Zittend op het bruine afgebladderde bankje
Onder de weldoende schaduwbomen
Aan de rand van de vijver
In het bos.
Laat ik behoedzaam en langzaam
Mijn diepste emoties los.
De zon priemt met haar glanzende stralen
Doorheen ’t dichte bladerdak.
Stilte omarmt me … zalig !
Rimpels kringelen op ’t gladde watervlak.
Een libelle zwermt onrustig
Over de spiegel heen.
De wind waait in crescendo
Zijn ritselend ruisende lied
Doorheen het wiegend waggelende oeverriet.
Wapperend en waaiend,
Strelend en aaiend,
Sensatie zoent op m’n ontvankelijke huid.
Witte wolken drijven onzichtbaar voorbij
Zonnegloed en warmte
Maken me binnenskamers intens blij.
Waterlelieblaadjes zonnen poedelnaakt, ongegeneerd
Een vogel kwettert in het struikgewas
Bijtje gonst rakelings langs me heen
Een kikker kwaakt me uit m’n dromen.
Ik sta op en ga terug
Vanwaar ik was gekomen.
Kathleen, augustus 2012
|