Wanneer de pup oud genoeg is en het nest mag
verlaten dan heeft hij al een aardig dik en lang vachtje.De fokker zal de pups
aan het borstelen hebben leren wennen. Dit zet u uiteraard voort. In de aanleer
periode dagelijks borstelen, daarna zal 1 x per week voldoende zijn. Als jonge
dieren er goed aan wennen vinden ze het later vaak een leuke gebeurtenis.
Borstel in het begin niet langer dan een paar minuten achter elkaar.
Als we de Keeshond zo op het eerste gezicht
zien, lijkt het alsof er veel tijd in de vachtverzorging gaat zitten.Het
tegendeel is waar. De ondervacht is wollig, maar de bovenvacht bestaat uit
langere niet al te zachte dekharen. De Keeshond wordt meer geborsteld dan
gekamd. Hiervoor gebruiken wen een universele borstel tijden de verharing en
voor wekelijks gebruik. Ook een varkensharenborstel en een middelgrove kam (bij
voorkeur een kam met roterende tanden) heeft u regelmatig nodig. Door te
borstelen verwijderen we niet alleen eventueel vuil, maar wordt ook de huid
gemasseerd. Dit bevordert de bloedsomloop in de huid waardoor de vacht een
optimale conditie behoudt. De bevedering (lange haren aan de voorpoten) wordt
voorzichtig gekamd.
De
keeshond heeft een vrij korte rug en een ietwat steile achterhand. De buik is
licht opgetrokken. Het hoofd is wigvormig, de kleine variëteiten hebben een wat
korte neus. De stop is matig bij de grote kees, meer geprononceerd bij de
andere variëteiten. De ogen zijn ovaal, bij de kleine kezen relatief groot. De
hoog aangezette staande oren zijn vrij klein. De staart is hoog aangezet en
over de rug gekruld.
De
dubbele vacht is kort op het hoofd en aan de voeten, elders is het dekhaar
lang, dicht en afstaand. Bij de tegenwoordige showhonden is het hoofd bijna
verborgen in de brede afstaande kraag die zich voortzet over de borst. Ook de
achterzijde van de benen is rijk bevederd.
In
Duitsland worden bij de keeshond de kleuren wolfsgrijs, wit, zwart en bruin dealtfarbengenoemd, de overige kleuren gelden alsneufarben.
Kenmerkend voor de wolfsgrijze keeshond is een grijs lijntje rond de ogen, de
zgn.bril.
De
keeshond zou afstammen vanturfhonden, prehistorischespitsenwaarvan
de fossiele resten op verschillende plaatsen in Europa zijn teruggevonden. In
afbeeldingen op Griekse vazen zijn ook keeshonden herkend, hoewel dat niet in
overeenstemming is met de veronderstelde noordelijke afkomst van het ras.
Een
middeleeuws zegel van de stad Amsterdam toont een keesachtige hond aan boord
van een schip, maar in het algemeen zijn oude afbeeldingen van keeshonden
schaars. Dit heeft te maken met de lage status van de hond, vergeleken met de
jachthonden van de adel.LutherenMozartzijn echter genoemd als eigenaren van
een keeshond. In de 18e eeuw werd de grote kees in Engeland geïntroduceerd alspomeranian,
de naam verwijst naar de streekPommerenin Duitsland, vanwaar kennelijk honden
van dit type geïmporteerd werden. Witte keeshonden werden meerdere malen doorThomas
Gainsboroughafgebeeld.
In
Nederland werd het ras in de 18e eeuw het symbool van dePatriotten, en hij stond tegenover demopshondvan hun
Orangistische tegenstanders. Verondersteld wordt dat de naam keeshond afgeleid
is van die van de patriotCornelis (Kees) de Gijselaar. In ieder geval werden de
Patriotten ook alsKezenbetiteld.
Keeshonden
werden vroeger in Duitsland en Nederland gebruikt als waakhond, eventueel aan
boord van een schip. Ze waren doorgaans iets kleiner dan de huidige grote kees.
Dergelijke standaard keeshonden werden eind 19e eeuw op de eerste hondenshows
ingeschreven. Het fokken van de kleine keeshond was al eerder in de 19e eeuw
begonnen, de Engelse koninginVictoriaimporteerde
kleine keeshonden uit Italië. Rond 1900 was de kleine kees enige tijd een
modehond. In 1924 werd deNederlandse Keeshonden Club (NKC)opgericht.
In de
jaren 1920 begon men in Engeland ook weer met de grote keeshonden te fokken,
waarbij uit Nederland geïmporteerde wolfsgrijze exemplaren een belangrijke rol
speelden. Vandaar dat het Nederlandse woordkeeshonddaar in gebruik kwam als aanduiding
voor de wolfsgrijze kees. Dit is naast de dwergkees nog steeds de enige variant
die in Engeland en Amerika erkend is. De populaire wolfskees wordt er vaak
gezien als een authentiek Nederlands ras.
De
middenslag keeshond is uit de kleine kees gefokt en werd door de FCI erkend in
1970. Vier jaar later volgde de erkenning van de dwergkees, om aansluiting te
houden met de in Amerika populaire en steeds verder verdwergendepomeranian.
De wolfsgrijze keeshond kreeg in de FCI landen eveneens een aparte plaats naast
de grote kees om te voorkomen dat de liefhebbers van de Anglo-Amerikaansekeeshondin Europa een eigen ras zouden gaan
vormen.
Tegenwoordig
zijn de dwergkeeshond en de wolfskees in behoorlijke aantallen op hondenshows
vertegenwoordigd, daarnaast is er nog wel eens een witte standaard keeshond te
zien en een enkele kleine of middenslag keeshond in wit of oranje. De overige
variëteiten van het ras zijn zeldzame verschijningen. De bruine grote keeshond
is waarschijnlijk uitgestorven, met de zwarte is het niet veel beter gesteld.
Deze dieren staan in Duitsland op een rode lijst van bedreigde huisdiersoorten.
Het leven met een
Keeshond is nooit saai en zelden rustig. Het zijn actieve, drukke honden die
erg graag bij je zijn en deel uit willen maken van je leven. Ze liggen meestal
niet netjes in hun mand, want door hun dikke vacht zoeken ze liever een koele
plaats en liggen ze op de stenen vloer of op het vinyl.
Ze zijn dol op eten en als eigenaar is het oppassen geblazen dat de Kees niet
te dik wordt.
Ze passen zich goed aan allerlei omstandigheden aan; zolang ze maar bij
je in de buurt kunnen zijn, vinden ze alles prima. Hieruit ook de conclusie dat
een Keeshond absoluut geen hond is om in een kennel te houden. Het is een
huishond, die alleen gedijt wanneer hij de hele dag met zijn mensen kan
optrekken.
Een typische
eigenschap van Keeshonden is hun ongelooflijke nieuwsgierigheid. Ze willen
alles onderzoeken en als er iemand belt, staan ze voor jou bij de deur om te
zien wie er nu weer op bezoek komt.
Gehoorzaamheid is
niet altijd hun sterkste kant. Ze luisteren wel, maar enkel en alleen als hen
dat zelf goed uitkomt. Daarom is het maar gelukkig dat ze elk jachtinstinct
missen, zodat je ze rustig los kunt laten lopen in het bos.
Dat neemt niet weg dat er Keeshonden zijn die hun G&G-diploma hebben
gehaald. Plus ze zijn leergierig en tijdens de socialisatie periode een puppy
cursus volgen dan heeft u al veel gewonnen.
Als bewaker van
huis en haard is de Keeshond perfect. Niet zozeer door inbrekers aan te vallen,
maar door hun waarschuwend geblaf geven ze toch een gevoel van veiligheid. Er
leeft bij veel mensen nog de opvatting dat een Keeshond erg blafferig is en
fel.
Nu is een Kees een
waakhond en zal dus blaffen bij onraad en soms vergeet hij wel eens midden in
het geblaf waarom hij eigenlijk blafte, maar dat is iets dat goed af te leren
is Dat een Kees fel zou zijn is een misvatting die waarschijnlijk nog stamt uit
de tijd dat Kezen als waakhond dienden op boerderijen en ze de hele dag aan een
ketting lagen. Dan is het geen wonder dat een hond blafferig en agressief
wordt. De huidige Keeshonden zijn van karakter zeer betrouwbaar en kunnen goed
met kinderen en andere honden overweg.
De Keeshond is een
aantrekkelijke hond voor iemand die een middelgrote of een kleine hond wil.
Door zijn opvallende vacht en alerte uitdrukking oogst hij op straat altijd
veel bewondering.
De keeshond of Duitse keeshond is een hondenras
afkomstig uit Duitsland. De FCI heeft het ras naar maat en kleur
verdeeld in tien variëteitsgroepen die op hondenshows apart
gekeurd worden: