Het metrisch systeem of metriek stelsel werd door de Fransen geproclameerd in 1799 en berust op de aarde en water. De meter werd toen gedefinieerd als één veertig miljoenste van de omtrek van de aarde gemeten over de polen, hetgeen heel wat metingen besloeg om hem te bepalen. Eén liter water had een massa van 1 kilogram en een volume van één kubieke decimeter. Het stelsel gebruikt consistent veelvouden van 10 in tegenstelling tot vroegere stelsels. Het werd door Willem I in 1816 in de Nederlanden bij wet ingevoerd. In de tijden daarvoor verschilden de maten en sommige benamingen van streek tot streek. Het grootste volume was een “pijp” en die kwam overeen met ongeveer 440 liter. Het kleinste volume een “uperke” hetwelk ongeveer 33cl was. De benamingen en verhoudingen waren: een pijp= 2 okshoofden (+/- 440l) een okshoofd = 6 ankers (+/- 220l) een aam = 4 ankers (+/- 140l) een anker = 16 stopen (gelten +/- 36l) een stoop/gelt = 2 potten (kannen, kroezen, mengelen, mingelen, kwarten +/- 2.6l) een pot/kan/kroes/mengel/mingel/kwart = 2 pinten (baduten, sextieren, waalpotten +/- 1.3l) een pint/badute/sextier/waalpot= 2 uperkes (+/- 0.65l) Vandaar dat een pint minstens 2 glazen is… en we nog altijd een 33cl biermaat hebben. Schol, gezondheid en prosit.
01-04-2009, 00:00 geschreven door WillyVC
|