durf jij mij jouw naaktheid te tonen ontdaan van kleed, van alle beschermende lagen laat jij mij zien wat jij heel je leven afgeschermd hebt meegedragen
zie ik dan jouw borsten zoals ze werkelijk zijn ontwaar ik dan jouw verjaarde buik na het baren of het verborgen zachte van glanzende venusharen
durf je mij je ziel te tonen het diepste van jouw zijn ervaar ik dan nog heilige iconen, als het ware, zo pril geschapen waarvan een kind nog kan dromen of zal ik de pijnlijke verloren scheuten van verkilde liefde voorzichtig bij elkaar moeten rapen
vraag mij maar naar mijn diepste wezen of liever, ontdek wat jij beter kan voelen of zien zie mijn pure kwetsbaarheid diep in mijn ogen misschien ontwaar jij beter dat ik mijzelf aldoor heb bedrogen
iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiik ga jouuuuuuuuuuu verlaten verlaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaten mijn dooooooooooooooooooooolk tussen de riiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiibben iiiiiiiiksterfff voooooooooooooor mijn maaaaaaaaaaaten
oooooooooom het geweeeeeeeeeeeeeten te suuuuuussen ik steeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeerf iksteeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeerf ik steeeeeeeeeeeeerf van de honger intussssssssssssssssssssssssssen intusssssssssssssssssen
een woord vermoord een zin vergaat het verhaal staakt er is geen regel die overleeft deze leegte is gemaakt voor dromen, visioenen hoe je het beleeft en de illusie doorzeeft
een hoofdstuk zonder hoofd onzichtbare punten mijn pennenvuur uitgedoofd de gevulde leegte vol van niets ruim van ruimte vol van gedachten over iets
ik ben de dichter van iets over niets dan wel niets over iets het maakt mij lichter zonder licht heb ik dit in uw schaduw verricht
manco en blanco uitgestrekt, van zieltogend naar zielloos onbeperkt is iets in niets uitgerekt
als mijn schaduw slaapt, als het ware en mijn ziel opgaat in het onbestemde
nee, niet in de alom eeuwige rust, dan drijf ik af, weg van de bewuste vaste wal dan wordt mijn heden, wat dat ook moge zijn, met het verleden in schemerland gesust
of haalt de geest de prikkels van stal die doorheen de dag, bij ogenschijnlijk licht hetzij van liefde, hetzij van pijn of anderszins zich gedragen als een waterval
en worden zij ongeremd en onvoorwaardelijk aan het vonnis van het grijze gerecht gericht
zo zal het gaan, ach wat weet ik er van langs al die ellenlange wegen in het brein God, wat heb ik nog te zeggen ik ben onderdanig overgeleverd aan de immer voortdenderende nachttrein
ik zie een knoopje op de grond zo een van blik en blinkend voorzichtig kijk ik rond verloren door een rijke stinkerd?
o, daar loopt er een met een houten wandelstok er naast een schrale vrouw in een overjarige rok
is dit kleinood van u? roep ik hen van verre toe ja, verdikkeme wat fijn dat u het ons meldt dat is van de eerste bustehouder gedragen door mijn oude grotemoe
mijn opa was directeur die snoeper fabriceerde fijne lingerie zij droeg derhalve een directoire en was ongevraagd zijn mannequin voor de notabele fine fleur dag en nacht stond ze voor hen klaar