Tijdens het ontbijt, samen met Jenneke en Willem, de
Nederlandse scheidsrechter en zijn vrouw, eveneens goede vrienden geworden - er
was bijna niemand anders in de zaal komen Marina en Jan handen boven het
hoofd draaiend, zo applaudisseren doven, op mij toe. Hun verjaardagskaartje
pakte mij al serieus. Samen gezellig gegeten, daarna scheidden onze wegen: de bende
van vier naar die ene sporthal, ik naar die andere.xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
Vorige dinsdag deelde ik reeds mijn lunchpakket met één
van de zaalwachters en woensdag bezorgde ik hem een appel. Vrijdag was hij niet
te bespeuren en ik vroeg een nieuwe rol WC-papier voor het EDSO-bureel dan maar
aan een andere zaalwachter. Hij toonde op zijn ene hand 5 vingers, ik meende
daaruit te begrijpen dat hij ze binnen 5 minuten zou bezorgen. Niets was minder
waar. s Avonds nog steeds niets. Dit zou mij niet meer overkomen. Ik bracht 4
appels mee, voor elke zaalwachter. Prompt kreeg ik thee aangeboden. Ik
probeerde hen met handen en voeten uit te leggen dat het nog een uur te vroeg
was. Zij hadden het toch begrepen: een uurtje later kwamen ze mij halen voor de
thee. Eerst nog Berrak opgezocht voor een dankjewel in het Turks,
teşekkür?, (toen ik even later de trap afdalend dat woord steeds maar luidop
herhaalde konden Berrak en de cafetaria-uitbaatster, met wie ze aan het praten
was, hun lach niet bedwingen) als reactie op dat aanbod. Mijn dankjewel
begrepen ze, maar het duurde nog eens 5 minuten, misschien kon hij niet lezen,
om die eerste zaalwachter aan de hand van mijn voornaam op mijn pasje de zijne
Ibrahim - te ontfutselen. Ik stelde de volgende dag op het vliegtuig vast dat
mijn Turks bedankje ook door de stewardessen gewaardeerd werd.
In mijn sporthal die dag alleen maar oervervelende, lange
plaatswedstrijden (5e - 6e, 7e - 8e)
oervervelend omdat iedereen, niet meer geïnteresseerd in dit spel, naar de
andere sporthal wou voor de 2 wedstrijden voor het brons en de 2 finales (dames
en heren); lang, want 1 wedstrijd van 4 sets, 2 van 5.
Oververmoeidheid maakt zich meester van mij de laatste
5 nachten alles samen geen 20 uur geslapen. Ik weet niet meer van welk land ik
ben. Bij momenten vrees ik dat ik er ga bij vallen. De Turkse organisatoren
zijn ons bovendien vergeten: geen eten of drinken voor Berrak, Jari of mij. Zelfs
ballenjongens zijn er niet, die zitten in de andere sporthal, de Turkse heren
spelen daar voor brons. De zaalwachters nemen dan maar hun taak over. Wanneer
ik buiten een luchtje schep, dien ik aan de schaduwkant en uit de wind, steun
te zoeken tegen de muur. Om ongeveer 4 uur in de namiddag kom ik er eindelijk
terug door.
Het gemak waarmee ik, ondanks die oververmoeidheid, Engels praat met Berrak en Jari, en Frans met
de Franse gekwetste met wie ik een goed gesprek heb, is ongelooflijk. Nochtans
vorig jaar tijdens mijn fietsvakantie in de Ardèche was ik bij momenten beschaamd
over mijn Frans. Die middag begreep ook Berrak er niets van. De Turkse 2e
scheidsrechter vroeg haar iets in het Turks, ze draaide zich naar mij en ik zei
haar wat hij haar gezegd had. Hoe weet jij dat, vroeg ze stomverbaasd. Het ging
natuurlijk over volleybal, toch ook een internationale taal?
Ofschoon alle aanvangsuren zodanig geregeld dat iedereen
de herenfinale kon zien, Berrak, Jari, Jans Finse assistent, en ik kwamen pas
10 minuten nà de aanvang toe, dan nog gebracht met een speciale VIP-auto. Berrak
vertelde tijdens die rit, toen wij een verkiezingswagen voorbijstaken, dat zij
zich geen Turkse voelde, ik heb geen Turks bloed, ik ga niet kiezen, ik betaal
de boete, die verkiezingen zijn niets voor mij.
Tijdens de herenfinale diende ik nog de uitslagen van
onze sporthal in te brengen op de laptop, en deed ik nog een laatste controle
of in mijn bestand alles in orde was voor de prijsuitreiking van straks. Na de
finale was er eventjes ergernis bij Jan: er was geen printer in die hal, mijn
eindstand diende hij dus vlug over te schrijven.
Bij het avondeten troffen Jenneke, Willem en ik toch nog
Marina en Jan aan. Na het eten vlug nog eens de receptieruimte opgezocht,
Berrak had niets achtergelaten. Dus maar rustig gewassen en geschoren, en terug
naar de receptie, nog steeds niets, zelfs geen Eda. Jari stond mij wel op te
wachten samen met Vasyl, de vicepresident van Edso. We dienden onmiddellijk te
vertrekken naar de party, een viertal km verwijderd van het hotel. In de
VIP-auto heerste een doodse stilte. Met Jari kon ik enkel converseren op papier
in het Engels, Vasyl kende naast Oekraïens en gebarentaal ook Engels, maar zat
vooraan, de chauffeur Güngör enkel Turks en gebarentaal.






|