Ik wou dat ik een traan was Ik wou dat ik een traan was ontstaan door de liefde in je hart een traan van intens geluk die in jouw ogen glinst'ren mag ik wou dat ik een traan was geboren in jouw glanzende ogen aan je oevers van blauwe meren de diepten van je ik zijn beleven ik wou dat ik een traan was om te kunnen wonen op je wangen in voor en tegenspoed zal ik altijd naar je warmte verlangen ik wou dat ik een traan was om in zachtheid te sterven op je lippen in een rakende éénheid, teder en warm voor eeuwig, door jouw liefde omarmd.
Als een poes naar school toe gaat, leert ze enkel kattenkwaad. Ze leert er mauwen met afgrijselijke klank, haar nagels te scherpen aan stoel of aan bank.
Ze volgt de cursus, poes is niet stom; 'Hoe gooi ik thuis de vaasjes om.' Ze leert op school met scherp verstand; 'Hoe verniel ik de papyrusplant.'
Ze leert er ook tot schrik van de baas biefstukjes stelen en plakken kaas. Een geleerde kat die blijft in leven; leert de ijskast kopjes geven.
Er zitten drie poezen zich te pletter te drinken aan de bar, omdat ze geen werk meer hebben: 1e poes : Ik zou graag bij Stabilac werken: 's morgens melk, 's middags melk, 's avonds melk. 2e poes : Ik zou liever bij Whiskas werken: 's morgens Whiskas, 's middags Whiskas, 's avonds Whiskas. 3e poes : Ik wil bij Jupiler gaan werken ... De andere 2 poezen : Hoezo, Jupiler? 3e poes : Wel, 's morgens ne kater, 's middags ne kater en 's avonds ne kater