-22 okt. 2006)

     

     

     

     

    07-11-2007 om 08:52 geschreven door Jules Maleur

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    05-11-2007
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.PUBERSTORY - hoofdstuk 1

    Vandaag laat ik jullie het eerste hoofdstuk lezen van mijn roman "Puberstory". Deze roman brengt het verhaal van een onbeantwoorde liefde en van de frustraties van een jongeman, die zich niet meer thuis voelt tussen zijn leeftijdgenoten, maar nog niet wordt aanvaard in de wereld van de volwassene.


    PUBERSTORY

    Twee maanden duren lang. Veel te lang om niets te doen. Michel verveelt zich
    dood. Gelukkig maar dat het einde van de vakantie nabij is. Een nieuw schooljaar zal
    weldra beginnen. De jongen verlangt reeds naar de komende schooldagen. Hij houdt
    van de drukte van de stad. De eentonigheid van zijn dorp maakt hem lusteloos. Opnieuw,
    zoals de vorige dagen, slentert Michel door de straten van het kleine dorp. Hij is alleen.
    Er is niemand om hem gezelschap te houden. Hij denkt na. Waarover hij denkt? Hij denkt
     aan de voorbije schooljaren en aan deze die nog komen moeten. Maar in het bijzonder
    gaat zijn aandacht naar het voorbije jaar op school. Dat eerste jaar hoger middelbaar
    was erg moeilijk. De voorbije jaren waren trouwens allemaal moeilijk geweest. Vooral
    omdat Michel de zoon is van een gewone werkman. Zijn vader werkte immers
    op de plantsoendienst van de gemeente. Bovendien is het college waar hij werd heen
    gestuurd voornamelijk bevolkt met de zoons van industriëlen, notarissen, dokters,
    advocaten en dergelijke. Het was een moeilijke strijd. Michel voelde zich niet goed thuis
    tussen deze kinderen van adel en bourgeoisie. Maar Michel overwon zijn frustraties en
    aan het einde van zijn lagere humaniora was hij aanvaard als één van he. Er
    waren ook meisjes in zijn leven gekomen. Neen! Michel had niet geflirt!
    Daarvoor was hij nog veel te verlegen. Maar hij had hen ontmoet, met hen
    gepraat en hij was onder de indruk geraakt. Met weemoed denkt hij terug
    aan Agnes, Martine en Magda. Alle drie waren ze vriendinnetjes van klas-
    genoten. En alle drie spraken ze Frans. Michel had zo dikwijls gezien
    hoe zijn kameraden met hen lol maakten. Maar wat ze vertelden begreep hij
    niet. Hij verstond geen Frans. Misschien lachten ze wel om hem!

           Aan dit alles denkt de jongen, terwijl hij zich loopt te vervelen in de
     broeierig warme straten van zijn dorp. Zijn vader is ergens bezig met gras
    af te rijden van gemeentegrasperken. Michel kan hem niet helpen. Zijn vader
    wil dit niet. Hij is trouwens veel te kieskeurig bij de uitoefening van zijn stiel.

           Gelukkig! Het is bijna opnieuw school. Wellicht zouden nieuwe
    gezichten opduiken. Helaas zouden ook deze gezichten weer verdwijnen
    bij een volgende grote vakantie.

           Plots, geheel onverwacht, vliegt een voetbal over een heg en komt
    pardoes voor de voeten van Michel terecht. Even neemt dit voorval zijn
    gedachten in beslag. Reeds wil hij hem met een fikse schop terug over
    de heg shotten als iemand naar buiten komt gehold. Het is een jeugdig,
    fris en lieftallig meisje. Hij overhandigt haar de bal. Ze dankt
    vriendelijk en verdwijnt opnieuw binnen de omheining.

           En weer is Michel alleen. Er lijkt wel geen einde te komen aan zijn
    eenzame slentertocht. Wat een verveling!

           Die avond, wanneer Michel in bed kruipt, herinnert hij zich het meisje.
     Ze was echt bekoorlijk. Dan verdwijnt ze uit zijn gedachten, welke
    helemaal in beslag worden genomen door wilde toekomstdromen.

     

           27 augustus 1961: het is feest vandaag. In de dorpsfeestzaal
    wordt de promotie gevierd van een plaatselijke politicus. Door een niet
     voorziene stoelendans binnen de nationale regering en heel wat
    politiek getouwtrek werd hij van dorpspoliticus verheven tot minister en
    bij deze gelegenheid, bij wijze van afscheid en dank aan zijn trouwe
    plaatselijke achterban, wordt deze middag een lunchbuffet georganiseerd
    in het feestzaaltje van het dorpen zal deze avond een groot openluchtbal
     plaats vinden in de tuin van het gemeentehuis.

           Voor Michel is er een andere reden tot feesten: toekomende
    maandag hernemen de lessen. Hoera! Driemaal hoera!

     

           Tegen de tijd dat het bal zal beginnen begeeft Michel zich
    naar het gemeentehuis. Hij heeft zijn beste pak aangetrokken en is in de
     loop van de namiddag nog vlug naar de kapper geweest. Hij heeft nooit
    eerder echt gedanst.

             De avond valt reeds wanneer de jongen ter plaatse komt. Onder de
    bomen, in de feestelijk verlichte tuin, wordt de geïmproviseerde dansvloer
    obscuur. Spots tekenen grillige schaduwen op de houten bevloering, welke
    de aan elkaar plakkende en verstrengelde lichamen van zovele
    paartjes zal moeten dragen. Het orkest probeert enkele noten : do..re..mi..
     De muzikanten stemmen nog een laatste maal hun in-strument. Dan
    komt de eerste melodie. Het dansfestijn wordt geopend door betrokken
     politicus, die als eerste met zijn gade over de dansvloer zweven mag.
     Dan wordt vermenigvuldigd. En plots is de plankenvloer een opeen-gepakt
    kluwen van mensen. Als de melodie ten einde is keert iedereen naar zijn
     plaats terug.

           Michel staat besluiteloos aan de kant, te kijken naar hen die dansen,
     in de hand een pint bier. Hij durft niet goed iemand ten dans te vragen.
     Hij heeft het eigenlijk nog nooit gedaan. Totnogtoe was uitgaan voor hem
     met kameraden een pint gaan drinken en wat lol trappen. Dansen had hem
    nooit aangetrokken. Dan plots ziet hij een meisje dat aan een tafeltje zit,
    samen met enkele vriendinnen. Ze maakt indruk op hem. Wanneer de
    muziek opnieuw begint, vraagt hij haar ten dans. Ze weigert, zegt dat ze
    niet kan dansen. Michel is ontgoocheld. Haastig zegt hij :

    “Kom nou, juffrouw, dat geeft toch niet. Ik kan ook niet zo goed dansen.
    Eens moet men het toch proberen.”

    Ze laat zich pramen. Even later ligt ze in de holte van zijn arm. De aanraking
     met dit zachte, warme lichaam doet de jongen beven. Beiden doen ze
    aarzelend enkele passen. Weldra is Michel in de hoogste hemel. Zo had
     hij het zich nog nooit voorgesteld. Hij vindt dit heerlijk. Wat is het toch
    een wondere ervaring om een meisje zo in je armen rond te voeren.
    Zouden alle vrouwen zo warm aanvoelen? Zo teder? Door de dunnen
    zomerjurk voelt hij de satijnzachte huid. Ze dansen zwijgend.
    Woorden zijn overbodig. De stilte is een bondgenoot, samen met de
    slepende muziek.  Michel zou graag iets zeggen, om het even wat, maar hij
    zwijgt. Hij is bang om de roes te verbreken. Samen dansen ze. Samen
    zwijgen ze. Het hoofd van het meisje rust op zijn schouder. Haar lichaam is
    tegen het zijn gevlijd. Het is Michel zijn eerste dans.

           Te vlug komt een einde aan de muziek. Wanneer hij toch verder blijft
    dansen, de werkelijkheid vergetend, wordt hij daar door andere dansparen
    attent op gemaakt. De aangename ervaring van daarnet nog in gedachten,
    brengt hij zijn danspartner naar haar plaats terug. Het was heerlijk! Wanneer
     een nieuwe dans begint loopt Michel in de richting van het zwartharig meisje
    .Hij wil opnieuw met haar dansen. Hij wil haar de hele avond in zijn armen
    houden. Maar dan, uit schrik om opdringerig te lijken, vraagt hij haar
    vriendin. Deze is erg babbelziek en praat aan een stuk door. De jongen
    begint ook te praten. Hij vertelt haar een hele hoop onzin en samen l
    achen ze vrolijk. Het ijs is gebroken. Zeer vlug is ook die dans ten einde.
     Met opzet neemt Michel nu plaats in de onmiddellijke om-geving van
     het zwartharig meisje en haar vrien-dinnen. Bewonderend blijft hij haar
    gadeslaan. Nu en dan werpt het meisje een blik in zijn richting. Haar ogen
    glanzen en er is iets uitno-digends in haar blik. Het lijkt of ze hem graag mag.

           Opnieuw en opnieuw speelt het orkest trage dansmuziek. Opnieuw en
    opnieuw danst Michel met het zwartharige meisje, dat hem zo bevalt.
    Hij voelt zich tot haar aangetrokken, maar het verveelt hem dat hij haar niets
     te ve-rtellen heeft. Er zijn wel zaken die hij zou willen zeggen, maar hij
     vindt de juiste woorden niet. Uiteindelijk, wanneer de stilte iets te zwaar
     valt, vraagt hij haar :

    “Mag ik je naam weten? We dansten nu reeds zoveel keren samen en ik weet
     nog niet wie je bent. Noem mij maar Michel.”

           Ze kijkt hem aan. Ze antwoordt niet onmiddellijk. Er is een glinstering in
    haar ogen, welke hij niet begrijpt. Hij knijpt even in haar hand. Ze
    beantwoordt de druk. Haar hoofd rust nu nog dieper op zijn schouder.
    Heel even drukt hij een vluchtige zoen op haar kapsel. Ze voelt het niet.
    Of toch? Even maar heft ze het hoofd en keert haar gezicht naar hem toe.
     Stilletjes zegt ze :

    “Ik ben Lisa. Van Elisa. Je weet wel.”

    Dan legt ze weer haar hoofd op zijn schouder. Zwijgend dansen ze verder
    tot de muziek ten einde is.

           De avond gaat veel te vlug voorbij. Weldra is het tijd om naar huis te
     gaan. Michel slaagt er in om even met Lisa alleen te zijn. Er heerst een 
    intieme stilte onder de bomen, nu de muziek zwijgt. Donderwolken drijven
    voorbij aan de zwarte hemel. Er is onweer op komst. Wanneer de maan even
    door de wolken breekt kijken ze elkaar aan, recht in de ogen. Lisa heeft
    mooie ogen. Fiere ogen. Het is volle maan. Ze wacht. Hij heeft haar
     hand vastgenomen. Ze komt dich-ter bij hem, drukt zich tegen hem aan.
    Opnieuw voelt hij de warmte van haar lichaam. Hij zou haar willen kussen.
    Hij legt een arm rond haar middel. Ze keert zich niet af, maar nestelt zich
    in de holte van zijn elleboog. Opnieuw kust hij haar kapsel. Nu heeft ze
     het wel degelijk gevoeld. Ze heft haar hoofd op en offreert hem heel even
    haar lippen. Hij is bang. Vluchtig drukt hij zijn lippen op de hare. Dan laat hij
    haar los. Ze blijft hem afwachtend aankijken. Hij weet niet wat hij doen
    moet. Ze lijkt een beetje ont-goocheld. Zachtjes fluistert hij :

    “Iets zal me altijd aan jou herinneren, Lisa.”

    Dan gaat hij van haar weg. Ze houdt hem tegen en fluistert nu op haar beurt :

    “Ik zal je niet vergeten, Michel.”

    Haar ogen lijken vochtig.

    **

     

     

    05-11-2007 om 19:50 geschreven door Jules Maleur

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (1 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    04-11-2007
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.

    Nog een gedicht. Het werd vele jaren geleden gemaakt. De inspiratie kwam, toen ik naar huis  keerde, 's nachts, na een ontgoochelend gesprek en vol weemoed naar de heldere sterrenhemel keek. Toen bedacht ik ook dat een ontgoocheling niet het einde van je dromen mag zijn.


    HOOP

     

     

    Mijn avondster, zo ver van mij vandaan,

    Getrouw heb je me steeds de rust gebracht;

    M’n enige hoop, gij licht in donk’re nacht,

    Bedroefd, verlaten, kijk ik je flikk’ring aan.

     

    Verdriet, wanhoop, heeft ons tesaam gebracht;

    Verloren liefde in dronken, nacht’lijken waan.

    Vergaan geluk -  verdwenen schim der maan.

    En toch - er is de nacht - een sterre lacht….

     

    Verlaten dan. Verstoten smart… een traan…

    een spook alleen. Zo toon ik de nacht mijn dracht:

    een dracht van waan ontdaan; van droom vergaan.

     

    En zo verging mijn kracht, mijn laatste pracht.

    Ontmaskerd nu, de stuwing eens mijns bestaan.

    Een hart dat wacht. M’n ziel, veracht – verwacht…

     

     

     

    (gentbrugge 1964)

    04-11-2007 om 09:36 geschreven door Jules Maleur

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 2/5 - (1 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    03-11-2007
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.INLEIDING

    Ik maakte dit blog om mijn literaire ambities als dichter en schrijver van korte verhalen en romans te testen bij een zo groot mogelijk publiek. Ik zal af en toe een gedicht plaatsen of een verhaal,  of een hoofdstuk van een roman waaraan ik werk. Ik zal graag uw reactie en appreciatie als lezer leren kennen. Hoe meer reacties, hoe liever.


    Dit eerste gedicht als kennismaking :


    Afscheid

     

     

    De maan en de sterren verdwijnen

    Zie de nieuwe zon verschijnen.

    Voel de ochtend van de nieuwe dag

    Hoop dat je er nog veel beleven mag

     

    Ik zag de jaren en seizoenen gaan

    Dacht dat ik eeuwig zou bestaan.

    Elk seizoen knabbelde aan mijn tijd

    Het saldo minderde tot mijn spijt.

     

    Ik leefde in geluk en verdriet

    Nu leef ik enkel nog en geniet.

    Ik tel geen dagen en geen uren,

    ben blij met bezoek van de buren.

     

    Ik wil niet denken aan wat komen zal

    Ik voel mij de schepper van ’t heelal.

    Leef  royaal, geniet en denk niet na;

    Treur niet wanneer ik morgen ga…

     

     

     

    (Heldergem, 21.07.2007)

     

     

     

    03-11-2007 om 15:29 geschreven door Jules Maleur

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - ( Stemmen)
    >> Reageer (1)


    Archief per week
  • 15/02-21/02 2010
  • 30/11-06/12 2009
  • 28/09-04/10 2009
  • 02/03-08/03 2009
  • 08/09-14/09 2008
  • 24/12-30/12 2007
  • 05/11-11/11 2007
  • 29/10-04/11 2007

    E-mail mij

    Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.


    Gastenboek

    Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek


    Blog als favoriet !


    Blog tegen de regels? Meld het ons!
    Gratis blog op http://blog.seniorennet.be - SeniorenNet Blogs, eenvoudig, gratis en snel jouw eigen blog!