toekomst is gehuld in signalen van licht maar wat als jij verwachting zo machteloos verwoordt, dat het je ontbreekt aan menselijke achting en de droevige ogen op hopeloosheid zijn gericht door de ziel die is doorboord
ik voel me zo zwak in een heldenloos bestaan immers ook ik kan je niet bieden dat teder beschermend dak al ben ik nog zo met je begaan ik weet dat je ooit op weg zult gaan naar het stervenswak
voortaan zal ik nog maar eenjarige bloemen zaaien niet wetend wat er komt totdat ik een laatste keer naar jou mag zwaaien en voor altijd zal verliezen wat ik wel in je vond
zij gaat maar dan zo langzaam met wisselende helderheid naar steeds grotere leegten in het heden stervend dood
waar toekomst een afnemend verleden kent: een ongevraagd genadebrood
zieltogend gaat zij voort in nakende ellende totdat ook het kind in haar geen weet meer heeft van er zijn of te worden bemind
zij kijkt, zo lijkt, nog diep in zichzelf hongert slechts teert op het volledig niets zo is haar ik gegaan nog wachtend op ademnood, naar ontdaan bestaan
de natuur neemt "haar" tijd een mens wordt reeds bij leven naar eeuwigheid geleid
geen vrouw ontsnapt aan mijn blik noch ontgaat deze aan mij zelve zij doorstroomt mijn lijfelijk ik gestut door ziele gewelven
meegesleurd in onaantastbare krachten doet zij mij vaak verscheuren zo sterk in mij en in gedachten het geeft mij haast onmogelijke kleuren
geaard in dit wezen, met gedreven passie zoek ik mijn weg waar bandeloosheid regeert ik ben genageld in deze stoffelijke versie waar chaos mij genadeloos deert
ik tracht de lucht te vangen met de palmen van mijn hand adem de zucht van jouw verlangen op het godverlaten strand
ik verhaal mijzelf op schijnende dromen zie in het licht van de deinende zilte zee waar ik je naakte lijf voorbij zie stromen je ogen vragen mij, ga je mee
ik stap met grijpende handen dieper weg heb geen weet meer van vaste grond mijn keel verkrampt bij elk woord dat ik zeg totdat het water onomkeerbaar stokt in mijn mond
mijn hond laat mij uit in feite trekt hij me voort het is het schuldgevoel dat mij vaak zo uitbuit
ik zet me dan aan hem te riemen ja, ook hij heeft zijn rechten en op de geijkte tijden moet ik tegen mijn luiheid vechten
vroeger liet ik hem los en draaide een shaggy keek dan lusteloos over het water riep hem dan weer met een fluit hij kwam direct terug of iets later
o, daar is die vent met die herder mooi weer he zegt hij dat had ik ook al waargenomen gelukkig liep hij verder
het liefst kom ik niemand tegen dat houdt alleen maar op nou ik kan je een ding zeggen mijn konijn doet niet moeilijk een keer per dag wat korrels en water om zich daarna weer neer te leggen
een trillende stem in mijn zwellende aula geluid dat waait in de keel bewegende droge lippen aanzet tot veel
mijn woorden werden al gevoeld eer zij werden uitgesproken mijn woorden ze waren nog niet koud of reeds gestorven in schoonheid woorden, woorden het scheppend sterven
worden ze niet gevoeld; stort tranen over ze uit zoals de meesters het hebben bedoeld
veel te lang bevonden; ik kort ze ijlings in; worden opnieuw ingebonden
een woord te vaak gedicht dan verzacht ik de pijn; het wordt er uitgelicht
immers men wil voldoen aan de elitairen, aan hun strikte lijn in de pas, in de pas recht zitten in de klas!
normen bestormen behoort tot een ander ras
soms, midden in de nacht zit ik in een somber hoekje slijp mijn punt extra scherp, vergrijp me in extase aan een woordeloze stroom van storende elementen die mijn vruchten immer bevatten
dan, ja dan,,,,,ben ik ja ik, even mijzelf en kan ik me aan mijn pennenvrucht heerlijk bezatten
durf jij mij jouw naaktheid te tonen ontdaan van kleed, van alle beschermende lagen laat jij mij zien wat jij heel je leven afgeschermd hebt meegedragen
zie ik dan jouw borsten zoals ze werkelijk zijn ontwaar ik dan jouw verjaarde buik na het baren of het verborgen zachte van glanzende venusharen
durf je mij je ziel te tonen het diepste van jouw zijn ervaar ik dan nog heilige iconen, als het ware, zo pril geschapen waarvan een kind nog kan dromen of zal ik de pijnlijke verloren scheuten van verkilde liefde voorzichtig bij elkaar moeten rapen
vraag mij maar naar mijn diepste wezen of liever, ontdek wat jij beter kan voelen of zien zie mijn pure kwetsbaarheid diep in mijn ogen misschien ontwaar jij beter dat ik mijzelf aldoor heb bedrogen