Toen ik je voor de eerste keer ontmoette
Je onbevangen en uitnodigend begroette
En jij me vrijwillig toegang tot jouw leven bood…
Toen ik je beter leerde kennen als uniek persoon
Deelde in jouw verlangen, in jouw ultieme droom
En steeds dichter naar jouw kern toe bewoog…
Besefte ik meer en meer
Hoe jij, aarzelend zoekende mens
Vastliep in jouw wereld, in jezelf.
De confrontatie, rauw en schokkend
Transparantie, glashelder en uiterst pakkend.
Ik keek zo naar binnen
In je naakte getormenteerde ziel
Jouw emoties, jouw gevoel van eigenwaarde
Beangstigend breekbaar en fragiel.
Te dicht in jouw vaarwater
Verstrengeld in jouw bestaan
Dreigend onweer
Aan de steeds zwarter wordende lucht.
Je vecht,
Je bevriest,
Je vlucht.
Zelfbescherming, jouw eigenste ultieme recht
Je trok jezelf terug in jouw bekende veilige cocon, jouw warme nest.
Sloot de 360 graden draaideur genadeloos rond jouw eenzame “ik”
Onbereikbaar
Ontoegankelijk
Ongenaakbaar
De alles afsluitende deur bleef onherroepelijk potdicht.
Daar sta ik dan,
Vol goede bedoelingen
Bereidwillig en machteloos.
Ik begrijp je teleurstelling, je vertwijfeling
Jouw “kwetsbaar” en jouw “radeloos”.
Het breekt mijn hart je zo afstandelijk te ervaren.
Mijn reikende hand wacht geduldig op een teken.
Laten we samen
Behoedzaam steen na steen
Die harde muur rondom jou afbreken.
En het “verbonden-zijn” als een geschenk,
Als een gave aan elkaar bewaren.
Kathleen, augustus 2015
|