Foto
Categorieën
  • etymologie (80)
  • ex libris (82)
  • God of geen god? (183)
  • historisch (28)
  • kunst (6)
  • levensbeschouwing (249)
  • literatuur (41)
  • muziek (76)
  • natuur (8)
  • poëzie (95)
  • samenleving (235)
  • spreekwoorden (12)
  • tijd (13)
  • wetenschap (55)
  • stuur me een e-mail

    Druk op de knop om mij te e-mailen. Als het niet lukt, gebruik dan mijn adres in de hoofding van mijn blog.

    Zoeken in blog

    Blog als favoriet !
    interessante sites
  • Spinoza in Vlaanderen
  • Vrijdenkers
  • Uitgeverij Coriarius
  • Het betere boek
    Archief per maand
  • 06-2025
  • 05-2025
  • 04-2025
  • 03-2025
  • 02-2025
  • 01-2025
  • 12-2024
  • 11-2024
  • 10-2024
  • 09-2024
  • 08-2024
  • 07-2024
  • 06-2024
  • 05-2024
  • 04-2024
  • 03-2024
  • 02-2024
  • 01-2024
  • 12-2023
  • 11-2023
  • 10-2023
  • 09-2023
  • 08-2023
  • 07-2023
  • 06-2023
  • 05-2023
  • 04-2023
  • 03-2023
  • 02-2023
  • 01-2023
  • 12-2022
  • 11-2022
  • 10-2022
  • 09-2022
  • 08-2022
  • 07-2022
  • 06-2022
  • 05-2022
  • 04-2022
  • 03-2022
  • 01-2022
  • 12-2021
  • 11-2021
  • 06-2021
  • 05-2021
  • 04-2021
  • 03-2021
  • 12-2020
  • 10-2020
  • 08-2020
  • 07-2020
  • 05-2020
  • 04-2020
  • 03-2020
  • 02-2020
  • 01-2020
  • 10-2019
  • 07-2019
  • 06-2019
  • 05-2019
  • 03-2019
  • 10-2018
  • 08-2018
  • 04-2018
  • 01-2018
  • 11-2017
  • 10-2017
  • 09-2017
  • 07-2017
  • 04-2017
  • 03-2017
  • 02-2017
  • 01-2017
  • 12-2016
  • 11-2016
  • 10-2016
  • 06-2016
  • 05-2016
  • 03-2016
  • 02-2016
  • 01-2016
  • 12-2015
  • 11-2015
  • 10-2015
  • 09-2015
  • 08-2015
  • 07-2015
  • 06-2015
  • 05-2015
  • 04-2015
  • 03-2015
  • 02-2015
  • 01-2015
  • 12-2014
  • 11-2014
  • 10-2014
  • 09-2014
  • 08-2014
  • 07-2014
  • 06-2014
  • 05-2014
  • 04-2014
  • 03-2014
  • 02-2014
  • 01-2014
  • 12-2013
  • 11-2013
  • 10-2013
  • 09-2013
  • 08-2013
  • 07-2013
  • 06-2013
  • 05-2013
  • 04-2013
  • 03-2013
  • 02-2013
  • 01-2013
  • 12-2012
  • 11-2012
  • 10-2012
  • 09-2012
  • 08-2012
  • 07-2012
  • 06-2012
  • 05-2012
  • 04-2012
  • 03-2012
  • 02-2012
  • 01-2012
  • 12-2011
  • 11-2011
  • 10-2011
  • 09-2011
  • 08-2011
  • 07-2011
  • 06-2011
  • 05-2011
  • 04-2011
  • 03-2011
  • 02-2011
  • 01-2011
  • 12-2010
  • 11-2010
  • 10-2010
  • 09-2010
  • 08-2010
  • 07-2010
  • 06-2010
  • 05-2010
  • 04-2010
  • 03-2010
  • 02-2010
  • 01-2010
  • 12-2009
  • 11-2009
  • 10-2009
  • 09-2009
  • 08-2009
  • 07-2009
  • 06-2009
  • 05-2009
  • 04-2009
  • 03-2009
  • 02-2009
  • 01-2009
  • 12-2008
  • 11-2008
  • 10-2008
  • 09-2008
  • 08-2008
  • 07-2008
  • 06-2008
  • 05-2008
  • 04-2008
  • 03-2008
  • 02-2008
  • 01-2008
  • 12-2007
  • 11-2007
  • 10-2007
  • 09-2007
  • 08-2007
  • 07-2007
  • 06-2007
  • 05-2007
  • 04-2007
  • 03-2007
  • 02-2007
  • 01-2007
  • 12-2006
  • 11-2006
  • 10-2006
  • 09-2006
  • 08-2006
  • 07-2006
  • 06-2006
  • 05-2006
  • 04-2006
  • 03-2006
  • 02-2006
  • 01-2006
    Kroniek
    mijn blik op de wereld vanaf 60
    Welkom op mijn blog, mijn eigen website en dank voor je bezoek. Ik hoop dat je iets vindt naar je zin.
    Vrij vaak zijn er nieuwe berichten, dus kom nog eens terug?
    Misschien kan je mijn blog-adres doorgeven aan geïnteresseerde vrienden en kennissen, waarvoor dank.
    Hieronder vind je de tien meest recente bijdragen. De jongste 200 kan je aanklikken in de lijst aan de rechterkant; in het overzicht per maand, hier links, vind je ze allemaal, al meer dan 1400! De lijst van de categorieën bevat enkel de meest recente teksten; klik twee maal op het pijltje naar links onderaan voor nog meer teksten in dezelfde categorie.
    Als je een tekst wil gebruiken, hou dan rekening met de bepalingen van de auteurswet van 1994 en vraag me om toelating.
    Bedenkingen? Stuur me een mailtje: karel.d.huyvetters@telenet.be
    04-06-2025
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Vreemde vogels

    De  albatros is een serieus grote vogel die vooral in het zuidelijk halfrond voorkomt en de naam duikt dus ook eerst op als de Europeanen hun ontdekkingsreizen in die richting beginnen, zoals Cook in 1769, die meldde dat de albatrossen zeer lekker waren!

    Voor de naam van die nieuwe vogel deed men een beroep op wat men al kende aan grote witte vogels, met name de pelikaan, die volop aanwezig was en is rond de Middellandse Zee. Aristoteles vermeldde die vogels al; pelekys is een bijl, pelekao is met de bijl werken: wellicht deed de manier van vissen van de pelikaan, die met zijn onderbek vissen schept, denken aan een bijl. Maar hoe komen we dan bij onze albatros?

    Geduld, geduld...

    Die andere grote mediterrane beschaving, de Arabische, kende de pelikaan ook en noemde hem saqqa (heb je ook al gemerkt dat alle arab-ische woorden uit twee lettergrepen bestaan en enkel a's als klinker hebben? Allah akhbar!) en saqqa betekent water-drager, om bij de dubbele a's te blijven. In het Grieks is kados een kruik of urne, vooral de kruiken aan een noria, een jakobsladder, een toestel om water naar een hoger gelegen niveau te brengen, met kruiken die aan een rad bevestigd zijn. De Arabieren noemden dat al-qaddus. De Portugezen noemden de pelikaan met zijn schepbek dan maar alcatruz en de Spanjaarden alcatraz, ook nu nog. En ja, het beruchte gevangeniseiland in de baai van San Francisco heet zo omdat er een belangrijke kolonie pelikanen aanwezig was. Van alcatraz was het maar een kleine stap naar algatros, dat in verscheidene Europese talen voorkomt als voorloper van albatros; de b hebben we waarschijnlijk te danken aan het feit dat de (beide) vogels hoofdzakelijk wit zijn, albus in het Latijn, denk aan het witte priestergewaad, de albe, en aan albino.

    Toen men de albatros ontdekte, dacht men dat het een soort pelikaan was en men noemde hem dan maar alcatraz, algatros, albatros. Later, toen men het overigens vrij duidelijke onderscheid zag tussen de beide soorten, noemde men de ene soort de pelikaan en de andere de albatros, zodat je nu bijvoorbeeld in het Spaans naast alcatraz voor pelikaan albatross voor albatros krijgt, terwijl het ene duidelijk van het andere is afgeleid. Het kan soms vreemd lopen met woorden.

    Dat de pelikaan met zijn bek zijn borst openprikt om zijn jongeren te voederen, zoals vaak op christelijke prenten getoond wordt, als een symbool voor Christus die zijn bloed gaf voor de mensheid, is een mythe. Biologen wijzen erop dat het niet de pelikaan is die dat doet, maar een Egyptische ibis en dat ook die vogel overigens niet zijn borst openprikt maar zoals wel meer vogels het halfverteerde voedsel uit zijn krop wurgt ten behoeve van de hongerige jongen, waarbij bloedresten op zijn pluimen terechtkomen, die hij dan proper maakt, wat de indruk geeft dat... &c.


    Categorie:etymologie
    03-06-2025
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Vrijdenkers: recente bijdragen

    Op de website Vrijdenkers verschenen enkele nieuwe bijdragen en recensies.

    Volg daarvoor deze link: meest recent


    Categorie:God of geen god?
    30-05-2025
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Tweeling, tweelingen

    Tweeling, tweelingen

    Bij zoogdieren zijn meerlingen niet uitzonderlijk. Varkens hebben grote nesten, paarden niet. De mens is geen uitzondering, al is bij mensen een levende achtling wel uitzonderlijk. Sinds we inzicht hebben in het mechanisme van de bevruchting weten we dat tweelingen ontstaan door de bevruchting van twee gelijktijdig gesprongen eicellen, of door een vroege splitsing van een bevruchte eicel.  De kans op tweelingzwangerschap is ongeveer 1 op 85, eeneiige zwangerschappen zijn zeldzamer, ongeveer 1 op 250, maar er zijn niet te verwaarlozen regionale en leeftijdsverschillen.

    In het Nederlands noemen we een dergelijk kinderpaar een tweeling. Maar hoe noem je dan elk van die kinderen? Wat is de benaming voor één lid van een tweeling? Een tweeling. Dat is verwarrend. In het Engels is een tweeling in de zin van twee kinderen altijd meervoud: twins, het enkelvoud twin slaat op elk van beide: she has a twin betekent niet dat ze een tweeling heeft, maar dat ze een tweelingbroer of -zus heeft. Voor de andere betekenis zegt men: she has twins. Idem voor het Frans: jumeau — jumeaux.

    Ook wij kennen het meervoud ‘tweelingen’, en we gebruiken het in dezelfde zin, dus ‘tweelingen’ voor beide kinderen, voor het kinderpaar, en ‘tweeling’ voor elk afzonderlijk. Je kan dus zeggen de tweelingen Jan en Piet, en ook de tweeling Jan. Dat is in feite het meest logische, maar dat is niet wat we meestal doen: tweeling heeft in het Nederlands heel sterk de betekenis van een samen geboren kinderpaar gekregen, en we gebruiken het niet gemakkelijk voor een van hen, en zo is ‘tweelingen’ in onbruik geraakt. Men zegt wel: het zijn tweelingen, maar veel minder: hij of zij heeft een tweeling (tenzij we bedoelen dat ze een tweeling gebaard heeft), maar vaker: hij of zij heeft een tweelingbroer of -zus. Het blijft dus enigszins verwarrend, en dat komt omdat tweeling inhoudelijk naar een meervoud, in dit geval een tweevoud verwijst, maar naar de vorm enkelvoudig is. Het achtervoegsel -ling wordt gebruikt om een persoon aan te duiden, zoals in vondeling, kleurling, kloosterling, nakomeling, beroerling, feesteling, loteling, oproerling, schipbreukeling, slappeling, smekeling, (ver)banneling, verstoteling, vormeling, wijdeling. Die woorden gebruikt men voor mannelijke personen, maar ze kunnen ook voor beide geslachten gelden, zeker in het meervoud; in het enkelvoud wordt er een eind -e aan toegevoegd: kloosterlinge.

    Het achtervoegsel -ling is een nevenvorm van het oorspronkelijke achtervoegsel -ing, dat inderdaad een substantief maakt van het stamwoord waaraan het gehecht wordt: acht>achting, deel>deling, laad>lading, leen>lening, vervoeg>vervoeging enzovoort. Misschien is ‘ding’ wel het meest pregnante -ing woord: het staat voor elk substantief.

    Grammaticaal is het woord ‘tweeling’ feitelijk enkelvoudig — er is immers het meervoud ‘tweelingen — en slaat het dus op één van beide. Maar hoewel dat nog steeds kan, is het (helaas, m.i.) ongebruikelijk geworden. Tweelinc als enkelvoud voor een lid van een kinderpaar is de oorspronkelijke betekenis, tweelingh verschijnt eeuwen later in onze taal als benaming voor een dergelijk kinderpaar.

    Er is ook een sterrenbeeld Tweelingen, en dat geeft de oude, oorspronkelijke betekenis weer, dus een samen geboren kinderpaar, en niet twee dergelijke paren. Dat zijn de sterren Castor en Pollux, naar figuren uit de Grieks-Romeinse mythologie. Zoals wel vaker in de mythologie is het verhaal verre van duidelijk, maar ze waren ofwel tweelingbroers, verwekt door Zeus, en dan zijn ze de Dioscuren, letterlijk zonen van Zeus, ofwel tweelinghalfbroers, opeenvolgend verwekt, al dan niet eeneiig, bij dezelfde moeder Leda, maar alleen Pollux door Zeus, Castor daarentegen door de mens Tyndareüs (en zo broers of halfbroers van Helena en Clytaemnestra). Het sterrenbeeld heeft de wetenschappelijke naam Gemini, naar het Latijn geminus, dat tweevoudig, tweeling- en tweeling betekent. Het Franse jumeau/x is daarvan afgeleid. Misschien is geminus wel enigszins verwant met de semitische stam tom?

    In de Semitische talen is de benaming voor tweeling inderdaad iets als tom en dat werd spontaan ook een roep- of voornaam, zelfs een familienaam. Een alom bekende Thomas is de christelijke apostel met die naam, maar het Nieuwe Testament is bijzonder karig met informatie over hem, zoals trouwens over de meeste apostelen; zelfs daarover was er geen duidelijkheid of eensgezindheid. Hij wordt daar ook vermeld als Didymus, maar dat is gewoon het Griekse woord voor tweeling: didumos, wat letterlijk tweedubbel betekent, van dis duo. Didymus is dus gewoon de Griekse vertaling van het Aramese Te’oma, in het Grieks Thomas. Hij wordt ook Judas genoemd, en waarschijnlijk was dat zijn echte naam; hij werd Thomas of Didymus genoemd om hem te onderscheiden van die andere, finaal infaam geworden Judas, die dan op zijn beurt ter onderscheiding van de andere Judas de toenaam Iskariot kreeg, naar zijn geboorteplaats Kerioth, waarschijnlijk.

    Thomas werd en is nog altijd een veelgebruikte naam, maar de oorspronkelijke betekenis van tweeling is al lang volledig verloren gegaan. Een vrouwelijke vorm is Thomasina, en daarvan is de verkorte of vleivorm Tamsin afgeleid, en een vervorming van die ietwat vreemde en ongebruikelijke naam is Tasmin, wat beter van de tong rolt, en beide zijn vrouwelijke voornamen in het Engels, soms vervormd tot Tammy.

    Tweelingen zijn van alle tijden. Ze blijven ons fascineren, niet zozeer omdat meervoudige geboorten nogal zeldzaam zijn, maar misschien veeleer omdat tweelingen, vooral heel gelijkende, de zogenaamde identieke tweelingen, doordat ze zo eender zijn, zo anders zijn dan afzonderlijk geboren individuen. Hoe individueel of uniek zijn eeneiige tweelingen, die identiek hetzelfde genetische materiaal hebben, en vaak grotendeels hetzelfde leven leiden, zeker in hun jeugd? Plato meende al dat wij levenslang op zoek zijn naar onze eigen wederhelft. Tweelingen leven samen met hun alter ego, in goede en in kwade dagen. Wie het niet zelf meemaakt, heeft allicht geen idee van wat dat betekent, maar het moet ongetwijfeld wel heel bijzonder zijn.

     


    Categorie:etymologie
    26-05-2025
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.de gruwel en de verantwoordelijkheid

    Iedereen probeert voor zichzelf een of andere verklaring te vinden voor de gruwel in onze wereld, de dagelijkse gruwel in conflictgebieden en de steeds vaker toeslaande gruwel in onze beschaafde en vredelievende omgeving.

    Een eerste bedenking daarbij is dat men bijna altijd ervan uitgaat dat de daders gehandeld hebben uit vrije wil en dus daarop moeten beoordeeld worden. Ze werden niet gedwongen om hun aanslagen te plegen, ze hadden het evengoed niet kunnen doen. Het zijn dus monsters, want welke mens doet nu zoiets?

    Die vrije wil is echter een begrip dat sterk genuanceerd moet worden. Men laat uitschijnen dat elke mens op elk ogenblik volkomen vrij is om een bewuste beslissing te nemen met volledige kennis van zaken. Was dat maar zo… Elke mens is het resultaat van een geschiedenis. Die begint al bij de bevruchting, want wij erven het genetisch materiaal van onze ouders, zij het in een unieke combinatie. Vervolgens ondergaan wij de invloed van onze omgeving en reageren we daarop op onze eigen manier. Dat maakt ons tot unieke wezens die weliswaar beschikken over de mogelijkheid om rationeel na te denken over ons denken en doen, maar slechts in beperkte mate en op onze eigen manier. Die combinatie van redelijkheid en onredelijkheid die in elke mens aanwezig is als het resultaat van onze voorgeschiedenis is de oorzaak van ons gedrag.

    Het is weinig waarschijnlijk dat iemand zonder enige aanleiding en zonder enige beïnvloeding van buitenaf plots een aanslag pleegt zoals in Brussel, Nice, Berlijn, Manchester, Londen… Dat kunnen we ons alleen maar voorstellen bij mensen die zwaar mentaal gestoord zijn. Van de moslimterroristen veronderstellen we echter dat zij volkomen uit vrije wil gehandeld hebben en we beschouwen hen niet als mentaal gestoord. Indien zij niet mentaal gestoord zijn, en dat is nog zeer de vraag, dan moeten we toch rekening houden met de beperkingen die er noodzakelijkerwijs aan de vrije wil moeten opgelegd worden. In hoever beschikt een jonge persoon die sinds de geboorte opgroeit in een omgeving van gewelddadig moslimfundamentalisme over een absoluut vrije wil?

    Een tweede bedenking bij het zelfmoordterrorisme is dat we de mogelijkheid onder ogen moeten zien dat dit in bepaalde gevallen meer te maken heeft met het verschijnsel van de zelfdoding dan met terrorisme. Elk jaar sterven ongeveer 800.000 mensen door zelfdoding. Het is dus niet ondenkbaar dat een aantal onder hen dat doen op een manier die onschuldige slachtoffers maakt, of dat nu in het kader van terrorisme is of niet. Het is een vorm van zelfdoding die bekend is, niet het minst wegens de media-aandacht die eraan besteed wordt. Op die manier vormt het een beïnvloeding van personen die geneigd zijn tot zelfdoding. Wanneer een organisatie zoals het islamfundamentalisme deze vorm verheerlijkt, heeft dat onvermijdelijk gevolgen, dat is nu wel duidelijk. De verantwoordelijkheid van de leiders van dergelijke organisaties is dan ook verpletterend, om dat cliché toch maar eens te gebruiken.

    Dat brengt ons tot de vraag over de verantwoordelijkheid van de daders. Alle mensen zijn fysiek verantwoordelijk voor hun daden. Iemand die een moord pleegt, maakt zich schuldig aan een misdaad en moet daarvoor bestraft worden, wat ook de oorzaak, de reden of de aanleiding was. Die persoonlijke verantwoordelijkheid wordt niet geringer door de invloed die een persoon heeft ondergaan van anderen, maar men kan bij de bestraffing wel rekening houden met wat men dan verzachtende omstandigheden noemt, bijvoorbeeld de immense druk die kan uitgaan van de omgeving of van de omstandigheden.

    Deze bedenkingen zijn niet onbelangrijk wanneer wij proberen vormen van geweld te verhinderen zoals de terroristische aanslagen van de laatste jaren in het Westen of tegen niet-moslims. Het is duidelijk dat de beïnvloeding die uitgaat van de islamitische godsdienst en van de meest radicale en gewelddadige vormen daarvan onbetwistbaar verantwoordelijk is voor althans de frequentie, de vorm en de omvang van dat geweld, en voor de keuze van de slachtoffers. Het komt er dus op aan deze beïnvloeding zoveel mogelijk te vermijden. Als men daarin zou slagen, al was het maar gedeeltelijk, dan zouden er ongetwijfeld nog dergelijke aanslagen gebeuren, aangezien die ook gebeurden vóór het recente moslimterrorisme, en aangezien er altijd dergelijke zelfdodingen geweest zijn, maar het is meer dan waarschijnlijk dat met name de recente terroristische aanslagen niet zouden gebeurd zijn of niet op die gruwelijke manier en niet op die plaatsen.

    Men moet dus niet zozeer zoeken naar personen die in staat zijn om dergelijke aanslagen te plegen, die zijn er helaas genoeg, maar naar personen die anderen ertoe brengen om dergelijke aanslagen te plegen. Zij zijn de ware oorzaak van de gruwel, ook al hebben ze zelf propere handen. Wij kennen hen, en al te lang laten wij hen begaan. Dat maakt ons medeverantwoordelijk voor de gruwel die we zo afkeuren.

    (2017)


    Categorie:levensbeschouwing
    Tags:maatschappij, samenleving
    22-05-2025
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De behendige Van Bendegem

    Jean Paul Van Bendegem, Abecedarium. Van de A van Amerika tot de Z van Zalig, Antwerpen: Houtekiet, 2025, ISBN 978 90 5720 962 8, 178 blz., € 23,99 gebonden. Tekeningen: Serge Baeken.

    De teksten, elk gehecht aan een letter van het alfabet, verschenen eerder in De Geus, het lokale tijdschrift van de humanistische vrijzinnigheid in Gent, in de opeenvolgende afleveringen van 2017 tot 2024. Het zijn dus gelegenheidsstukjes, en De Geus en zijn lezers mogen zich gelukkig prijzen dat ze telkens een column voorgeschoteld kregen van een prominente filosoof en een begenadigde auteur. Hijzelf spreekt van een ‘bescheiden werk’, en van ‘bedenksels’. Maar vergis je niet: de plichtsgetrouwe auteur heeft er zich niet met de Franse slag van af gemaakt, maar integendeel enthousiast de geboden gelegenheid aangegrepen om de lezers te vergasten op een waar festijn van zwierige zwans. Op zijn onnavolgbare manier heeft hij zich hier uitgelaten laten gaan op de vrolijke vleugels van zijn ietwat frivole fantasie, zonder evenwel zijn filosofische onderlegdheid ook maar enigszins onder de korenmaat te schuiven. Het pretentieloze genre van de column leent zich uitstekend tot speelse overpeinzingen en grappige invallen, en daarin is de auteur meer dan een behendige kleine meester. Als denker lardeert hij zijn kwistige kwinkslagen echter bijna kwansuis met diepere gedachten, aan de hand van soms arcane anekdoten en treffende trivia, met tintelende taalspelletjes en met ontwapenende zelfspot op de schrijver en het schrijven van de teksten.

    Veel meer valt er over dit fraai uitgegeven en kunstig geïllustreerde boek niet te zeggen. Het is een schoolvoorbeeld van het utile dulci, het nuttige aan het aangename paren, een bij wijlen hilarisch freewheelen door de actualiteit, verleden en toekomst, een frisse duik in de diepe, en een plonzend pootjebaden in de ondiepere wateren van de wetenschap en de filosofie, een lichtvoetige letterdans op ernstiger muziek. Aldus is het een verrassende versnapering voor jezelf, en een uitgelezen geschenk voor een min of meer geliefd iemand die je wil verblijden met iets onvergelijkelijk originelers en zo oneindig veel beters dan de gebruikelijke commerciële portie gebraden lucht of dooie mus. Houtekiet heeft er goed aan gedaan de efemere pittige hersenspinsels van deze prestigieuze prestidigitateur in taal en denken smaakvol te bundelen voor het ruimere publiek dat ze moeiteloos verdienen.

     


    Categorie:ex libris
    17-05-2025
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De Verlichting en haar belagers

    Maarten Boudry, Het verraad aan de verlichting. Pleidooi voor een nieuwe vooruitgangsbeweging, Amsterdam: Uitgeverij Prometheus, 2025, ISBN 9789044654356, 348 blz., € 27,50 pb.

    Maarten Boudry komt genoeg in de media en zijn uitgesproken ideeën en stevig geformuleerde en geargumenteerde opvattingen zijn voldoende bekend. Veel daarvan vinden we terug in zijn jongste boek, zodat ik me niet onledig hoef te houden met die hier uitvoerig te herhalen of te proberen ze samen te vatten. Ik beperk tot enkele gedachten die bij mij opkwamen tijdens het lezen.

    Eerst een detail. Het dragende woord in het boek is ‘verlichting’ en de auteur schrijft dat zonder hoofdletter. Dat kan, maar op zich is dat althans mijns inziens onnauwkeurig. Zonder hoofdletter betekent het letterlijk ‘wat dient om te verlichten’, bijvoorbeeld straatverlichting, indirecte verlichting en zo meer. Er zijn ook andere, figuurlijke betekenissen. Als bedoeld wordt ‘het tijdperk der verlichting’ schrijf je naar mijn aanvoelen beter ‘de Verlichting’, zoals je ook het onderscheid maakt tussen de Kerk en een kerk. Maar ik begrijp dat de auteur ervoor kiest om dat in een heel boek over de Verlichting niet te doen, omdat er op een mogelijke uitzondering na het woord enkel in die specifieke zin gebruikt wordt, zodat verwarring of misverstanden uitgesloten zijn. Daarnaast zou een opeenhoping van overbodige hoofdletters de lay-out wellicht nodeloos belasten. Maar toch wil ik het hier even vermelden.

    Maarten Boudry noemt zich terecht wetenschapsfilosoof, zijn CV en zijn bibliografie staan daarvoor genoegzaam garant. Dit boek is voorzeker gebaseerd op zijn al indrukwekkende wetenschappelijke palmares, maar het is veeleer de wetenschapsjournalist die hier aan het woord is, de politieke analist, de maatschappijkritische denker en activist. Dat blijkt niet alleen uit de onderwerpen en de vele voorbeelden en anekdoten die veelal uit de actualiteit komen, maar ook uit de gevatte, met modewoorden en vlotte uitdrukkingen gekruide taal en de geëngageerde journalistieke stijl. Dat maakt het boek boeiend en heel leesbaar.

    Er zijn echter voortdurend verhelderende passages die veel dieper graven en onvermoede historische en filosofische achtergronden blootleggen van hedendaagse tendensen en fenomenen, en daarin is Boudry op zijn best. Hij is niet te beroerd om heilige huisjes neer te halen, of tegen de pilaar van een zelfingenomen styliet te plassen. Het is geen geheim dat hij geen grote bewondering heeft voor postmodern gedoe, en zijn afrekening met enkele coryfeeën daarvan is om van te genieten. Tenzij je graag postmodern bent, of doet, natuurlijk.

    Een teer punt in onze hedendaagse samenleving is het slachtofferschap. Boudry heeft het uitdagend, of zelfs tergend voor wie zich als dusdanig kwalificeert, over de tirannie van het slachtofferschap. Je mag van iemand niet zeggen dat die dik is, of overgewicht heeft: dat is body shaming. Slachtoffers, ook of vooral vermeende slachtoffers genieten een geprivilegieerd statuut, of eisen dat op. Er mogen geen vragen gesteld worden over de oorzaak of de reden waarom men een slachtoffer is, of wie dan wel de schuldige daders zijn.

    Hoewel de auteur het groene thema al uitgebreid behandelde in eerdere publicaties, komt het ook hier uitvoerig aan bod. Hij ergert zich blauw aan het groen-linkse doemdenken en aan hun impliciet verzet tegen elke vooruitgang, waardoor de oorspronkelijke progressieven stilaan conservatief en zelfs regressief geworden zijn, en ze welvaart veeleer als een bedreiging zijn gaan zien dan als een doel.

    Het vooruitgangsoptimisme van Maarten Boudry is aanstekelijk, en zijn oproep en aanbevelingen voor een nieuwe progressieve beweging zijn overtuigend en terecht. Hij verwerpt fundamenteel het ‘klassieke’ linkse recept van het creëren van meer welvaart voor iedereen door een herverdeling van de bestaande rijkdom, het nul-somrecept, of ‘de sterkste schouders moeten de zwaarste lasten dragen’. Hij gelooft rotsvast in het verhogen van de algemene welvaart door de toename van de algemene rijkdom; dus niet de taart meer gelijk verdelen, maar een grotere taart. Niet consuminderen, maar het BNP verhogen. Niet besparen, maar investeren. De productie van energie niet terugschroeven, maar de veilige en propere productie ervan zoveel mogelijk bevorderen. Geen door de staat opgelegd altruïstisme, geen staat als barmhartige Samaritaan of Sint-Maarten-mantelzorg (pace, Maarten), ook geen procrustesbed.

    De grond van de zaak is nog altijd de gelijkwaardigheid van alle mensen, die men helaas meestal verwart met een letterlijke gelijkheid, ook in welvaart. Mensen zijn niet gelijk, en gelukkig maar. Ze verschillen intrinsiek, met alle goede en kwalijke gevolgen voor hun mogelijkheden tot zelfrealisatie. De creatie van de welvaart is in hun handen, niet in die van een rigoureus herverdelende staat, die altijd naar tirannie zal neigen, en geen enkele garantie biedt inzake efficiëntie of effectiviteit. Enkel vrijheid in gelijkwaardigheid en door samenwerking kan algemene welvaart verzekeren. De rol van de staat moet daarom nauwkeurig vastgelegd en nauwgezet gecontroleerd worden, opdat die vrijheid om meer welvaart te creëren altijd gegarandeerd blijft. Waar men daaraan tornt, komt het fundamentele principe van de vooruitgang in het gedrang, dat immers gebaseerd is op het natuurlijke streven naar zelfbehoud en persoonlijk welzijn van ongelijke mensen, een streven dat onvervreemdbaar is en niet overdraagbaar naar een hogere instantie.

    Die inzichten, die de Verlichting in West-Europa en Noord-Amerika tot de ideale basis van de samenleving heeft verheven al vanaf het midden van de 17de eeuw, worden steeds belaagd door vele vijanden, en gefrustreerd door veel intern verraad. Ook vandaag worden ze te allen kante bestreden en in vraag gesteld, zelfs openlijk verafschuwd. Daarom is een pleidooi voor een terugkeer naar die inzichten en die waarden zo belangrijk, zodat de voor- en nadelen van de verschillende opvattingen over algemene en individuele welvaart in alle duidelijkheid naar voren komen.

    Het is echter maar de vraag of dat voldoende of zelfs maar van aard is om een zo noodzakelijke ommekeer op gang te brengen en in de praktijk te brengen. Dat ziet Maarten Boudry ook zelf wel in: ook in het verleden hebben dergelijke radicale voorstellen niet het succes gekend dat ze verdienen. De magistrale studie over de ontstaansgeschiedenis van de Verlichting van Jonathan I. Israel zegt het in de drie titels van zijn boeken: Radical Enlightenment —Enlightenment ContestedThe Enlightenment That Failed. Had men de ideeën van een Spinoza, een d’Holbach, een Diderot, een Condorcet ernstig genomen en ten uitvoer gebracht, dan stonden we nu al oneindig veel verder. Als onze democratische Verlichting overal ter wereld voet aan de grond zou krijgen, zouden we in een totaal andere wereld leven. Maar radicale progressieve ideeën lijken wel gedoemd om betwist te worden, en zo al niet te falen, dan toch slechts uiterst moeizaam ingang te vinden, denk maar aan Copernicus, Galilei en Darwin in andere contexten. Gelijk hebben is één zaak, gelijk krijgen een andere. Politiek is de kunst van het mogelijke, zegt men dan, van het haalbare compromis. Compromissen zijn intellectueel en materieel het praalgraf waarin idealen begraven worden. Opgelegde gelijkheid is de doodsteek voor elke individuele ambitie en uitmuntendheid. Noch de staat, noch de minderbedeelden hebben het recht om de natuurlijke ongelijkheid en ambitie van alle mensen te fnuiken, integendeel: ze graven daardoor hun eigen graf.

    Maarten Boudry mikt hoog, wellicht in het besef dat de pijl zakt onder het vliegen. We moeten dankbaar zijn dat er nog jonge denkers zijn die door de ware progressieve geest bevlogen zijn en ons het ware einddoel voor ogen houden: de vrijheid en het welzijn van allen. Wie iets anders voorstaat, plaatst zich daardoor in een kwalijk daglicht en, zoals ongetwijfeld uiteindelijk zal blijken, aan de verkeerde kant van de geschiedenis.

    De auteur geeft in een epiloog grif toe dat niet iedereen het eens zal zijn met alles wat hij hier aanbrengt en voorstelt. Zelfs wie het op omzeggens alles in de grond eens is, zal af en toe een ja, maar opperen. De niet aflatende gedrevenheid van de auteur kan zelfs voor een bewonderaar vermoeiend worden; wat moet dat dan doen met lauwe bondgenoten, om nog te zwijgen van fervente tegenstanders? Er zijn enkele zeldzame en onbelangrijke suslapjes. De praktische aanbevelingen in fine zijn allicht voor uitbreiding en herziening vatbaar. Toch moeten we voorbeeldig moedige stellingnames als dit boek van Maarten Boudry, een even onderlegd als vurig pleidooi voor de ware Verlichting, koesteren; ze zijn helaas maar al te zeldzaam, en toch zo broodnodig.

    Verplichte lectuur dus voor elke zichzelf respecterende progressief, en een beetje tegen beter weten in heel warm aanbevolen aan alle anderen. Honni soit qui mal y pense.

     

     

     


    Categorie:samenleving
    16-05-2025
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Corsica

    Zetti & Bosch, Leven en dood van een Corsicaan. Dagboek van een week, of de verknipte geschiedenis van een eiland, van God en zijn goedgezinden, van buitenstaanders en andere mensen, Uitgeverij Klein, 2025, ISBN 97894644774429, € 36 pb.

    Ondanks de al uitvoerige titel en ondertitels vond men het nodig om daaraan op de titelpagina nog toe te voegen: ‘Roman met foto’s, voetnoten en bijlagen. Gebaseerd op echte feiten en mogelijke waarheden’. Dat alles roept vele vragen op bij potentiële lezers, die na de lezing bij deze lezer grotendeels onbeantwoord bleven. Van een dagboek verwacht of veronderstel je dat het min of meer bij de feiten blijft, en ook van een geschiedenis. Maar een ‘verknipte’ geschiedenis? Verknipt heeft vele betekenissen, waarvan enkele niet meteen uitnodigend zijn bij een boek van 336 bladzijden, die hoe dan ook onmogelijk kunnen volstaan om de al te vermetele ambities van de titel waar te maken. Een roman is fictie, maar dan verwacht je niet meteen foto’s, voetnoten en bijlagen.  Fictie kan best wel gebaseerd zijn op feiten, maar wat zijn echte feiten? Laten we toch maar blijven hopen dat onze wereld niet zomaar opgedeeld wordt in echte en niet echte, fake of alternatieve feiten. Om nog te zwijgen van ‘mogelijke waarheden’; waarheden zijn intrinsiek mogelijk en hopelijk meer dan dat, maar wat is dan hun antoniem, onmogelijke waarheid? De auteur/s zaaien van meet af aan twijfels en verwarring, ook over zichzelf, want het vermeende duo blijkt een pseudoniem te zijn voor één auteur en ‘vijf lees- en schrijfvrienden’, en nog twee ‘redacteurs’ die in de voetnoten zoals Nessie te pas en te onpas opduiken, Ada en Tikker, maar verder niet identificeerbaar zijn. Er zijn ettelijke meestal melige motto’s, een nogal ongeleid Ten geleide, vier ‘delen’ die zich elk in een tijds- en plaatselijk kader situeren, maar voortdurend van perspectief veranderen; een al te alternatief addendum, en meer bizarre bijlagen dan je lief is, onder meer een al dan niet fictieve stamboom, pseudoniemen incluis.

    Er is een verhaal, en een verteller, die echter ook een van de hoofdpersonages is, een tweede vertelster, ook hoofdpersonage, en beiden zijn tevens auteur; en een bonte zwerm neven- en nichtenpersonages. Er zijn foto’s, veel foto’s, op één uitzondering na in z/w, heel fraai, maar niet altijd echt ter zake in het verhaal. En niet alleen foto’s: ook clichés, te veel clichés om goed te zijn.

    Hebben we te maken met postmoderne schriftuur? Is het een autobiografie, een vaderbiografie als eerbewijs, een roman fleuve, een stream of consciousness? Een pastiche, een persiflage? Een navolging van Nabokovs Ada en zijn dooreengeschudde-steekkaarten-compositiemethode?  Een bekentenis-, een bildungsroman? Een commerciële reisreportage? Een beeldloze graphic novel?  Een vermetel filmscenario? Is het een ‘noodzakelijk kunstwerk’? Een late puberale death wish? Wie zal het zeggen. Is het boeiend? Soms. Is het goed geschreven? Hier en daar. Het is vooral warrig, aan flarden gereten, of uit flarden lukraak aaneengenaaid (stevig, met wit garen en open rug, weliswaar). Is het geheel meer dan de delen? Is dat dan de diep onderliggende bedoeling: dat de lezer de frêle fragmenten mentaal accumuleert, en er dan onbewust uit de metaforen een meta-verhaal ontstaat, zo magistraal bedoeld door de gewiekste ‘auteur-regisseur’? Ik heb zo mijn twijfels. Er is veel te vaak sprake van dagboeknotities en andere ‘teksten’, er wordt te veel al dan niet fictief geciteerd en vertaald, er is te veel gratuite lapidaire dialoog. De focus verspringt schijn- of toch blijkbaar zonder veel aanwijsbare reden van tijd en plaats, namen worden vermeld alsof ze evident zijn, quod non, dragende personages en thema’s worden nauwelijks uitgediept, figuren en feiten komen op en gaan af als in een deurenkomedie; belangrijke gebeurtenissen worden amper aangeraakt, nietszeggende details uit het dagelijks leven en de herinnering van het hoofdpersonage daarentegen mate- en nodeloos uitvergroot. Genres worden vermengd dat het een lieve lust is, alsof het succes van een ratatouille bepaald wordt door het aantal soorten van ingrediënten, niet door hun specifieke karakter en de juiste dosering. Beschränkung? Nooit van gehoord.

    Ik las en recenseerde eerder al het eerste boek van Uitgeverij Klein, het prachtige Ouroboros. Odyssee 2.0, van Paul Claes. Elke vergelijking van dit heterocliete Corsicaanse dagboek met dat doorwrochte klassieke én moderne literaire meesterwerk is uit den boze. Het is natuurlijk niet onmogelijk dat ik me compleet vergis, maar mijn krachtige innerlijke overtuiging is dat het hier gaat om een ongemeen onorthodox, maar vooral onvolkomen, onrijp, onecht onding van een argeloos ‘alternatieve’ amateur. En als dat niet zo is, dan is het een verdraaid sterk staaltje van een parodie daarop. De uitgeverij is Klein, maar in dezen danig uitdagend dapper.


    Categorie:ex libris
    15-05-2025
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Breendonk, de gruwel, de feiten

    Jos Vander Velpen, Vandaag ik, morgen jij. Rood, wit en zwart in Breendonk, Berchem: Uitgeverij EPO, 2025, ISBN 978 94 6267 536 0, 254 blz., illustraties Fred Bervoets, € 24,90 pb.

    Mijn partner is criminologe van opleiding, geboren in 1942, en heeft zich sinds vele jaren verdiept in de eerste, maar vooral in de Tweede Wereldoorlog. Ze heeft daarover een indrukwekkende bibliotheek verzameld, en bekijkt nog dagelijks de vele documentaires op TV. Desondanks heb ik me zelf altijd afzijdig gehouden van concrete en gedetailleerde informatie over die oorlogen. Ik weet ondertussen in grote lijnen wat er gebeurd is, maar ben niet geneigd om dat van naderbij te bekijken. De redenen daarvoor zijn ongetwijfeld even banaal en ontoereikend als complex, maar mijn viscerale huiver voor de beschrijving van geweld behoort daar zeker toe. Voor mij volstaat het te weten dat het gebeurd is; wat en hoe hoeft niet, integendeel, het is meer dan ik emotioneel aankan.

    Toen ik de boekaankondiging kreeg van onderhavig boek over Breendonk waren er enkele elementen die toch mijn aandacht trokken. Jos Van der Velpen, de auteur, boezemde vertrouwen in wegens zijn bekendheid als advocaat en zijn betrokkenheid bij de Liga voor Mensenrechten. Daarnaast beloofde het boek inzicht te geven in de levens van twee verzetslieden en twee SS’ers; ik heb altijd de grootste moeite gehad om de wreedheden van oorlogen in het algemeen, en die van de Tweede Wereldoorlog in het bijzonder, te begrijpen en hoopte in dit boek enige duiding te vinden van de beweegredenen van daders, zowel de uitvoerders als de politieke en militaire opdrachtgevers, mede aan de hand van het getuigenis van slachtoffers.

    Toen het boek aankwam, las ik naar goede gewoonte meteen de flaptekst en het voorwoord (prof. Koen Aerts, vakgroep Geschiedenis, Universiteit Gent). Daarmee werd al enigszins duidelijk dat het niet om een streng-wetenschappelijke historische benadering zou gaan, maar om ‘een verhaal’. De professor wijst er terecht op dat geschiedenis, als wetenschap, ook altijd een verhaal is, men denke slechts aan de onvolprezen historica Barbara Tuchman, maar ik was toch al enigszins op mijn hoede, want als er iets is dat ik in die context hartsgrondig verfoei, dan is het wel historische fictie, hoe knap die ook geschreven is. Ik ben het grondig oneens met de stelling dat literaire fictie soms beter de werkelijkheid kan weergeven, omdat ze meer aanspreekt dan een loutere opsomming van feiten. Als men niet echt zeker kan zijn dat wat beschreven wordt zich werkelijk heeft voorgedaan, haak ik althans meteen af, intellectueel en emotioneel. Ik begrijp de aantrekkelijkheid die het literaire genre voor sommigen, zelfs velen misschien, kan hebben, maar het is aan mij werkelijk niet besteed.

    Het ‘verhaal’ dat de auteur brengt, is op dat punt wat mij betreft een bevredigende tussenvorm. Het is inderdaad gelukkig geen droge en saaie opsomming van feiten en gebeurtenissen, maar wel, voor zover ik dat kan beoordelen, een getrouw relaas, naar ik geredelijk aanneem op grond van de hier aangereikte informatie, zij het dan grotendeels in een verhalende stijl, van die feiten en gebeurtenissen, blijkbaar op basis van getuigenissen van ooggetuigen, vaak rechtstreeks geciteerd, en andere betrouwbare historische bronnen. Het is dus wel degelijk een verhaal, maar een waargebeurd verhaal, en geenszins fictie, dat is althans mijn stellige indruk, en ik heb geen enkele reden om aan te nemen dat dat niet zo zou zijn.

    Als dusdanig is het verhalend relaas dat de auteur presenteert volkomen overtuigend. Hij brengt ons de ontstellende feiten en gebeurtenissen in hun vaak gruwelijke details, met naam en toenaam, data en duiding van omstandigheden, maar zonder bronvermelding, in voet- of eindnoten en een degelijke bibliografie, zoals dat in een wetenschappelijk historisch werk noodzakelijk zou zijn. Dat kan, en dat is hier zelfs uitzonderlijk goed gelukt. Maar alles hangt dan wel af van de geloofwaardigheid van de getuigen(issen) en de andere bronnen die de auteur heeft geraadpleegd, en van zijn eigen objectiviteit in de weergave daarvan. De kwaliteit van de getuigenissen kunnen we niet nagaan zonder ons zelf in het bronnenmateriaal te gaan verdiepen. We zijn dus tijdens de lectuur helemaal aangewezen op de integriteit van de auteur, maar in dit geval hoeven we daarover geen twijfels te hebben, zowel op grond van zijn voortreffelijke reputatie als wegens de authentieke, geëngageerde maar ernstige, oprechte en volkomen vertrouwenwekkende manier waarop hij zijn materiaal aanbrengt.

    Wat men niet moet verwachten, is een overvloed aan moraliserende, politieke of historische conclusies, noch doorgedreven of speculatieve psychologische analyses van de personages. Het is een relaas dat in zijn ontstellende feitelijkheid aan de lezer aangeboden wordt. De onontkoombare rest doe je zelf, naar eigen best vermogen, op grond van en aan de hand van het meer dan overtuigend aangevoerde feitenmateriaal.

    Jos Vander Velpen heeft met dit prangende boek een indrukwekkend eerbetoon gebracht aan de genoemde en de vele andere slachtoffers van de terreur van het nazisme in de context van het infame Breendonk. Hij heeft ook de lezers van dit boek, dat we aan iedereen zonder enige aarzeling aanbevelen, een bewonderenswaardige dienst bewezen, waarvoor we hem meer dan gewone dankbaarheid verschuldigd zijn, door ons onverbloemd, maar op voorbeeldig sobere wijze node te herinneren aan de rauwe gruwel waarvan wij althans en hier althans sindsdien gelukkig bespaard gebleven zijn, maar die nog steeds mogelijk, en zelfs dagelijks ergens ooit aanwezig is.


    Categorie:historisch
    10-05-2025
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Levend verleden

    Levend verleden

     

    Ik adem en verga langzaam

    in dit eenzaam gedeelde heden

    de dagen verglijden ongemerkt

    tot allengs vergeten jaren

    ik droom en denk en leef onverwist

    in mijn wazig aanwezig gewaande verleden

     

    ik breng mijn late dagen lijdzaam levend door

    in het afwezige gezelschap van verre levenden

    en de levendige nabijheid van de vele overledenen

    die me zwijgzaam aanspreken en toonloos toezingen

    overlevenden uit hun nu langgeleden heden

     

    ik leef ten langen leste gelaten ten einde toe

    en draal en droom en denk en dank

    innig verenigd in een erkentelijk herbeleven

    in het gezegend herlezen van hun ademloze woorden

    het droomverloren aanhoren van hun verstilde toonaarden

     

    in mijn tanend talmend leven

    schraagt hun onvergankelijk verleden

    nu in machtige gedachtestromen

    en statige stemmenkoren herrezen

    mijn hun dankbaar beleefde heden.

     

    Karel D’huyvetters, anno aetatis suae LXXIX°


    Categorie:poëzie
    07-05-2025
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Spectaculair

    Spectaculair

    Sinds mijn allerprilste kindertijd heb ik naar muziek geluisterd op apparaten. Mijn eerste ontdekking was een afgedankte koffergrammofoon en enkele heel breekbare schellakplaten met vrolijke deuntjes, op onze speelzolder. Het probleem was dat de veer die voor de aandrijving moest zorgen het natuurlijk begeven had onder de ‘opwinding’ van ons, de kinderen. Daarna was het een nieuwe radio die mijn Vader had gekocht en trots aan zijn kinderen toonde. Die hebben we gehad tot ik de puberteit al voorbij was. Een bandopnemer kwam er toen ik tien was, denk ik, en ik was toen al met klassieke muziek bezig, leende platen bij vrienden en kennissen en nam die dan op. Samen met mijn broer Raf luisterden we in bed naar Radio Luxembourg, The Station of the Stars op een mini-radiootje dat we van buren gekregen hadden in ruil voor onze hulp bij hun verhuizing. De vrijer van mijn zus was muzikant, en hij had een platenspeler die ik soms mocht gebruiken. Mijn tante Mie, de jongste zus van mijn Vader was ook muziekliefhebber, ze had een enorme radio met ingebouwde platenspeler en een aanzienlijke collectie klassieke langspeelplaten. Mijn jeugdvriend André hield van jazz en had een platenspeler met luidsprekers. Ik erfde zelf een oude platenspeler, die mijn peter Aimé, de broer van mijn Vader, inbouwde in een fraai houten kistje, hij was schrijnwerker. Toen ik naar Leuven ging, kocht ik met wat ik verdiend had als jobstudent een mooie Grundig draagbare radio. Toen ik pas getrouwd was, kochten we een Lenco platendraaier, en enkele jaren later kwam mijn eerste stereo-set er, een Leak versterker en tuner. Toen mijn laatste tante stierf, Alma, erfden we een leuke som, en toen kocht ik een betere stereo-installatie, een krachtige Phase Linear voorversterker, eindversterker en tuner, en twee B&W 802 luidsprekers die ik nog steeds heb en gebruik. Op aanraden van mijn jongste zoon Luk ben ik enkele jaren geleden overgeschakeld naar streaming, op Zen Mini Mk3, en dan kwam er ook een nieuwe versterker, een mooie Gato Dia 250.

    Mijn gehoor was ongemerkt slechter geworden, en toen dat uiteindelijk toch pijnlijk duidelijk werd, ben ik op zoek gegaan naar middelen om daaraan te verhelpen. Na wat gesukkel met equalizers ben ik overgeschakeld naar hoorapparaten, en dat was een grote verbetering: ik kon weer hoge tonen horen!

    Ik breng het grootste gedeelte van de dag door aan de PC, en ik heb altijd wel kleine monitors op mijn werktafel gehad. Enkele jaren geleden kocht ik een beter stel, Edifier R1700BTs, en daaraan beleef ik alle dagen veel plezier. Toen ik ze kocht, kon ik kiezen voor een model waarop je een sub-woofer kan aansluiten (s), en dat deed ik dan maar, zonder meteen aan die aanvulling te denken. Gisteren heb ik daar nu een sub-woofer van hetzelfde merk op aangesloten, de T5, en mensenlief, wat een verschil! Ik hoor nu lage klanken die ik voorheen helemaal niet hoorde. Allicht moet ik nog verder afstellen, om een natuurlijk geluid te krijgen, zonder dat de bassen de andere klanken overstemmen. Maar het resultaat is nu al spectaculair. Ik zocht eigenlijk een ander woord, want spectaculair slaat etymologisch op iets dat je kan zien, maar ik vind geen geschikte term uit de wereld van het horen om hetzelfde uit te drukken. De muziek klinkt anders, veel rijker, veel ruimtelijker, veel meer aanwezig.

    Nu besef ik dat ik al die jaren toch wel aspecten (weer zo’n slecht gekozen term) van de muziek heb gemist. Hoe dan ook heb je zelfs met heel goede apparatuur niet hetzelfde geluid als live, maar daar heb ik me altijd al bij neergelegd: ik luister uitsluitend op die manier naar muziek, omzeggens nooit live. Maar een relatief kleine toevoeging zoals die sub-woofer van amper € 129, gratis thuis geleverd, zorgt voor een verbluffend effect.

    Dat is ook een groot verschil met vroeger: muziekinstallaties zijn niet goedkoop, sommige zijn peperduur, onbetaalbaar voor gewone stervelingen. Ik ben daarin nooit heel ver gegaan, relatief gesproken. Maar de set die ik nu heb aan mijn werktafel is werkelijk spotgoedkoop: € 135 voor de twee luidsprekers, € 129 voor de sub-woofer, en het zijn actieve luidsprekers, ze hebben ingebouwde versterking, je hebt niets anders nodig. Ik stuur ze via bluetooth draadloos aan met mijn streamingdienst op de PC, en geniet de hele dag met volle teugen, de muziek heeft in mijn studeer- en werkkamer nog nooit zo goed geklonken. En dat voor een belachelijke prijs, minder dan 1/20 van die van mijn ‘grote’ set in de woonkamer.

    Zo zie je maar. Men kan perfect gelukkig zijn zonder sub-woofer, maar als je voor € 129 je muzikaal genot zo ‘spectaculair’ kan opvoeren, dan is er althans in mijn ogen, of liever: oren, geen enkele reden dat niet te doen.

    Edifier is een Chinees bedrijf. Vandaag is dat niet verwonderlijk, alles komt uit China. Hoe ze zo’n materiaal kunnen maken en het verkopen voor die prijs, dat gaat mijn begrip te boven. Maar dat zijn bedenkingen die niet van aard zijn om mijn muzikaal genot te bederven.


    Categorie:muziek


    Foto

    Foto

    Foto

    Inhoud blog
  • Vreemde vogels
  • Vrijdenkers: recente bijdragen
  • Tweeling, tweelingen
  • de gruwel en de verantwoordelijkheid
  • De behendige Van Bendegem
  • De Verlichting en haar belagers
  • Corsica
  • Breendonk, de gruwel, de feiten
  • Levend verleden
  • Spectaculair
  • Verrijzenis
  • Goede Vrijdag 2025
  • Palmzondag
  • Gij zult niet doden
  • Vrijdenkers
  • Koekoek!
  • Vrede
  • Christelijke moraal, atheïstische ethiek
  • Al te vroeg gestorven
  • La perfection n'est pas de ce monde.
  • Openbaring
  • Elke mens is uniek
  • Me dunkt...
  • Hybride
  • Sint-Catharina. Brief aan een christen vriend.
  • Het geboortejaar van Jezus Christus
  • Etsi Deus non daretur: zelfs als er geen God zou zijn.
  • Godsvrucht
  • Eerlijkheid
  • Verlossing: I know that my Redeemer liveth.
  • Gezag
  • Als de vos de passie preekt...
  • De hondse filosofen
  • Anselmus van Canterbury
  • Op mijn eentje
  • Inquisitie in de Middeleeuwen
  • Heksen
  • Gerede twijfel
  • Kristien Hemmerechts' late bekering en mystieke ervaringen
  • De Blijde Boodschap, andermaal
  • Verwondering
  • Wees volmaakt zoals uw hemelse vader
  • Paul Claes Odyssee 2.0
  • Griekse tragedies: Sofokles
  • Thomas a Kempis, de Navolging van Christus
  • De Griekse bronnen van de Verlichting
  • Islam en christendom
  • Darwin, creationisme, intelligent design
  • Satan
  • Humanisme
  • Godsdienstvrijheid
  • Ethiek en humanisme
  • De vos en de egel
  • Perfide
  • Godsdienst na de dood van God?
  • Sceptisch
  • incest
  • Catechismus
  • Filosofen te koop
  • Democratie
  • De uitzondering en de regel
  • Etiketten
  • Extreemrechts
  • Waarheid en verzinsel
  • Over geloof en psychologie (recensie)
  • De misdadige geschiedenis van de Kerk
  • Judith Butler, Wie is er bang voor Gender? (recensie)
  • Erwten en kikkers
  • David Hume
  • Denken en geloven in de oudheid (recensie)
  • Kinderspel?
  • Over grenzen, Mark Elchardus
  • Robot
  • Vooruitgangsgeloof
  • Het kan me niet schelen!
  • Aurelius Augustinus, Belijdenissen
  • Buizingen, een parochie miskend
  • Main morte
  • Celsus?
  • Een betere zaak waardig.
  • 'De waarheid zal u bevrijden.'
  • Feminisme
  • Tijdverspilling
  • Anarchist
  • Sjostakovitsj
  • Om de liefde Gods
  • Het boek
  • Naastenliefde
  • Parabels
  • Alzheimer
  • Verkiezingskoorts
  • Cynthia
  • Sindh
  • Cicero, Wet en rechtvaardigheid (recensie)
  • Israël, Oekraïne
  • Godsdienst en religie
  • Abraham en de vreemdeling
  • Winterzonnewende 2023
  • Anaximander
  • Links? Rechts?
  • Willen jullie meer of minder Wilders?
  • Het Gemenebest
  • Jeremy Lent, Het betekenisveld, Stichting Ekologie, Utrecht/Amsterdam, 2023 (recensie, op eigen risico...)
  • Richard Wagner
  • Secularisme
  • Naastenliefde
  • Godsdienst en zijn vijanden
  • Geloof, ongeloof en troost?
  • Iedereen gelijk voor de wet?
  • Ezelsoren (recensie)
  • Hersenspinsels?
  • Tegendraads, of draadloos?
  • Pico della Mirandola
  • Vrouwen en kinderen eerst!
  • Godsdienst als ideologie
  • Jean Paul Van Bendegem, Geraas en geruis (recensie)
  • Materie
  • God, of de natuur
  • euthanasie, palliatieve zorg en patiëntenrechten (recensie)
  • Godsdienst of democratie
  • Genade
  • Dulle Griet, Paul Claes
  • Vagevuur
  • Spinoza- gedicht, Stefan Zweig
  • Stefan Zweig, Castellio tegen Calvijn (recensie)
  • Hemel en hel
  • Federico Garcia Lorca, Prent van la Petenera
  • als in een duistere spiegel
  • Dromen zijn bedrog
  • Tijd (recensie)
  • Vrijheid van mening en academische vrijheid
  • Augustinus, Vier preken (recensie)
  • Oorzaak en gevolg
  • Rainer Maria Rilke, Het getijdenboek. Das Stunden-Buch (recensie)
  • Een zoektocht naar menselijkheid (recensie)
  • De Heilige Geest
  • G. Apollinaire, Le suicidé
  • Klassieke meesters: componisten van Haendel tot Sibelius (recensie)
  • Abelard en Heloïse (recensie)
  • Kaïn en Abel
  • Symptomen en symbolen
  • Voor een geweldloos humanisme
  • Bij een afscheid
  • Recreatie
  • Levenswijsheid
  • Welbevinden
  • De geschiedenis van het atheïsme in België (recensie)
  • Peter Venmans, Gastvrijheid (recensie)
  • Gastrubriek: Leesportefeuille, Hugo D'hertefelt, 15
  • Secretaris
  • Gastrubriek: Leesportefeuille, Hugo D'hertefelt, 14
  • De boeken die we (niet) lezen, 2 WIlliam Trevor en Adriaan Koerbagh
  • Abortus
  • Verantwoordelijkheid (1)
  • Verantwoordelijkheid, deel 2
  • Mijn broeders hoeder?
  • Gastrubriek: Leesportefeuille, Hugo D'hertefelt, 13
  • Eerst zien, en dan geloven!
  • Homoseksualiteit
  • Sonja Lavaert & Pierre François Moreau (red.), Spinoza et la politique de la multitude (recensie)
  • Atheïsme: vijf bezwaren en een vraag, W. Schröder (recensie)
  • Gastrubriek: Leesportefeuille, Hugo D'hertefelt, 12
  • Zoo: Een dierenalfabet.
  • De rede
  • Gastrubriek: Leesportefeuille, Hugo D'hertefelt, 11
  • Sinterklaas, Spinoza, en de waarheid
  • Gastrubriek: Leesportefeuille, Hugo D'hertefelt, 10
  • Gastrubriek: Leesportefeuille, Hugo D'hertefelt, 9
  • De boeken die we (niet) lezen. Over Karl May en Jean Meslier.
  • Waar men gaat langs Vlaamse wegen...
  • Gastrubriek: Leesportefeuille, Hugo D'hertefelt, 8
  • Gastrubriek: Vrije Wil? Geef mij maar Vrijheid (deel 2), Patrick De Reyck
  • Gastrubriek: Vrije Wil? Geef mij maar Vrijheid (deel 1), Patrick De Reyck
  • Gastrubriek: Leesportefeuille, Hugo D'hertefelt, 7
  • Fascinerend leven (recensie)
  • Gastrubriek: Leesportefeuille, Hugo D'hertefelt, 6
  • Recensie: Atheismus, Winfried Schröder.
  • Gastrubriek: Sophia De Wolf
  • Gastrubriek: Leesportefeuille, Hugo D'hertefelt, 5
  • Gastrubriek: Tijd als emergente eigenschap van het klassiek-fysische universum, Patrick De Reyck
  • Recensie: Wat loopt daar? Midas Dekkers
  • Gastrubriek: Leesportefeuille, Hugo D'hertefelt, 4
  • William Trevor, Een namiddag
  • recensie: Een kleine geschiedenis van de (grote) neus
  • Pascals gok
  • recensie: Rudi Laermans, Gedeelde angsten
  • 'Geef mij een kind tot het zeven is, en ik zal je de volwassene laten zien.'
  • Gastrubriek: Leesportefeuille, Hugo D'hertefelt, 3
  • Bias
  • Gastrubriek: Leesportefeuille, Hugo D'hertefelt, 2
  • Recensie: Epicurus
  • Gastrubriek: Leesportefeuille, Hugo D'hertefelt, 1
  • De waanzin van het kwaad
  • Het einde
  • God, of Christus?
  • Een onsterfelijke ziel?
  • Geloof en godsdienst in een seculiere samenleving
  • Godsdienst en wapengeweld
  • Aloud atheïsme


    Blog tegen de regels? Meld het ons!
    Gratis blog op http://blog.seniorennet.be - SeniorenNet Blogs, eenvoudig, gratis en snel jouw eigen blog!