Inhoud blog
  • Het ontstaan van onze wereld
    Zoeken in blog

    Beoordeel dit blog
      Zeer goed
      Goed
      Voldoende
      Nog wat bijwerken
      Nog veel werk aan
     
    Kosmologie

    29-10-2014
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.

    Over Fogat

    De esoterische leer zegt dat, om een volledig bewust goddelijk wezen te worden de oorspronkelijke geestelijke intelligenties door het menselijke stadium moeten gaan. En wanneer we zeggen menselijk, dan heeft dit niet alleen betrekking op onze aardse mensheid, maar ook op de stervelingen die elke andere wereld bewonen, d.w.z. op die intelligenties die een geschikt evenwicht tussen stof en geest hebben bereikt, zoals wijnu, sinds het midden van het vierde Wortelras van de vierde Ronde werd gepasseerd. Elk wezen moet door eigen ervaring het recht hebben verkregen om goddelijk te worden.

    Dit verklaart ook de verborgen betekenis van het gezegde: ‘De adem wordt een steen; de steen een plant; de plant een dier; het dier een mens; de mens een geest; en de geest een god.

    Ieder atoom in het Heelal heeft de mogelijkheid van zelfbewustzijn in zich. 

    De evolutie van de mens wordt door hogere intelligenties geleid en bevorderd.

    De ‘oorspronkelijke zeven’ gebruiken fohat als hun voertuig. Men noemt fohat daarom de ‘boodschapper van hun wil’ – de vurige wervelwind.

    Er zijn vijf Dhyani’s of ‘hemelse’ Boeddha’s, van wie de menselijke Boeddha’s de manifestaties zijn in de wereld van vorm en stof.

    Esoterisch zijn er echter zeven Dhyani-Boeddha’s, van wie er tot nu toe maar vijf zich hebben gemanifesteerd en er twee nog moeten komen in het zesde en het zevende Wortelras. De exoterische leer zegt dat iedere Dhyani-Boeddha het vermogen bezit om uit zichzelf een eveneens hemelse zoon te scheppen die na het sterven van de menselijke Boeddha het werk van deze moet uitvoeren.

    Omdat fohat een van de belangrijkste, zo niet de allerbelangrijkste rol speelt in de esoterische kosmogonie, moet hij nauwkeurig worden beschreven. Hij komt overeen met het kabbalistische En-Soph (‘leegte’), het grenzeloze AL, Shekinah.

    Zo is fohat in het nog ongemanifesteerde Heelal iets anders dan in de kosmische wereld van de verschijnselen. In laatstgenoemde is hij die occulte elektrische levenskracht die, door de wil van de scheppende logos, alle vormen verenigt en samenbrengt en deze de eerste impuls geeft, die te zijner tijd wet wordt.

    Fohat heeft nog niets met de Kosmos te maken, want de Kosmos is nog niet geboren en de goden slapen nog in de schoot van de ‘vader-moeder’. Hij is dan een abstract filosofisch begrip. Hij brengt zelf nog niets voort; hij is eenvoudig die potentiële scheppende kracht.

    Wanneer de ‘goddelijke zoon’ plotseling tevoorschijn komt, wordt fohat de stuwende kracht, de werkzame macht die veroorzaakt dat het ENE wordt tot TWEE en DRIE – op het gebied van de kosmische manifestatie.

    Fohat staat in nauw verband met het ‘ENE LEVEN’.

    Tegelijk met de ontwikkeling van het universele denkvermogen manifesteert zich de verborgen wijsheid van Adi-Boeddha – de ene opperste en eeuwige. Dit geschiedt door de werking van de gemanifesteerde wijsheid.

    Terwijl fohat de zeven beginselen van akasa doorloopt, werkt hij in op de gemanifesteerde substantie of het Ene Element. Door dit te differentiëren in verschillende energiecentra, stelt hij de wet van de kosmische evolutie in werking die, gehoorzamend aan de ideeënvorming van het universele denkvermogen, alle verschillende bestaanstoestanden in het gemanifesteerde zonnestelsel in het leven roept. Het door deze werkingen ontstane zonnestelsel bestaat uit zeven beginselen, evenals al het andere binnen deze centra.

    Fohat is dus de verpersoonlijkte elektrische levenskracht, de transcendentale verbindende eenheid van alle kosmische energieën, zowel op de onzichtbare als op de gemanifesteerde gebieden, waarvan de werking lijkt op die van een door de wil voortgebrachte levende kracht.

    Fohat is niet alleen het levende symbool en het voertuig van die kracht, maar wordt door de occultisten ook als een entiteit beschouwd. De krachten waarop hij inwerkt zijn kosmisch, menselijk en aards en oefenen hun invloed uit op al die verschillende gebieden. Op aards gebied wordt zijn invloed gevoeld in de magnetische en werkzame kracht. Op kosmisch gebied is zijn invloed gelegen in de opbouwende kracht bij het vormen van dingen – van het planetenstelsel tot de glimworm en het gewone madeliefje.

    In zijn secundaire aspect is fohat de zonne-energie, het elektrische levensfluïdum en het instandhoudende vierde beginsel, de levende ziel van de Natuur.

    In India wordt fohat in verband gebracht met Vishnu en Surya (de zon). De naam Vishnu komt van de wortel vish, ‘doordringen’, en fohat wordt de ‘doordringer’ en de maker genoemd, omdat hij de atomen vormt uit ruw materiaal. In de heilige teksten van de Rig Veda is Vishnu ook ‘een manifestatie van de zonne-energie’, en er wordt beschreven dat hij met drie stappen door de zeven gebieden van het Heelal gaat. De ‘drie en zeven’ stappen hebben betrekking op de zeven sferen die volgens de esoterische leer door de mens worden bewoond, en ook op de zeven gebieden van de Aarde.

    Een andere opsomming noemt de zeven werelden – aarde, uitspansel, hemel, middengebied, geboorteplaats, woonplaats van de gezegenden en verblijf van de waarheid. De ‘zonen van Brahma’ worden in de zesde afdeling geplaatst en er wordt gezegd dat de vijfde, of jana loka, de plaats is waar de dieren, die in de grote wereldbrand werden vernietigd, opnieuw worden geboren.

    Er wordt gesproken over wielen. Deze zijn, zoals al werd verklaard, de krachtcentra, waaromheen de kosmische oerstof uitzet, en door alle zes stadia van verdichting gaat, bolvormig wordt en tenslotte wordt getransformeerd tot bollen of sferen.

    Het is een van de grondstellingen van de esoterische kosmogonie, dat tijdens de kalpa’s (of eeuwigheden) van leven, beweging– die tijdens de perioden van rust ‘door ieder sluimerend atoom klopt en trilt’ vanaf het eerste ontwaken van de Kosmos tot een nieuwe ‘dag’, een steeds toenemende neiging tot een rondgaande beweging vertoont.

    De ‘godheid wordt een wervelwind. De bewegende wielen van de hemellichamen die deelnemen aan het scheppen van de wereld – waarbij dan de betekenis betrekking heeft op het bezielende beginsel van sterren en planeten.

    Hicetas, Heraclides, Ecphantus, Pythagoras en al zijn leerlingen onderwezen de draaiing van de aarde om haar as, en Aryabhata van India, Aristarchus, Seleucus en Archimedes berekenden haar omwenteling even wetenschappelijk als de astronomen van tegenwoordig. Anaxagoras was bekend met de theorie van de wervelingen van de elementen en deze werd door hem 500 jaar v.Chr. verdedigd, dat is bijna 2000 jaar voordat ze weer werd opgenomen door Galileo, Descartes, Swedenborg. 

    Het trekken van ‘spiraallijnen’ heeft betrekking op de evolutie van zowel de beginselen van de mens als die van de Natuur. Deze evolutie heeft geleidelijk plaats De oorsprong van de menselijke rassen, evenals al het andere in de natuur. Hoewel volgens onze opvattingen het zesde beginsel in de mens (buddhi, de goddelijke ziel) alleen maar een adem is, is het toch iets stoffelijks vergeleken met de goddelijke ‘geest’ (atma), waarvan het de drager of het voertuig is.

    Fohat is in zijn hoedanigheid van Goddelijke liefde, het elektrische vermogen tot verwantschap en sympathie en wordt allegorisch weergegeven terwijl hij tracht de zuivere geest, de straal die onscheidbaar is van het ENE absolute, te verenigen met de ziel.

    Het ‘leger’ bij elke hoek is de menigte van engelen (Dhyan-Chohans), die elk zijn aangewezen om van het begin tot het einde van het manvantara zijn eigen gebied te leiden en erover te waken

    Van alle elementen die in de natuurwetenschap bekend zijn, is vuur het enige dat altijd aan een definitieve analyse is ontsnapt. Men verzekert vol vertrouwen dat lucht een mengsel is dat de gassen zuurstof en stikstof bevat. Wij beschouwen het Heelal en de Aarde als stof, die uit bepaalde chemische moleculen is opgebouwd. Wij spreken over de oorspronkelijke tien aarden en geven elk daarvan een Griekse of Latijnse naam. Wij zeggen dat water een scheikundige verbinding is van zuurstof en waterstof. Maar wat is VUUR? Het is het gevolg van verbranding, wordt vol ernst geantwoord. Het is warmte, licht en beweging, en een onderling verband tussen natuurkundige en scheikundige krachten in het algemeen. 

    Wat zegt de esoterische leer over het vuur? Volgens deze ‘is vuur de meest volmaakte en zuivere weerspiegeling, zowel in de hemel als op aarde, van de ene vlam. Het is goddelijke sustantie.’

    De christen die zegt: ‘God is een levend vuur’, en spreekt over de pinkster-‘tongen van vuur’ en over het ‘brandende braambos’ van Mozes, is evengoed een vuuraanbidder als iedere andere ‘heiden’

    Uit kosmisch gezichtspunt heeft fohat, die ‘vijf schreden’ doet, hier betrekking op de bovenste vijf gebieden van Bewustzijn en Zijn, terwijl het zesde en het zevende (naar beneden geteld) het astrale en het aardse, of de twee lagere gebieden zijn.

    Vier gevleugelde wielen, op iedere hoek. Dit zijn de ‘vier maharadja’s’ of grote koningen van de Dhyan-Chohans, de deva’s die ieder de leiding hebben over een van de vier hemelstreken. Ze zijn de bestuurders of engelen, die heersen over de kosmische krachten van noord, zuid, oost en west, krachten die elk een bepaalde occulte eigenschap hebben.

    Deze wezens zijn ook met karma verbonden, omdat dit stoffelijke werktuigen nodig heeft om zijn besluiten uit te voeren, zoals bijvoorbeeld de vier soorten winden, waarvan de wetenschap openlijk toegeeft dat ze ongunstige of weldadige invloeden uitoefenen op de gezondheid van de mensheid en van elk levend wezen.

    Voor de kerk bestaan er twee soorten siderische wezens: de engelen en de duivels.

    Het is niet de ‘heerser’, die straft of beloont, met of zonder toestemming of bevel ‘van God’, maar de mens zelf – omdat zijn daden of karma individueel en collectief (zoals soms met hele volkeren het geval is) allerlei soort kwaad en rampen aantrekt.

    Wij maken oorzaken, en deze wekken in de siderische wereld de overeenkomstige krachten op. Deze krachten worden magnetisch en onweerstaanbaar aangetrokken tot degenen die deze oorzaken teweegbrachten en werken op hen terug, of dergelijke personen nu inderdaad de boosdoeners zijn, dan wel alleen de denkers die het kwaad hebben uitgebroed. Gedachte is stof, leert de moderne wetenschap ons; en ‘ieder deeltje van de bestaande stof moet een register zijn van alles wat er is gebeurd. De vier hemelse wezens zijn de beschermers van de mensheid en ook de werktuigen van karma op aarde, terwijl de lipika’s (uitvoerders van het karma)zich bezighouden met het hiernamaals van de mensheid.

    29-10-2014 om 16:52 geschreven door Bhodi Nijananda

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)


    Archief per week
  • 12/01-18/01 2015
  • 17/11-23/11 2014
  • 10/11-16/11 2014
  • 03/11-09/11 2014
  • 27/10-02/11 2014
  • 13/10-19/10 2014
  • 29/09-05/10 2014
  • 22/09-28/09 2014

    E-mail mij

    Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.


    Gastenboek

    Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek


    Blog als favoriet !


    Blog tegen de regels? Meld het ons!
    Gratis blog op http://blog.seniorennet.be - SeniorenNet Blogs, eenvoudig, gratis en snel jouw eigen blog!