Peddelen boven de Poolcirkel
Inhoud blog
  • Peddelen boven de Poolcirkel
  • Proficiat!
    Zoeken in blog

    Beoordeel dit blog
      Zeer goed
      Goed
      Voldoende
      Nog wat bijwerken
      Nog veel werk aan
     
    29-04-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Peddelen boven de Poolcirkel

     


    De poolcirkel voorbij

    v

    v

    v

    Herinneringen:

    Op tafel voor mij liggen er twee gekreukte en beduimelde reisverslagen, geschreven door Taina en mij.

    Enkele bladen zijn verschroeid, ik heb mijn notities eens te dicht bij het kampvuur laten liggen, er zijn vonken op gevallen en die hebben het papier aangetast.

    Mooie herinneringen dwalen door mijn geest, ik heb heimwee naar iets...... naar iets, dat spijtig genoeg mijn thuis niet is.

    Ondanks alles..... is het toch een prachtige tocht geweest.

    Op de schouwplaat staat er een platte grove granietsteen tegen de schouw, als een herinnering aan deze tocht.

    Waarom het Inari meer?

    Tja! We zijn al enkele keren door Lapland getrokken, en er is ‘n Fins gezegde die zegt;

    “Als je ooit in Lapland bent geweest, zul je er ooit terugkeren”

    En inderdaad lapland heeft die speciale bekoring die ons doet terugkeren.

    Het Inarimeer, of in het Finse Inarijärvi, het heilig meer van de Samen (Lappen)

    Sommige eilanden zijn vroeger gebruikt als begraafplaatsen.

    Het meer zelf heeft een mysterieuze aantrekkingskracht.

    Daar gaan varen is alsof terugkeren in de tijd, en daar een geheim ritueel uitvoeren.

    Inarijärvi is verbonden met de pracht, de verlatenheid en de stilte van dit meer.

    Daarom ..........

    In dit boekje zul je fouten vinden.

    Dus, lees met één oog toe .......... en glimlach als je er een tegenkomt.

    Ik begin er nu maar mee, hé .....

    Zondagavond

    21 uur

    De Pinte ............

    We hebben de kano (soms gebruikt men het woord “Canadees” voor kano) thuis op het gras gelegd en volgestouwd met bagage. De uitrusting die we denken nodig te hebben voor onze kanotocht. Er is dit jaar nog een extra 20 liter bagageton bijgekomen. Er moet dit jaar gewoon meer bagage mee.

    We waren van plan om dit jaar een lange trektocht te doen in Zweden, maar het probleem was dat we niet voldoende informatie over kanoroutes hebben kunnen verzamelen.

    We wilden graag terug zo’n tocht doen als vorig jaar, dan hebben we een non-stop trektocht van ongeveer 300 km gedaan, in het zuiden van Finland. Wij houden niet zo van korte dagtochtjes van 20 à 30 km.

    Ieder zijn zin natuurlijk, maar voor ons is er té veel gedoe en gepruts aan. Om na ‘n paar dagen wéér de kano uit het water te moeten sleuren en de bagage te moeten uitladen en hem op het dak te hijsen van de auto. En dan misschien 20 km verder weer alles te versleuren, nee merci, we zijn geen verhuisfirma, hé.

    Mijn vrouwtje heeft driemaal naar de Zweedse Kano Bond geschreven om Informatie over kano routes te verkrijgen, en om brochures en boeken (en eventueel tegen betaling) op te sturen. Wat we toegestuurd kregen was driemaal dezelfde documentatie, namelijk een brochure met kanoverhuurders. Dat hadden we niet gevraagd, we varen met eigen materiaal, en dat was ook iedere keer vermeld bij het aanvragen.

    We vroegen alleen maar wat de mogelijkheden waren. Welke soort rivieren er geschikt waren om er met de kano een lange trektocht op te doen. En ook of er geschikt waren om er met een zwaar beladen Canadees door te varen. Dus rivieren zonder grote stroomversnellingen, en zonder kilometerlange “portages”. (plaatsen waar de kano en het materiaal over land moet)

    Ondanks het herhaaldelijk verzoek om informatie zijn we geen stap verder geraakt. Enkele vriendelijke mensen konden ons wel enkele kano routes aanwijzen, maar het waren meestal korte routes waar er georganiseerde tochten op worden gedaan. Daar is natuurlijk niks verkeerd mee, hoe moet ik het zeggen? We doen het graag op onze manier, misschien zijn we ‘n beetje té individualistisch ingesteld. We zitten graag op ons eentje te peddelen. Met nog ’n paar gelijkgestemde mensen zou het misschien ook wel lukken, maar in een groep zijn er té veel verschillende ideeën en meningen, en voordat iedereen tevreden is!

    Op een georganiseerde lange tocht moet er ‘n leider zijn, die beslist waar je slaapt, eet, vreet en....... kakt!

    Het is ondertussen 22.40 uur geworden.

    Een oude stallantaarn werpt een schaduw op mijn blad, de schaduw volgt mijn balpen. Enkele muggen hebben het op mijn enkels gemunt, nu niet klagen ......... want binnen enkele dagen zitten we waarschijnlijk in het muggenparadijs .... Lapland.

    Inderdaad we hebben enkele minuten geleden beslist dat we terug naar Finland gaan, en deze keer naar het “hoge” Noorden. Ongeveer 700 à 800 kilometer noordelijker dan onze tocht van vorig jaar in 1998.

    We willen het Inarijärvi (Inari-meer) verkennen.

    Eens vertellen wat we allemaal gaan meesleuren op zo’n tocht. De kleur, de maat en het model van mijn ondergoed gaat je natuurlijk geen snars aan! Maar de grote stukken in ‘t algemeen, dat willen wij u wel verklappen.

    In de twee grote waterdichte zakken, zitten de twee Thermomatrassen, de tent, één hoofdkussen (voor mij) twee slaapzakken, kleren, Taina’s plooilaarzen, extra handdoeken en het extra grondzeil. De ene zak weegt elf kilogram en de andere negen. Er gaat ook een kleinere waterdichte zak mee. En die is voor dingen die we snel bij de hand moeten hebben zoals regenkledij, eerste hulp en muggenolie.

    Dan ons zelfgemaakt deelbaar kanokarretje die ongeveer vijf kilo weegt, twee houten diepwater steekpeddels en een deelbaar kunststofaluminium peddel als reserve.

    Mijn selfmade houweel en wandelstok, een telescopisch werphengeltje, ‘n vijf liter emmertje met deksel, een hoosvat, gemaakt van een wasmiddelenfles. Dan een schokbestendige waterdichte Peli-koffer met fotomateriaal, films, fototoestel, flits, statief en verschillende lenzen enz. (vijf kilo) en nog een waterdicht fototoestel. Aangezien we niet op survivaltocht gaan (dat is voor héél stoere mensen) gaan er nog twee, drieliter containertjes rode wijn mee, voor als we dorst zouden krijgen...

    Er gaat ook een grote ijzeren paellapan mee, ‘n koelzak, drinkfles. Ook waterbestendige vuurpijlen die we bevestigen aan onze zwemvesten, ‘n waterdichte hoes met de vaarkaarten verder een curvenmeter en een kompas.

    De grootste ton is gevuld tot aan de rand met voedsel voor 14 dagen en voor 5 dagen noodrantsoenen. Hij weegt 14 kilo, later kon er ook de toiletzak er in. Dan hebben we een kleinere ton die word gebruikt om scherpe, harde en ruikende dingen in te bewaren. Zoals de Trangia of stormkök genoemd, vier flessen spiritus, vismateriaal enz. In deze ton komt er geen voedsel, want spiritus stinkt zelfs als de daarvoor bestemde fles potdicht is. Deze ton weegt met inhoud ongeveer 12 kilogram. De derde ton die de kleinste is (20 liter) doet dienst om onze borden, bestek, waterfilter, bekers, bakolie, koffie en de koffiemaker. Vier rollen toiletpapier voor vijftien dagen..... inderdaad! Denk je misschien dat we het met vochtig mos, bladeren of met héél zachte keien deden? Trouwens toiletpapier gebruiken we ook voor andere dingen, de ton met de inhoud erin weegt vijf kilogram.

    Dus dit alles samen en nog andere dingen die we meesleuren komen we aan ‘n kleine honderd kilo bagage. En daartussen moeten we ook nog een plaatsje zien te vinden voor onszelf.

    Er was een halve dag nodig om alles deftig in de kano te schikken. Meerdere keren alles er in en dan er weer uit, links, rechts, plat, staand liggend en dan nog in andere vreemde combinaties. En natuurlijk moet alles ook een beetje in evenwicht blijven, onze boot is te klein of we hebben té veel uitrusting! Nog eens alles bekeken, maar we komen tot de conclusie dat alles mee moet. Onze kano is 4,70m lang, een beetje kort voor lange trektochten, zeker als je alles moet meeslepen. Vijf meter is wel een beter formaat maar sponsors hebben we niet, en de centen groeien niet op onze rug. Aan aangezien we niet veel verwachten van Sinter Klaas, kerstman of van Santa Claus, die krijgen toch nooit een kano door de schouw en trouwens hoe moeten ze zoiets vervoeren?

    Enfin, met heel wat puzzelen is het ons gelukt om alles een plaatsje te geven tussen de boorden, het steekt wel ‘n twintigtal centimeters uit boven de kano uit.

    Gelukkig gebruiken we geen spatzeil want zelfs in het langste model Canadees met een spatzeil er op zou het ook niet lukken om alles onder het zeil te bergen. Geen probleem! Want we zijn echt geen voorstanders van spatzeilen, hoewel het zeker ook zijn voordelen heeft.

    Op weg

    20/08

    Een vriend heeft de gegevens van onze route in zijn computer gestoken en die heeft de afstand berekend tot aan ons eindpunt, ongeveer 2500km. ! pfff...

    De reisweg zal gaan over Nederland, Duitsland, Denemarken, Zweden en dan de rest door Finland, en dan waarschijnlijk ongeveer dezelfde weg terug, door dezelfde landen in omgekeerde volgorde.

    19 uur De eerste stop is een picknickplaats op een van de rustplaatsen langs een Duitse snelweg, Een waterig zonnetje geeft nog wat warmte. We zijn over Utrecht gereden en via Apeldoorn de Duitse grens overgestoken in een ferme plensbui.

    Ik zit te piekeren of ik wel mijn vishengel heb meegenomen, nu denk je, waarom gaat hij niet gaan kijken? Wel, als die hengel mee is dan zit hij in de dakkoffer op de bagagedrager. Die is op slot en driedubbel verzekerd met riemen en die zitten muurvast. Daarboven op ligt het kanokarretje stevig vastgebonden, en ik heb geen zin om alles los te maken.

    741 km. Zitten er nu al op, nu stoppen we bij het laatste benzinestation voor de grens op deze Duitse snelweg om er te gaan slapen, en te tanken voordat we in Denemarken zijn.

    De Deense grensovergang in Flensburg ligt op 60 km. van hier. Duitse diesel is nog steeds de goedkoopste, dus! In Denemarken mag je niet langs de snelwegen overnachten, en dus zouden we verplicht zijn om naar een camping of naar een hotel te gaan. Als we morgen doorrijden komen we al in Zweden aan, en daar mogen we vrij kamperen, maar niet langs snelwegen.

    22.40 uur Een ijsje kost 3.50 DM. De maan staat op half, en het toiletpapier is hier dubbel gelaagd.

    Volgende dag

    21/07

    We hebben redelijk goed geslapen op de parking ondanks het lawaai van de op - en af rijden van auto’s en vrachtwagens. De parking was overvol, veel mensen overnachten hier die naar Scandinavië reizen, na de vrachtwagens zijn de campers en de caravans het hier meest vertegenwoordigd.

    Denemarken

    Flensburg Kølding Odense Tolbrug over de Grote Belt (Store Bælt) Roskilde Helsingør

    17.00 uur ± 400 km. Verder, we wachten in de haven van Helsingør op de ferry, vorig jaar hebben we hier drie uur op de overzetboot moeten wachten, hopelijk gaat het dit jaar wat sneller. Voordat we hier geraakten hebben we de tolbrug overgestoken over de Grote Belt, we betaalden 210 Deense Kronen. De ferry kost ons 230 kronen.

    De boot op om 17.10 uur en een half uurtje later er af gereden in Helsingborg in Zweden.

    Binnenkort hebben we de overzetboten niet meer nodig, want men is bezig een brug en een tunnel te bouwen tussen Kopenhagen in Denemarken en Malmö in Zweden. De prijzen zullen ongeveer dezelfde zijn als de ferry, maar de lange wachttijden op de kades in het hoog seizoen, zullen verdwijnen. Er wordt ook ergens in het water een kunstmatig eiland gebouwd.

    zweden

    Gestopt om tien voor zes De snelweg naar het Noorden is nog niet volledig af, er zitten nog ‘n paar oude stukken tussen waar de snelheid beperkt is tot 90 km/u.

    Er wordt in Zweden op een speciale manier ingehaald op de hoofdwegen (Niet op de autosnelwegen.) Op een vierbaans worden er alleen maar de twee middelste baanvakken gebruikt. Willen we voorbij steken dan moeten we onze voorganger die we willen inhalen, naderen en onze richtingsaanwijzers gebruiken. Als die persoon opmerkt dat we willen inhalen, dan zal hij uitwijken naar het rechtse baanvak dat aangeduid is met een streepjeslijn, om ons te laten voorbijgaan. Het rechtse baanvak wordt ook gebruikt als pechstrook, dus ferm uit onze doppen kijken als we uitwijken naar rechts.

    Het gebeurd natuurlijk ook dat we een nukkige voorganger treffen, die geen zin heeft om ons te laten passeren. We kunnen op onze nagels bijten of ze gewoon opvreten, het helpt toch niet! Trouwens de boetes voor overdreven snelheid zijn hier niet voor de poes!

    20.15 uur Ongeveer 40km. Voor Jönköping gestopt, we overnachten op een zijstraatje in een bos in Skillingaryd. Avondeten in een regenbui, blokjes aardappel met stukjes hesp en ui voor mij. Taina eet Chinese noedels met bamboescheuten, Taina houd van de Scandinavische keuken!

    De regenbui is voorbij, en Taina gaat haar avondwandeling maken, ik vecht tegen de talrijke opkomende muggen, in tien minuten ben ik driemaal gestoken. Rookspiraaltjes worden boven gehaald en aangestoken, de muggen zoeken andere oorden op. Hoe dichter we naar het noorden trekken hoe meer muggen er zullen zijn, daaraan kunnen we niet ontkomen.

    21.25 uur Ik hoor duidelijk iets kraken achter mij in het struikgewas.....

    maar ik zie niks, een vos misschien?

    Ik heb eindelijk de moeite genomen om de dakkoffer open te doen, en hoera! De hengel zit er toch in. Ik was blijkbaar vergeten, thuis, de sleutel uit het slot te trekken, maar het geluk is met de dwazen (zegt men) de sleutel is in het slot blijven hangen tot hier. De reis begint onder goed gesternte!

    Het wordt kil en Taina is terug en ze vertelde dat ze oog in oog heeft gestaan met ‘n hert, en het was niet onmiddellijk gevlucht. Bijna tien uur, ik ben ‘n beetje moe maar het is nog wat te vroeg voor mij om onder de wol te kruipen, 1364km. Liggen er achter ons, dus nu nog 1200 te doen, het is verdorie ver! We schieten toch redelijk goed op, onze paddels smeken om water en de kano kreunt in zijn riemen die hem gevangen houdt op het bagagerek. De kano ligt nu vast met drie riemen in plaats van twee, je weet toch maar nooit!

    22.15 uur Ik ga toch maar onder wol gaan kruipen, tandjes poetsen plasje doen en oogjes toe.....

    22/07

    Goede nacht gehad. We moeten nu de keuze maken, ofwel nemen we de kustweg of­wel nemen we die in het binnenland. We kiezen voor het laatste. Enkele jaren geleden hebben we die kustweg ge­nomen, die was wel mooi maar je gaat er maar traag op vooruit. Je vindt hier alleen provinciewegen, dus geen snelwegen of dergelijke, en natuurlijk honderden kilome­ters lange asfalt- of grind­wegen. Niet geklaagd, want zelfs op grindwegen kunnen we goed opschieten, want er zit weinig verkeer op. Het grootste deel van die grindwegen is heel goed onderhouden, waar veel beton - of as­faltwegen van bij ons er veel slechter bijliggen.

    De hoogst toegelaten snelheid op de wegen is meestal negentig kilometer per uur, in de bebouwde kom mag je zeventig en in de dorpen moet je vertragen tot vijftig en in de dorpskern zak je af tot dertig kilometer per uur. Maar het is prettig rijden omdat de Scandinaviër meestal de snelheidsgrens respecteren, zelfs op ‘n baan waar er geen kat te zien is.

    Hoe verder we naar het Noorden reizen, hoe kalmer het verkeer is. Ik denk dat we op ons gemak 7 à 8 uren per dag toch 500 à 600 km kunnen afleggen op zulke wegen. Meer lukt ook, maar dan respecteert men de snelheidsbeperkingen niet, ofwel moet men meer uren rijden. Het wordt kouder, tijdens de vorige nacht was de temperatuur lager dan 10°. Taina luisterde naar de weervoorspellingen op de radio. In het Noorden zullen de temperaturen overdag niet boven de 14°C geraken..... en ‘s nachts niet boven de 6°, dat belooft voor onze toch. Ze hebben hier een gehele maand prachtig zomers weer gehad, met zelfs temperaturen die 30° haalden, beter dan in Vlaanderen. Nu dat we hier zijn, moeten we misschien straks door ijs varen?

    21.45 uur We zijn gestopt op ongeveer 15 km boven Mora.

    Het begint te regenen, de druppels tikken op het dak van de kamionet, ‘k stop met schrijven mijn oogleden hebben last om open te blijven.

    Zweeds Lapland

    23/07

    Een flauw zonnetje verwelkomt ons door de gordijntjes van onze blikken doos.

    13 uur Picknick naast ‘n prachtige rivier vlak voor Ytterhögdal...

    De eerste diafilm is vol... ik heb er vijftien mee.

    Taina gaat haar blonde lokken wassen in de rivier.

    Ik wil ondertussen ‘n soort rare worst proeven... euchhh!

    Ergens in een winkel hebben we Zweedse mosterd gekocht, met de vermelding erop dat het “sterke senap” is (De vertaling is niet nodig hé.) Maar ik moet eerst ‘n laag mosterd van ‘n halve centimeter op het worstenvlees smeren, om toch iets van ‘n lichte mos­terdsmaak te kunnen proeven.

    Brood en de worst smaken naar suiker, maar ze zijn op zijn minst dioxine vrij, er is toch één voordeel aan!

    Na 2390 km zijn we Zweeds Lapland binnengereden.

    Voor de duidelijkheid, Lapland is géén land maar een gebied dat zich uitstrekt over Noorwegen, Zweden, Finland en Rusland. De Lappen hebben die naam zelf niet gekozen, het is in feite een scheldnaam wie dat er hun dat ge “lapt” heeft weet ik niet? Ze noemen zichzelf “Samen” of “Sami”

    19.45 uur Er waren gedurende tientallen kilometers wegenwerken, tussen Dorothea en Wilhemina. Er was weinig kans om hier een goede overnachtingplaats te vinden. Alle zijwegen kunnen heel vroeg in de morgen afgesloten worden door allerhande graaf- en bouwmachines, trouwens we hebben dat al eens ondervonden door scha en schande.

    Pas na de wegenwerken hebben we een plaats gezocht waar we rustig de nacht konden doorbrengen. Onze slaapplaats is niet ideaal te noemen want we horen het verkeer op de straat dichtbij. Hier is juist een groep grote luidruchtige vogels over gevlogen, waren het misschien kraanvogels? Ze maakten hetzelfde gekras zoals meeuwen. Taina heeft in de namiddag een kraanvogel gezien in een moeras langs de baan.

    Na een kort avondwandelingetje had ik een grote groep muggen rond mij hangen die mij volgden tot aan onze slaapplaats, miljaar! De muggenavonden zijn begon­nen.

    ’n Verhaaltje.

    Enkele jaren geleden, in Finland, hadden we een ideaal plaatsje gevonden, kilometers diep in een bos op een pas aangelegde bosweg.

    ’s Anderendaags ‘s morgens om zes uur zijn we wakker geschoten door het lawaai van een graafmachine die zes à zevenhonderd meter van ons verwijderd was. Die was bezig op dat baantje de grachten, die diep en vol water stonden, langs weerskanten uit te diepen. Die baantjes zijn wel breed genoeg om één vrachtwagen door te laten maar dat is ook alles. De graafmachine stond natuurlijk ook kilometers van die straat verwijderd. En ik verzeker u het was ‘n héél vervelende situatie, wij zaten daar vast, en we hadden daar natuurlijk ook niets te zoeken.

    We hebben traag in de richting van de straat gereden. De bestuurder heeft ons opgemerkt en heeft dan zijn machine voorover laten kantelen in het water van de gracht. Om hem in evenwicht te houden heeft hij zijn graafbak over de gracht in de grond gestoken. Gelukkig kon de machinist er om lachen, anders kon hij ons daar de gehele dag blokkeren en de politie op ons afsturen.

    Gelukkig is alles goed afgelopen, maar zijn grijns op zijn gezicht, als we hem passeerden, vergeet ik nooit! Dus op de plaatsen waar er gewerkt word, en ook op plaatsen waar we verse bandensporen zien zullen we niet gauw meer overnachten.

    We hebben al 2434 km gereden Vandaag zijn er 526km onder de wielen voorbij geschoven, beter dan ik dacht. Blijkbaar mag je toch op sommige plaatsen 110 rijden op grote wegen. De grote honderd kilometers lange route die in het binnenland naar het noorden gaat noemt: “Inlandsvä­gen”. De Inlandsvägen loopt door een grotendeels verlaten gebied met nauwelijks enkele bewoners. Die wonen op de drogere plaat­sen in de moerasgebieden. Op die plaatsen mag je dan het gaspe­daal iets dieper indrukken.

    In de streek van Östersund wordt er beweerd, dat er hier een monster in het grote meer leeft. Zo eentje gelijk “Nessie” dat beestje dat in het meer van Loch Ness leeft, misschien is het heel verre familie? Vele mensen heb­ben het blijkbaar gezien, en er zijn door de jaren heen al veel pogingen ondernomen om het wa­terbeestje te vangen, zelfs met als lokaas, complete varkens en koeien. Ze moeten ver­dorie serieuze dobbers gehad hebben? Er zijn reusachtige wolven- of berenklemmen en ander zwaar spul aan te pas gekomen om hem proberen te vangen. Volgens de beschrijvingen kwam hij alleen maar boven als de hemel blauw was en op warme dagen. De instrumenten die gebruikt geweest zijn om hem op te sporen en om hem te vangen, zijn in het plaatselijke museum te bezichtigen. Volgens de schetsen die er van gemaakt zijn, lijkt het ook ‘n beetje op z’n broertje in Schotland, maar hij heeft grotere uitsteeksels op zijn rug.

    Bijna vergeten te noteren! Het beestje kan nu eindelijk in vrede leven, want het is nu officieel beschermd door de Zweedse regering. Er mag niet meer op gejaagd worden, en het mag zelfs niet meer lastig gevallen worden.

    Terwijl ik schrijf is Taina blauwe bessen gaan plukken, dat word onze dessert voor vanavond. Onze blauw gekleurde bessentanden doen ons later ferm lachen.

    Östersund was vroeger ongeveer de grens van de beschaving. Een enkele weg ging nog verder naar het noorden, en verdween in de onherbergzame gebieden van Noord Zweden, waar het rijk van de Samen begon. Alleen ‘n paar moedige pioniers durfden nog verder doordringen in de onbekende.

    20.45 uur Ondertussen zijn de buikjes gevuld, het wordt donker, de muggen zijn er weer, nog een muggenspiraal aangestoken, en de onbeschermde delen van ons lichaam zoveel mogelijk bedekt.

    De zon was vandaag nauwelijks te voorschijn gekomen. Het wordt terug een koude nacht De muggen steken venijnig ondanks onze voorzorgen, dus we gebruiken het oud beproeft paardenmiddel, een soort rookbom. Een kleine zinken emmertje waarin we thuis oude kaarsstompjes in smolten en er dan een dikke wiek in staken. Een dikke wiek kun je eventueel maken van katoenen schoenveters of tenttouwen die je in elkaar draait. Dan aansteken en er dennentakjes, dennenappels en droog gras bijvoegen, en dat geeft een goed vettig rookgordijn, het helpt want je hoort de muggen hoesten. Het komt misschien ook omdat ik er ‘n oude kous met een gat er in er in gestoken had die niet al te fris niet meer was.

    Volgens de computerberekening van de vriend, zouden we ongeveer 2500km moeten afleggen voordat we aan het Inarimeer, of Inarijärvi in de plaatselijke taal, zouden aankomen. Ik denk dat we meer kilometers zullen moeten afleggen, want we hebben er nu al 2434 km opzitten, enfin we zien wel hé.

    Taina denkt dat de terugweg misschien korter zou zijn als we een andere weg zouden nemen, deze keer via de Finse kust naar Turku, en dan oversteken naar Stockholm. De overzetboot zou ons ongeveer 5000 Fr. kosten, maar de diesel in Zweden is verdorie kostelijk, en het kost ons een rib uit ons lijf! 35 tot 40 frank per liter! Hopelijk is hij goedkoper in Finland dan is het misschien de moeite om die andere weg te nemen.

    22u25 De muggen die ons gevolgd hadden tot in de auto, zijn een vreselijke dood gestorven, verplettert onder onze duimen op de ruiten.

    Onze vorige kamionetje had één groot gebrek, het lukte de muggen in de auto binnen te dringen door openingen die we nooit hebben gevonden. Ondanks dat we alle openingen die we vonden zorgvuldig afsloten, en sommige werden zelfs met tape afgeplakt.

    Het hielp gewoon niet ze bleven komen! De enige oplossing was, een volledig muskietennet in ons bakske hangen, en daar onder slapen.

    24/07.

    Het was terug een koude nacht geweest, Taina haalde de slaapzakken uit de dakkoffer, het wordt te koud in de auto om onder een gewone deken te slapen.

    Ik heb een reusachtige muggenbeet onder mijn linker kijker, mooi is anders.

    Gestopt om zes uur. We staan op een soort kiezelbaan dichtbij Morjärv. Weer een bosweg, deze keer is het een pas aangelegde verhoogde baan, verhoogd omdat de omgeving moerasachtig is. In de moerassen waren hier en daar mensen bezig om de gele begeerde Lakka bessen te plukken. Die kunnen alleen maar geplukt worden met de hand, omdat er geen voertuigen zijn die in de moerassen kunnen rijden. De bessen groeien alleen in moerasgrond, en ook omdat de Lakkabessen heel zacht en kwetsbaar zijn, en daardoor zijn ze ook zo duur.

    Veel mensen plukken ze voor eigen gebruik, en ook om ze te verkopen. Sommige fabrieken verwerken ze in jam of maken er zoete drank van, meestal zijn het likeuren. We zien ook auto’s met Poolse nummerplaten langs de weg staan. De hele familie zwerft rond in de moerassen om de bessen te plukken. Ze kunnen ze achteraf aan opkopers verkopen die met ‘n vrachtwagen op de markten te vinden zijn.

    Komiek! Het is voor de eerste keer dat ik er op let. De Express autobussen die hier de verbinding verzekeren tussen de dorpen op de Inlandsvägen, dat die achter aan een laadklep hebben. De voorste helft van de autobus is voor passagiers, en het achterste gedeelte is laadruimte. De afstanden zijn hier lang en er wonen hier ook weinig mensen. Het is anders waarschijnlijk niet rendabel om hier een autobusverbinding te onderhouden. Toch slim bekeken van die Zweden.

    Er zijn veel caravans op de baan, blijkbaar de helft van de Zweedse bevolking gebruikt een caravan. Op de smalle wegen is het dikwijls geduldig aanschuiven om een traag rijdende caravan te kunnen voorbij steken.

    We hebben de Inlandsvägen verlaten in Arvidsjaur en naar het Oosten gereden, richting Luleå, richting Finland. Vandaag 444 km. Totaal 2838 km. Er waren lange stukken tussen waar we goed konden opschieten, er was weinig verkeer, misschien omdat het zaterdag is?

    Het was bijna de gehele dag bewolkt met af en toe ‘n zonnestraaltje, het weer mag nu stilletjes wat verbeteren, tegen we op het water zijn!

    20.20 uur. De plaats waar we overnachten is gelegen tussen de gemeentes Niemisel en Morjärv.

    Het begint stilletjes te regenen, we hebben snel de “luifel” uitgerold, je moet er niet veel van voorstellen, hoor! Het is een selfmade ding. Het zeil komt van een afgedankte winkelluifel. De buis waarop het opgerold ligt is gemaakt van ’n televisieantenne. Op de uiteinden ervan is er ‘n stuk borstelsteel in geklopt, en dan er een dikke draadstang in ge­draaid. Die draait rond in twee oogbouten die zijn vastge­maakt aan de bagagedrager van de auto. Hij was ooit oranje van kleur, nu is hij in een ondefinieerbare kleur ver­anderd.

    De hoeken worden onder­steund door twee tentstokken, en vastgemaakt met scheerlij­nen, veel soeps is het niet maar we zitten toch uit de re­gen. We krijgen de pinnen die de luifel vasthouden niet in de grond, maar er liggen vol­doende rotsen waaraan we de touwen kunnen aan vast ma­ken.

    Het is wel gezellig om droog onder de luifel een kop thee te drinken, terwijl we kijken naar het kampvuur dat hardnekkig blijft branden ondanks de regen. Taina rekent eens uit, voor de aardigheid, hoeveel verschil er is in de prijs van de levensmiddelen hier en in België, in Zweden is alles toch opmerkelijk duurder.

    Het menu voor vanavond is; voor Taina een garnalenpastei in zilverpapier dat blijkbaar heerlijk smaakte, en ‘t schrijvertje kreeg een grote kinkschnitzel. Die lekkere dingen maken we klaar op een draagbare kleine barbecue. De schnitzel was een stuk leder met smaakevolutie, hoe langer hoe slechter!

    21.05 uur Het getik van de regen op de luifel is gestopt. De duisternis omhuld ons en het is bijna muisstil, ergens ver weg zingt een vogel zijn avondlied.

    Mike Oldfield weerklinkt zachtjes op de achtergrond, en de “Roaring Flames” van het kampvuur breken de stilte, momenten van rust.

    We zijn omringd door bijna ondoordringbare donkere bossen. We verwachten dat er op elk moment een eland te voorschijn kan komen tussen de bomen, achter elke boom zien we wel altijd iets bewegen, brrr.

    21.35 uur. Nog een kopje thee (avondgenoegen) Enkele muggen zoeken ‘n plaatsje op mijn vel.

    We hebben deze namiddag de eerste rendieren op de weg gezien, ze zijn nu volop in de rui. Ik vind het geen echt mooie dieren, ze lopen precies alsof ze in hun broek hebben gedaan. Hun knokig lijf is ook niet direct hét model om over naar huis te schrijven.

    We hebben vandaag door de militaire vestingstad (Boden) gereden. Buitenlanders mogen in Boden maximum 24 uur verblijven. Er mag maar alleen overnacht worden in de officiële hotels, Boden ligt in een militaire zone en niet ver van de Finse grens.

    Het begint terug te regenen. Al het geen dat er nu uitvalt, kan er later niet meer uitvallen, terwijl we aan het peddelen zijn. Het houdt natuurlijk geen steek, maar we blijven optimist!

    Ik doof niet graag ‘n kampvuur, het ziet er dan zo triestig uit. Deze keer zal het niet nodig zijn om het vuur te doven, de regen zal het deze keer voor mij doen. Ik verspreid de nog warme as en giet er nog wat “water” over, voordat ik ga slapen. Aangezien onze drinkwater ver op is, zal ik er maar eens op gaan pl.........

    Na het uitdoven van het kampvuur, slaat de koude onmiddellijk in mijn gezicht.

    22.15 uur. Tanden poetsen en dan dodo doen.

    25/07

    09.10 uur. Een viertal rendieren houden ons in het oog ons vanaf op een veilige afstand.

    12.45 uur. Mooi weer tot nu toe, nu hout vasthouden en er is hier genoeg!

    We rijden over en langs de Kalix, het is een indrukwekkende rivier met machtige stroomversnellingen, de een na de andere. Nu gaan we naar de stad Kalix. We hebben bijna de grens met Finland bereikt. We steken de grensrivier, de Tornio, niet over en volgen de rivier in noordelijke richting.

    De Torniojoki is de langste ongetemde rivier van Europa, hij is 535 km. lang. Joki betekent rivier.

    Verder stroomopwaarts worden er in Kukkolafors jaarlijks visfeesten gehouden. Als we hier vroeger voorbij reden waren we altijd te laat of te vroeg om de feesten mee te maken, maar deze keer hebben we geluk. De plaats van het gebeuren ligt natuurlijk langs de oever van de Tornio, er zijn allerhande kraampjes zo ‘n beetje zoals een Vlaamse kermis. Er worden ook demonstraties gegeven hoe men hier vis vangt op de traditionele wijze. Op deze plaats wordt nog altijd op de traditionele manier gevist, de rivier is hier wel meer dan honderd meter breed, maar niet erg diep.

    Dit was een bekende zalmrivier. Vroeger werd gewoon de gehele breedte van de rivier afgespannen met netten. Ofwel werden er grote fuiken tussen de palen neergelaten om de zalm te vangen. Deze manier mag sinds lang niet meer gebruikt worden omdat de zalm volledig aan het verdwijnen was. Er worden lange staketsels van tientallen meters lang, haaks in de rivier gebouwd om zalm en marene te vangen, met schepnetten van +- 40 cm diameter. De schepnetten zijn aan een 4 à 5 meter lange stok bevestigd en het achterste deel is verzwaard om het net in evenwicht te kunnen houden.

    De netten worden gebruikt vanaf een houten staketsel of vanuit een roeiboot die vastgebonden is aan de palen. De ronde of ovale ring, waaraan het net vastzit, word onder water geduwd in de stroming van de rivier. Het net volgt de stroming onder water en word er dan na enkele meters eruit gehaald.

    Het is zwaar werk want de vissers moeten de netten onder water houden in de felle stroming. De gevangen vis schudden ze uit het net in een houten ton die op de stelling staat.

    Er is ook op dit feest mogelijkheid om een stuk van de rivier af te varen in een raft. Sommige stroomversnellingen zijn langer dan 500meter, een gedroomde plaats voor wild water fanaten. Er is ook een oud klein vissersdorpje dat langs de rivier ligt, en dat ook bezichtigd kan worden, de gebouwen zijn van rond de eeuwwisseling. Er is ‘n klein kerkje en enkele kleine huisjes met het interieur van uit die tijd.

    Langs het water kunnen we een graanmolen te bezoeken, die werd aangedreven met een waterrad, verderop een zaagmolen die boomstammen in planken zaagde. Die laatste molen heeft men in 1912 overgeschakeld op elektri­citeit, die werd opgewekt met waterkracht...?

    Het visserijmuseum is ook de moeite om te bezoeken, men geeft er weer hoe men vroeger de vis ving, er werden hier zalmen gevangen die 1,50m lang waren. De stroomversnellingen werden afgevaren met speciaal overnaads gebouwde roeiboten met het licht van brandend hout dat in een ijzeren korf lag. Die was aan de boeg van de roeiboot bevestigd. Zag men beweging onder water dan werden de vissen met een visspeer gespietst.

    Nu passeert hier de bekende Arctic Canoe Race. Die wordt elk jaar wordt georganiseerd, de tocht is meer dan vierhonderd kilometer lang, er is een lange en een korte afstand, de 400 km is de kortste..…..

    Voordat we de feestelijkheden achter ons laten, zien we nog net een groep kajakkers de stroomversnelling afritsen.

    Finland

    15.45 uur = 16.45 uur( Finse tijd) In Aavasaksa rijden we over de Torniojoki die de grens vormt tussen Zweden en Finland, de horloges worden één uur vooruit gezet.

    Ik hou Taina in het oog, ze neemt geen aanstalten om uit de rijdende auto te springen en haar “roots” te kussen. Ze valt ook niet hevig snikkend in mijn armen, de doos Kleenex op het dashboard blijft onaangeroerd.

    Na een rekensommetje komen we uit op 2044km tot aan de grens van SF.

    Over Finland zegt men, dat het land is van de “duizend meren”. Maar er zijn er héél wat meer! Namelijk, er zijn 187.888 meren en daarin zijn er meer dan 179.584 eilanden. Er stromen 20.000 rivieren door Finland, en in die rivieren zijn er 5.100 stroomversnellin­gen. De zeekust is 1.100 km lang. Dus water genoeg, en voor ieders wat wils.

    We stoppen onmiddellijk in een benzinestation. De tank wordt gevuld met Finse diesel. We betalen 4,20 Finse Markka per liter, dat veel goedkoper is dan de Zweedse diesel. In de cafetaria drinken we onze eerste Finse koffie. De Finse koffie heeft een heel aparte smaak, de koffiebonen worden in Finland niet zolang gebrand dan bij ons en dat geeft een mildere smaak, en je kunt er ook meer van drinken.

    Een kleine supermarkt, aan de overkant van de straat wordt ons volgend doel. Taina en ik hebben meestal héél verschillende smaken, Taina koopt “echte” Finse chocolade en allerhande snoep waarvan je “eetkamer” zwart of blauw uit slaat en Doriskoekjes en Fins brood en... en..

    Ik vul mijn persoonlijk mandje, met ‘n verzameling lekkere Finse worsten en een ferm stuk gedroogd rendiervlees. Een andere specialiteit uit Finland zijn gedroogde bloedworsten. Nog enkele blikken Fins bier van het merk “Lapin Kulta” dat “Laps goud” betekend

    19.30 uur (plaatselijke tijd) 3160 km op de teller, vandaag 316 km en we stoppen op ‘n veertigtal kilometers van Rovaniemi, op een verlaten grindweg.

    De plaats noemt Luonua en is gelegen langs de Oulanka rivier. De plaats hebben we toevallig gevonden omdat het arendsoog van Taina een bord langs de weg gezien had met het woord “Veneenlaskupaikka” er op. Het werd me onmiddellijk klaar en duidelijk? “slipway” ……Natuurlijk!

    De plaats waar we zullen overnachten is aan een kleine shelter bij een kleine betonnen sleephelling die gemaakt is om bootjes in - en uit het water te halen.

    De shelter is cirkelvormig, de helft ervan is overdekt en daaronder is er een houten platform getimmerd op zithoogte, waar je op kunt zitten of liggen. De andere helft van de cirkel is omringd door zitplaatsen gemaakt van halve boomstammen. In het midden is er een betonnen ring, waarin men een vuur kan maken. Aan de rand steekt er een ijzeren staaf met ringen uit waarop men de rooster kan doen zwenken of in de hoogte regelen. Aan de vettige rooster die op sommige plaatsen verroest en vervormd is, hangt er nog gestold beschimmeld vies vet.

    Het is zeker niet aan te raden om rechtstreeks vlees of een vis op zulke roosters te leggen, die zijn ‘n bron van allerhande microobjes en andere onplezante beestjes. Kun je niet anders. Laat dan eerst het aangekoekte vet goed verkolen, en borstel hem daarna goed af. Heb je geen staalborstel bij de hand, maak er dan een van twijgjes.

    Wat natuurlijk nog beter is, overal een eigen roostertje meenemen dat je ergens vastklemt tussen ‘n paar keien of met behulp van enkele stokken die je in de grond steekt. We gebruiken de rooster alleen maar om er onze water - en eetketel op te zetten. We kunnen onder de shelter slapen, maar in onze auto is het comfortabeler en veiliger, want we slapen nauwelijks enkele meters van ‘n hoofdbaan vandaan met redelijk veel verkeer. Tijdens ons avondmaal begint het te regenen en we hebben snel moeten vluchten want er was een zware regenbui op komst.

    Niet zover van de grens hebben we de Poolcirkel overschreden. We voelen en zien er niets van hoor! Nou ja, hij ligt er nu eenmaal. We hebben beslist dat we vandaag niet verder zouden rijden, want het is zondag en de winkels zijn nu toch al gesloten, en we moeten nog heel wat andere inkopen doen Taina en ik hebben een goede regenbroek nodig, aangezien het weer hier niet van plan is om nog veel te verbeteren, en ‘n paar stevige watersandalen

    De enige stad van betekenis op onze weg naar het Inarimeer, is Rovaniemi. We moeten wachten tot morgen om te gaan winkelen, en we mogen ook niet te dicht bij de stad rijden anders hebben we problemen om een slaapplaats te vinden.

    We voelen ons zoals rondtrekkende zigeuners.

    Rovaniemi

    26/07

    We kunnen deze morgen eens ontbijten in het gezelschap van de warme ochtendzon. Kwikstaarten, oeverlopers en waterspreeuwen houden ons gezelschap.

    Op een klein baantje zien we twee vogels met een lange kromme snavel, bruin gekleurd, tamelijk groot en de vleugels waren lang en smal. Het waren waarschijnlijk wulpen, dezelfde soort die we al eens gezien hadden.

    Op weg naar Rovaniemi zien we een bord staan met “Rendierstation” en met het bekende koffieteken (‘n koffiekop) er op. We zijn benieuwd en we wagen het er op. Het is een verzameling rare bouwsels met gekke namen er op, zoals “autokapel”. Een grillige boomwortel die ondersteboven op de grond staat en heeft als Engelse vertaling “Grandmothers stomac”. Een ander gebouwtje had als opschrift “Helpotukset-wc” wat betekende “WC gemaakt voor je gemak“ Nog zoiets raars, een grafsteen met opschrift “Tuntemattoman lappalaisperheen hauta” toch beter maar vertalen hé, het betekende “Het graf van de onbekende Lapse familie”

    Verderop staat er een soort openlucht WC, en wat voor een!! ‘n houten balk op twee paaltjes met daar onder een halve ijzeren ton, op de zitbalk is een stuk piepschuim genageld, dit bouwsel heeft de naam “toilet brutale” meegekregen. Waar zijn we nu terechtgekomen! ?

    Voordat we het terrein opreden, zagen we eerst een bord met “Douane - tull - stop” er op. Iets dat je vroeger aan de grens zag en waar je tol moest betalen. Het zag er zo levensecht uit dat we toch stopten aan het tolgebouwtje, er zat echter niemand in. Het was ook ‘n grapje van de bouwer van gans het geheel.

    Achter de “WC brutale” was er een plaats waar er enkele hooivretende rendieren rondliepen, en die helemaal niet geïnteresseerd waren in onze aanwezigheid. Waarom zouden ze ook, hé.

    Tussen de gebouwtjes zagen we ‘n snowcat (een sneeuwtractor), en enkele grote sleeën die stonden te wachten op het winterseizoen, de roestige rupsbanden van de Snowcat waren afgedekt met afdekzeilen. Later kregen we te horen dat deze Cat in de winter gebruikt wordt om toeristen en congresgangers, over het ijs te slepen. Die zitten dan in verschillende sleeën die achter de Cat hangen. De brede Oulanka rivier stroomt vlak achter het “rendierstation”.

    Het gehele gedoe is opgevat als een cultureel centrum voor groepen. We waren daar moederziel alleen, maar een vriendelijk dametje verwelkomde ons hartelijk. Taina vroeg of we mochten rondkijken, we mochten en werden dan ook achteraf uitgenodigd om koffie te gaan slurpen in het hoofdgebouw.

    Nu naar Rovaniemi boodschappen doen, het geen we niet in België vonden zouden we hier hopelijk wel vinden. Het was een ferme lijst, schoenen, regenbroeken, een beter hoosvat, oogkapje voor het fototoestel, detailkaarten van het Inari meer. Ook van het Saima merenstelsel dat we volgend jaar willen verkennen, dat ligt in zuidoost Finland, meer dan duizend kilometer zuidelijker. De detailkaarten kochten we in de stedelijke stadswinkel (karttakeskus). Waar je alle soorten kaarten kunt aanschaffen, de kaarten die we zouden willen gebruiken zouden een schaal moeten hebben van 1:25.000 of van 1:50.000. Het probleem is dat het Inarimeer zoooo groot is. Dat we vijf of zes kaarten zouden moeten aanschaffen om alle hoeken van het meer op kaart te hebben, en die kaarten zijn verdorie peperduur! Aangezien we toch maar een klein stukje van het meer kunnen verkennen, zou één of twee kaarten voldoende moeten zijn. We hebben al ‘n kaart van het meer, die we in België gekocht hadden. Die is wel goed was om een algemeen overzicht van het meer te krijgen. Maar deze kaart had maar een schaal van 1:100.000 en dat is zeker niet voldoende voor ons doel. De kaarten die wel goed waren om onze route er op uit te stippelen en voldoende getailleerd zijn om de vaarbakens te herkennen, waren de kaarten met schaal van 1:20.000 of 1:25.000

    Rovaniemi is een moderne, maar saaie stad te noemen, maar we vinden er wel alles dat we nodig hebben, en de stad is proper. Rovaniemi is de hoofdstad van Fins Lapland.

    Er is hier géén enkel dorp in héél Lapland die ouder is dan 40 jaar. Namelijk het Duitse leger heeft alles laten afbranden in de laatste oorlog tijdens hun terugtocht uit noord Finland. Er was toch één dorpje dat de tactiek van de “verbrande aarde” heeft overleefd, omdat het zover afgelegen lag, de naam ontglipt me.

    Er is een héél interessant enorm museum in Rovaniemi, het “Arcticum” genaamd.

    Zoals de naam doet vermoeden is het een prachtig museum dat gewijd is aan de leefwijze van de volkeren die boven de poolcirkel leven in de wereld. Natuurlijk is ook het noorden van Scandinavië vertegenwoordigd.

    We hebben er drie uur rondgelopen en het was nog niet voldoende om al de verschillende zalen in dit reusachtig complex te bezoeken. In verschillende zalen waren er dan ook dia of filmvoorstellingen te zien. Het is teveel om op te noemen, er zijn opgezette ijsberen te zien... indrukwekkende teddy’s! Men vindt er ook houten boomstamkano’s en kano’s waarvan het geraamte bekleed is met berkenschors, en sierlijke kajaks bespannen met de huid van zeehonden.Een van de grote zalen gaat uitsluitend over het milieu, in een andere zaal bijvoorbeeld kunnen we de jacht en visvangst bekijken in die gebieden.

    Het is een absolute must! Voor mensen die Lapland bezoekt. Het is een niet té missen museum! Spijtig genoeg mocht ik er geen L foto’s nemen.

    Nadat we de stad afgeschuimd hadden en het museum bezocht was de tijd om een slaapplaats te zoeken, dichtbij de stad is er niets te vinden. We moeten eerst onze brandstoftank vullen, want de benzinestations zijn hier dun gezaaid. Vanaf de poolcirkel in de richting van het noorden ligt het eerstvolgende benzinestation op 230kilometer. Op vele plaatsen zijn de benzinestations dan ook tegelijkertijd postkantoor, containerpark, winkel, garage en café.

    Dus de stad uit en in de richting van het Inarimeer. Omstreeks acht uur vonden we een in ongebruikt geraakte overwoekerde parkeerplaats in Seipäjoki (joki = rivier) langs een smal riviertje met donkerbruin doorschijnend water.

    Deze kleur is typisch voor deze streek, het komt omdat de rivieren door moerasgebieden lopen, en die moerasgrond bestaat voornamelijk uit donkerbruine turf.

    Het water is waarschijnlijk drinkbaar, maar ik wil er niet van proeven!

    27/07

    08.30 uur. “De morgenstond heeft goud in de mond” zegt men, heeft dat iets met gouden vullingen te maken? Of is dat een oude reclameslogan van tandartsen?

    Gisterenavond zijn we aangevallen door een grote zwerm muggen maar door veel muggenspiralen aan te steken hebben we ze op andere gedachten kunnen brengen. Er was niet veel wind, anders zouden de spiralen weinig nut gehad hebben. De rook moet ‘n tijdje blijven hangen om echt effect te hebben. Tot nu toe hebben we geen muggenolie gebruikt.

    Zolang dat in de auto kunnen slapen zijn de muggen geen groot probleem. Zitten we op een vervelende muggenplaats dan sluiten we de ruiten, en we rijden weg. Maar als we eenmaal op het water zullen zijn dan is er geen ontsnappen aan.

    Getankt in Sodankylä. Ik heb in een benzinestation een leuk grasgroen handhengeltje gekocht voor Taina.

    Vandaag zouden we de camping moeten vinden waaruit we te water zouden kunnen gaan om onze tocht te beginnen.

    Gisteren zijn we voorbij het bekende Santa Claus dorp gereden, maar niet gestopt, dat hebben al ‘n paar keer bezocht. We kunnen dat nog eens doen als onze tocht achter de rug is.

    12.30 uur. Middagmaal of “noeneten” Rendieren lopen op enkele meters van ons voorbij, ik vind ze nog altijd even lelijk. Er zijn voor het moment 220.000 rendieren in Finland die in de zomer zich voeden met waterklaver, wil­genroosjes, lidrus? En berken­bladeren, in de herfst komen er dan paddestoelen bij, in de win­ter grasachtige en korstmossen die op bomen en rotsen groeien.

    We rijden Ivalo voorbij, we denken dat Inari groter zal zijn dan Ivalo, dus interessanter om nog de laatste spulletjes te kopen.

    We stoppen aan een Samisch souvenirstalletje dat ineen geknutseld is met allerhande planken, latten en golfplaten. We vinden er van alles, alles is gemaakt van rendieren, elanden, poolvossen, sneeuwhoenders enzovoort. Alle delen van deze dieren kunnen gebruikt worden, wordt hier verkocht. Tanden, beenderen, pelsen, geweien, hoeven, en alle soorten vlees in alle manieren klaargemaakt, gekookt, gebak­ken, gerookt, lekker of niet lekker.

    Mijn voorkeur gaat naar het in de open lucht gedroogd en gerookt rendiervlees, wel een beetje prijzig maar oho zo lekker! Ik moet met een scherp mes flinterdunne sneetjes van het beenharde stukje vlees afsnijden, dan is het héél lekker.

    De Finse messen die te koop liggen in de winkels, zijn een typisch souvenir, ze zijn misschien duur, de kwaliteit is uitmuntend. Met de fileermodellen van “Marttiini” snij je perfecte fijne spiegeltjes van ’n gerookte zalm, of als je niet voorzichtig bent, ook van je vingers! Ben ik hier nu reclame aan ‘t maken of hoe zit dat? Ik zal eens ergens mijn procentjes moeten gaan vragen!

    Het vrouwtje dat uit het huis kwam, dat ‘n eindje van de straat stond, kwam aangefietst om ons te woord te staan. In en rond het stalletje krioelden het van honderden muggen die gelokt waren door de warmte van het stalletje. De vrouw, duidelijk een Samische, klein en stevig gebouwd met Mongoolse trekken. Het duidelijk zichtbaar dat ze geen binding heeft met de Finse mensen. Ze kletste honderduit over de producten die er lagen en waarvan en hoe ze gemaakt werden.

    Tientallen muggen zoemden rond haar hoofd, maar ze had er blijkbaar niet veel last van. Terwijl ik constant mijn armen rond mijn hoofd sloeg, om toch maar die engerds te verjagen. Ik zag het vrouwtje lachen, ze zei niks, maar ik las de woorden in haar pretogen. Ja, ja toerist, hé!

    We hebben er het een en het ander gekocht, dat siert nu ergens onze muren in huis, straks kunnen we met een eigen museum beginnen! Van de vrouw vernamen we hoe het gesteld was met de muggenplaag in deze zomer. Het was ‘n stuk minder dan vorig jaar omdat vorige winter een redelijke harde was, met temperaturen tot min 40°C. Dus is het een “kalm” jaar, goed zo! Het mag voor ons zo blijven...

    ANNAR of INARI

    De echte naam van “Inari” is in feite “Annar” een samische naam

    Na een rit op een héél steile grindbaan naar een bergtop, bezochten we het Inarijärvi

    museum, dat een prachtige uitkijk geeft op het Inarimeer

    Het museum zelf is niet zo denderend om te gaan bezoeken, want er is ook niet zo veel te zien. Het enige dat volgens ons de moeite loont is, is het mooie uitzicht op het meer. We betalen 20 Fim.

    De informatie die we uit het museum hebben onthouden waren: dat het meer bevriest in het begin van november en ijsvrij is in het begin van juni, en dat de ijslaag kan wel tachtig centimeters dik kan zijn. Het diepste punt van het meer is negentig meter diep is. Dat in de zomer de oppervlaktetemperatuur van het meer ongeveer 14.5° is, dus geen water om in te gaan zwemmen...... tenzij er antivries door onze aderen stroomt.

    Aan de oevers van het meer ligt Inari, dat blijkbaar een kleine stadje of een groot dorp is. We waren mis! Inari is veel kleiner dan Ivalo, en het is niet groter dan een flink dorp. Inari is de naam van het stadje, maar ook de naam van een “gemeente” het gebied dat gemeente genoemd is 17.321 Km² groot! Het grootste in Finland, en het beslaat 5 % van de totale oppervlakte van Finland. Ivalo is er van het administratief centrum.

    De bevolkingsdichtheid is hier 0,51 personen/km² “grond”, de meren zijn niet inbegrepen. Er zijn er meer dan 10.000!! Alleen in dit “stukje” Finland.

    In het zuiden van Inari ligt de grens van de sparrenbomen, en in het noorden ligt de grens van de dennenbomen. Verder noordelijker groeit er geen vegetatie meer, het wordt daar té koud. Lemmenjoki is het grootste natuurpark van Europa is ook gesitu­eerd in Inari.

    Nog meer cijfers: er leven 2.200 lappen in Inari, een derde van het inwonersaantal. Er zijn drie officiële lappen-stammen; er zijn 600 Kolt-lappen, die oorspronkelijk uit Rusland kwamen. 600 Inari-lappen en verder nog 1000 Noord-lappen. Men heeft hier ook4 officiële talen, buiten het Fins zijn er nog de drie Samische talen.

    Mijn lieve echtgenote wilde nog het Seidan museum (Samen museum) bezoeken, die de leefwijze van de Samen door de eeuwen heen weergeeft in gebouwen en allerhande gebruiksvoorwerpen.Het gehele complex was het bezoeken waard, maar er waren toch veel onderwerpen bij, die we al gezien hadden in het Arcticum in Rovaniemi.

    Ik had gedurende de reis steeds in een korte broek gelopen, en aangezien er toch niet veel muggen waren. In Rovaniemi kon ik ook gerust in mijn korte broek rondlopen zonder veel last te hebben van die beestjes. Maar Rovaniemi is een stad, en in een stad vind je weinig muggen. Bij de korte stops langs de baan hebben de muggen geen gelegenheid gehad om mij beter te “leren kennen”. De muggen komen maar na ‘n paar minuten de mensen lastig vallen, tenminste als we een tijdje op dezelfde plaats blijven, en dat was niet veel gebeurd.

    Dus ik dacht dat in de openlucht museum er ook niet veel muggen zouden zijn, maar daar was ik natuurlijk ook verkeerd in. Er waren veel mensen aan het wandelen op de paadjes tussen de gebouwen, een paradijs voor muggen, iedere keer een andere menu voor hen. Mijn benen waren dus een prachtige prooi voor de zwermen muggen die dit “paradijs” (voor de muggen) bevolkten. Dus ik heb het park doorgelopen in een snel tempo, en de tijd meestal doorgebracht met op mijn benen en billen te slaan om de kleine monsters te verjagen.

    Aan de balie van het museum heeft Taina (ik was ondertussen over mijn benen te wrijven, over de opgelopen muggenbeten) info gevraagd over kanoroutes in Lapland. Er was niet veel te vinden. Namelijk één foldertje waar er één kano route op staat, die begint in Sevettijärvi, dicht bij de Russische grens en mondt uit in het Inarimeer.

    Maar die route is volgens ons niet interessant, want volgens de info, op de 120 km lange route zouden we meer dan 19 negentien keer! Moeten overdragen, en dat vinden we té gek, het lijkt meer op ‘n steeplechase!

    Om te gaan vissen in Finland heb je twee visvergunningen nodig, eerst een staatsver­gunning, en dan nog een provincie of plaatselijke vergunning. Daar komt waarschijnlijk volgend jaar verandering in. Voor het Inarimeer heb je dan ook een aparte vergunning nodig. De jongen achter de balie werd door Taina met vragen bestookt over visvergun­ningen, maar die kon ons geen vergunning verschaffen. Hij vertelde ons dat we een ver­gunning konden kopen in de bank. Maar die was al gesloten. Iemand anders achter de in­fobalie. Een dametje, kon ons wel vertellen, dat je er ook een kon kopen in het plaatse­lijk postkantoor dat nu nog een half uurtje open zou zijn, oef!

    We zijn snel terug gereden naar Inari om het postkantoor te vinden, eens gevonden is Taina naar binnen gegaan. Taina heeft me later het relaas verteld wat er gebeurd was in dat postkantoor, en wat er moest gedaan worden voordat ze aan die fameuze vergunning geraakte. De vrouw aan de kassa tikte de gegevens in, om een formulier in te vullen, maar ze deed het verkeerd want het formulier was enkel geldig voor één week. Nu had ze een probleem, omdat ze niet wist hoe ze die gegevens kon corrigeren in haar pc. Nadat iemand anders haar ter hulp snelde, was het probleem opgelost. Taina betaalt zoals gewoonlijk met een Visa kaart, maar dat werd niet geaccepteerd. Dus mijn schat moest al haar duiten samen schrapen om toch maar die visvergunning te kunnen betalen. 270 Finse mark, niet echt goedkoop hé, hopelijk is al die moeite niet voor niets geweest, en kunnen we wat lekkere vis vangen.

    Natuurlijk hadden we geen rooie duit meer op zak, we waren gelukkig dat er in Inari een plaats is waar we centen uit de muur kunnen halen. Inari is in een stadje dat leeft van het toerisme. Men kan er tochten op het meer maken met een rondvaartboot, een rondvlucht doen over het meer met een water – lucht - taxi. Er vertrekken van hier uit ook veel fiets - en wandelroutes. En als men wilt, kun je ook met je hebben en houden laten deponeren ergens op een eiland en je later laten ophalen. Het watervliegtuig vliegt ook naar andere dorpen in de omgeving.

    Er is ook een hotelletje, een bank, een postkantoor en enkele winkels, onder andere ook een waar men kano’s en vismateriaal kan huren. De kano’s zagen er degelijk uit 600 à 700 Fr per dag.

    Na twee-duizend-vijfhonderd-drie-en-negentig kilometers.

    Na de 320 km die we vandaag afgelegd hadden, komen we eindelijk ter bestemming aan, meer dan tweeduizend kilometer of exacter gerekend 2593 km van huis.

    De bestemming, is een soort kleine camping. De plaats noemt “Hietajoki” genaamd naar het riviertje dat naast de camping loopt en in het Inarimeer uitmondt


    Hietajoki Camping - Hiitajoen Leirintä 99870 - Tel: 016 673 122

    Het is een klein plaatsje waar vissers hun bootjes te water kunnen laten en er kunnen overnachten in ‘n zestal kleine houten hutjes. Op de parking zien we de auto’s met de boottrailers van vissers staan.

    Op het terrein zelf stond er een mobilhome, en ’n caravan, Wat verderop vijf hutjes in een rij. We waren hier bijna alleen, de vissers waren waarschijnlijk nog op het meer.

    De camping ligt aan een binnenmeertje dat gedeeltelijk afgeschermd is van het meer door een smal schiereiland. Het eerste dat we natuurlijk deden, was natuurlijk naar het water wandelen. Met verder de oever links te volgen, hadden we een weids uitzicht op het meer. Het lag er dreigend bij, gevangen onder een laaghangend grijs hemelgewelf.

    Het is geen echte toeris­tencamping met veel luxe erop en eraan, het is gewoon een plaats om te overnach­ten. De normale voorzieningen zijn wel voorhanden, toilet­ten, douches, wasbakken enz. En natuurlijk vind je er de typische Finse sauna die hier nog van oudsher ver­warmt word met berkenhout.

    Deze plaats hebben we gevonden in een boek met de kanoroutes in Finland, helaas bestaat dit boek alleen maar in het Fins en is alleen maar in Finland te verkrijgen. De camping is gemakkelijk te vinden, want hij staat duidelijk aangeduid op de gewone toeristische kaarten. Trouwens er lopen maar twee straten langs het meer, de ene loopt rechts van het meer, die 300 km in de richting Moermansk in Rusland loopt. De andere straat waarop de camping ligt, loopt links van het meer in de richting naar het noorden naar Noorwegen. De splitsing van die wegen ligt in Ivalo, ‘n dertigtal kilometers van Inari verwijdert. De camping ligt op 35 km van de Noorse grens

    Een receptie is er niet, het is gewoon in ‘n kamertje in de bungalow van de eigenaars. De prijzen zijn schappelijk, en we mochten de auto op de afgesloten parking laten staan tijdens onze rondvaart. We zouden 350 Fr. per week betalen voor de auto! En om te slapen op het Terrein in de kamionet is het 350 Fr. per nacht, alles inbegrepen. De saunabeurten moeten natuurlijk apart betaald worden. De auto twee weken op de parking, en twee keer slapen op het terrein, reken maar uit; de prijzen vallen zeker mee!

    Nadat we een deugddoende douche, begonnen we de vaarroute nog beter en nog meer gedetailleerder uit te stippelen op de 1:50000 detailkaart.

    Op de plaats waar we zouden vertrekken, zag het meer er enorm uit, en dat is het ook! Op onze tocht vorig jaar, moesten we geen schrik hadden. Want er was altijd wel ergens een huis of hut te bekennen op de oevers, waarvan de bewoners ons wel zouden helpen in geval van nood. Trouwens op de vorige tocht was het niet zo erg om enkele kilometers verkeerd te varen, vroeg of laat kwam je toch ongeveer op de route terug. De tocht ging over meren en rivieren die gemakkelijk te volgen waren.

    Hier is dat natuurlijk iets anders. Het meer heeft geen ronde of ovale vorm. Het is beter te zeggen dat het gewoon géén vorm heeft. Het is eerder de vorm van een..... verdorie hoe moet ik dat nu uitleggen! ....tja ‘n waterdruppel die op de grond valt, met duizenden kromme spetters, en daartussenin liggen er duizenden spikkels. Elke spikkel is een eiland in het bijna honderd kilometers lange meer, er zijn er méér dan 3.300 (drieduizenddriehonderd) eilandjes te vinden.

    Er zijn wel hutten die op de kaart te vinden zijn, maar die liggen tientallen kilometers uit elkaar, en die zijn dan ook niet het gehele jaar door, bewoond. Dorpen langs het water zijn er niet. We weten wel dat er een dorp of gehucht is, langs de “overkant” van het meer dat Nellim noemt. Maar daar hebben we weinig of geen gegevens over, en het ligt ook te ver om er heen te varen.

    Begin van de tocht

    Hier een foutje maken, bijvoorbeeld door langs de verkeerde kant van een eiland te varen, kun je hier compleet verdwaald geraken. Zeker als je te midden van die reusachtige oppervlaktes verkeerd vaart, en waarvan je amper de oevers ziet, geraakt er dan maar eens aan uit! Het is zeker niet te bedoeling iemand schrik aan te jagen, hé.

    Maar je moet toch op zijn minst kunnen omgaan met een kompas en een detailkaart. Kun je het niet? Begin er dan ook niet aan! Hier gekke dingen doen, is om moeilijkheden zoeken. Zoals op groot water begeven als het weer niet stabiel is. De kano wordt uit zijn riemen verlost, het was alsof hij een zucht slaakte, je zou voor minder zuchten, hé. Alles hangt er gelukkig nog aan, enkele bouten aan de zitjes zijn wat losgekomen, maar dat is geen probleem. We hebben altijd reserve bouten en moeren mee in reserve. We nemen ook altijd waterdichte tape mee, die kun je voor alles gebruiken, een gat dichten in de tent of in de boot, schoenen repareren, benen spalken iemand de mond snoeren, enz.

    De avond valt, we wandelen naar de oever, een regenboog begroet ons en wil onze vriend en gids zijn op dit heilig meer van Lapland.

    Na één jaar!

    28/07/’99

    Om 9 uur opgestaan, grijze hemel.

    10.30 uur Onze droom wordt verwezenlijkt, misschien wat té sentimenteel, maar toch is het een schitterend moment voor ons. Het moment, waar we al héél jaar op wachten, is aangebroken.

    Taina vreesde dat ik op het allerlaatste moment nog allerlei extra spullen zou willen meenemen, en ze had gelijk! Thuis had ze zorgvuldig lange lijsten gemaakt met al de spullen die we zouden moeten meenemen, maar nu wilde ik er nog andere dingen aan toevoegen. Aftershave werd mij verboden, en mijn oplaadbare scheermachine moest ik ook achterlaten.

    Ik moest mij tevreden stellen door mij proberen te scheren met een scheermes. Ik word een bosmens!

    We leggen de Canadees op het gras en we laden alles in. We proberen toch nog enkele zaken achter te laten, om de boot wat lichter te maken, maar komen tot de conclusie dat we waar­schijnlijk alles zullen nodig hebben.

    Taina heeft de mensen van de camping geïnformeerd over onze voornemens, het geen we van plan zijn, en dat we maximum 16 dagen zouden wegblijven. We tonen ook het gebied op de kaart aan waar we van plan zijn heen te varen. De kamionet verhuist naar de parking.

    Peddelen

    11 uur Als we van de oever wegvaren, begint het stilletjes te regenen, we worden nagestaard door enkele mensen die op oever staan.

    We begroeten het water van het heilig meer van de Samen (Lappen) Inarijärvi, geef ons uw zegen.

    De boot ligt diep en zwaar in het water. Het gewicht is slecht verdeeld, de neus duikt te diep in de golven, gelukkig is het meer redelijk kalm, maar dat kan snel veranderen.

    We gieten de vijf liter drinkwater weg die in een indrukbare watercontainer zit, het water van het meer is toch overal drinkbaar. Nu is hij vijf kilogram lichter, dagelijks zou de kano, normaal gezien, elke dag lichter moeten worden. Ons voedsel voor de voorgestelde veertien dagen weegt tezamen ±20 kilogram. Voor de eerste dagen hebben we natuurlijk ook vers voedsel mee, en dat weegt opmerkelijk heel wat zwaarder dan ons droog voedsel.

    We willen direct weg van de “beschaving” weg van de mensen. We willen alleen zijn, en daarvoor moeten we direct het water dat voor ons ligt, oversteken, de eilanden tegemoet. We voelen ons nog wat onzeker, en we zijn nogal onder de indruk van deze uitgestrekte watermassa, het meer is dan ook honderd kilometers lang.

    Onze eerste oversteek is al onmiddellijk een ferm stuk. We moeten ‘n stuk een enorme donkere oppervlakte oversteken, de golfslag is niet hoog maar klotst, kletst, spat tegen de boot, de lucht is muisgrijs en het water oogt somber. Taina is de kompasspecialist, en ik ben redelijk goed in het herkennen van vormen, en mijn oriëntatiegevoel valt ook mee, en met elkaar aan te vullen lukt het ons wel.

    De 1/50.000 kaart is redelijk, maar een 1/20.000 of 1/25.000 zou nog beter geweest zijn, want het is ‘n echt doolhof. Vanaf de b

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 3/5 - (4 Stemmen)
    29-04-2009, 21:03 geschreven door kartoesj
    Reacties (3)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Proficiat!
    Proficiat!

    Uw blog is correct aangemaakt en u kan nu onmiddellijk starten! 

    Met vriendelijke groeten,
    SeniorenNet-team
    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - ( Stemmen)
    29-04-2009, 20:52 geschreven door
    Reacties (0)
    Archief per week
  • 27/04-03/05 2009
    E-mail mij

    Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.

    Gastenboek

    Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek

    Blog als favoriet !

    Blog tegen de regels? Meld het ons!
    Gratis blog op http://blog.seniorennet.be - SeniorenNet Blogs, eenvoudig, gratis en snel jouw eigen blog!