
Op het schooltje zaten de kinderen in een kring, De kleine Prins liep zachtjes zijn rondjes om de kring. Zoals het hoorde.
Stiekem was er een wolf aangewezen, wie zou het zijn? De Kleine Prins keek nog eens achterom naar Alice, zijn vragende ogen werden door Alice beantwoord met een blik van "laat het nu maar over je heen komen het komt wel goed doe maar wat jou leuk lijkt"

Het liedje begon in tempo toe te nemen: "k ben niet bang, k ben niet bang. K ben niet bang voor de boze wolf
k ben niet bang" Het handen klappen ging steeds sneller en sneller en sommige kinderen begonnen al zenuwachtig te giechelen, toen de juf haar stiekeme teken gaf zodat de geheime wolf op kon springen. De kinderen begonnen hard te joelen "Rennen!! Rennen!! Oe oe oe "
De kleine Prins hield halt en draaide zich naar de Boze Wolf om "Hai" "Je moet rennen!" siste de Boze Wolf "Maar ik ben niet bang" antwoordde de kleine Prins "Maar dat hoort zo!"piepte de kleine Wolf. "Zal ik achter jou aan rennen?" vroeg de kleine Prins "Nee, nee, nee!" stampvoette het wolfje Juhuuuuuuf!! , Hij doet niet mee!!"
De kinderen waren allemaal stil gevallen. De Juffrouw stond op en zei: "Ga maar weer op je plaats zitten kleine Prins" en wees een ander kindje aan en zo speelden ze nog een paar minuutjes verder.

Toen Alice en de kleine Prins naar huis liepen was de kleine Prins erg stil. Alice wreef hem over zijn ruggetje en zei; "Jij was niet bang he?" "Nee" antwoordde de kleine Prins een beetje boos "Ze snappen er niks van" en gaf Alice zijn handje.

|