Ter inleiding: de koeke van kinders was zo één van die kinderkwalen waar men voor ging dienen. Een soort vage buikziekte die gepaard ging met maagkrampen, spijsverteringsklachten en andere ongemakken van de darmen. Onderstaande tekst heeft het over dat gaan doenen voor de koeke. Ook volwassenen konden er het slachtoffer van worden. - Als ge de koeke hebt, daar is maar één middel mee, en 'k meuge 'k ik daarvan meespreken, daar is maar één dingen mee te doen, en dat is: van te gaan dienen! Alzo verzekerde mij een mens uit Bissegem en hij vertelde mij heel 'zijn koeke'; het was nog maar een paar maanden geleden en hij was er al bijna aan geweest, 't scheelde maar een haar of hij was 't herte rond.
Ei wel, dat heeft ne keer juiste alzo gegaan lijk of da'k het u gaan vertellen: ik kwame thuis van mijn werk en 'k zette mij op een stoel. Mijn vrouw bezag mij en zei 'emaar Remieten, 't scheelt het entwatte met u?' En 'k zegge 'ja 't', ik was, alla, ik voelde mij zo tenden, zo tenden, 'k en had geen sensie meer voor niet, 'k en koste niet meer werken; van als ik wilde roeren, mijn handen vielen langs mijn lijf. Zo enja, in bedde gekropen en 'k heb er zeven weken lang in gezeten.
Maar ge moet niet peinzen dat 't daarmee gedaan was. Als ik opstond, 'k was nog zo fientig als te voren, 'k en koste geene stoel verzetten, geen klutske patatten oppakken, da'k zo beefde! Het en is maar toen dat ik begoste te peizen dat is al zij leven de koeke, en ...daarvoor moet gediend zijn! En de gebeurs peinsden 't ook en da'k om raad moeste naar emerence in de Kasteelstrate.
't Was hoog tijd, hoog tijd! Dat zei toch 't mens als ze mijn ogen zag, 'ge moet van seffens gaan dienen, hij is albij 't herte rond!' En 't en is niet gelijk hoe da' ge dient: dat moet alzo gaan, en niet anders.
Eerste alleene naar Zwevegem. Ge krijgt daar een gewijd lint voor in de leên en een medaaldje. Ge draagt twee koeken mee, en als ze gezegend zijn, ge laat er een van liggen in de kerke en den anderen doet ge mee naar huis. Ge eet er negen dagen lang een beetje van en binst die negen dagen moet ge alle dagen lezen 'da ge wilt' op uw knieën. En te Zwevegem moet ge de toer van de kerke doen, als ge buiten komt.
Als 't achter die negen dagen niet en pakt, dan moet ge met tweeën were naar Zwevegem; en alzo alweer die negen dagen doen. Als 't achter die negen dagen nog niet en betert, dan moet ge veel verder gaan: naar Wannegem (bij Oudenaarde): 't moet dan in negen dagen genezen zijn ofwel is daar geen genezen meer aan.
Maar die dat doet, moet het doen met een goe gedacht, met meenste van 'ik ga om te genezen'. Onderwege en meugt ge nievers binnen gaan en niets aanveerden zonder geld en maar klappen dat nodig is, als ge een kennisse tegenkomt of met tweeën zijt. En ge moet lezen al gaan, niet al keren.
Van seffens als 't gediend is, moet ge 'op de pot' naar bachten gaan, want ge moet 'de koeke afgaan'. Dat gebeurt geweunlijk de derde of de vierde dag en als ge hem afgaat, dat is juiste alzo gelijk ne koeke en als ge datte kwijt zijt, ge zijt de koeke kwijt! Ik heb verschrikkelijk afgezien om hem af te gaan, alla, 'k hielde deuren en meuren vaste ...maar 'k was er mee geschapeerd!
Als 't kan zijn, moet ge zelve gaan dienen of anders een van de naaste familie. Ik was te fientig en te flauw om zelve te gaan. 't Is mijn vader die geweest is voor mij. Maar ge meugt het zeker zijn: 'k en zou nooit zo lange meer wachten van te gaan dienen.
Een man van Hulste wist mij ook van de koeke te spreken: ge krijgt dat alzo van de machinatie van uw gedachten op iets te zetten. Een keer dat ge uwe vingers onder uw onderste ribben niet meer en kunt steken is 't al verre gezet. Ge moet zere gaan dienen naar Zwevegem.
Onderwege en meugt ge niets aanveerden voor niets, zelfs niet bij familie: geen drank, zelfs geen mente, ge moet het betalen, of 't is al om niet da' ge dient. Als 't achter negen dagen niet gedaan is, dan moet ge met tweeën gaan, en ook niets aanveerden zonder geld. Achter die negen dagen dan moet het genezen zijn. Onze Hulstenaar en wist niet te spreken van het verre Wannegem.
–
L. Lelieboom in Biekorf van 1931
|