Inhoud blog
  • Zoeken in blog

    Beoordeel dit blog
      Zeer goed
      Goed
      Voldoende
      Nog wat bijwerken
      Nog veel werk aan
     
    Kronieken van Leest
    bij Mechelen
    23-02-2012
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.

    1914 – September-oktober : “De Duitsers hadden het op onze kerk gemunt.”

                Het gebouw werd getroffen door grof en klein geschut. De schade was

                aanzienlijk.

                “Verschillende bommen,” schrijft pastoor Beuckelaers, “zijn door het dak of door

                den muur der kerk binnengedrongen met skrapnels geladen als gevolg hebbend

                het dak op verschillende plaatsen grotelijks te beschadigen, de welfsels der

                middenbeuk en zijbeuken door te breken, nervuren er af te kraken, en grote

                openingen erin te laten.

                De muren der kerk op verschillige plaatsen doorgeslagen...

                Een biechtstoel geheel en gansch weggeschoten. De andere biechtstoelen, vijf

                altaren, de vier gestoelten, de predikstoel, dit alles in Hongaarsche eikenhout

                in haut-relief gebijteld, langs allen kanten doorboord of kleine stukken

                afgeslagen. De marmeren vloer op verschillige plaatsen geschonden door het

                vuur of een bom.

                Het lichttoestel onbruikbaar geworden. Rond de 250 stoelen verbrand of

                beschadigd.

                Ook de brandramen waar de Leestenaars zo fier op waren, werden totaal

                vernield : bijwerken zal meer kosten dan ganse vernieuwing.”

                Daarbij waren de Duitsers de kerk binnengedrongen en hadden gepoogd het

                tabernakel achter het altaar open te breken. Dit gebeurde vruchteloos.

                Ze forceerden echter de brandkast in de sakristij : één remonstrans en een kelk

                werden onbruikbaar gemaakt. Ze werden terug in orde gebracht door Aloïs Haan

                uit Antwerpen. (WLS-G.Herregods)

     

    1914 – Lijst der gevallen krijgers in de gemeente begraven, buiten het kerkhof.

                -Idler Sifrid, begraven Blaasveldstraat nabij “de Knip”, tegen de woning van

                Louis Leemans.

                -Lindemann Leopold, ligt begraven op ’t land in de Scheerstraat nabij ’t dorp,

                over de woning van Pieter Jan Lemmens.

                -Een onbekend soldaat van VII K.II.III nat.Art., begraven in de hof van Frans

                 Cortebeek Scheerstraat.

                -Schram J., begraven in de Tiendeschuurstraat rechtover de herberg “de

                Cantine”.

                -Onbekend Duits soldaat III reg.II K.,begraven aan het huis van Jan Campion,

                Tisseltbaan.

                -Rosenbaum J., begraven op ’t land van De Wit, Tisseltbaan.

                -Tonneau, Belgisch soldaat van het 11e Linieregiment, gevallen 29 september,

                begraven op ’t land nabij den ijzerenweg Blaasveldstraat.

                -Een onbekend gebleven Belgisch soldaat begraven in de Blaasveldstraat. De

                kapot bleek van het 14de Linieregiment afkomstig te zijn.

                -Van Mol Romaan, van het 11de Linie, begraven in de Grooteheide waar hij was

                gevallen.

                Al deze lijken zouden later ontgraven en overgebracht worden naar het kerkhof

                van Leest. (GA-17/9/1915, 20/11/1915 en 15/2/1919)

     

    1914 – 10 oktober :

                “...bij hare wederkomst der vlucht, heeft de weduwe Frans De Laet, wonende

                Tinneschuurstraat, het lijk gevonden van één harer koeien, in de gracht voor hare

                woning.

                Het kalf was niet afgeworpen aangezien het in de geboorte vastzat.

                Zij heeft de koei ter plaatse doen delven in bijzijn van Jozef Leemans en Jan

                Lauwens, inwoners van Leest”. (GA-6/7/1915)

     

    23-02-2012 om 16:45 geschreven door Marcel Van Hoof

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.

    In 1919 maakte het gemeentebestuur een gedetailleerd verslag op van de geleden oorlogsschade :

     

    Monumenten, gebouwen,landgoederen, enz. toehorende aan openbare besturen.

     

    1. Een deel van de pastorij : beschadigd.

    2. Een deel van de meisjesschool werd door beschieting vernield.

    3. De kerk, kerktoren, afsluitingsmuren van pastorij en kerkhof werden gedeeltelijk

        vernield en beschadigd.

    4. De brug over de Zenne : vernietigd.

     

    Kunst, wetenschappelijke- geschiedkundige voorwerpen van openbare besturen.

     

    1. Remonstratie der kerk : beschadigd. Edelgesteenten en miskelk : gestolen.

    2. Geschilderde glasramen van de kerk : vernield.

    3. Biechtstoel in beeldhouwwerk : vernield.

    4. Altaren in beeldhouwwerk : vernield.

    5. Kruisweg : gedeeltelijk vernield en beschadigd.

    6. Beelden : vernield en beschadigd.

    7. Registers van den burgerlijke stand : geboortens 1911,1912, 1913 en huwelijken 1911,

        1912 : onbruikbaar gemaakt met olie en verscheurd.

        Overlijdensakten van de jaren 1812 tot en met het jaar 1820 en van 1823 tot 1832 :

        verscheurd.

        Overlijdensakten van de jaren IX, X, XI Fransche Republiek en Kadasterboeken:

        onbruikbaar gemaakt met olie.

     

    Oorlogsschade aan de gemeentejongensschool.

     

    1. Schoolbenodigdheden, begroot op                                   325 fr.

    2. Kaarten van de gemeente, provincie, van België

        en van Europa, begroot op                                                           200 fr.

    3. Drie reeksen aanschouwingsplaten, telraam, 3stores,

        draaibord, verzameling platen  vaderlandsche

        geschiedenis, begroot op                                                  545 fr.      

    4. 36 banken voor 2 leerlingen, 2 stoelen, 3 kapstokken,

        barometer, 2 thermometers, begroot op                        1670 fr.

    5. Beschadiging aan muren, deuren vensterruiten,

        en aan de deuren der toiletten, begroot op                                220 fr.

    Samen :                                                                                 2.960 fr.

     

    Oorlogsschade aan de gemeentelijke meisjesschool

     

    1. Schoolbenodigheden, begroot op                                     450 fr.

    2. Kaarten van de gemeente, het kanton, de provincie,

        van België en van Europa, begroot op                             250 fr.

    3. Verzameling van maten en gewichten, balans,

        verzameling metrische vormen, begroot op                    220 fr.

    4. Platen gewijde geschiedenis,verzameling platen van

        Lummel, telraam, begroot op                                          235 fr.

    5. Zes stores, raampjes voor het handwerk,

        onderwijzerslessenaar, trede, 2 stoelen, 2 borden,begroot        840 fr.

    6. 35 banken, barometer, twee thermometers, kruisbeeld,

        OLVrouwbeeld, begroot op                                             1490 fr.

    7. Heropbouwen van het gedeelte eener klas, nieuwe

        vloer in een andere klas, plaffonering, beschadiging aan

        deuren, witten schildering en inzetten van vensterruiten,

        begroot op                                                                        950 fr.

    Samen :                                                                               4.435 fr.

     

    Oorlogsschade aan monumenten,gebouwen, landgoederen toehorende aan particulieren.

     

    1. Houten graanwindmolen, genaamd “Steinenmolen”, van weduwe Frans Van Winghe,

        Kapellebaan : vernield door brand.

    2. Houten graanwindmolen, van weduwe Bonifacius Lauwers, aan “de Knip”,

        vernield door brand.

    3. Landbouwerswoningen van :

        a) Polycarp Verhoeven, Kapellebaan : vernield door brand.

        b) H. Louis Daelemans, Kapellebaan : vernield door brand.

        c) Pieter Jan Diddens, Blaasveldstraat : vernield door brand.

        d) Constant Diddens, Molenstraat : vernield door brand.

        e) Joseph Nuytkens, Molenstraat : vernield door brand.

        f) Alfons Piessens, Mechelbaan : vernield door brand. Meubelen, oogst, enz. dezer zijn

        ook  vernield.

    4. Woningen van :

        -Theod. Van den Heuvel, Dorp : beschadigd.

        -Weduwe Buntinckx Hofmans, Dorp : beschadigd.

        -Weduwe Van Moer, Dorp : beschadigd.

        -Arnold Teughels, Dorp : beschadigd.

        -Jaak Vloebergh, Dorp : beschadigd.

        -Jan Huysmans, Dorp : beschadigd.

    5. Schuur gebruikt door Willem Slachmuylders : vernield door brand.

        Deze schuur, staande op de Kapellebaan,  is eigendom van Duc d’Aost Turino.

    (GA-27/2/1919)

     

    Oorlogsschade aan buurtwegenis.

     

    Grote schade was toegebracht aan :

    -Steenweg van Leest dorp naar de limiet van Tisselt, wegen nrs 4, 10 en 28 van het atlas, op deze lengte is de herstelling der brug over de beek groot noodig.

    -Steenweg van Leest naar het Heike Hombeek, nrs 5 en 9 van het atlas. Deze twee

    steenwegen zijn in zeer slechten toestand.

    -Steenwegen van Leest dorp naar Heffen en naar Hombeek, deels beschadigd wegen nrs 3 en 2 van het atlas.

    -Steenweg van Kapelle op den Bos naar boskant Hombeek, weg nr. 5.

    -De brug over de St.Annabeek limiet met Mechelen, kant langs Leest is

    grotelijks beschadigd.

    -De kiezelweg in de Laerestraat is grotelijks beschadigd. (GA-30/1/1919)

    -De schade aan gemeentewegen werd in 1920 geraamd op 12.835 fr. Aan steenwegen voor groot verkeer op 14.280 fr. (GA-8/5/1920)

     

    23-02-2012 om 16:42 geschreven door Marcel Van Hoof

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    1914 – Op 29 september sneuvelde te Londerzeel, bij de eerste schermutselingen, de

                Leestenaar Ludovicus “Louis” Jacobs.

                Hij was te Leest geboren op 3 april 1893 als zoon van Frans en Maria Anna Van

                Loock.  Hij diende bij het 12de Linieregiment.

     

    1914 – 29 september : Het dagboek van Hombekenaar Domien Van Beveren : “...mijn

                vrouw en ik  reden dan met onze beide kruiwagens met onze drie kleine kinderen

                op de vlucht..

                (...) Wanneer we aan de ijzeren weg gekomen waren begonnen ze weer te schieten

                en we waren verplicht, gebukt en met een zware last op onze kruiwagen te rijden

                van aan de bareel tot aan het Hoefijzer. De kogels vlogen om ons heen.

                Aan de hoeve van Jef Scheers gekomen, was ik de last van het zadel moe en ik

                wierp hem in de hof. Wij gingen voort tot aan de Winkelstraat, daar stonden de

                karren, van dewelke een paard zijn zadel verloren had.

                Ik mag ook neit vergeten te zeggen, dat terwijl wij op de vlucht waren, de

                windmolen van Stijnenmolen afgebrand is..”(’t Ridderke, nr.4,1996) 

     

    1914 – 30 september : Het fort van Walem werd door de Duitsers ingenomen.

                De Belgische soldaten sloegen op de vlucht. (KH)

     

    1914 – 30 september :

                “...Jan Baptist De Cuyper ,zijne vrouw Francisca De Buyser en Antoon Edward

                Leemans, landbouwers te Leest uit de Blaasveldstraat, werden bij hunne vlucht,

                op 30  september 1914, aan het kasteel Lefebvre te Blaasveld, door de Duitsche

                soldaten gevangen genomen. Ze werden tegen de muur eener woning opzij

                geplaatst, met den rug naar de Duitschers.

                Eene ontploffing volgde, en deze drij personen vielen getroffen ten gronde.

                Leemans bleef roerloos ten gronde liggen, eenigen tijd daarna bemerkende dat de

                Duitsers vertrokken waren, kon hij, alhoewel zwaar gewond, zich oprichten en

                verder vluchten in de richting Willebroek, waar hij verpleegd werd.

                Een zijner armen was verminkt, zoodanig dat hij meer dan zes maand in ‘t

                gasthuis verbleef ; het gevolg is dat hij zijne werkkracht verloren heeft voor dit

                lichaamsdeel.

                Zijne twee gezellen, De Cuyper en vrouw, verloren er het leven bij.

                Leemans verklaarde dat de Duitschers bij het plegen dezer moorddaden, maar

                2 of 3 passen van hen stonden.

                Verschillende inwoners der gemeente, waarbij ouderlingen, vrouwen en kinderen

                waren niet gevlucht. Sommigen werden in de gemeente zelf in eenige huizen bij

                elkander geplaatst,anderen werden naar Zemst geleid en daar verschillende

                dagen opgesloten gehouden.

                Jaak Teughels werd, na zich verschillende dagen verdoken gehouden te hebben

                onder een goot, en zich gevoed te hebben met rapen en wortels, door de

                Duitschers ontdekt.

                Alhoewel hij alleen niet meer kon gaan, werd hij niettemin naar Mechelen en

                vervolgens naar Duitschland gezonden.

                Gelukkig werd hij na korte tijd teruggezonden wegens zijn zwakke gesteltenis.

                In bijna alle woningen, door de gevlucht zijnde bewooners verlaten, werd

                ingebroken.

                Deuren, kasten, geldkoffers verbrijzeld en den inhoud ervan geroofd.

                Al wat eenige waarde had als ljnwaad, kleedsel, beddegoed, juwelen en

                gereedschap werd meegenomen of verbrijzeld door de Duitsche overweldigers.

                Veel vee, bijzonder zwijnen en pluimgedierte werd geslacht door de Duitschers,

                en dit in zulk getal, dat verschillige zwijnenrompen geheel bewerkt na slachting,

                later in staat van ontbinding op verschillige plaatsen gevonden zijn.

                Door de beschieting is groote schade aangericht aan de kerk, dezer meubelen,

                aan den toren, aan de pastorij, aan de grafmonumenten en aan de

                omheiningsmuur van het kerkhof.

                Eene klas der meisjesschool is in brand gestoken en den inhoud is door het vuur

                vernield.

                Vele schoolmeubelen zijn door de Duitschers vernield en al de boeken zijn

                verbrand geworden.” (GA-8/1/1920)

     

    Bezet België werd bestuurd door de Duitse gouverneurs-generaal von der Goltz (2/11/1914 tot 2/12/1914), von Bissing (2/12/1914 tot april 1917) en von Falkenhausen (april 1917 tot november 1918).

    Het etappegebied stond wegens de nabijheid van het front rechtstreeks onder militair bestuur.

    Er was tevens een Duits burgerlijk bestuur, dat samen met het militaire bestuur de Belgische ambtenaren, die met instemming van de regering in Le Havre in functie bleven, controleerde.

    Er rezen tal van conflicten tussen dit dubbele Duitse bestuur en het interne Belgische bestuur.

    De stemming onder de bevolking was hoofdzakelijk anti-Duits als gevolg van de gewelddaden en represailles, van de afschaffing van de grondwettelijke vrijheden en door het optreden van bepaalde figuren, zoals kardinaal Mercier en Adolphe Max, burgemeester van Brussel.

    Er heerste door de oorlogsomstandigheden bovendien een grote werkloosheid, met als gevolg dat ca. 100.000 personen vrijwillig in Duitsland gingen werken, terwijl er daarenboven nog ca. 120.000 werden gedeporteerd.

    Door de verplichte inlevering van grondstoffen en levensmiddelen heerste er gebrek aan voedsel, wat wel enigszins gecompenseerd werd door de distributie van levensmiddelen uit Amerika.

    Daarbij kwam nog een zware oorlogsbelasting van 50 mln. frank, die de bezette gebieden maandelijks aan Duitsland moesten betalen.

     

    Te Leest begon men zich stilaan aan te passen aan de oorlogsomstandigheden.

    De meeste vluchtelingen waren weergekeerd en togen aan de arbeid.

    Het gemeentebestuur maakte de balans op :

    -9 huizen waren onbewoonbaar geworden door de beschietingen.

    -8 waren er zwaar beschadigd.

    -Het aantal daklozen beliep 71 en 45 huisgezinnen zaten zonder bestaansmiddelen.

    In de gemeente was er hoogdringend nood aan meel, rijst, vet of reusel, bonen, zout, erwten, kledingstukken, schoenen, klompen en petroleum.

    Beschikbare middelen op dit ogenblik :

    Weldadigheidsbureel : 2.000 frank,

    Vicentius a Paulo : 500 frank,

    Het Hulp Comiteit : 1.000 frank.

    23-02-2012 om 16:37 geschreven door Marcel Van Hoof

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.

    1914 – 28 augustus : 3de bombardement op Mechelen, dit van 8 tot 11 uur en van 14 tot

                17 uur.

                Bij deze bombardementen ontvluchtte bijna iedereen de stad en trachtte in de

                omgeving een onderkomen te zoeken.

                Velen gingen te voet naar Duffel of Lier ; anderen reden met de trein naar Gent,

                Brugge of Antwerpen en zelfs tot tegen de Hollandse grens.

               Men vond geen voerlieden meer om de lijken naar het kerkhof over te brengen,

                zodat men verplicht was de lijken voorlopig in de tuin van het O.L.Vrouw

                Gasthuis te begraven.

                De geestelijke en wereldlijke overheid was ook verplicht de stad te verlaten.

                Vele kloostergemeenschappen vertrokken naar Engeland.

                Te Mechelen werden geruchten verspreid over de gruwelen in Aarschot, Leuven

                en  andere plaatsen, waardoor er onder de overgebleven bevolking paniek

                ontstond, met gevolg dat bijna iedereen op de vlucht sloeg. (MK-F.Berlemont)

     

    1914 – “...einde augustus vervoegden onze dorpelingen zich met die uit Hombeek en

                Stuivenberg komende stroom vluchtelingen, richting Heffen,Willebroek...

                Pastoor Beuckelaers was daags voordien naar Antwerpen afgereisd.

                Bij Stienes vertrekt Fons en familie, doch hun Sooike wil niet mee, en heeft een

                paar uur later al twee volle manden flessen wijn uit de kelder der pastorij naar

                zijn hooizolder verhuisd. Wijl hij smakkend aan een fles tuttert, en door het

                gevelvenster de beweging beneden volgt, draait daar de speelkar van Sooi Van

                Hoof met zijn gezin deels erop en er achter, met Jef als laatste, de Molenstraat in.

                Sooike wenkt meermaals naar Jef, die eigenlijk liever daar bleef, waar hij vele

                zomers het hooi hielp tassen...

                Later zei Wiske dat ze ergens te Willebroek Jef misten...

                “O, onze Jef !” Doch nu zit die Jef met Sooike van Stienes, tot ’s anderendaags

                ochtend onder de pannen op den hooitas en ze ledigen fles na fles, wijl er reeds

                bommen en houwitsers vanaf het fort van Walem, beantwoordt door Duitse

                artillerie, afwisselend rond en bij het dorp ontploffen...

                Sooike, die als spraakgebrek geen R kon maken, zattekulde tussenin : “Laat ze

                maa.. ologen, Jef !”

                Maar plots een “Bonk en gekraak”, met golven stof en rook, uit de als een

                vuurzee dadelijk brandende schuur...

                De twee beroette verstekelingen waren half ontnuchterd de dans ontsprongen,

                en verschuilden zich op de pastorij, tot ze drie dagen later gevluchte buren

                hoorden toekomen, die door de hen overspoelende Duitsers waren

                teruggedreven...

                Bij ons thuis had zonder brand een bom de halve keuken vernield. In een eiken

                tuinhekpaal puilen daarvan nog zichtbaar zeven loden knikkers uit.

                In de Molenstraat was het huis van Jef Neutkens evenals de schuur van Stienes

                totaal uitgebrand, en het grootste deel der hoeve ingestort.

                In de kerk had een Duiitse bom in de recher zijbeukmuur een dubbelmeter gat

                geslagen, de biechtstoel verbrijzeld, stoelen, beelden en vensters met schroot

                doorzeefd...” (Anselms Jedrie-DB 1978)

     

    1914 – “Op 30 augustus zijn twee burgers van Hombeek, Frans De Wit en Jan Frans

                Smets, vaders van verscheidene kinderen, vluchtende in de richting Willebroek,

                laffelijk doodgeschoten in de Blaasveldstraat, achter de woning van Pieter Jan

                Diddens en in de hof van Louis De Rooster, door een Duitse rijwielafdeling.

                Het lijk van Jan Frans Smets was verscheidene malen doorstoken.

                (Jan Frans De Wit, alias “Sooi van Davidkes” was de eerste voorzitter van de

                Hombeekse fanfare de Vrolijke Vrienden. Pas op 17 november 1914, toen het

                wat rustiger was, werd hun uitvaartmis gehouden-KH)

              

                Het huis van Piet. Jan Diddens, waarin verschillende personen gevlucht waren

                om aan het geschut te ontkomen, werd door die Duitse rijwielafdeling in brand

                gestoken bij middel van ontploffingsstoffen, doch de daarin gevluchtzijnden

                hebben zich nog tijdig kunnen redden.

                Een jongeling van de omstreken van Zemst vluchtende met zijne moeder en

                andere personen op zijne speelkar, werden allen aan gemeld brandende huis

                aangehouden, gestampt en geslagen door de Duitsers.

                Eén der Duitse soldaten was aldaar doodgeschoten door de achterhoede der

                Belgische soldaten, en om hen te vrijwaren tegen het geschut der Belgische

                soldaten, plaatsten de Duitsers voormelde speelkar en paard, alsook de

                aangehoudene burgers op de straat, tegen den vuurgloed van het brandende huis

                Diddens, met bedreiging van neergeschoten te worden zo zij zich durfden

                verplaatsen.

                Een Duitser is daar gesneuveld en begraven te Blaasveld, deze maakte deel uit

                van die barbarenafdeling.” (GA-8/1/1920)

     

    1914 – 30 augustus : “...Een jongeling van Zemst, per rijwiel vluchtende, werd op den

                Kouter, nabij het dorp, door de Duitsers doorschoten.

                Hij werd per rijwiel vervoerd naar Mechelen tot verpleging, doch nabij de

                limiet van Mechelen, werd het gespan door de overste eener Duitse

                rijwielafdeling afgenomen.

                Bij het verder vervoer met een ander gespan, moet het slachtoffer op ‘t

                grondgebied van Mechelen bezweken zijn.” (GA-8/1/1920)

     

    1914 – 1 september : 4de bombardement op Mechelen, van 11u30 tot 12u30.

                (MK-F.Berlemont)

     

    1914 – 11 september : In Zemst-Laar woeden de gevechten verder. In de Hombeekse

                meisjesschool logeren veel officieren. De gekwetste soldaten vertellen over

                de afschuwelijke gruweldaden van de Duitsers tegenover de burgers. (KH)

     

    1914 – “...den 20ste september, is er eene koei, toebehoorende aan weduwe Frans E. De

                Hondt, landbouwer uit de Koeistraat, gestorven als aangedaan door pokziekte.

                Het dier is gedolven in den hof der eigenaarster, in bijzijn van Frans Huys en

                Florent Fierens. De veearts kon tengevolge van afwezigheid niet bijgeroepen

                worden...”(GA)

     

    1914 – 23 september :  Op bevel van de Belgische Gendarmerie werd het hoornvee

                overgebracht naar de weider in de omgeving van Willebroek, Ruisbroek en

                Eikevliet.

                Later, bij het oprukken van de Duitsers, werd dit vee  voortgestuwd naar

                Hoboken, Kruikebe en omstreken.

                Een groot deel van deze melkkoeien zou niet meer teruggevonden worden en zij

                die terugkwamen bleken niet meer bruikbaar als melkgevend, dit alles omwille

                van de lange zwerftocht en de gebrekkige voeding.

     

                Wegbrengen vee

                “De opeising werd gedaan bij mondeling bevel der gendarmerie. Het vee werd

                bijeengebracht, ingeschreven ter verzamelplaats in de gemeente, geschat aan de

                waarde van 1914 en onmiddellijk verdreven tot binnen de fortengordel der

                versterking Antwerpen en daar op de weiden geplaatst.

                Daar de Duitse troepen in aantocht waren, ontbrak de tijd om alle andere

                formaliteiten te volbrengen zoals het verstrekkingsreglement voorschreef.

                (GA-24 april 1923)

     

    1914 – 27 september : Om 08u15 begon het 5de bombardement op Mechelen dat de hele

                dag duurde en zware schade aan de stad toebracht. (MK-F.Berlemont)

     

    1914 – Op 28 september werd Mechelen door de Duitsers bezet. (MK-F.Berlemont)

     

    1914 – 28 september : De Duitsers hebben zich verschanst in loopgraven tussen den

                Dries en Laar. Zeer vroeg in de morgen rukken ze op. Om 5 uur zijn ze aan het

                huis Tersago in de Bankstraat (Hombeek).Om 8 uur wordt de overweg en de

                cabine van het Heike bezet. Het huis van Gust Jocobs in de Bankstraat wordt in

                brand gestoken en in de namiddag brandt de molen van De Keirsmaecker op de

                Leestse steenweg af. Een tweede aanvalslijn der Duitsers loopt van Bos van Aa

                over de Boskant naar Leest.

                De twee volgende weken richten de Duitsers hun kamp op in Hombeek op de

                velden tussen het spoor en de Kapellebaan (Kriekerij).

                Er staan rijen wagens, kanonnen, veldtenten. Er is grote drukte om en bij de

                veldkeuken. Alles wat ze vast krijgen aan voedsel en drank wordt naar daar

                gesleurd. De runderen worden van de weiden gehaald en ter plaatse geslacht.

                (KH)  

     

    1914 – Op 28 september viel te Leest, ter plaatse Groteheide, de Belgische soldaat

                Romaan Van Mol.

                De gesneuvelde was geboren te Hekelgem op 18/6/1890 en diende bij het 11de

                Linieregiment.

                Hij werd in de Groteheide begraven en zou later, op 5 februari 1915, in het

                bijzijn van zijn familie, overgebracht worden naar het kerkhof van Leest.

                (GA-12/10/1915)

     

    1914 - 29 september : Inval te Leest van de Duitse bezetter.

                “Bij hunnen inval in de gemeente, werden door de Duitsche barbaren afgebrand,

                de graanwindmolens van weduwe Boniface Lauwers aan “De Knip” en van

                weduwe Frans Van Winghe, “Steinemolen”.  (GA-8/1/1920)

     

                “De registers van den burgerlijke stand zijn door de Duitsche soldaten, op 29

                september 1914, beschadigd en met olie onleesbaar gemaakt ; verschillende

                werden verscheurd, enkele bladen daarvan zijn later teruggevonden in de

                loopgraven in de gemeente, waar de Duitsche kanonnen stonden.

                Ook schoolboeken lagen daar verstrooid.” (GA-8/1/20)

     

                “...het groot deel der bevolking is gevlucht voor en bij het begin der

                schermutselingen.

                De personen in hunne woningen en bij het vluchten aangehouden zijn weggeleid

                of in hunne woningen zelve opgesloten gehouden.

     

                Albert Tonneau, soldaat bij het 11e Linie, wonende te Brussel, Rue du Chemin de

                Terre 7, sneuvelde die dag in de Blaasveldstraat, alwaar hij tijdelijk werd

                begraven.

     

                Sneuvelden nog te Leest op 29 september :

                -O.Mat. J. Rosenbaum Herne 10.komp. Mat. Art.R., Duits soldaat.

                -Gefr. G. Braunig Niedersulzbach 3.Komp. 3.See.-Bat., Duits soldaat.

                -Viz.Feuw. O. Spoun Marbach, 8.Komp.2.mar.Art.R., Duits soldaat.

                -O.Mat. K. Sadony Buschdorf 7. Komp. 2.Mat.,Art.R., Duits soldaat.

                -Unt.ffz K. Idler Veigingen 3.Komp.See-Batl., Duits soldaat.

                -Sees. J. Schramm, Krogelstein 3.Komp.See-Batl., Duits soldaat.

                -Een onbekend Duits soldaat : Matr. Urtl. 7 Komp. 2.Mat, Art.R..

                (GA-15/2/1919)

    23-02-2012 om 16:31 geschreven door Marcel Van Hoof

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (1 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Frans Moyson :

    “Het was in de tweede helft van augustus op een zondagnamiddag : de Belgische

     piotten die in de omgeving lagen, reden zenuwachtig per vele heen en weer...

    De Duitsers waren in aantocht, zeiden ze.

    En werkelijk , een patroelje Duitse “Huzaren van de dood” waren te Hombeek.

    We zagen er in de verte op de Zennedijk, tussen Hombeek en Leest, een tiental

    draven te paard.

    Ze maakten rechtsomkeer en reden terug naar Hombeek waar ze een herberg

    binnengingen en hun paarden aan de deur lieten staan.

    De piotten waren dra verwittigd en reden er op af langs de Kouter.

    Enkele ogenblikken later hoorden we geweerschoten knallen. De huzaren waren

    buiten gekomen en de enkele soldaten die hier en daar achter de huizen zaten

    onthaalden de Duitsers op geweerschoten.

    Een drietal Huzaren sneuvelden te Hombeek in ’t dorp. De anderen vluchtten

    langs het Heike door de velden, en kwamen zo door de Kouter naar Leest, waar

    de Belgische piotten zich langs de steenweg in de grachten hadden verscholen...

    Twee, drie huzaren waren reeds op de steenweg geraakt, waar ze door onze

    piotten werden geschoten...

    Het zijn deze huzaren die op ’t kerkhof te Leest werden begraven.

    We hadden onze eerste Duitsers gezien !”

    (Frans Moyson in “De Band” – februari 1955)

     

    1914 – 23 augustus : Een patrouille Dragonders  komt van de Zink het dorp van

                Hombeek ingereden, revolver in aanslag. Aan de herberg “In de Kroon”

                stappen ze af en vragen eieren met hesp. Rond ongeveer drie uur arriveert

                een groep Chasseurs uit de richting Leest. Een Belgische soldaat vat post achter

                de kabine en schiet in de lucht. Eén der Dragonders komt naar buiten en er volgt

                een tweede schot dat afschampt op de vensterrichel. De Duitsers lopen op de

                koer en vluchten weg met hun paarden. De luitenant en zijn ordonnans worden in

                de rug geschoten. Aan de bareel stuiken de mannen uit het zadel. De commandant

                zegt zich over te geven maar blijft vuren. Hij en de ordonnans worden dodelijk

                getroffen. De zeven anderen trachten te ontkomen. (KH )

     

                Een andere bron zegt : “De statieoverste had dit bezoek te Mechelen overgeseind.

                De Zwarte Duivels, fietsende karibiniers, waren na tien minuutjes ter plaatse.

                Ze vatten post rond de herberg, lossen schoten in de lucht. Paniek der Dragonders,

                die buiten stormen en te paard springen. De karibiniers mikken op dat mooie wild

                en schieten ze een voor een af. Twee ruiters ontsnappen met over de haag te

                springen en dwars door het veld te rennen. Maar een trein  uit Mechelen rijdt juist

                naar Kapelle op den Bos. Daar zit een piotje op dat door vrouw en kind terug naar

                zijn post wordt afgebracht. Bij de eerste schoten heeft hij zijn geweer gegrepen,

                leunt uit het raampje, loert uit. Tevergeefs willen vrouw en dochterke hem terug

                binnen trekken. Hij ziet de vluchtelingen, mikt, schiet ze van hun paard.

                Slechts de aanvoerder wilde zich moeder verdedigen. Te voet en alleen, midden

                op straat, vuurt hij acht kogels af uit zijn browining.

                Maar de zwarte duivels springen op hem toe met gevelde bajonet. Hij valt op de

                knieën,  strekt de armen uit, roept luidkeels : “Ich gebe mich ab ! Ich gebe mich

                ab”. – “Als ge eerst uw kogels verschoten hebt; hé verken! “, brullen de

                karibiniers en steken hem omver.” (KH- Uit “Onder de wolk”, dagboek van de

                oorlogsjaren door E.P.Hilarion Thans)

     

                Geen van de zeven verkenners zijn de dood ontsnapt. Ze werden ofwel op hun

                vlucht of in hun schuiloord neergeschoten. De soldaten werden later op het

                kerkhof van Hombeek begraven. Het vlees van de paarden werd versneden als

                voedsel. De krengen werden ingegraven. Omdat de ware toedracht van deze

                slachting de Duitsers niet bekend werd, ontsnapte Hombeek zonder twijfel

                aan een vergeldingsactie. (KH)

     

    1914 – “Zondag 23 augustus was een stralende zomerdag. Naar aloude gewoonte

                gingen vele mensen naar het Lof. Juist op die dag reden 8 Uhlanen door de

                Hoogstraat (noot : te Zemst) De kerkgangers gunden de in de zon schitterende

                ruiters geen blik. Deze patrouille ging een kijkje nemen te Hombeek.

                Belgische soldaten hielden de wacht in Leest.

                De zoon van de koster van Hombeek die mee het orgel trapte, klom dikwijls in

                de kerktoren omdat hij van daaruit zo’n mooi zicht had op de omgeving.

                Van heel ver zag hij de ruiters naderen. Hij verwittigde zijn vader.

                Midden in het dorp, aan het café “De Kroon”, hield de groep halt.

                Terwijl één soldaat op wacht stond, bakten de anderen een dikke biefstuk.

                Een Hombekenaar sprong op zijn fiets en reed naar Leest om de Belgische

                soldaten te verwittigen. Twee Uhlanen werdan aan het café doodgeschoten.

                Een hogere officier kon zijn paard bereiken en trachtte te in volle galop te

                ontsnappen. Het paard ontsprong de dans echter niet. De officier liet zich vallen

                en rolde tot bij een paar boomstammen van een zagerij. Hij verdedigde zich tot

                de laatste kogel.

                Jef Mertens uit Zemst Laar (°1897) keerde uit Mechelen terug : hij zag de

                getroffen Duitsers liggen. Een andere Uhlaan probeerde te ontsnappen langs de

                spoorweg. Toevallig zat er op die trein een soldaat uit Hombeek die huiswaarts

                keerde. Vanuit het raam schoot hij de Uhlaan neer. (...) “

                (Een dorp in een wereldoorlog, Zemst 1914-1918 van R.Van Kerckhoven) 

     

    1914 – Vluchtelingen van Eppegem, Weerde, Zemst, Mechelen, Leest komen in

                Willebroek toegestroomd in een eindeloze stoet en dit met allerlei

                voertuigen. Zij worden in het dorp van Willebroek zo goed mogelijk

                ondergebracht. In de gebouwen van de werven Victor Dumont alleen al zijn

                er niet minder dan 1.000 vluchtelingen.

                Op dit ogenblik bevinden er zich in de gemeente Willebroek zo rond de 5.000

                soldaten en ruim 2.000 vluchtelingen.   

                (Vaertlinck nr.1, juli 2008)

     

    1914 – 24 augustus : Te Hombeek kwam er een nieuwe ploeg Dragonders op verkenning.

                Ze zochten wellicht hun voorgangers. In de namiddag werden aldaar Belgische

                gekwetste soldaten in de meisjesschool ter verpleging binnen gebracht. (KH)

     

    1914 – 24 augustus : Verscheidene Duitse dragonders (lichte cavaleristen) zijn gedood

                in de nabijheid van Leest en de gekwetsten zijn naar Willebroek gebracht naar de

                infirmerie van de firma De Naeyer.

                Boven Willebroek zweefde ’s nachts een Duits luchtschip (Zeppelin). Menig

                geweerkogel werd er naatoe gestuurd en vanuit het luchtschip werd de

                beschieting met machinegeweervuur beantwoord.

                (Vaertlinck, nr.1 juli 2008)

     

    1914 – 25 augustus : In Zemst en Eppegem werd verwoed gevochten. Meer gekwetsten

                werden te Hombeek aangevoerd. (KH)              

     

    1914 – Op 25 augustus kwam koning Albert naar Mechelen. Hij verbleef op het

                buitengoed van baron Empain te Battel.

     

                In het nieuwe stadhuis van Mechelen zat de koning een krijgsraad voor.

                In de voormiddag beklom hij de Sint Romboutstoren, om te kunnen zien hoe de

                Duitse legers langs de Leuvensesteenweg naar Mechelen trokken.

                Mechelen werd voor de eerste maal door de Duitsers beschoten.

                (MK-F.Berlemont)

     

    1914 – 26 augustus : Belgische soldaten trekken vanuit Hombeek terug richting Leest.

                De bevolking slaat nu ook massaal op de vlucht. (KH)

     

    1914 – 27 augustus : 2de bombardement, van 17u tot 19u, op Mechelen. (MK)

    23-02-2012 om 16:27 geschreven door Marcel Van Hoof

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 4/5 - (2 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.

    1914 – 20 augustus : Duitsers blazen de treinrichels op, op het Heike. (KH)

                                      

    1914 – “Tot  20 augustus bleef het rustig in onze omgeving. Het was stilte voor de storm.

                De Duitse troepen lagen in de omgeving van Brussel.

                Zemst lag in het niemandsland, tussen twee legers in. Om de beweging rond de

                forten te kunnen gadeslaan, zette de vijand voorposten uit op de uithoeken van

                dat niemandsland.

                Belgische soldaten hielden de wacht in Leest.

                (...)”

                (Een dorp in een wereldoorlog, Zemst 1914-1918 van R.Van Kerckhoven) 

     

     

    1914 – Half augustus : DE EERSTE DUITSERS TE LEEST –

     

    Remi Spoelders :

    “...Toen de eerste Duitsers in 1914 vanuit Hombeek op de Kouter verschenen, werden ze door enkele Belgische achterblijvers op geweervuur onthaald.

    Eén van die Duitsers wou zich in ons huis komen verschuilen, maar Peter War (War De Wit) sloeg de deur dicht voor zijn neus. Hij geraakte niet eens meer buiten de hof, en werd doodgeknald vanuit het huis van Jef Verlinden, dat toen in opbouw was.

    Ons moeder zat aan het venster te kijken tijdens de schietpartij, en wij kleine kinderen moesten ons achter de schouw wegsteken...”

    (Remi Spoelders in LG-blz.289)

     

    Albert Huysmans :

    “...Een vluchteling uit Zemst vertelt dat op verkenning zijnde Ulanden der Duitse ruiterij daar huizen hebben afgebrand en bewoners gedood.

    Onwetend wat oorlog was, trokken mannen en vrouwen onder de noen, met de garde op

    kop, langs de Zennedijk om naar die slachting te gaan kijken.

    Ze moesten zich echter op een gegeven ogenblik in allerijl reppen om een plots losgebroken geweervuur te ontlopen.

    In de namiddag was ik gaan spelen met andere kinderen bij de loopgrachten. Eensklaps dwongen de schildwachten ons bij hen neer te hurken, op een gegeven vlaggesein vanaf de Hombeekse Wiekenmolen even voorbij de Laerestraat.

    Allen zagen we toen in de Bleukensweg een aankomende ruiter, en ginds, langs de binnenkant van de Zennedijk, daarboven uithuppelend, ook een paardekop en een pinhelm.

    Plots klonk het bevel : vuur ! Het paard in de Bleukensweg steigerde en de ruiter viel ten gronde. Hij wist echter de Zennedijk te ontkomen.

    Die avond heeft een Duitse voorhoede het vuur gestoken aan de houten molen, hij is geheel afgebrand.

    Die nacht werd ook door het leger de ontruiming van het gebied bevolen.

    Later hebben de Duitsers aan de linkerzijde van de kerk een vak afgebakend als begraafplaats voor hun zeven en twintig hier gesneuvelden...”

    (Albert Huysmans – LG, blz.254)

     

    Albert Huysmans :

    “...Twee dagen na de veldslag rond Eppegem, half augustus 1914, werd vanaf den molen “Den Bleuken Alverman” (Hombeek) met vlaggeseinen, door een uitkijkpost der Belgische achterhoede, opgesteld in de loopgrachten bij den Leestse Dorpskouter, aangegeven dat ze de komst zagen van ’n twaalftal ruiters der Duitse Huzaren, langs de Hombeekse Zennedijk.

    Die Duitsers hadden dit gevlag ook gezien, en maakten rechtsomkeer.

    Een vluchteling uit Hombeek meldde, dat die Duitse horde daar bij een herberg in het Dorp waren afgestapt. Van hier vertrokken zes scherpschutters er op af, en van achter een hoekhuis in de straat, vuurden die naar bij de paarden staande schildwachten.

    De hele bende kwam buiten gesprongen, en spoorden op hun rijdieren ten allen kanten uiteen.

    Wat later namen de loopgrachtmannen, ginds in den Bleukensweg, twee ruiters onder vuur, waarvan er een stervend werd opgehaald.

    Die nacht sluipten Duitsers tot bij den houten molen, en staken er het vuur aan.

    De uitkijkjongens en het molenaarsgezin zijn gelukkig aan een mogelijke uitmoording kunnen ontsnappen.

    Bij thuiskomst na de vlucht, vond de molenaar nog wat resten van zijn “Bleuken Alverman”, en die ging alzo de geschiedenis in.”

    (J.A. Huysmans – DB augustus 1980 “Vijfwindvriendenspel)

     

    Stephanie Dumont : (Dochter van de hoofdonderwijzer van de jongensschool)

    “...in 1914, op 15 augustus, kwamen mijn twee broers mij halen te Overhespen waar ik woonde en les gaf en brachten mij naar Leest bij onze ouders.

    Mijn broers keerden weer naar hun scholen.

    Op 20 augustus vluchtte ik naar Boom met mijn ouders.

    Na drie weken kwamen terug per camion naar Leest, waar al de deuren open stonden.

    Op een morgen rond 4 uur bracht een Duits soldaat de 2 jongste kinderen Albert en Jan, van Beullens uit de Biest, bij ons.

    Die waren alleen thuis achtergebleven als hun ouders en de overige kinderen werden verjaagd. Als alles kalm werd rond hun huis, hebben ze allerlei op hun kruiwagen geladen en kwamen ze naar ’t dorp, op zoek naar tante Trien en vandaar zijn ze bij ons aangeland.

    Ja, die kruiwagen : daarop stond een mand en daarin een brood, een zij spek, een kom vet, een broodmes, een pot voor water, een doos met knoppen en garen, een naald stak aan de kraag van hun jaske.

    Ik vroeg : “Wie heeft dat alles voor u gereed gemaakt ?”

    “Ik”, zei de kleinste, (Albert, nog geen 5 jaar) “maar het spek heeft onze Jan uit het vleesvat genomen, want ik kon er niet aan, ik ben nog te kleintjes.”

    “En die naald ?”

    “Die steekt daar om ze niet te verliezen, want als er na ne knop af mijn broek ging, moest ik er hem toch aanzetten hé.”

    De eerste Leestenaar die we na 14 dagen weer zagen, was Louis Van den Brande.

    Die vertelde ons hoe alle mensen op zoek waren naar hun koeien en andere beesten.

    Vader deed aan Beullens zeggen dat zijn zoontjes bij ons waren.

    Vader Beullens is al lopende tot bij ons aangekomen en dan hebben we een scéne gezien tussen de kinderen en hun vader en we habben allen samen tranen van geluk gestort...”

    (DB- augustus 1957)

     

    23-02-2012 om 16:16 geschreven door Marcel Van Hoof

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.

    1914 – Juli 1914 – Gazet van Mechelen :

     

                Vijfentwintigste kind van raadslid Buellens ten doop gedragen

                LEEST – In de gemeente Leest is het voor een paar dagen niet weinig feest

                geweest ter gelegenheid van de geboorte van het 25ste kind in de familie van

                Frans Beullens, gemeenteraadslid.

                De klok werd geluid bij den doop en de Eerwaarde Heer Pastoor kwam het

                doopkind, de vader, peter en meter van op het dorpsplein afhalen en hartelijk

                proficiat wenschen.

                Ook in den gemeenteraad werd de familie Beullens welgemeend geluk gewenscht.

                Meneer Beullens, die deel maakt van verscheidene maatschappijen der gemeente,

                heeft deze als dank een genoeglijk feest beloofd.”

                (GvM-18/5/1996 –herhaling van origineel bericht van juli 1914)                       

     

    1914 – 31 juli : Volgende Leestenaars werden nog gauw onder de wapens geroepen :

                Jan Jaak Peeters, Frans Campion, Pieter Jan Pateet, Juliaan R. Verbergt, Jan Frans

                Verbruggen, Jan Frans Geets, Leon Th. Van Steen, Alfons Frans Lauwens, Frans

                Coeckelbergh, Laurent Lemmens, Constant Troch, P.J.Const. Van den Brande en

                Victor Steenmans. (GA-12/8/1914)

     

                “In verband met de spanning in Europa werden in België de op 10 juli 1914

                met klein verlof gezonden militairen van de lichting 1913 op 27 juli

                teruggeroepen.Twee dagen later werden drie lichtingen onder de wapenen

                geroepen : de eerste stap naar mobilisatie was gezet.

                Op 31 juli kwam een kabinetsraad bijeen, waarin onder invloed van de Duitse

                maatregel “Zustand drohender Kriegsgefahr” tot mobilisatie werd besloten met

                als eerste mobilisatiedag 1 augustus.

                Op 2 augustus werd gesproken over de uitgangsstelling. De chef-staf, generaal

                Antonin Selliers de Moranville, zei dat uiteindelijk moest worden teruggetrokken

                op Antwerpen. Hij wilde daarom slag leveren voor die stellilng bij de Gete, waar

                reeds stellingen waren aangelegd.

                De bezettingen van Luik en Namen moesten intussen de Duitse opmars zoveel

                mogelijk vertragen.

                De sous-chef, generaal baron de Rijckel, weigerde uit te gaan van een terugtocht.

                Hij wilde de doortocht van vijandelijke troepen belemmeren.

                Daarom wilde hij blijven staan of op het plateau van Herve of in een stelling bij

                de Geer of de Ourthe.

                Zou de tegenstand te groot worden, dan kon het plan van de chef-staf uitgevoerd

                worden. Hij wilde er verder de nadruk op leggen dat Antwerpen niet alleen als

                verdedigingsstelling moest worden gebruikt, maar dat men ook vanuit die stelling

                uitvallen moest ondernemen.

                Toen hij ervoor pleitte dat de 3de en 4e divisie ter beschikking van de

                commandanten van Luik en Namen zouden komen, ontketende hij een enorme

                discussie. Koning Albert, de opperbevelhebber, bepaalde tenslotte dat beide

                vestingen slechts zouden worden versterkt met een brigade en dat België zich in

                eerste instantie zou verdedigen bij de Maas.

                Op 2 augustus om 19u00  vroeg de Duitse regering toestemming voor de

                doortocht van haar troepen. Hierop werd de volgende morgen om zeven uur een

                weigerend antwoord gegeven. Het bleef nog rustig, maar op 4 augustus ‘s

                morgens om acht uur overschreden Duitse eenheden de Belgische grens,

                waardoor de oorlogstoestand was ingetreden.

                Na de mobilisatie was het Belgische leger op 6 augustus samengetrokken in het

                gebied Perwez-Tienen-Leuven-Waver, terwijl de cavaleriedivisie meer naar

                voren bij Waremme was geconcentreerd.

                Men had alles zo goed mogelijk voorbereid en toen de Duitsers het land

                binnengedrongen  waren, besloot men de hulp van de garanderende

                mogendheden Engeland, Frankrijk en Rusland in te roepen. De desbetreffende

                telegrammen werden tegen de avond van 4 augustus verzonden.

                De grote oorlog was ontketend...”

                (Dr.J.Verseput – “14-18 De Eerste Wereldoorlog”, blz.203 en 204)        

     

    1914 – “De Leestse landbouwer Livien Polycarp Verhoeven, die 7 hektaren en 35 aren

                oppervlakte bewerkt, verliest daarvan een groot deel voor aanleg van loopgraven.

                Loopgraven zijn gemaakt geworden van minstens 300 m lengte.”

                (GA-30/4/1921)

     

    1914 – 4 augustus : “Uitgerust met lansen van drie en een halve meter lang, reed de

                Duitse cavalerie in de ochtend van 4 augustus 1914, België binnen...”

                (14-18 – Geschiedenis – Prof. Dr. F.Heer)

                De eerste wereldoorlog is uitgebroken.

     

    “Op 4 augustus overschreden de Duitsers de Belgische grens.

    De langste route naar Frankrijk zou afgelegd moeten worden door de Duitse rechtervleugel. De door een bijna onneembaar geachte fortengordel omgeven vesting Luik werd snel veroverd.

    Half augustus stroomde een half miljoen Duitse soldaten de Belgische laagvlakte in.

    De in de Gete-stelling samengetrokken Belgische troepen konden onvoldoende tegenstand bieden : al op 20 augustus trokken de Duitsers de Belgische hoofdstad binnen. Van Brussel uit draaide de Duitse rechterflank naar het zuidwesten.

    Van een doeltreffende coördinatie tussen het Belgische en het Franse leger en de inmiddels op Belgisch gebied gearriveerde eenheden van het Britse expeditiekorps was geen sprake geweest.

    Het Belgische leger trok zich terug binnen de fortenlinie van Antwerpen.

    Ook de Belgische regering had zich inmiddels daarheen begeven.

    De zuidelijke opererende Duitse legers maakten eveneens snelle vorderingen.

    Namen, Dinant en Bergen vielen op 23 en 24 augustus in Duitse handen.

    Onvoldoende informatie en misrekeningen omtrent het gebied waar het zwaartepunt van de Duitse aanval zou komen te liggen, leidden aan Franse kant tot inadequate tegenmaatregelen en tegenslagen, die zich slechts door onenigheid tussen de Duitse legerbevelhebbers en een snelle terugtocht van het Franse 5e leger niet tot catastrofes zou ontwikkelen.

    Inmiddels waren Duitse troepen zich in verschillende plaatsen te buiten gegaan aan gruwelijke terreurdaden tegen de burgerbevolking.

    Plunderingen, brandstichtingen, gijzeling en moordpartijen op grote schaal hadden plaatsgevonden.

    Drie weken na het begin van de Duitse opmars was het grootste deel van het Belgisch grondgebied in Duitse handen.

    De legers van Wilhelm II stonden aan de Franse noordgrens, gereed voor de sprong naar Parijs... (Dr. J.Verseput – “14-18 De Eerste Wereldoorlog” blz. 197)   

     

    1914 – 12 augustus : Brief van burgemeester Bernaerts :

                “In de gemeente zijn nog volgende hulpmiddelen voorhanden :

                -paarden : 110 (poneys inbegrepen)

                -velos : 125

                -autos of motos : geen

                -benzine, olien of spiritus zijn niet voorhanden

                -honden voor veldgeschut : 25

                -eetwaren: meel, rijst, suiker, enz. : geen

                -voeder voor paarden : geen

                -lakens, lijnwaad, enz. : geen.”

     

    1914 – 16 augustus : Rond de middag bereikt een patrouille Uhlanen den Dries te

                Hombeek. In de Kattestraat is er een schermutseling met Belgische Jagers te

                paard. Eén Duitser is getroffen maar kan ontkomen met de hulp van zijn makkers.

                Zijn lans en een bot heeft hij achtergelaten. (KH)

     

    1914 – 19 augustus : 22 uur – Het 4e Regiment Karabiniers komt te Leest toe, dit na een

                uitputtende voetmars.

                Onder hen twee Leestenaars Victor Roelants en Jan Huys (beiden zullen later

                Sneuvelen) en dokter Max Deauville die zijn ervaringen uit die eerste maanden

                van de oorlog te boek stelde :

     

                “...wij marcheren nog uren. Beetje bij beetje, gelukkig vermindert de hitte van de

                zon. Wij arriveren te Hombeek bij ’t vallen van de avond.

                De artillerie en enkele andere regimenten gaan hier de nacht doorbrengen, maar

                wij moeten nog verder gaan tot Leest.

                Onze schaduwen over de weg worden langer en het wordt donker.

                De avond wordt fris en dat maakt het marcheren minder zwaar. Toch wordt het

                tien uur eer wij het dorp bereiken : het bestaat uit enkele schuren en huizen.

                Er is geen plaats genoeg om ieder van ons onder te brengen. Er wordt dus voor

                de gelegenheid stro gebracht op het dorpsplein en daarop gaat het merendeel van

                de mannen slapen.

                Er worden ook grote vuren aangebracht.

                De schijn van de vlammen speelt op de witte gevels en de rode daken van de

                dorpshuizen.

                De bajonetten van de geweren flikkeren als roodlikkende tongen.

                Kort daarop is gans het dorpsplein gevuld met neerhonkende gedaanten.

                Eén van de gemeenteraadsleden blijft permanent op het gemeentehuis. Een

                lantaarn verlicht een van de gangen, mensen lopen in en uit.

                Soldaten liggen  te slapen in de gangen en op de trappen. We kruipen met tien in

                een klein vertrekje.

                Om middernacht reeds moeten zij wakker zijn ! Middernacht !

                De vuren worden gedoofd, de donkere rookpluim verdwijnt in slierten de nacht

                in. 

                Schaduwen kruipen recht op het plein. Hier en daar de gele schijn van een

                lantaarn.

                Twintig opgeeiste karren zullen onze ransels vervoeren.

                Elke wagen is met een zwaar paard bespannen en wordt gemend door een boer.

                Zij vullen een hele kant van het dorpsplein.

                De artillerie zoekt te passeren langs een hoek en begint voorbij onze mannen te

                trekken.

                Wij krijgen bevel  de mannen met zere voeten op de caissons en het geschut te

                laden. En terwijl de logge kanonnen verder rollen, glijden zij zich tussen de

                wielen en springen op een bok. De artilleurs vangen hen in ’t voorbijgaan op.

                Een echt mirakel dat er geen ongelukken zijn !

                Na de artillerie komt de infanterie op gang : een zwarte slang in de duisternis.

                De wagens vertrekken op hun beurt.

                Acher hen volgt onze lichtere wagen. Langzaam-aan loopt het plein leeg en het

                stro blijft achter als een bleke vlek onder de schaduw van de lage huizen.

                Enkele lichamen zijn languit blijven liggen : het zijn mannen die niet meer recht

                kunnen. Enkelen onder hen trekken we recht om hen op de wagens te hijsen

                bovenop de zakken. Maar één onder hen is zoo koortsig en uitgeput, dat hij zich

                niet meer verroeren wil en we laten hem achter aan de goede zorgen van twee

                vrouwen uit het dorp...”  (Dr. Max Deauville in “Jusqu’a l’Yser”)

     

    23-02-2012 om 16:08 geschreven door Marcel Van Hoof

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.

    1913 – 13 november  : De gemeente besloot niet aan te sluiten bij de brandweer van

                 Mechelen : “zoolang de gemeente van geene waterleiding voorzien is.” (GA)

     

    1914 – Stichting van de voetbalploeg “De Lustige Boeren”.

                 Ze hadden hun lokaal bij Petrus Polfliet en kregen een stuk bos naast de spoorweg

                op de heide te Leest om als speelveld in te richten.

                Met man en macht werden diepe grachten gegraven om het water weg te krijgen.

                Dit voetbalplein deed dienst tot in 1920, daarna verhuisde de ploeg naar Eugeen

                Geerts op de Kleine Heide.

     

    1914 – Het getal rechthebbenden voor militievergelding voor 1914 beliep 57.

     

    1914 – De verkoop van gras bracht de gemeente dat jaar  181 fr op en de privaatputten

                van de gemeentescholen (de beerputten) werden verpacht voor 2 jaar aan

                respectievelijk Alfons Coosemans mits 6 fr per jaar en aan Jan Publie voor

                5 fr per jaar. (Repertorium der gemeenteakten)

     

    1914 – Afgevaardigden brachten op een gemeenteraadszitting verslag uit over de

                vergadering die te Mechelen gehouden werd nopens het aanleggen van een

                tramlijn over Mechelen, Leest, Heffen, Blaasveld, Willebroek, Breendonk en

                Lippelo.

                Te Mechelen werd voorgesteld het vak Mechelen-Heffen-Blaasveld-Willebroek

                te electrificeren.

                De Raad ging akkoord met de wijziging van die buurtspoorweglijn op het

                grondgebied van Leest : “...daar te stellen rechtstreeks van Battel naar

                Leest-Knip om zich te Blaasveld te verbinden met de electrische lijn

                Mechelen-Willebroeck, zonder omweg naar Heffen te doen.”

                Te Leest zou een stoomtram rijden. (DB-1958)

     

    1914 – 1 februari – “Rechterlijke Kronijk” Gazet van Mechelen :

                Te Leest :

                N.J.B., landbouwer werd door vrouw A. Beticht een haas te hebben doodgestoken

                met eenen riek en het wild te hebben overgegeven aan zijne moeder, die het in

                haren voorschoot verborg en wegdroeg.

                Betichte integendeel beweert geen haas op het land gezien te hebben en wat zijne

                moeder in haren voorschoot droeg weet hij ook niet.

                De getuigen komen verklaren dat het hoegenaamd geen haas was die vrouw N.

                in den voorschoot droeg, maar wel een jong katje.

                Mr Olbrechts is de verdediger van N.

                Er wordt niet weinig met die hazenhistorie gelachen.

                De rechtbank spreekt N. J.B. vrij.”

     

    1914 – 4 april :              De Vervuiling van de Zenne

                Jaak Bernaerts besloot solidair te zijn met zijn collega van Mechelen en een

                vertoog te sturen aan de ministers van binnenlandse zaken, van landbouw en

                openbare werken, alsmede aan de wetgevende kamers, over de vervuiling van

                de Zenne.

                “...den tegenwoordigen toestand is zoo nadeelig, dat men in den zomer op een

                kwart uurs afstand der Zenne, de geuren ervan kan waarnemen, die

                allerschadelijkst zijn voor de openbare gezondheid...”  

     

    1914 – 3 mei : Verkiezing “niet-werkzame” burgerwacht.

                Gekozenen : tot luitenant : Victor De Laet, tot sergeant : Edward Van Steenwinkel

                en Adolf Van Roey, tot korporaal : Cyriel Verschueren, Robert Neefs en Henri

                Van den Heuvel. (GA)

     

    1914 – 28 juni : Moord op de Oostenrijkse aartshertog Frans-Ferdinand te Sarajevo.

                Op 23 juli verklaarde Oostenrijk de oorlog aan Servië.

                Rusland nam het op voor Servië en Duitsland schaarde zich aan de zijde van

                Oostenrijk.

                Op 2 augustus, om 19 uur, overhandigde de Duitse minister von Below-Saleske

                aan de Belgische minister van buitenlandse zaken een ultimatum waarbij er voor

                de Duitse troepen vrije doortocht door het land werd geëist, teneinde de Franse

                legers te kunnen aanvallen.

                Op 3 augustus, na de ministerraad te hebben bijeengeroepen deed koning Albert

                antwoorden : “Zoo de Belgische regeering de voorstellen van de Duitsche

                regeering aanvaardde, zou zij de Eer der Natie prijsgeven en tevens aan hare

                verplichtingen tegenover Europa te kort komen.

                De Belgische regeering is vast besloten elken aanslag op haar Recht, door alle

                middelen waarover zij beschikt, af te weren.”

                ’t Was oorlog... en hij zou duren tot 11 november 1918.

     

                “De Duitse opmars door België was er een als die van de Zuid-Amerikaanse

                reuzenmier, een zeis des doods die over het land  gaat”. Barbara Tuchman liet

                er in “De Kanonnen van augustus” geen twijfel over bestaan wie het in het begin

                van de Eerste Wereldoorlog hard te verduren kreeg.

                De pletwals van de Duitse oorlogsmachine die zich vanaf 4 augustus 1914 op

                gang trok , zou  in België pas tot stilstand komen op 14 oktober van datzelfde jaar

                in de vlakte van de Ijzer.            

     

    23-02-2012 om 15:58 geschreven door Marcel Van Hoof

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 1/5 - (1 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.

    1913 – 12 juli – Gemeenteraadszitting :

                Burgemeester Bernaerts overhandigde aan Lodewijk Wauters, schepen en

                voorzitter van het Weldadigheidsbureel, het burgerlijk kruis van 2de klasse en aan

                gemeenteraadslid Theophiel Verschueren, de medaille van 1ste Klasse, als

                beloning hunner trouwe diensten gedurende meer dan 35 en 25 jaar.

                (verleend KB van 15/5/1913) 

     

    1913 – 22 augustus : Brouwersgast en herbergier Antoon Geerts uit de Tisseltbaan,

                overleed op 26-jarige leeftijd aan typhus.

                Hij was in militair verlof.

                De woning werd ontsmet door F. De Muyer, “ontsmetter” uit Mechelen. (GA)

     

    1913 – Gazet van Mechelen – 30 september :

     

                                 Moederken Diddens 108 jaar !

    “Moederken Diddens van Duffel, uit de Waarloosstraat 8, maakt bekend dat haar jaar weeral om is en dat ze zo gezond is als een vischken...

     

    Intusschen kunnen ik en gij zien en bewonderen een ten volle honderd en zevenjarige, een echte, in levende lijve.

    Geboren te Leest, den 16 Vendemiaris van het jaar XIV der Fransche Republiek.

    Aan hen die nieuwsgierig zijn om te weten wat een mensch zooal op de been kan houden in zijne ouden dag, deelt Melanie de enig overgebleven dochter van vijf kinderen, die zelf al wat is, bereidwillig moeders dagorde mee.

    Moeder staat om 7 ure op en gaat om 7 ure slapen, drinkt ’s morgens een tasje koffie met boterhammekens en een sneeken peperkoek. Om 11 ure wat patatjes met melk, daarbij een eitje of  wat gekapt, gelijk het valt zegt Melanie.

    Dan naar ’t bed tot in den namiddag. Om half vier haar tasje koffie met boterhammekens en een sneeken peperkoek. Om 6 ure een licht eitje en daarmee kan moeder voorts..tot in den nacht !

    Lacht niet, regelmatig, rond middernacht weer een tasje koffie met boterhammekens en haar sneeken peperkoek.

    In den dag troont moeder in haar groenfluwelen zetel, bidt gedurig aan den Rozenkrans, aanroept haar talrijke heiligenreeks, zegt een bijzonder gebed voor den Paus, den Cardinaal...

    ...”

     

    1913 – Gazet van Mechelen 11 oktober : Moederken Diddens

                “Gisteren 8 oktober, stapte moederke Diddens haar 109de jaar in.

                De burgerlijke en geestelijke overheden der gemeente Duffel zijn haar dan ook

                gaan groeten en gelukwenschen.

     

    1913 – 29 oktober : Overlijden van Maria Theresia Vleminckx, beter bekend als

                “Moederke Diddens”. Ze werd 108 jaar en 21 dagen.

                Maria Theresia Vleminckx was op 8 oktober 1805 te Leest geboren.            

                Maria groeide op bij haar ouders in de Winkelstraat op een klein pachthof.

                Ze was er geboren op 8 oktober 1905.

                In 1837 trad zij in het huwelijk met dorpsgenoot Guillielmus “Willem” Diddens.

                Het echtpaar kreeg vijf kinderen waarvan er drie vroegtijdig  zouden sterven.

                In 1840 verhuisde de familie naar Duffel en bouwde daar een pachthof op de

                Lentse heide.

                In 1885 verloor moederke Diddens haar echtgenoot, een zware slag.

                Nog 7 jaar boerde zij op hetzelfde pachthof, bijgestaan door haar dochter.

                Op 87 jarige leeftijd (1892) ging zij van een welverdiende rust genieten nabij de

                kerk  in de Waarloosstraat samen met haar twee overgebleven dochters.

                Op 8 oktober 1905 vierde Duffel op indrukwekkende wijze haar eeuwfeest.

                Gans het dorp was bevlagd en versierd en na een dankmis trok in de middag een

                prachtige en  kunstvolle stoet door de straten.

                Dit werd op 9 oktober 1910 toen ze 105 was geworden, met evenveel verve

                overgedaan.  Duizenden mensen kwamen toen naar Duffel afgezakt, ook uit

                het buitenland.

                Bij haar overlijden was moederke Diddens de oudste inwoonster van België.

     





    23-02-2012 om 13:16 geschreven door Marcel Van Hoof

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 3/5 - (2 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.

    1913 – Donderdag 27 maart – Gazet van Mechelen :

     

                Leest – Erg Ongeluk.

                “Over een drietal dagen is alhier in de gemeente een erg ongeluk voorgevallen.

                De landbouwer H. De Maeyer, wonende Leestsche Heide, was aan ’t arbeiden.

                Twee zijner kinderen speelden in de omtrek. Een der kinderen wilde op zeker

                ogenblik over den ijzerenweg gaan, alhoewel den barreel gesloten was, met er

                langs onder door te kruipen, en een trein was in aankomst.

                De barreelwachter die zulks bemerkte riep op de kinderen om te blijven staan,

                doch zij hoorden hem niet en kwamen  op de spoorbaan.

                Een der kinderen, de kleine Frans, oud 5 jaar, werd door de voettrede van eenen

                wagon gevat en eenige meters verre weggeslingerd.

                Gelukkiglijk niet in de richting der riggels.

                Erg gekwetst aan den arm werd het knaapje opgenomen en naar het gasthuis van

                Willebroeck overgebracht om aldaer verzorgd te worden.

                De kwetsuur is erg doch niet doodelijk.”

     

    1913 – Maandag 5 mei – Gazet van Mechelen :

     

                Leest-Heide.

                “Het parket – Over een 8-tal dagen ontstond er twist tusschen de landbouwers

                L.V. en J.C. ten gevolge dat de kinderen van V. op het land geloopen hadden van

                C.. en door dezen hiervoor waren geslagen.

                V. partij trekkend voor zijne kinderen, had, tijdens den twist met C., dezen met het

                hoofd in eene afsluiting van pindraad geslagen, waardoor hij erg gekwest werd.

                De toestand van C. is zoodanig ervergerd dat hij vrijdagavond van de H.

                Sacramenten is bediend. Het parket is verwittigd.”       

     

    1913 – 6 mei : De “Zusters Redemptoristynen van Mechelen” kregen een concessie voor

                begraving op het kerkhof van Leest.

     

    1913 – 6 mei : Gemeenteraad : de gemeente besloot zich te verenigen met de provincie

                Antwerpen en de gemeenten die zich engageerden bij de stichting van een

                “intercommunale drinkwatermaatschappij”.

     

    1913 – 4 juni :  Vrijdag namiddag is er over Mechelen en omgeving een verschrikkelijk

                onweer losgebarsten, dat grote schade aan huizen, hovingen en veldvruchten

                heeft toegebracht. Het is zowaar een orkaan, vergezeld van wervelwinden die

                alles op hun doortocht verbrijzelen en aan stukken sleuren.

                Donder, bloksem, stortregens en hagel met stukken ijs die de ruiten verbrijzelen.

                Veel mensen worden erdoor verrast. Op de straat kan men geen twee meter ver

                zien. Er is schade in overvloed : woningen zijn ondergelopen, ruiten gebroken,

                schouwen neergehaald, bomen ontworteld en honderden pannen van de daken

                gerukt. Op de akkers zijn de jonge vruchten en graangewassen vernield.

                De schade is aanzienlijk.” (KH)

     

    1913 – 11 juni 1913  - Gazet van Mechelen  :

     

                                           Moordpoging te Hombeeck.

    Zondag nacht gebeurde alhier een laffe moordpoging op den persoon van Frans Gobien, 25 jaar oud, werkman in het arsenaal van Mechelen en wonende te LEEST, Blaasveldstraat, en dit in de volgende omstandigheden.

    Zondag was voornoemde Gobien naar Hombeeck gekomen, wat meermaals gebeurt.

    Na links en rechts vrienden en kennissen bezcoht te hebben was hij tenslotte in de herberg gekomen der Wed. De Nijs, welke gelegen is op den steenweg van Hombeek naar Leest, en was daar met de andere verbruikers blijven zitten kaarten.
    Alles verging daar in de beste vriendschap, geene de minste woordenwisseling greep er plaats.

    Andere personen van Leest waren daar ook in den vooravond geweest, doch waren vroeger vertrokken. Eindelijk rond 12 ure, verliet Gobien, in gezelschap van nog een Hombeeckenaar de herberg. Aan de deur, na elkaar een avondgroet gewisseld te hebben, ging ieder zijns weegs.

    Op ongeveer 150 meter afstand der herberg, een weinig voorbij den molen, klonk plots een geweerschot, gelost door een laffen moordenaar die daar in de grachtkant moet verborgen geweest zijn en zijn slachtoffer moet opgewacht hebben.

    Het schot, met zware kogel, was raak geweest, want Gobien zeeg getroffen ten gronde.
    Geen hulp daagde op.

    Na daar eenigen tijd gelegen te hebben, kon Gobien zich op de been helpen en zich voortslepen tot aan de herberg der weduwe De Nijs, dewelke hij pas verlaten had.

    Daar stond men niet weinig verslagen hem in zulken staat te zien terugkomen.

    Onmiddellijk werd de heer doctor verwittigd die den gekwetste kwam verzorgen, deze had drie wonden bekomen, welke gelukkig geen onmiddellijk levensgevaar opleveren.

    De gemeenteoverheid werd verwittigd en deze was seffens ter plaatse.

    Ook de gendarmerie werd van het gebeurde ingelicht en deze was ’s morgens al vroeg ter plaatse.

    De gekwetste Gobien, die nog altoos ter verzorging bij de weduwe De Nijs was, werd ondervraagd. Men is van gevoelen dat hier eene wraakneming in ’t spel is.

    Zware vermoedens wegen op een persoon van Leest, die den avond ook te Hombeeck geweest was. Eene liefdeszaak zou hier de oorzaak zijn.
    De gekwetste, wiens toestand voldoende is, werd in den morgen naar zijne woning overgebracht. Het parket van Mechelen is ter plaatse gekomen.”

     

    In de krant van 13 juni stond het vervolg :

     

    “Gisteren is het Parket van Mechelen naar de plaats der misdaad gegaan om het onderzoek te doen.

    De twee verdachten, Jan Spruyt, staatswerkman en Karel Spruyt,  landbouwer, zijn geconfronteerd geweest met het slachtoffer, die beiden als de daders aanwees.

    Na de confrontatie veerdigde het parket een aanhoudingsmandaat uit tegen beide broeders, en zij werden naar de celgevangenis van Mechelen overgebracht.

    Wat het slachtoffer betreft, dit zal waarschijnlijk herstellen.”

     

    Op 14 juni schreef Gazet van Mechelen over deze zaak :

     

    “Woensdag namiddag is het parket van Mechelen, samengesteld uit de heeren Couvent, Procureur des Konings, Kempeneer, onderzoeksrechter, Notelteirs, griffier en vergezeld van twee wetsdoctors  naar deze gemeente gekomen om een grondig onderzoek in te stellen over de laffe moordpoging hier Zondag nacht gepleegd op den persoon van Frans Gobien uit Leest.

    De magistraten begaven zich vooreerst naar de woning van het slachtoffer te Leest.
    Diens toestand is zodanig verslecht dat een noodlottige afloop te vrezen is.

    Gobien, door het gerecht ondervraagd, verklaart ten stelligste zijne aanranders herkend te hebben en noemt hunne namen. Het zijn ten 1ste Karel Spruyt, 26 a 27 jaar, landbouwer te Leest. Deze moet volgens verklaring van Gobien het moordend schot gelost hebben.

    De 2de is zijn broeder, Jean Spruyt, statiebediende op Hombeeck-Heide, 29 jaar, gehuwd en wonende te Hombeeck.

    Gobien werd door de heeren wetsdoctors onderzocht en heeft verschillende wonden van loodkorrels. Geen enkele is tot heden kunnen uitgehaald worden.
    Het moordend schot moet hem in volle borst getroffen hebben, want zijne kleederen en  plastron  staken vol loodkorrels.
    Deze kledingsstukken zijn door het gerecht aangeslagen.

    Vervolgens  werden de gebroeders Spruyt ondervraagd.

    Zij loochenden hardnekkig in de zaak betrokken te zijn, doch, in zekere ondervragingen spraken zij elkaar tegen, en wel in zulke mate, dat voor het gerecht geen twijfel overbleef. Karel Spruyt, de eigenlijke dader, moet het geweer bij zijn broeder Jean zijn gaan halen en deze laatste moet met zijn broeder meegegaan zijn.

    Verscheidene andere getuigen zijn ook nog ondervraagd..

    Uit die ondervragingen zou gebleken zijn, dat er enkele woorden zouden gewisseld zijn, in de herberg van de weduwe De Nijs, tusschen het slachtoffer Gobien en zijn aanrander Karel Spruyt, over een liefdekwestie.

    Karel Spruyt zou wel twee jaar kennis met de zuster van Gobien hebben gehad, die betrekkingen waren thans verbroken en  Spruyt verdenkt Gobien daarvan de oorzaak te zijn.

    Tenslotte werd door het gerecht een aanhoudingsmandaat afgeleverd en deze werden dan ook terstond door de gendarmen aangehouden en naar de gevangenis van Mechelen overgebracht. Het geweer waarmede de aanslag gepleegd werd is nog niet teruggevonden.”

    23-02-2012 om 13:10 geschreven door Marcel Van Hoof

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    1913 – 8 maart : De gemeenteraad stemde een speciaal krediet van 300 fr als toelage

                aan het “Feestcomiteit”, tot viering van het 25-jarig burgemeesterschap van

                Jaak Bernaerts.

     

                “Feestzitting ter gelegenheid der viering van het 25 jarig burgemeesterschap

                van Mijnheer Jaak Bernaerts, Ridder in de Leopoldsorde en Burgemeester

                der gemeente.

                Ten acht ure en half voormiddag vergaderen de gemeenteraadsleden ten

                Gemeentehuize namelijk MM Diddens Victor, Lodewijk Wauters, Schepenen,

                Theofiel Verschueren, Frans Beullens, Karel Lodewijk Van Aken, Jan Baptist

                Verbergt, Karel Laurent Van den Branden, Joseph Selleslagh, raadsleden en

                August Van den Bossche, secretaris.

                Zij begeven zich ten huize van den achtbaren Jubilaris, en vergezellen hem ter

                Kerk, alwaar om 9 uren, eene plechtige  H.Mis van dankzegging gezngen wordt,

                waarna hij stoetsgewijs huiswaarts gebracht wordt.

                Rond twee uren voormiddag wordt den Jubilaris aan de Capellebaan ontvangen

                door den Gemeenteraad, secretaris, ontvanger weldadigheidsbureel en E.H.

                Pastoor en Onderpastoor, en het Kerkfabriek, en welkom gezegd door den

                Schepen Diddens, en vervolgens voorafgegaan van den praalstoet naar het

                gemeentehuis geleid.

                Aldaar wordt de feestrede uitgesproken door schepen Diddens, hem een prachtig

                Kruisbeeld aangeboden als gift van al de inwoners, en den Eerewijn den

                Jubilaris, zijne familieleden en vrienden aangeboden.

                Den achtbaren Jubilaris dankt de inwoners voor hunne gift en genegenheid,

                alsook de Feestkommissie.

                Er worden vervolgens bloemtuilen aangeboden door :

                I. Mr Dumont, hoofdonderwijzer, namens de leerlingen en het schoolpersoneel.

                II. De fanfaren maatschappij “Arbeid Adelt”, door Mr Antoon Moyson,voorzitter.

                III. Mr Jn F. Cnops, namens de oud soldaten maatschappij.

                IV. Mr Jn Fr. Busschot, namens de St. Sebastiaensgilde.

                Bij ieder van welke aanbiedingen, den achtbaren Jubilaris eene dankende

                aanspraak doet.

                Tenslotte doet Heer Van den Bossche, secretaris, eenen gelukwensch aan den

                Jubilaris, waarin hij den onvermoeibaren iever van den Jubilaris bij zijn

                Burgemeesterschap der gemeente voordraagt en de diensten door dezen tot

                welvaart der gemeente bewezen, waarop den heer Burgemeester ook eene

                dankrede uitsprak.

                Daarna wordt den Jubilaris stoetsgewijs ter kerk vergezeld, alwaar hij aan den

                ingang verwelkomt wordt door den E. H. Pastoor Beuckelaers.

                Na het Te Deum van dankzegging wordt de Jubilaris huiswaarts geleid alwaar

                een eetmaal de familie, gemeenteraad, armenbestuur, H.H.Geestelijken,

                kerkfabriek, onderwijzers en feestkommissie aangeboden wordt.

                Het feest werd gesloten met eene algemeene verlichting.”

                (Uittreksel uit de verslagen van de gemeenteraadszittingen in 1913-DB 1958)

     

                Gazet van Mechelen wijdde er op 21 april ook een artikel aan :

     

                “Uit Leest – Zilveren jubelfeest.

                Zie, laat het ons  rechtuit bekennen, de Leestenaren zijn met den helm geboren!..

                Sinds weken was er aldaar sprake van het zilveren jubelfeest van burgemeester

                Bernaerts, maar het weder was toch zo wisselvallig en...men besloot van de

                feestelijkheden te verdagen tot betere dagen.”

                ...

                Er werd geopteerd voor zondag 21 april en dat bleek een uitgelezen dag.

                “Van in de verte ontwaarden wij reeds de fladderende en wapperende

                vreugdevanen welke ons een hartelijk welkom schenen toe te roepen.

                Al de wegen, leidende naar de kom van ’t dorp brachten tal van bezoekers aan;

                ...

                De plechtige Mis van Dankzegging des voormiddags in de parochiale kerk

                opgedragen was door eene samengepakte, ingetogene menigte bijgewoond.

                De feeststoet om 1 uur in de Capellebaan gevormd en bevattende niet minder dan

                53 afwisselende nummers, was flink en puik eene treffende getuigenis gevende

                van de innige verknochtheid welke de Leestenaren hunnen burgemeester

                toedragen. 

                Alleman, elke groep, iedere maatschappij of vereniging der gemeente was daar

                vertegenwoordigd.

                Kort na vier ure, kwam de stoet op de Dorpplaats en stapte de achtbare Jubilaris

                gevolgd door gemeente- en andere besturen de rijtuigen uit, om zich tot de

                plechtige ontvangst op het gemeentehuis te begeven.

                            Hier kwamen beurtelings aan het woord de heeren Diddens, eerste schepen,

                welke namens de gemeente de heer Bernaerts huldigde en hem een rijk geschenk,

                door de bijdragen van elkeen bekostigd, aanbood.

                Daarna de Voorzitter van de katholieken Kiezersbond, dan de hoofdman der

                Sint Sebastiaensgilde, vervolgens den heer hoofdonderwijzer Dumont, daarna de

                voorzitter der fanfaren “Sint Cecilia”, de aanvoerder der Oud-Soldaten en

                tenslotte de gemeentesecretaris.

                Allen loofden en huldigden de eerste magistraat voor zijne bijzondere gaven en

                voortgebrachte werken en brachten hem prachtige bloemengarven.

                Zichtbaar bewogen wist de heer Jubilaris nochtans voor allen een zeer gepast

                antwoord te vinden en te geven.

                Eens de feestzitting op het gemeentehuis geëindigd, begaf zich de feesteling en

                zijn gevolg naarde kerk, alwaar een dankend “Te Deum” den Allerhoogsten

                ter eere werd aangeheven.

                De reeds op zich zelf genomen prachtige dorpskerk was netjes versierd.

                ...

                Zegden wij hierboven dat Leest waarlijk krioelde van ’t toegestroomde volk ;

                wij moeten er ook bijvoegen dat de hoofden der omliggende gemeentens

                daar waren om hunnen goeden ambtgenoot en vriend te huldigen, zoo

                ontmoetteden wij er de heeren burgemeesters L. Lefebvre van Blaesvelt, Graaf

                de Buisseret de Blarenghein van Breendonck, Fr. Verschueren van Heffen,

                L. Peeters van Hombeeck; zooook de heer H. Claes, lid der Bestendige

                Deputatie van Mechelen, enz., enz.”

     

                In de editie van 19 april van Gazet van Mechelen vonden we de samenstelling van

                de stoet :

                “...1. Postillons, 2. Hoornblazers te paard, 3 Vaderlandsche kleuren, 4. Ruiters te

                paard, 5. Gemeentemaagd, juffer te paard, 6.De doelschutters, 7.St. Cecilia,

                maagd te paard, 8.Fanfare Sint Cecilia, 9. De drie Goddelijke deugden, 3

                vrouwen te paard, 10.Koekbakkers, wagen, 11. De Edele Graanoogsters, twee

                vrouwen te paard, 12. De Bolgilde, 13. De Jachtgodin, vrouw te paard met

                gevolg, 14. Ambachtswagen, 15. Veloclub, 16. Duivenmelkers, wagen, 17.

                Katholieke Bond, 18. Fanfare Willen is Kunnen,groep, 19.De Vier Gebroeders,

                20. Melkhandel, 21. De Congregatie van Sint Joannes Berchmans, 22. De

                Kupidos te paard, 23. St Sebastiaensgilde, 24. De liedjeszangers, wagen,

                25. De negen Provinciën, 26. Opsinjoorken met lijfwacht en gazetdragers,

                27. De Aalmoes, vier vrouwen te paard, 28. De Zottigheid,groep te voet,

                29. Herderinneke te paard, 30. Landbouwwagen (Bist), 31. Koningin Elisabeth

                van Hongarië, maagd der Rozen, 32. De Dorpsherberg, wagen, 33.De Fortuin,   

                maagd te paard, 34. Koningin Elisabeth, met gek vooraan, 35. Jonkheid der

                gemeente, 36. De Vriendschap, twee vrouwen te paard, 37. Maatschappij “Hoop

                en Troost”, 38. Beenhouwerswagen, 39. De Schoolkinderen, 40. Bestuurbare

                ballon, 41. Heilige Barbara, vrouw te paard, 42. Fanfare “Arbeid Adelt”,

                43. Maagdekenswagen, 44. St. Nokolaas en St. Pieter, met gevolg,

                45. Hoveniersbond, 46. H.H.Koning Albert en Elisabeth, 47. De Heer

                Burgemeester, omringd van Eerewacht, 48. De Gemeenteraad, 49. De

                Geestelijke Overheid, 50. De Kerkfabriek, 51. Armbestuur, 52. Het rad van

                avontuur, 53.Maatsschappij Oud-Soldaten.

                De ontvangst van den stoet vond plaats Capellebaan, nabij den Steinen Molen,

                stipt om 13 uu en men ging langs de Bist, Kleine Heide, Boulevard, Thisseltbaan

                naar ’t Dorp.

                ’s Avonds algemeente verlichting en prachtig vuurwerk, bal in al de zalen.”            

    23-02-2012 om 13:04 geschreven door Marcel Van Hoof

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.

    1913 – Verpachting  van de “grassing der gemeentestraten”  en dit aan verschillende

                personen bracht dat jaar 144 fr op.

                De verpachting van de privaatputten van de gemeentescholen (de aalputten) werd 

                uitbesteed aan Jan Huysmans  voor de jongensschool en Jan Publie die de aal van

                de meisjesschool bemachtigde.

     

    1913 – Maandag 27 januari – Gazet van Mechelen :

     

                 Verschrikkelijk ongeluk te Leest.

                “Zondag namiddag heeft en verschrikkelijk ongeluk de gemeente in ontroering

                gebracht.

                Heer C. Lauwers, gehuwd, wonende op de Biest, zoon van de maalder, was in

                den namiddag rond half drij, zijn geladen  jachtgeweer aan ’t kuischen.

                Wanneer hij hiermede gedaan had, plaatste hij het wapen op de schouw en ging

                heen. Zijn zoontje, 8 jaar oud, was aldaar aanwezig, wanneer op zeker ogenblik

                het zusterke van de meid, oud 12 jaar, binnentrad. Het zoontje zegde tot het

                kind : “Wil ik u eens dood schieten ?”

                Dit werd zonder erg gezegd, en de jongen greep het jachtgeweer vast, drukte

                op  de haan en een schot ging af. Het meisje werd in volle borst getroffen en viel

                dood ten gronde.

                Dit verschrikkelijk ongeluk had gensch de gmeente zondag namiddag voor de

                woning waar het smartelijk ongeval voorviel, doen samenkomen.”

                In de krant van 30 januari vonden we terug dat het parket Leest bezocht had en

                toelating  verstrekte tot begraving.

     

                De Volksstem van 29 januari 1913 daarover :

                Het gevaar der vuurwapens – Vreselijk ongeluk te Leest

                Zondag namiddag heeft een verschrikkelijk ongeluk de gemeente in ontroering

                gebracht. Heer Lauwers, gehuwd, zoon van den maalder, was in den namiddag

                rond half drij, zijn jachtgeweer aan ’t kuischen, dat geladen was.

                Wanneer hij hiermede geaan had, plaatste hij het wapen op de schouw en ging

                heen. Zijn zoontje, 8 jaar oud, was aldaar aanwezig, wanneer op zeker

                oogenblik het zusterken van de meid, Jeanne Cooremans, van Thisselt, oud

                12 jaar, binnentrad. Het zoontje zegde tot het kind : “Wil ik u eens

                doodschieten ?” Dit werd zonder erg gezegd, en de jongen greep het jachtgeweer

                vast, drukte op den haan en een schot ging af. Het meisje werd in volle borst

                getroffen en viel dood ten gronde.

                Een verschrikkelijk ongeluk had gansch de gemeente zondag namiddag voor de

                woning waar het smartelijk ongeval voorviel, doen samenstroomen.”

     

     

    1913 – Woensdag 12 februari – Gazet van Mechelen :

     

                Leest – Spoorloos verdwenen.

                “Verleden vrijdag is het kindje P..., wonende te Leest, uit de ouderlijke woning

                verdwenen en nimmer weergezien. Het dochtertje, oud 9 jaar, was proper

                aangekleed en had een korfje aan den arm, wanneer het te huis is heengegaan.

                Tevergeefs heeft men het kind gewacht en ’s avonds langs alle streken in den

                omtrek gezocht, doch er van geen spoor gevonden.

                De ouders zijn troosteloos en algemeen vreest men voor een ongeluk.”

     

    1913 – Donderdag 20 februari – Gazet van Mechelen :

     

                Leest in feest.

                “Dinsdag was het een feestdag en tegelijk een vroolijke kermisdag voor de

                gemeente Leest. Men vierde er namelijk het vijftigjarig jubelfeest der echtelingen

                Diedens, die te zamen houw en trouw, alreeds vijftig jaar lang in lief en leed,

                vreugde en tegenspoed, kommer, last en arbeid, het huwelijksbootje door ‘s

                wereldzee hebben voortgestuwd, en nog vol levensmoed, wel oud van jaren, maar

                nog jong van harte, hoopvol in de toekomst blikken, om ook nog eens hun

                diamanten bruiloft te vieren.

                Het weder was heerlijk, wel wat koud maar toch droog, en de vreugde zou het wel      

                verwarmen , en inderdaad want er is niet weinig gefeest.

                Gansch de gemeente was versierd en gevlagd.

                Rond 10 ure trok men ter kerke, alwaer een plechtige mis van dankzegging plaats

                greep.Na deze plechtige H.Mis werden de jubilarissen ontvangen op het

                gemeentehuis waar ze hartelijk verwelkomd werden door den heer burgemeester,

                omringd door schepenen en gemeenteraadsleden en die de brave ouderlingen in

                naam der gemeente een schoon geschenk aanbood, en hij wenschte hun nog lange

                vreedzame jaren te midde hunne kinderen en kleinkinderen.

                Toen ging het in stoet en met volle muziek door het dorp, met vreugde vervuld

                naar de woning der ouderlingen waar hun nog verschillige geschenken werden

                aangeboden. Het feest werd nu in familie verdergezet en intussen werd er verder

                gevierd door de dorpelingen tot ’s avonds, wanneer de algemeene verlichting

                aanvang nam en de jubilarissen met serenades vereerd werden.

                Alles liep in de beste orde af en Leest heeft zijne jubilarissen hartelijk en

                vreugdevol gevierd.”  

     

    1913 – 8 maart : Henriette Troch werd door de gemeenteraad benoemd tot

                hulponderwijzeres. Zij haalde 5 stemmen tegen 3 voor Juffer De Keersmaecker

                en 1 voor Juffer Feremans.

                Er waren 8 kandidaten. (GA)

    23-02-2012 om 13:01 geschreven door Marcel Van Hoof

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.

    1913 – Was ook het jaar van de bouw van de :

     

                                       SINT-ANNAKAPEL

     

    Op de plaats waar voordien reeds een kapelletje stond, aan de grenslijn met Battel, werd in 1913 de Sint-Annakapel gebouwd.

    De steen op de voorgevel geeft volgende details prijs : “St Anna Kapel, gebouwd in het jaar 1913, gift van de heer Benoit Van Ingelgem. Bouwmeester Cyriel Van den Bergh.”

    De kapel herbergde een wondermooi Sint Annabeeldje uit de 16de eeuw, uit hout gesneden en in typische Mechelse stijl.

    De stalen deur en de zware ijzeren stangen voor het kijkgat konden niet beletten dat het beeldje werd gestolen. Dat gebeurde in 1974 : de stangen waren doorgezaagd.

     

    Het beeldje werd vroeger in de pastorij bewaard.

    Tijdens de zomer van 1977 werd de kapel door enkele jonge vrijwilligers grondig aangepakt : in de plaats van de zware brandkastdeur  kwam er een hekje in smeedwerk,

    een gedeelte van de vroegere koorafsluiting uit de kerk.

    Nadat het plaksel was verwijderd, werd op de muur een keramiekstuk aangebracht, voorstellende St Anne ten Drieën, een realisatie van Georges Herregods.

    Van oudsher vertrok de voettocht naar Scherpenheuvel van aan deze kapel.

     

    “Bij valavond half december 1888 keerde mijnheer Van Ingelgem huiswaarts naar Mechelen na een bezoek aan zijn pachters.

    Zijn koets kwam in afgrijselijk stormweer tot stilstand aan de pastorij, voor het door een giertij tot daar gestegen Zennewater en een uur later zou er nog een springvloed zijn.

    Met hem reed ook zijn meid mee, tante Zelica, de meter van mijn vader.

    Ze was op bezoek geweest bij haar thuis, wijk De Knip.

    Nu waagt de koetsier zich tussen het zichtbare kreupelhout en de leuning der onder water kreunende houten brug. Hij schat hierbij naar de ligging van de onderwater verdwenen boordstenen van het beekbrugje.

    Van op hun vensterdorpels verwijzen de buren, nu wat links, dan wat rechts.

    En plots stopt het gerij, vervaarlijk links hellend.

    Het paard en het rechterwiel zijn wel op het brugje gekomen, maar het linkerwiel is naast de buitenkant van de boordsteen gerold en de koets is met haar as daarop blijven hangen.

    Luidkeels galmt de biddende Zelica en Van Ingelgem roept de koetsier om naar de verdere hoeve hulp van volk met paarden te vragen.

    Boeren tot aan de heupen in ’t water brengen met twee paarden het gerij op vaste bodem tot de hogere Battelbergen.

    Tante Zelica kreeg van haar meester een reis naar Lourdes en bracht een beeld van O.L.Vrouw mee, waarmee ze mijn vader in haar testament bedacht, en dat nu de nok van ons huis siert. (Kouter 5 Leest)

    Mijnheer Van Ingelgem liet later bij de beek op Leest een kapel bouwen als dank aan Sint-Anna.”

    (Albert Huysmans naar mondeling relaas van zijn tante Zelica – LG blz.203,204)

     

    Sint Anna was de moeder van Maria en bijgevolg de grootmoeder van Jezus Christus.

    Sinds de 6e eeuw werd ze vereerd in het Oosten en sinds de 8e eeuw in Rome.

    Het duurde echter tot in de Middeleeuwen vooraleer zij ook in onze streken een ereplaats zou krijgen. Het feest van Sint Anna was destijds het feest van de moeders, toen er nog geen sprake was van moederkensdag.

     





    23-02-2012 om 12:56 geschreven door Marcel Van Hoof

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    1912 -  Gazet van Mechelen – 14 september : Leest : Ongehoorde baldadigheden.

                “In den nacht van maandag op dinsdag hebben onbekende schelmen de

                praalbogen en de verlichtingstoestellen vernield, dewelke opgesteld waren, ter

                gelegenheid van het landbouwfeest en de ontvangst van de gouverneur.

                Men heeft vermoedens op zekere kerels van een zeker gehucht, die zulks hebben

                uitgewerkt uit jaloezie – zoo loopt het gerucht – en om alzoo hunne razernij te

                koelen.

                Een neerstig onderzoek is daarover geopend en men denkt op een goed spoor

                te zijn.”

     

    1912 – Vanaf 1 oktober  (het schooljaarbegin) beschikte de meisjesschool over een extra

                klas.

                De leerlingen van die nieuwe klas werden geplaatst in de woning (naast de

                school) van de hoofdonderwijzeres.

                Caroline Nees ontving daarvoor van het gemeentebestuur 300 fr per jaar

                woonstvergoeding.(GA)

     

    1913 – Dat jaar verzocht het Leestse gemeentebestuur ene mijnheer Potums uit Kapelle

                op den Bos, verzekeringsagent van de maatschappij P.R., om een polis op te

                maken tot verzekering van de gemeentegebouwen.

                Het gemeentehuis werd verzekerd voor 19.000 fr, de aanpalende

                onderwijzerswoning voor 10.000 fr, de pastorij voor 19.000 fr, de jongensschool

                voor 10.000 fr en de schoolmeubelen 2.000 fr.

                De bibliotheek van het gemeentehuis en de registers van de burgerlijke stand

                werden verzekerd voor 5.000 fr.

                De meubelen van het gemeentehuis : 1.000 fr.

                “Het gemeentehuis en de onderwijzerswoning zijn verlicht door petrol en de

                pastorij bij middel van naphte met luchtdrukking uitgaande van eenen ketel nabij

                de pastorij”.

    23-02-2012 om 12:54 geschreven door Marcel Van Hoof

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.

    1912 – Dat jaar werd de stenen molen op de Kapellebaan, na zware stormschade,

                gesloopt. De grondvesten en de vier stenen pijlers werden in het begin van de

                jaren zeventig weggeruimd en in de onmiddellijke omgeving ervan werd een

                electriciteitscabine gebouwd.

                Deze molen werd gebouwd in 1807.

                (H. Van de Van – ’t Vaartland nr.2 1976)

     

    1912 – Schoolbevolking :

                Jongensschool : 106 leerlingen. Meisjesschool : 99.

                Het onderwijs vergt een derde van de gewone gemeentelijke inkomsten.

     

    1912 – Vanaf 1 januari verdient de gemeenteontvanger A. Teughels 560 fr per jaar.

                Voordien was dat 300 fr. (GR-27/6/1912)

     

    1912 – Op de gemeenteraadszitting van 20 januari werden :

                Victor Diddens en Lodewijk Wauters verkozen tot respectievelijk eerste en

                tweede schepen.

                Een speciaal krediet gestemd tot aankoop van een “ontsmettingstoestel van het

                model Hotton, met vlooibaar formool”, ten  bedrage van 250 fr.

                “daar bij overlijden van sommige personen, de ontsmetting gevergd wordt van de

                kamers of woning en voorwerpen, door den overledene gebruikt, teneinde de

                voortzetting te bestrijden van sommige gevaarlijke ziekten...”

     

    1912 – 9 maart : De fanfare “Sint-Cecilia” verzocht om een toelage van 550 frank voor

                het festival bij de inhuldiging van haar vaandel.

                “gezien de toelage vroeger is verleend geweest aan de fanfaren “Arbeid Adelt”,

                bij inhuldiging van haar vaandel, met het 75-jarig jubelfeest van ’s lands

                onafhankelijkheid; overgegaan zijnde bij geheime stemming, zoo is gebleken dat

                met zes stemmen tegen drij, de toelage bepaald is op 300 frank.”

                (DB-maart-1958)

     

    1912 – Zaterdag 16 maart – Gazet van Mechelen : “Diefstal.”

                “Verleden woensdag is C..., wonende te Thisselt, oud 22 jaar, te Mechelen door

                twee gendarmen naar het politiebureel gebracht onder betichting van diefstal met

                inbraak alhier te Leest. De kerel is ter beschikking van het parket gesteld.”

     

    1912 – In de nacht van 5 op 6 mei brak een vechtpartij uit aan de herberg van Pieter Jan

                Van den Eede. Er werden messen getrokken, met klompen geslagen en er vloeide

                bloed.

                De partijen Ernest bauwens en echtgenote (Maria Pelagia Fierens) contra de

                broers Lodewijk en Frans Van Camp. (GA)

     

    1912 – Zondag 18 augustus – Gazet van Mechelen : Uit Leest.

                “De provinciale landbouwmaatschappij “Het Noordencomice Willebroeck”, richt

                op maandag 9 september 1912, in onze gemeente, een grooten

                Arrondissementsprijskamp in voor paarden en hoornvee, varkens, geiten,

                konijnen en hoenders.

                Tevens zal er eene prachtige, veel belovende tentoonstelling plaats hebben van

                veld- en hofvruchten, bloemen, sieraadplanten, landbouwwerktuigen en bieënteelt

                op de dagen van zaterdag 7, zondag 8 en maandag 9 september.

                Het gemeentebestuur van Leest heeft zijne welwillende ondersteuning toegezegd

                en de Weledele Heer Graaf de Baillet-Latour, gouverneur der provincie

                Antwerpen, zal op maandag de landbouwprijskamp met zijn bezoek vereren en

                alhier plechtig ontvangen worden.

                De landbouw heeft sinds de laatste jaren reuzenstappen van vooruitgang gedaan

                in onze omstreken en wij mogen bijna zeggen dat het Arrondissement Mechelen,

                op onze dagen zoo niet het bloeiendste arrondissement is onder oogpunt van

                land- en tuinbouw, dan toch zeker een der bloeiendsten welke men in gansch

                België zou te zien krijgen.

                Niet alleen het winnen van veld- en hofbouwvruchten is in de laatste jaren

                honderd per honderd vooruitgegaan, de veestapel, het paardenras, enz., is

                onder alle oogpunten verbeterd en komt heden met de prachtigste exemplaren

                vooruit, welke men ’t is gelijk waar, zou kunnen bewonderen.

                Onze boeren onverpoosd aagemoedigd en gesteund door ons Staatsbestuur,

                willen en gaan vooruit : iets wat met den prijskamp en de tentoonstelling van

                Leest wederom zal bewezen worden.”

     

                Gazet van Mechelen van 23 augustus 1912 :

                “...deze prijskamp-tentoonstelling is uitgeschreven voor de liefhebbers

                verblijvend in de provincie Antwerpen, doch de leden der landbouwcomicen van

                het Arrondissement Mechelen mogen er allen kosteloos aan deel nemen.

                De andere deelnemers dienen een inleggeld van 10 fr te betalen voor iederen

                prijskamp van paarden en hoornvee waaraan zij deelnemen.

                Alle andere wedstrijden zijn kosteloos.

                Inschrijvingen bij Notaris Van Bellinghen, O.L.Vrouwstraat 85 Mechelen.

                Eerste prijskamp. Hengsten hebbende tanden van volwassenen :

                1ste prijs : 50 fr, met diploma en vergulde medalie

                2de prijs : 40 fr, met diploma en zilveren medalie

                3de prijs : 30 frank, met diploma en bronzen medalie.

                Tweede prijskamp:  merriën, hebbende tanden van volwassenen : zelfde

                prijsverdeling.

                Derde prijskamp : hengstveulens ...”

     

                De wedstrijden hadden plaats in de jongens- en de meisjesschool, op de

                Dorpsplaats, de Kouter en de Dorpsstraat.

                Gazet van Mechelen op 8 september : Plechtig bezoek.

                “De heer gouverneur der provincie zal maandag 9 september een bezoek aan

                onze gemeente brengen.

                De ontvangst alhier, zal om 10 ure des voormiddags plaats hebben in de

                Winckelstraat, grens onzer gemeente.

                Na de verwelkoming door den heer burgemeester Bernaerts, zal hij door eene

                stoet , samengesteld uit al de maatschappijen van Leest, de schoolkinderen, enz.

                naar het gemeentehuis geleid worden waar, bij het binnentreden van den heer

                graaf Baillet-Latour, een gelegenheidslied zal opgevoerd worden door de

                schoolkinderen.

                Op het gemeentehuis zal de heer gouverneur door den gemeenteraad en de

                besturen van de landbouwcomiteiten ontvangen worden, zooals de heeren

                senators, volksvertegenwoordigers, provinciale raadsleden, de burgemeesters

                der omliggende gemeenten, enz., enz...”

     

                In de krant van 11 september 1912 stond het uiteindelijk verslag :

     

                                  DE TENTOONSTELLING PRIJSKAMP

     

    “Met eene ware vrees zagen wij de dag van Maandag tegemoet. Maandag,  dat onze zoowel gelukte landbouwtentoonstelling met prijskamp, door den weledelen heer Graaf Baillet-Latour, gouverneur der provincie zou bezocht worden.

    ...

    Om half elf kwam de vertegenwoordiger des Konings, vergezeld door de heeren Brems en Claes, leden der Bestendige Deputatie in de Winkelstraat aan. De hoge bezoekers waren allen in officieel costuum.

    Eens de gebruikelijke verwelkoming door burgemeester Bernaerts achter de rug kwam de stoet in beweging. Die was samengesteld uit de schoolkinderen en de maatschappijen van Leest, waartusschen de twee fanfaren “St Cecilia” en “Arbeid Adelt” de gouverneur en zijn gevolg begeleidden naar het gemeentehuis waar de schooljeugd het “Vaderlandsch Gezang” en het “Belgisch Volkslied” uitvoerde met begeleiding van fanfaren.

    Vervolgens sprak de heer Dumont, hoofdonderwijzer den heer Gouverneur toe, waarna een lief juffertje hem een prachtigen bloemruiker overhandigde.

     

    Op het Gemeentehuis

    Eens het gemeentehuis ingetreden werden de genoodigden door den heer Burgemeester voorgesteld, waarna hij de heer Gouverneur toesprak namens de bevolking der gemeente er vooral op drukkende dat het hoog bezoek in onze nederige gemeente een der merkwaardigste feiten daarstelde welkde de bevolking beleefde.

    Een gevoel van fierheid, zegde heer Bernaerts, welt in ons op en wordt door ieder gedeeld omdat wij in U, heer Gouverneur, niet alleen het gewaardeerd hoofd der provincie begroeten, maar ook, en vooral, den vertegenwoordiger van Zijne Majesteit den Koning. Verder nog gaan onze gedachten, en wij begroeten in Ued. Ook de warme voorstander , de hooge beschermer van den landbouw.

    Verder handelt de heer Burgemeester over den vooruitgang van den landbouw op elk gebied, tevens de hoop uitdrukkende in den achtbaren heer Gouverneur een machtigen ondersteuner gevonden te hebben voor den ontworpen buurtspoorweg Mechelen-St-Amands, geroepen om veel bij te brengen voor onzen handel in vroege groenten en andere landbouwvoortbrengsels.

    Onze geachte heer Burgemeester sluit zijn rede met in zijnen en in naam zijner medeburgers eene diepgevoelde dankbaarheid en hulde aan den heer Gouverneur uit te drukken.

    Eene algemeene instemming begroet de weldoordachte rede van de burgemeester.

    De heer Gouverneur drukt in zijn antwoord vooral op de algeheele genegenheid welke hij altijd voor den landman en den landbouwstiel heeft gekoesterd; ook is steeds zijne bezorgdheid geweest van dien belangrijken tak onzer nationale bedrijvigheid uit te breiden en te ondersteunen.

    De kunstmeststoffen, de verbeterde landbouwwerktuigen, de immer aangroeiende bezorgdheid welke er aan het verbeteren der zaden, der veerassen, enz. gebracht wordt, heeft onzen landbouw ook immer vooruit geholpen, en onze landbouwproducten tot op de markten van Duitschland en Engeland doen doordringen.

    Het is mij niet onbekend, zegt de hooggeplaatste spreker, dat de landbouwbelangen in het kanton Mechelen aan bevoegde mannen zijn toevertrouwd en ik ben thans gelukkig aan U, heer voorzitter Bernaerts en aan uwe ieverige medewerkers openlijk hulde te brengen.

    (Algemene toejuichingen)

    Verder handelt de heer Gouverneur nog over de huishoudschool, de melkerijschool, enz. en eindigt met de verklaring, de verzekering te geven dat er voor die vraagstukken altijd op zijne ondersteuning mag gerekend worden. (Levendige toejuichingen)

     

    Na den eerewijn is rondgeschonken, bezoekt de achtbare heer Gouverneur de verschillende tentoonstellingen, menigmaal zijne verwondering uitdrukkende over de belangrijkheid en de verscheidenheid der tentoongestelde dieren, vruchten, enz. ; alsook de parochiekerk waar hij ontvangen wordt door den Z.E.Heer Pastoor en den E.Heer Onderpastoor.

    Daarna worden de bekroonde tentoonstellers op het gemeentehuis door den heer graaf Baillet-Latour ontvangen, de uitreiking der medaliën voorzittende.

    De heer burgemeester Bernaerts verwelkomt en bedankt hartelijk de talrijke mededingers voor hunne rijke en prachtige dieren en planten waarmede zij de tentoonstelling en prijskamp zoo belangrijk gemaakt hebben.

    De heer notaris Van Bellinghen, schrijver van het landbouwcomice van Willebroek, noemt de bekroonden op, die beurtelings hunne beloningen komen ontvangen.

     

    Enkele uitslagen

    Volgaarne noemden wij hier al de overwinnaars op, doch, plaatsgebrek belet ons zulks, ’t zou ons te verre brengen, en, wij moeten ons bij enkele bepalen :

    Voor de paarden volwassen hengsten : eerste prijs : W. Van Doren, Hombeek.

    Tweede prijs : L. Lenaerts, Hombeek.

    Hengsten veulens : eerste prijs : L. Lenaerts, Hombeek. Tweede : Ferd. Van der Hasselt, Leest. Derde prijs : L. Lenaerts, Hombeek.

    Schoonste verzameling paarden :een tiental -  L. Lenaerts, Hombeek.

    Veerzen zonder tanden : Eerste prijs : Ferd. Van der Hasselt. Tweede prijs : Frans Van Roey, Leest. Derde: Camiel Van Roey, Blaasveld...

    ...

    Het Feestmaal

    Om 2 ½ ure  had in het lokaal “het Brughuis” , een feestmaal, den heer gouverneur aangeboden, plaats.

    Aan de eeretafel bemerkten wij vooreerst onzen heer burgemeester, alsmede de heeren graaf Baillet-Latour, K. Cools senator, Baron Gilles de Pelichy, Mr Brems en H. Claes, leden der Bestendige Deputatie.

    Aan de andere zijde de heeren J. Witteman, senator, Van Cauwenbergh en Lefebvre K., volksvertegenwoordigers, de Z.E.H Pastoor Beuckelaers en de heer Arr.Comm. de Beughem.

    In de zaal  verschillende provincieraadsleden, burgemeesters en landbouwdeskundigen.

    Heildronken aan Z.M. de Koninck en de heer Gouverneur werden door de heer Bernaerts voorgesteld.

    Waarop de heer gouverneur wederkerig een heildronk voorstelde aan den heer Bernaerts.

    Anderen nog, aan de heer notaris Van Bellinghen, aan den heer baron Gilles de Pellicy, enz.volgden , en werden met de meeste bijtredingen en toejuichingen begroet.

    Het feestmaal, opgediend door den Jaspers, is stapel geloopen.

    Het was een waar vriendenmaal waar eenzelvige strekking elkeen beheerschte, de belangen van de landbouw en landbouwer, zowel en zo innig geschetst door den heer volksvertegenwoordiger Van Cauwenbergh, wanneer hij het landbouwbedrijf wees als een der beste bedrijven onder alle oogpunten : er tevens bijzonder op drukkende dat dit bedrijf immer diende aangemoedigd...”

    23-02-2012 om 11:18 geschreven door Marcel Van Hoof

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (1)
    22-02-2012
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.

     

    1911 – 6 maart :  Gebruik makend van de inhuldigingsfeesten van de nieuwe pastoor,

                werd een inbraakpoging gedaan bij de kinderen Van den Sande uit de Grote

                Heidestraat.

                De inbreker werd echter verrast en nam de vlucht zonder buit.

                “De kinderen Van de Sande zijn ouderlingen, doorgaande als welstellende

                burgers...” (GA)

     

    1911 – Zaterdag 18 maart – Gazet van Mechelen :

     

                                Overstromingen in den omtrek van Mechelen.

                “Door de aanhoudende regens in de laatste dagen zijin de Dijle, Nethe, Zenne en

                 Rupel tot hun hoogste waterpeil gestegen en zijn weiden en velden op den buiten

                op verschillende plaatsen onder water gestroomd.

                Sedert dinsdagavond is de toestand uiterst erg in de omstreken der Lage-Zenne.

                Te Eppegem en omstreken zijn de rievierbewoners verplicht een gedeelte van de

                nacht te waken daar het overstroomde water woningen en stallingen bedreigt.

                In verschillende huizen is het water reeds binnen gedrongen en een aantal

                meubelen vlotten buiten op de overstroomde watermeren, die zich links en rechts

                ook te Leest en Hombeeck hebben gevormd.

                Tusschen Eppegem en Vilvoorde zijn de weiden in eene ware zee herschapen en is

                het water zoo verre het oog maar reikt.

                Woensdag was die toestand nog merkelijk verergerd. Donderdag was er enigszins

                verbetering...”

     

    1911 – Zondag 19 maart – Gazet van Mechelen :                              

     

                                       VELODROOM BATTEL.

     

    “De opening van den nieuwen velodroom van “Mechelen-Battel”, is vastgesteld op 17 april, tweede Paaschdag, met een koers van 100 kilometers, voorbehouden aan beroepsrenners.

    Men zal zich dus voor de eerste maal in Mechelen aan eene zeer belangrijke koers mogen verwachten, want men is reeds in onderhandeling met de beste renners van het land.”

     

    In 1911 telde België 42 door de Belgische Wieldrijdersbond erkende velodrooms.

    Het succes van de velodroom van Walem moet stimulerend hebben gewerkt op nog andere Mechelse sportliefhebbers.

    De idee groeide in een herberg aan de Oude Leestsebaan 63, uitgebaat door Theofiel De Rooster. Enkele vaste klanten  opperden de mening ook in Battel een eigen velodroom te bouwen.

    De oplossing kwam vlugger dan verwacht : op een stuk grond in bezit van de familie De Rooster, en juist gelegen naast de herberg, plaatselijk gekend als de Warande, zou de velodroom worden gebouwd.

    Er werd een raad van beheer samengesteld bestaande uit de gebroeders Victor en Teofiel De Rooster, maalder Florent Verelst, E. Nagels en A. De Rooster, die de handen uit de mouwen staken en zeelf eigenhandig de velodroom zouden bouwen.

    Zo meldt Gazet van Mechelen in januari 1911 dat Mechelen binnenkort een velodroom zal hebben te Battel op initiatief van een “comiteit”. Gehoopt werd dat de werken tegen februari zouden voltooid zijn. Hieruit blijkt dat de bouw reeds aangevangen was in 1910.

    Op 20 februari lezen we : “de werken aan de nieuwe velodroom van Battel gaan goed vooruit ; de grond- en afsluitingswerken zijn geëindigd, nu nog de aanleg van de cementbaan”.

    Op 2 april 1911 werd de piste opengesteld voor de renners als “vrije oefening”.

    De officiële opening vond plaats op tweede paasdag 17 april 1911 met een koers voor beroepsrenners van eerste kategorie, over een afstand van 100 km.

    En opdat niemand in Battel en omstreken onwetend zou zijn van wat die dag stond te gebeuren, zou de opening worden aangekondigd door grof geschut en door een prachtig “concerto” van de plaatselijke harmonie.

    Voor die eerste wedstrijd boden zich acht renners aan. We kennen ook de uitslag :

    1. Charlot, 2. Pelote, 3. Jos Spiessens, 4. Michels en 5. Werbrouck.

    Charlot was een Algerijn, hij was de lieveling van de Mechelaars.

     

    Op zondag 30 april was er een koers voor beginnelingen, op 6 mei  een koers achter zware “motocycletten” en op 14 mei een koers voor onafhankelijken.

    Op zondag 16 juli werd er opnieuw een koers voor beroepsrenners georganiseerd, een drieurenkoers waaraan ook Charlot zou deelnemen.

    Het eerste uur werden er 38,850 km afgelegd en het laatste uur 35,200 km.

    De Bomenaar De Voeght won voor Mechelaar Fons Spiessens. Charlot gaf op.

     

    Het volgend jaar in 1912  op tweede paasdag heropende de velodroom met een acht-urenkoers voor beginnelingen per ploeg en met 500 fr. aan prijzen, wat op 7 juli gevolgd werd door een drie-urenkoers op Amerikaanse wijze.

    Op 22 juli kon men de deelname melden van Cyriel Van Houwaert, de “koning der wielrijders” , hij  was een heuse vedette die de rond van Frankrijk had gewonnen.

    Maandag 12 mei 1913, tweede Sinksendag opende de velodroom met een Grote Prijs Francois Empain voor beginnelingen, waarvoor Empain een prijs van 40 fr ter beschikking stelde.

    Francois Empain herhaalde die geste met een tweede grote prijs Empain op 26 juli 1914, waarvoor 40, 25, 15, 10, 7,5 en tweemaal 5 fr aan prijzengeld werd voorzien.

    De  inschrijving moest gebeuren op de velodroom zelf aan 1 fr, of 1,5 fr de dag van de koers.

    Met de oorlog viel alle aktiviteit stil.

    De Duitsers braken trouwens de omheiningen van de velodroom af, om de brug over de Zenne, die door het Belgische leger was vernietigd, te herstellen.

    Maar reeds in mei 1919 kon de velodroom opnieuw zijn deuren openen.

    Op 12 mei met een drie-urenkoers voor beginnelingen en met een klassering ieder half uur ; en op 26 mei met een ploegkoers over 80 kilometer.

    Op maandag 5 april 1920 reed men een achtervolgingskoers met motoren, met slechts twee deelnemers, evenals een 50 km koers voor beginnelingen en 25 km voor motoren. In dat jaar waren er nog koersen op 18 april, 9 en 24 mei.

     

    De velodroom takelde langzaam af tot hij uiteindelijk volledig verdween.

    Op die plaats kwam later de hoeve van Clement De Rooster, die zijn woonhuis inrichtte in de ruimte van het vroegere café “In de Velodroom”.

    (F.V. in GvM-30/5/1986)

     

    1911 – 2 april : Op de pastorij werd in 3 kamers een planken vloer gelegd, nieuwe ramen

                en dakgoten geplaatst. Prijs : 925,88 frank.

     

    1911 – 23 mei : Moties van de gemeenteraad :

                “De Raad sluit zich bij éénparigheid aan bij het Wetsvoorstel tot volledige

                vervlaamsching der Hoogschool van Gent, nedergelegd in zitting van vrijdag

                24 maart 1911, en dringt er op aan, datdit voorstel zoo spoedig mogelijk in

                behandeling genomen en tot Wet gemaakt worde tot grooter zedelijk en stoffelijk

                heil van het Vlaamsche volk.”

     

                “De Raad sluit zich bij éénparigheid aan bij het Wetsvoorstel nedergelegd door

                Mr de Limburg Stirum en andere betrekkelijk de nieuwe schoolwet, aan de

                huisvaders de volle vrijheid latende de school te mogen kiezen waarin zij

                verlangen hunnen kinderen opgevoed te zien, en tevens den wensch uitdrukkende

                dat het ingediende wetsvoorstel onmiddellijk tot Wet gemaakt worde.” (DB-1957)

     

    1911 – Vrijdag 26 mei – Gazet van Mechelen :

     

                               Groote Betoging te Leest.

                “Aanstaanden zondag 28 mei, zal er te Leest eene groote betooging gehouden

                worden voor de vervlaamsching der Gentsche  Hoogeschool.

                Ten 3 ure, zullen de sprekers : MM. Alf. Olbrechts, Dr P. Tack en Em. Verheyen

                aan de brug afgehaald worden door de maatschappijen van het dorp.

                Daarna grijpt er eene meeting plaats in de gemeenteschool, welke zal voorgezeten

                Worden door onze koenen Vlaamschen strijder, M. J. Bernaerts, burgemeester en

                provinciaal raadslid.

                Aan volk zal het zeker niet ontbreken.”

     

    1911 – Woensdag 31 mei : Gazet van Mechelen :

                “Verleden donderdag vertrok uit het gasgesticht te Mechelen een luchtballon van

                ingenieur Van Battel en 2 personen.

                Hij dreef over Hombeek, Leest, Willebroek en Puurs op 1.900 m hoogte.

                Om 13u45, 3 uur later, kwam hij neer te Liesele om er iemand af te zetten,

                nadien steeg hij tot 4.200 m.

                Dan ging het via Temse, over Zele, Donck, Overmeire  om  rond 17u25  aan

                te  leggen te Zele”.

     

    1911 – Donderdag 1 juni – Gazet van Mechelen :

     

                          De Vlaamsche Meeting te Leest.

                “Ten 3 ure, werden verleden zondag de Mechelse sprekers aan de grensscheiding

                der gemeente, door de twee fanfaren van Leest afgehaald en gulhartig

                verwelkomd door burgmeeester Bernaerts.

                Daarna greep in de meisjesschool een prachtige meeting plaats, gevolgd door een

                talrijk en aandachtig publiek. Een wensch werd gestemd om zoohaast mogelijk de

                hoogeschool van Gent te vervlaamschen en verzonden naar de Kamers van

                volksvertegenwoordigers.

                Daarna bedankte de burgemeester de sprekers die zoo klaar en duidelijk den

                eisch der Vlamingen hadden toegelicht.

                Vele handtekeningen werden na de meeting verzameld en aan iedereen zal

                aanstaanden zondag de gelegenheid worden gegeven, zijn handteeken daar nog

                aan toe te voegen, onmiddellijk na de hoogmis op het gemeentehuis.”

     

    1911 – In augustus dat jaar ontving de burgemeester een naamloze briefkaart waarin een

                21-jarig meisjes beticht werd van vruchtafdrijving. (GA)

     

    1911 – 23 september – “Eene Vlaamsche vrouw van 107 jaar.

                Op 8 october van dit jaar wordt moederken Diddens van Duffel 107 jaar.

                Zij kan nog een gedicht opzeggen waarmede zij in 1818 den 1ste prijs behaalde

                in de school van Leest bij Mechelen.

                Zij kan nog zingen en zelfs dansen. Onlangs zei zij al lachend : dat Sint

                Pieter haar vergeten had hierboven te roepen.

                Van hare 5 kinderen leeft er nog één.”

                (De Volksstem)

     

    1911 – 7 oktober – Gazet van Mechelen :  Onze Eeuwelinge.

                “Het 106-jarig geboortefeest van Mevr. Diddens wordt hier dus gevierd.

                Zaterdag 7 october aankondiging van het feest door grof geschut.

                Zondag 8 october om 11 ure, aanbieding van het geschenk der geburen,

                gedragen door 4 maagdekens, aangeboden door ’t feestcomiteit.

                Om 14 u optocht van den stoet door de straten der gemeente van al de

                deelnemende maatschappijen gevolgd door de maagdekens, dragende een

                geschenk, gegeven door moederken Diddens aan het gemeentebestuur,

                omringd door de leden van ’t feestcomiteit.

                Om 16 ure aanbieding van het geschenk op het gemeentehuis, om 18 ure

                algemeene verlichting door geburen, van 19 tot 20 ure serenade aan de woning

                der jubilarisse.

                Om 21 ure prachtig vuurwerk in het park van den erevoorzitter heer Marcel

                Gevers, vrijen toegang voor het publiek.

                Na ontbinding van den stoet bij A. Mariën verloting der premien en uitdeling

                van het geld bij Henri Van Loven.”

     

    1911 – Zondag 10 oktober – Gazet van Mechelen : (Bijz.briefw.)

     

                                         De Alleroudste der Belgen.

     

                “Duffel maakt zich gereed om buitengewoon het nieuw feest van moeder Diddens

                te vieren die op 8 october a.s., het 106-jaar zal bereiken.

                Moeder Diddens is geboren te Leest in 1805, zij huwde in het jaar 1827 met

                Willem Diddens, dewelke overleed te Duffel in 1885.

                Geholpen door hare twee dochters beijverde zij zich tot het landbouwvak op eene

                grote pachthoeve, tot de ouderdom van 87 jaren.

                Een harer dochters, Melanie, 71 jaar oud, nog in leven, omringt hare moeder met

                de tederste zorgen, ’t is wel hieraan te danken, het langdurig leven der

                Duffelschen schat. Altijd is moeder vrolijk, ja zelfs geestig en opgeruimd.

                Het oog nog levendig en hare beenen redelijk zwak om deze goede vrouw toe te

                laten nog dagelijksche wandelingen (bij goed weder) in haren hof te doen,

                hetgeen zij zoo zeer bemint.

                Wilt ge moeder Diddens de zeldzame vrouw zien, gaat dan op zondag 8 october

                aanstaande naar Duffel.”

     

    1911 – 15 oktober – Gemeentekiezing.

                Aftredende leden : Jaak Bernaerts, August De Ruysscher, Victor Diddens,

                Marcelin Lemmens en Jan Baptist Verbergt.

                Lijststemmen : Lijst nr. 1 : 398

                                         Lijst nr. 2 : 183

                Ongeldige stembrieven : 14.

     

                Bekomen stemmen door :

                Lijst nr. 1        Stemmen                    Lijst nr. 2         Stemmen

                Bernaerts J.            430                   Buuschot                 203

                Diddens V              407                   De Wit                     200

                Selleslagh J.           392                    Lemmens                207

                Vanden Brande K. 405   

                Verbergt J.B.          415

     

                Een overduidelijke overwinning voor de partij van de burgemeester.

     

    22-02-2012 om 07:29 geschreven door Marcel Van Hoof

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.

     

    1911 – Dat jaar werd Mathilde Feremans uit Kalfort Puurs aangesteld  tot tijdelijke

                vervangster van Juffer Nees, die langdurig ziek was.

     

    1911 – Op  6 maart werd pastoor Beuckelars ingehuldigd.

                Pastoor Beuckelaers zou 35 jaar lang de pastoorsfunctie waarnemen.

                Onder hem kwam er gasverlichting in kerk en pastorij. Voordien waren het

                petroollampen. Electriciteit kwam er slechts in 1925.

                Hij liet ook de kerk herschilderen, volgens het plan van de Brusselse architekt

                Steyaert, in kleuren die het binnenzicht van de kerk zo typisch maakten : in rood.

                Ook de pijlers waren toen knalrood. Frans Huys uit Heffen voerde de

                schilderwerken uit.

                Op 6 augustus 1946 verliet pastoor Beuckelaers de parochie.

                Hij stierf te Mechelen op 23 oktober 1948 op 87-jarige leeftijd.

     

                Florentine Moyson in LG, blz.247 over haar Plechtige Communnie :

                “We moesten van pastoor Beuckelaers allemaal in het zwart zijn. Het was zijn

                eerste jaar op de parochie en hij wilde geen luxe. Daar werd nogal over

                gemekkerd en het jaar nadien draaide hij bij...”

                Ouderen wisten nog momkelend te vertellen hoe zij als schoolbengels in de hof

                van  de pastoor aan de appelen gingen zitten. Eens ging pastoor Beuckelars hen

                achterna tot in de school. Maar meester De Leers zei hem : “Dat doen mijn

                leerlingen niet !”

                “Wij hadden thuis  appelen genoeg,” vertelde J.B. Mees, “daar deden wij het niet

                voor. Het was meer voor het avontuur, om stoer te doen, om je te bewijzen

                tegenover de andere jongens.

                Wat ik van pastoor Beuckelaers nooit zal vergeten is de brooduitdeling na de

                begrafenis van rijke mensen, zoals de Empains. Dat was toen zo de gewoonte.

                Na de mis deelde de pastoor of soms iemand van de familie  kleine of

                grote broden uit, en witte broden hé, een ongelooflijke luxe.”

                Volgens Julia Van Hoof(geboren 24/7/1901)en Jan Baptist Mees (23/9/1902) had

                de pastoor, toen hij op oudere leeftijd was gekomen, de gewoonte om tijdens zijn

                wandelingen met zijn hoofd naar beneden, binnensmonds te mompelen : “arme

                mensen zijn schelmen, arme  mensen zijn  schelmen...”

                Hijzelf was van rijke afkomst : familie Beuckelaers = koekjesfabrikanten.

                Zijn familie bezat in Leest verschillende eigendommen.

     

                Pastoor Beuckelaers was ook een moedig man. Op 3 juli 1915 ontving hij via

                burgemeester Bernaerts volgend schrijven van “d’Heer Prasident der

                Zivilverwaltung der Provincie Antwerpen” :

                “...het is gebeurd dat de sleutel van den kerktoren aan eenen Officier, die deze

                tot dienstelijke doeleinden wilde besteden, door den pastoor met de woorden

                geweigerd werd : “Je ne donne pas la permission de se servir de mon église

                pour faire des observations contre mon pays.”

                Deze houding van den pastoor is onaannemelijk.

                Ik verzoek u in evereenstemming met de pastoren uwer gemeente aanwijzing

                te geven, dat de toegang tot de kerktorens ieder tijd aan militaire personen

                toegestaan wordt. Ik moet u doen opmerken dat in geval van weigering de

                toegang met geweld zal moeten verkregen worden en tegen de tegenstrevende

                personen streng zal voorgegaan worden.

                            Der Prasident der Zivilverwalting, I.A.Bormann”.

               (GA-3/7/1915)

     

     

    1911 – 6 maart : Gazet van Mechelen (editie van 9/3/1911)

     

                PLECHTIGE INHALING VAN DEN NIEUWEN PASTOOR;

     

    “Verleden maandag, 6 maart, was het feest, volop feest, in de vreedzame gemeente Leest, gelegen op slechts enkele boogscheuten boven het gehucht Battel, een buitenkwartier van Mechelen.

    ...

    Sinds een achttal dagen was aan de parochianen dier gemeente, de blijde tijding gebracht, dat zijne Eminentie de Cardinaal Aartsbisschop, hun een nieuwe herder had geschonken en wel de zoo gunstig gekende pastoor Beuckelaers, der parochie Langeveld bij Ukkel, en dadelijk togen de vrienden van Leest, geleid door hunnen volksgevierden burgemeester , M. J. Bernaerts aan het werk, stelden eene feestcommissie aan, sloegen de handen eensgezind samen, stelden zich aan den arbeid en –wij herhalen het nogmaals- vormden en zetteden ineen, op 8 dagen tijd, eenen stoet, die aller verwachting heeft getroffen, en waarvoor men in steeden weken en maanden nodig zou hebben, om tot zulken uitslag te koomen.

    Dit overschoon resultaat is te danken aan de algemeene eensgezindheid en de goede verstandhouding die er op den buiten heerscht.

    ...

    Het was den verleden maandag, dat de flinke en ievervolle werkers, zoo machtig groot in getal, voor slechts eene gemeente van 1700 inwoners, hunne uitgewerkte feestplannen, de duizenden toeschouwers zouden verrassen.

    Rond 2 ure, stroomde het volk van Mechelen, Battel, Hombeeck, Heffen, Tisselt, Blaesvelt en Capelle opden Bosch , in dichte scharen naar het lieve dorpje, dat gansch in feestdos was gestoken.

    Van in den morgen bulderde reeds onafgebroken het kanon, om den heuglijken dag, heinde en verre aan te kondigen.

    Alom waren praalbogen, met  gepaste jaarschriften opgetimmerd, en geen enkele wooning, zoo nederig of klein, of het had zijn eigenaardige versiering, waartusschen een overgroot getal burgershuizen met heerlijken optooi uitstraalden.

    Heilwenschen en dichterlijke ontboezemingen in allen eenvoud weergegeven, den nieuwen herder gebracht, prijkten bijna boven elke woning. Het gaf de algemeene en eensgezinde gemoedstemming weder van het volk, dat zijnen geestelijken lieder bij zijn intrede in de parochie hartelijk “Welkom” heette. Wat kon of mocht men meer verwachten ?

    De innige verkleefdheid, de liefde en hoogachting hunnen vroegeren afgestorven pastoor, M. Verbist, immer trouw geschonken, zou thans overgaan op den feesteling van heden.

    Dit doorstraalde in alles, wat men bij deze overschoone inhaling ontwaarde en kon waarnemen. In zulke goede en verblijdende omstandigheden, zou weldra de verwelkooming van den Zeer Eerw. Heer Beuckelaers plaats grijpen.

    Ontvangst van den nieuwen herder.

    Rond half drij was de beweging overgroot op den steenweg die van Leest naar Capellen-op-den-Bosch leidt. Gansch deze baan, bijna drie kwaart uur tot aan de grens van het reeds genoemde dorp, was met denneboompjes bepland.

    Duizenden en duizenden toeschouwers bevinden zich op dezen weg, alsook de prachtige stoet, die zich naar den “Stijnenmolen” op de uiterste grens had begeven, alwaar de eerste ontvangst zou plaats grijpen.

    Welk heerlijk zicht die lange verre kronkelende baan, gansch bezet door eene opeengepakte menigte, waartusschen in alle schakeering van kleuren een overgroote stoet, zich in de verte beweegt. En nog immer wordt die stroom grooter en grooter.

    Eindelijk bulderen opnieuw de kanonnen : het is het sein der aankomst, en inderdaad, daar verschijnt het rijtuig dat de Zeer Eerw. Heer Beuckelaers en de andere Z.E.Heren Goidts, pastoor-deken, Goossens, pastoor te Heffen, Kanunnik Beuckelaers, getuigen van den nieuwen herder, aanvoerdt.

    Het muziekkorps heft het vaderlandsch lied aan, de menigte juicht toe, en bij het uitstappen neemt de heer burgemeester Bernaerts het woord, in naam van het gemeentebestuur, de bevolking, en tevens ook van den kerkraad, en wenscht den nieuwen pastoor hartelijk welkom in zijne nieuwe parochie.

    Na den heer burgemeester verwelkommen hem de hoofdonderwijzer in naam der gemeenteschool en de heer Moyson, in naam der fanfare “Arbeid Adelt”.

    In hartelijke bewoordingen bedankt de heer Beuckelaers de drij vertegenwoordigers van gemeente, kerkraad, gemeenteraad en fanfare en belooft hun zijne beste krachten ten pande te stellen voor het geestelijk en stoffelijk belang zijner nieuwe parochie.

     

    Alsdan zette de stoet zich in de volgende orde in beweging om dorpwaarts te trekken :

    1. Postiljons; 2. Hoornblazers; 3. Groep, dragende de vaderlandsche en pauselijke kleuren; 4. Ruiters te paard; 5. Fama met amazonen; 6.De Gemeentemaagd; 7. De foor van Parijs, wagen; 8. De doelschutters; 9.Ste. Cecilia; 10. Fanfare St Cecilia; 11. De drij Goddelijke deugden; 12.Koekbakkers, wagen; 13. De edele graanoogsters, groep te paard; 14. De bolgilde; 15. De jachtgodin, groep te paard; 16.Ambachtswagen; 17. De Zoetigheid, groep te peerd; 18. Maagden te paard; 19. Duivenmelkers, wagen; 20. De Katholieke Bond; 21. Fanfare “Willens is Kunnen”; 22.De vier gebroeders; 23. De melkhandel; 24. De congregatie van St Joannes Berchmans; 25. De kipidos, te paard; 26. St. Sebastiaansgilde; 27. De liedjeszangers, wagen; 28.Opsinjoorken, met lijfwacht en gazetdragers; 29. De vier jaargetijden, groep te paard; 30. De aalmoes, groep te paard; 31.De zottigheid, groep te voet; 32. Herderinnen; 33. Landbouwwagen (Bist); 34. Koningin Elisabeth van Hongarije, maagd der rozen; 35. De twaalf maanden, groep te peerd; 36. Een dorpsherberg, wagen; 37. Het fortuin; 38. Koningin Elisabeth; 39.Jonkehid der gemeente,groep; 40. De vriendschap, groep te peerd; 41. Aalbrecht en Isabella; 42.De vlucht naar Egypte; 43. De schoolkinderen; 44. Bloemtuigdraagsters; 45. Fanfarenmaatschappij “Arbeid Adelt”; 46. De Godsgeleerdheid; 47. Maagdekenswagen; 48. St Nikolaes en St Pieter, met hun gevolg; 49. De vier Evangelisten; 50. HH.MM. Koning Albert en Koningin Elisabeth; 51. St Jan en het kind Jezus; 52.Strooiende maagdekens en engelen; 53. Sleuteldraagster; 54. De eerw. Heer Pastoor, omringd van eenen eerewacht; 55. Plaatselijke overheid; 56. Kerkfabriek; 57. Armbestuur; 58.Maatschappij Oud-Soldaten.

     

    Het was vier ure, als deze frissche en lange stoet in het dorp aankwam, en men naar de kerktoog, alwaar de ontvangst en aanstelling thans gingen plaats grijpen.

     

    In de parochiekerk van Leest.

    Op dit oogenblik luiden de klokken en bulderen de kanonnen.

    In de kom van ’t dorp is het bijna onmogelijk om door te komen. ’t Is eene ware menschenzee, zooverre het oog draagt.

    De ordediensten worden vooral goed waargenomen door de oud-soldaten, bijgestaan door den veldwachter, die te samen opperbest dien dienst hebben geregeld en de orde hebben handhaafd.

    Aan de afsluiting der kerk is het thans de onderpastoor die den nieuwen herder hartelijk welkom heet, vervolgens een jongen der gmeenteschool.

    Bij den ingang in de kerk, worden hem de sleutels der kerk, onder eene lieve aanspraak afgegeven.

    Voor allen heeft de nieuwen herder een hartelijk woord van dank, en terwijl het orgel in “brio” reeds een zegemarsch aanheft, trekt de buitengewoone groote menigte, de prachtig versierde kerk binnen, die in eenige ogenblikken overkropt is van toeschouwers, en waarvan duizenden genoodzaakt zijn buiten te blijven.

    Dadelijk wordt het “Veni Creator” aangeheven, waarna de plechtige aanstelling plaats heeft en de gebruikelijke seremoniën na de aanstelling volgen.

    De Zeer Eerw. Heer Deken Goids, pastoor der O.L.Vrouw over de Dijle, beklom daarna den kansel en deed tot die overgroote massa volk, nagenoeg de volgende toespraak :

    Beminde parochianen van Leest. Over eenige weken hebben wij het droevig schouwspel bestatigd van den diepen rouw, waarin uw gemeente lag gedompeld, door het afstervan van uwen diepbetreurden herder, die hier meer dan 40 jaar lang, als onderpastoor en pastoor had gearbeid aan het heil der zielen, en opeens aan uwe liefde werd ontrukt.

    Begaafd met eene uitmuintende inborst, eene groote dienstvaardigheid en eene heilige godsvrucht, was hij waarlijk een priester volgens het hart van God.

    Aan den Heer alleen is het bekend, wat al ongelukkigen hij onderstand heeft verleend; wat al smarten en ellende hij heeft gestelpt en wat al tranen van noodlijdenden en weduwen hij heeft opgedroogd.

    ’t Is geweten tijdens eene besmettelijke ziekte, wat hij gedaan heeft in dien akeligen toestand, voor hen, die aan dien zorgen waren toevertrouwd van deze voorbeeldigen priester. Men vond hem gedurig neergeknield voor het H. Tabernakel in het gebed verslonden, in overweging met zijnen God. Hij, die vurige dienaar van Maria, die goede en voorbeeldige priester werd u ontnomen en zijn stoffelijk overschot werd in den gewijden grond uwer gemeente begraven en zijne schoone ziel zal, zoo hopen wij allen, reeds bij den Heer, het loon zijner werken hebben ontvangen.

    ...

    Door zijn afsterven waart gij weezen geworden zonder geestelijke geleider, doch Zijne Eminentie zond u een nieuwen Herder.

     

    Wat de E.H. Verbiest voorheen voor u is geweest, zal thans de nieuwe pastoor voor u worden. Hij zal u alles schenken wat tot uw geestelijk welzijn noodig is.

    Hij komt niet in naam van een prins, maar in den naam van de Allerhoogste.

    Hij zal u leeren de naam van God beminnen en vereeren. Hij zal uwe kinderen onderwijzen en onderrichten in de leering des Heeren.

    Niemand zal aan zijne bezorgdheid ontsnappen. Op den predikstoel zal hij u uwe plichten voorhouden; in den biechtstoel zal hij voor uwe arme ziele een geneesheer wezen, en als een vader zult gij uit zijnen mond vernemen, wat gij te doen hebt op uwen levenswandel om als ware christenen te leven. Hij zal met overgroote blijdschap de zondaars ontvangen die op het goede pad willen wederkeeren.

    Dagelijks zal hij onder het H. Misoffer, wanneer hij het Lichaam en Bloed van Christus ten Hemel opheft, voor u bidden voor jong en oud, voor arm en rijk, voor allen zonder eenige uitzondering.

    Hij is u nog niet bekend, doch gij zult hem leeren kennen. Hij heeft gewerkt in eene nieuwe parochie, waar hij zoo eindeloos veel goed heeft gesticht.

     

    Gij hebt hem ontvangen, zoo prachtig en zoo heerlijk als men een nieuwen herder kan ontvangen. Iedereen heeft hem willen zien en leeren kennen. Welnu thans kent ge hem. Eenieder van u zal bij hem mogen aankloppen. Zijne edelmoedigheid is groot.

    De zieken en noodlijdenden zullen in hem een grootmoedigen weldoener vinden. De armen zal hij met liefde steunen. Al wie lijdt en treurt zullen in hem een waren vader, een echten en goeden vriend ontwaren.

    Hij komt tot u in naam van den Almachtige. Gij zult naar hem luisteren, zijne woorden aanhoren en tevens zijne vaderlijke raadgevingen volgen.

    Gij zult hem bijstaan en helpen bij het onderwijs uwer kinderen. Weet het wel, de zending van den priester is eene verhevene zending. In het doopsel van Christus klonk er reeds eene stem uit den hemel die zegde : “Aanhoort Hem”.

    Bij de hemelvaart van Jezus, zegde de Verlosser tot zijne apostelen : gaat en onderwijst alle volkeren in Mijnen naam, hen onderwijzende wat ik u geleerd heb en die u aanhoort, aanhoort Mij : die u versmaddt versmaadt Mij en versmaadt mijn Vader die in den Hemel is.

    De priester is de afgezant des Heeren, dus hij is de vertegenwoordiger van God zelf. Luister naar hem, en het zal u in alles wel gaan.

    ’t Deed mij goed aan ’t hartje, uit den mond te vernemen van den heer burgemeester uwer gemeente, bij de ontvangst op de grens wanneer hij tot den nieuwen herder de volgende woorden sprak : Hier in de gemeente Leest gaat iedereen hand aan hand om te werken en te ieveren voor de stoffelijke en zedelijke belangen der bevolking.

    Mochte het zoo nog lange jaren duren voor het geluk en de welvaart dezer gemeeente.

    We gaan God bedanken voor deze weldaden en het “Te Deum Laudamus” ten hemel aanheffen.

     

    Na deze schoone kerkelijke plechtigheid was het ontvcangst op de pastorij, waar ’s avonds de muziekmaatschappijen eene serenade brachten.

    Verlichting en vuurwerk sloten deze luisterrijke inhaling.

    Wij eindigen met den welgemeenden kreet : “Lang leve de Eerw. Pastoor Beuckelaers” en ook “Lang leven de vrienden van Leest ! Zij hebben puik en rijk gefeest !”





    22-02-2012 om 07:25 geschreven door Marcel Van Hoof

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    1911 – Dat jaar startte Jan Huysmans met een limonadefabriekje op het dorpsplein.

                Limonade was toen een nieuwigheid. In de café’s werd enkel bier geschonken.

                Jan Huysmans, die in 1908 vanuit Battel naar Leest was verhuisd, vestigde zich

                eerst  in de herberg “In de Toekomst” op het Dorpsplein, alwaar

                achteraan de eerste limonade werd gefabriceerd.

                Deze limonade werd uitgedragen met paard en kar en het paard moest telkens

                langs de voordeur en door de herberg, binnen  en buitengelaten worden.

                Rond 1930 kocht Nante De Prins de woning aan. Hij betaalde er 27.000 fr voor

                en  verbouwde ze tot beenhouwerij.

                In 1913 kocht en sloopte Jan Huysmans, aan de overzijde van de dorpsplaats,

                het oude “Knippershof” en bouwde er de herberg met fabriekje “In de Proef”.

     

                In de hals van de limonadeflesjes zat een “marbel” (knikker) en door de druk

               hield  de marbel het flesje gesloten. Om te drinken  moest men de knikker  

                indrukken zodat het gas ontsnapte en men de limonade kon uitschenken.

                De naam van de limonadefabriek stond op het flesje : “In de Proef” naar hun

                gelijknamige herberg.

                Gedurende  de oorlogsjaren, 1914-1918, moest moeder “Toor” (Victoria

                Coosemans) zelf met de limonade rondrijden omdat vader Huysmans aan het

                front  zat.

               

                Jacob Albert Huysmans in “De Band” 1979 en april 1980 :

                “Jaak Huysmans, zoon uit de “Vlashandel” wijk de Knip, kocht in 1839 het

                grootste deel van het erfgoed “In den Sleutel” op den “Klaasberg” (zo werd

                vroeger de Dorpsplaats genoemd naar de patroonheilige) en herschikte hier toen

                het oud trapgevelhuis, dat in jaarankers 1473 vermeldde, tot een herberg.

                Het werd het lokaal van doelschuttersverenigingen “Het Knippershof”.

                Jaak Huysmans had twee ongehuwde zonen “Fikke” en “Janneke Knip”(Viktor

                en  Jan Baptist) . Deze laatste bracht wekelijks op een kruiwagen zijn eigen

                scheppingen van pleisteren “beeldjes” voor verkoop naar de Mechelse

                voddenmarkt. 

                Na het verscheiden van deze twee zonen, kocht Jan Huysmans, wiens vader een

                kozijn was van hogervermelde Viktor en Jan Baptist, na sloping van dat gasthof,

                een nieuwe herberg met daarbij een winning voor frisdranken, genaamd “In den

                Proef”. 

       

                “... bij bestellingen van suiker aan een Mechelse limonadefabrikantje, was mijn

                vader daar bevriend geraakt en door deze man kreeg mijn vader raad en

                inlichtingen en vestigde een winning voor frisdranken onder het kenmerk “In de

                Proef”, weldra geroemd door de aanbieding van haar vermaarde produkten in

                originele recipiënten met een magisch sluitmiddel.

                Het werd een zilveren eigen taak.

                90%  der ingrediënten was onbezoedeld bornwater.

                De verbruikersprijs was toen in de herbergen 10 centiem voor zulk een

                Frisdrankje”.

     

                In 1924 schafte Jan Huysmans zich een wagen aan.

                De tweede op de gemeente, de eerste was eigendom van “den Blokmaker”.

                (Piessens)

                Enkele jaren later (in 1926), vroeg en verkreeg Jan Huysmans de toelating

                van  het Schepencollege om “twee elektromotoren van I en van ½ PK te

                stellen en te benuttigen ter plaetse te Leest, nr.5, in zijn werkhuis aan de

                woning palende, en dienende tot het veraardigen van limonaden.”

                De machtiging werd verleend voor dertig jaar.

     

                Albert “Bert” en Alfons “Fons” Huysmans zetten de zaak van hun vader voort

                tot in 1972.

     

    22-02-2012 om 07:19 geschreven door Marcel Van Hoof

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.

    1910 – Dat jaar bezat het dorp Leest vier petroleum-lantaarns. Ze werden in de winter

                door de veldwachter aangestoken. (GA)

     

                Bevolkingscijfer 1910 : 1640.

     

                Enkele jaarwedden van gemeentepersoneel in 1910 :

                Klokkenluider Lodewijk Hellemans ontving voor die taak 50 fr en 50 fr voor het

                onderhouden  van het torenuurwerk.

                Grafmaker Florent Troch 60 fr en Juffrouw Caroline Nees 1900 fr.

                Dit vanaf 1/1/1910. Voordien moesten ze het doen met respectievelijk 32 fr voor

                het  klokkenluiden, 35 fr voor onderhoud aan de torenklok, 25 fr voor de

                grafmaker en 1800 fr voor onderwijzeres Nees. (GR-6/9/1909)

     

                Het gemeentebestuur verklaarde dat er in de gemeente in 1910 “geene

                gediplomeerde vroedvrouwen verblijven” en dat de bevolking bij bevallingen

                beroep deed op bakersvrouwen of op de geneesheer van Hombeek of Tisselt

                omdat de gemeente niet over een geneesheer beschikte.

     

                In de gemeente verbleven 21 personen die werkzaam waren in “staatsdiensten”.

                (GR-24/11/1910)

     

     

    1910 – Zondag 12 juni 1910 – Gazet van Mechelen :

     

                                             Het Onweder van Woensdag.

                “’t Is waarlijk droevig om zien welke overgroote schade het onweder dat verleden

                woensdag namiddag over LEEST, Heffen, Heyndonck, Blaesvelt, Thisselt en

                Battel heeft gewoed, aldaar heeft aangericht.

                Nu ziet men maar eerst de overgroote verwoesting. Men had in de eerste

                oogenblikken nog het gedacht geopperd, dat na wat droog weder alles weer op

                zijn effen zou komen, doch dit zijn thans overgroote teleurstellingen.

                Het geknakte graan ligt thans te vergelen en te verdrogen, de erwten zijn als

                afgemaaid en de aardappelen die zoo schoon op ’t veld stonden afgerukt en in den

                grond omgewoeld, door de ijsbollen, die als hagel  nedervielen, ter grootte van

                grootte duifeieren.

                Gansche streken zijn hier voor den toekomstigen oogst totaal vernield, en men

                vraagt zich af, wat deze zoo erg geteisterde landbouwers in de toekomst moeten

                gaan doen, zoo voor hen als voor hun vee.

                Wij hebben kleine pachters, bij het aanschouwen van al die schade en vernieling

                zien weenen als kinderen, wijl zij onder tranen uitriepen : wat moeten wij toch nu

                gaan aanvangen ? Zonder hulp is het niet mogelijk dat wij deze schade te boven

                komen !

                ’t Is te hopen dat er aan hogerhand zal aangeklopt worden om vanwege het

                gouvernement eene schadeloosstelling te bekomen.

                Er is nood, groote nood, en in die omstandigheden moest er geholpen worden.

                Wij bevelen ten zeerste deze geteisterde landbouwers aan in de bemiddeling onzer

                geachte Senators en Volksvertegenwoordigers om voor hun ten beste te spreken,

                in Kamer en Senaat, om de tusschenkomst te bekomen van het Ministerie.

                Laat ons hopen dat dit zal gebeuren.”

     

               Meer dan 100 boeren richtten  een “vertoogschrift” aan de Kamer van

                Volksvertegenwoordigers, waarin zij om een speciaal ondersteuningskrediet

                verzochten, evenals de opheffing van de grondbelasting voor 1910 voor alle

                getroffen gebieden. (GA-14/6/1910)

     

    1910 – 4 september – Gazet van Mechelen : Duffel : zeldzaam feest.

                “Het schoone en nijverige Duffel met zijne prachtige kerk en toren, zijne heerlijke

                landerijen, enz...

                valt de eer te beurt, tusschen zijn inwoners, de oudste vrouw van gans het land te

                tellen.

                Moederken Diddens, zoo noemt men de ouderlinge, zal op 9 oktober aanstaande,

                105 jaar worden.

                Groote feesten worden te dien gelegenheid op touw gezet.

                Het feestcomiteit werkt ieverig en heeft het goed gedacht opgevat den heer J.R.

                Walgrave, kunstschilder alhier, als feestbestuurder te benoemen.

                Deze heer houdt zich ieverig bezig met de samenstelling van eenen prachtigen

                stoet en wie de kunstzin van heer Walgraeve kent, weet dat hij iets zal tot stand

                brengen, waardig van eene gemeente als Duffel.”

     

    1910 – Zondag 11 september 1910 – Gazet van Mechelen : (Bijzondere Bijdrage)

     

                                      Duffel : Gezegenden Ouderdom.

                “Moederken Diddens, die op 9 october aanstaande 105 jaar wordt, is nog altijd

                frisch en gezond en mag zich waarlijk in een gezegenden ouderdom verheugen.

                Zij begeeft zich, geleund op den arm harer dochter, nog dikwijls ter kerke, om den

                Gever van alle goed te bedanken voor de uitzonderlijke gunst haar geschonken.

                Het is van deze gunstelinge dat heel Duffel spreekt, waarvoor men werkt en

                zwoegt en een feest voorbereidt dat aan de vreemdelingen zal tonen, op welk

                luisterrijke wijze de Duffelaren hunnen 105 jarige, de oudste vrouw van gansch

                het land, weten te eeren en te vieren...”

     

    1910 – 18 september : Gazet van Mechelen :

     

                                       Moederken Diddens.

                “Op 8 october a.s. zal hier de oudste vrouw van gansch het land  en misschien

                ook de kloekste, de gezondste en de best bewaarde van al de honderdjarigen

                buitengewoon gevierd worden.

                Buiten de 105-jarige moeder Diddens bezit deze gemeente nog een tiental 90-

                jarigen, allen zeer wel te pas en waartusschen nog een r....enz...”

     

    1910 – 10 oktober – Gazet van Mechelen :

     

                Moeder Diddens’ 105de verjaardag te Duffel gevierd.

                Wij zijn gisteren moederken Diddens gaan helpen feesten, het vrouwken met haar

                eindeloosen adem, dat wij over 5 jaar reeds als eeuwelinge hebben begroet.

                De brave ziel is weinig veranderd sinds haar tienden kruisken, en alles laat

                verhopen dat wij haar binnen 5 jaar zullen mogen proficiat wenschen over haar

                elfde...ten minste als wij het beleven.

                Want ’t is altijd de jongste niet, die staat mag maken op de langste nacht.

                Wie zal er bijvoorbeeld voorzien hebben dat van ’t gezegend drietal, dat wij

                voor vijf jaar aan mevrouw Diddens ‘ haard leerden kennen de jongste dochter,

                niet de oude moeder, naar den hemel zou gaan ?

                Doch is Seraphine heengetogen –op 63 jaar, maar- zegt de jubilarisse met een

                zucht- Melanie bleef, eene nog kloeke zeventigjarige thans, en nooit heeft de

                eerbiedwaardige ouderlinge kunnen ondervinden dat zij maar één bewaarengel

                meer heeft.

                ...

                ...De Mei werd geplant, het jaarschrift aan den gevel geklopt, de peerden

                geroskamd die in den stoet moesten, de triomfklokke geluid en de grove stemmen

                van gelost tot in de naburige dorpen te laten weten welke een glorieuze datum

                over de bloeiende bakermat van Killiaan gekomen was.

                ...”

     

    1910 – 14 oktober : Gazet van Mechelen : Duffel – Ongelooflijk.

                “Ongelooflijk groot was de toeloop van volk om de feesten der 105-jarige van

                Duffel te zien en onbeschrijfelijk de geestdrift en toejuichingen op moederkens

                doortocht.

                Om dan iedereen het genoegen te verschaffen dat minzaam menschke –en echt

                koddig ding – te komen bewonderen is de gemeenteoverheid met het Feestcomiteit

                overeengekomen om den stoet nogmaals te doen uitgaan op 16 October, dinsdag

                van jaarmarkt kermis.

                Merk wel aan dat dit wondervrouwke weer gansch den stoet zal volgen.”

     

    1910 – Schepen die aanlegden aan de kaaien van de Zennebrug te Leest – Periode 1910.

     

    Datum       Naam v.h            Inhoud v.h Lading      Komende  Ledig  Naam v.d.  Kaai van

                        schip                  schip          schip         van            naar    schipper

    12/10/1910 Lewie Kop          49 ton     40 t kolen    Boom      Boom   Lowie Kop  Apers

    05/11/1910 Marie Jozef         57 ton     57 t kolen    Boom      Boom   De Bruyn    Apers

    10/12/1910 Twee Gebroeders 40 ton    32 t steen     Traag     Heindonk Boschmans Apers

    15/12/1910 Jozefien               49 ton    32 t steen  en  Boom  Boom   Nante Bosman Apers

                                                                        pannen

    19/12/1910 Jozefien               49 ton      32 t steen     Boom     Boom Nante Bosman Apers

    22/12/1910 Jozefien               49 ton      32 t steen     Boom     Boom Nante Bosman Apers

    24/12/1910 Jozefien                49 ton     32 t steen     Boom     Boom Nante Bosman Apers

     

    Betaalde vergoedingen voor het lossen aan de kaai van Apers Jozef – Jaar 1910:

                                                                                                                      

                                                                                                                         Fr Ct                                                                                                                     

    December 12  gelost 30-duizend stenen aan 5 centiemen                            1, 50

    “                12 gelost pannen en vorsten                    

    “                17 Doren Teughels Hombeek steen 32-duizend                         3, 20

    “                21 Doren Teugels Hombeek steen 32-ton duizend                     3, 20

    “                22 Doren Teugels Hombek steen gelost  32-duizend                  3, 20

    “                24 Doren Teugels Hombeek steen gelost 32-duizend                  3, 20

    “                12 Tist Beulens een schip steen 32-duizend en pannen               3, 20

    (originelen eigendom Eddy Apers+ details andere jaren)

    22-02-2012 om 07:13 geschreven door Marcel Van Hoof

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 1/5 - (1 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.

    1909 – “De kaairechten bedroegen 0.10 c per ton gelost  of geladen op de lengte der

                kaaimuren ; bomen betalen à.25 c.

                Mest, beir of andere vetten voor den landbouw, zijn vrij van recht.

                De rechten zijn dubbel, bij geval de waren meer dan eene maand op de kaai

                blijven.” (GA)

     

    1909 – Gazet van Mechelen – zaterdag 2 januari 1909 :

               

                                     Eene Dievenbende op strooptocht.”

     

                Eene bende dieven heeft in den nacht van woensdag op donderdag eene

                verkenning gedaan in den omtrek van Mechelen, Battel en Leest.

                De schelmen schijnen eerst naar Leest te zijn gegaan om vervolgens naar Battel

                en Mechelen te komen afgezakt.

                Hunne ondernemingstocht heeft ditmaal een weinig weg van het vermaard

                kluchtspel “Robert en Bertrand” of de Lustige Bandieten.

                Men oordele liever : het was rond half twee in den nacht als de dieven eene ruit

                uitsneden en binnenbraken in de woning van Jan Verschueren Leest-Heide.

                Hier vertoefden zij niet lang en was de buit van weinig betekenis.

                Zij vertrokken al vlug naar de woning van Jan Smets, Leest-Dorp, het was alsdan

                bijna 2 ure. Smets is de stoker van M. Van Diepenbeeck, brouwer te Mechelen.

                Hier eveneens kropen zij langs het venster binnen en gaven een kort bezoek en

                trokken weer heen, zonder eigenlijk te vinden wat zij graag verlangden.

                Het was kwart over 2 ure als zij bij Arnold Teughels aanlandden.

                Hier waren ze volop aan hun werk binnen het huis, als vrouw Teughels, door een

                gerucht gewekt werd en dadelijk een luchtgat opende in den planken vloer der

                slaapkamer, dat uitgaf in de herberg en waardoor zij alles kon zien wat er

                beneden plaatsgreep.

                Zij zag drij personen met licht weg en weer lopen en fluisteend tot elkander

                spreken. De vrouw wist genoeg. Opeens riep zij door het luchtgat naar beneden :

                “Hé, schiet maar ! Schiet maar !” Juist alsof zij dit tegen haren man riep.

                Eén der bandieten blies in zijn haast het licht uit, en heel de ploeg verdween

                langs het venster.

                Ze hadden in haast hunnen buit vergeten.

                Van hier ging het regelrecht naar Battel...enz.

                ...de politie van Mechelen heeft daarover donderdag morgen een onderzoek

                ingesteld en de rechterlijke politieagenten Neutiens en Van Ginsbergen zijn per

                velo naar Battel en Leest geweest, om alles ter plaatse te gaan waarnemen.”

     

    1909 – 30 januari – Gazet van Mechelen : Een Man Versmacht.

                “Men meldt ons uit zeer geloofbare bron, dat de werkman De Meyer, wonende te

                Leest, die alle dagen naar Brussel gaat werken, aldaer woensdag door het

                springen eener buis, versmacht is geworden.

                De dood was oogenblikkelijk. Nadere inlichtingen ontbraken.”

                (Gvm-zaterdag 30/1/09)  

     

    1909 – In dat jaar maakte de fanfare “Arbeid Adelt” een merkwaardige uitstap.

                Bestemming van de reis was Antwerpen, meer bepaald het Bestendig Festival,

                en  men ging er naartoe per “plezierboot”, langs de Zenne. (DB-1/5/1958)

     

                1909 gaf 12 lotelingen voor de militielichting.

     

    1909 – 1 januari : Vanaf heden kreeg veldwachter Isidoor Constant Van Hoof 100 fr

                meer jaarwedde : “overwegende dat de tegenwoordige jaarwedde van 800 franks,

                de geringste is van al de gemeenten van ’t kanton.”

                De jaarwedde van de gemeentesecretaris bedroef 1000fr,  die van

                hulponderwijzeres  Mathilde Hellemans 1300 frank.

     

    1909 – Vanaf 1 januari werden de “keurrechten op het slachtvleesch” als volgt

                samengesteld :

                paarden, ezels, muilezels, stieren, ossen, koeien en vaarzen per hoofd : 2,50 fr.

                Kalveren, schapen, varkens per hoofd : 1,00 fr.

                Lammeren, geiten en speenvarkens per hoofd : 0,50 fr.

                Die keurechten werden niet geheven voor dieren afgemaakt of gestorven

                tengevolge van ziekte of ongeval, wanneer die dieren toehoorden aan

                inwoners van Leest. (GA)

     

    1909 – 16 januari : Brief van het Leestse gemeentebestuur  gericht naar dat van

                Mechelen :

                “Wij nemen de vrijheid Uwe welwillende aandacht in te roepen betrekkelijk den

                slechten toestand der wegenis tusschen Battel en de grens onzer gemeente, en

                bijzonderlijk aan de woningen langsheen dien steenweg op de warande.

                Aangezien er op die plaats hoegenaamd geene grachten bestaan loopt het water

                der daken naar den weg, die veel lager is dan de nevenstaande woningen en

                landen, en het moet er blijven, door gemis aan afleidingen.

                Op het hoog gedeelte nabij den molen, worden de zoomwegen bij den minsten

                stortregen weggespoeld, en de stenen worden blootgezet aan het water, wat het

                wisselen van rijtuigen bijna volkomen onmogelijk maakt.

                In dezen toestand zou kunnen voorzien worden zonder grote onkosten, met op het

                hoog gedeelte van de bergen, eene grondlaag af te halen, en deze aan te brengen

                langs den kant van Leest, zou men dus verhooging bekomen in het laag gedeelte,

                en te meer de tegenwoordig bestaande beklimming verminderen...”

                Honderd jaar later spreken oudere Leestenaars nog spottend van de “Battelse

                Bergen”.

     

    1909 – 14 februari : Brand in de Blaasveldstraat.

                Ditmaal moest de “havermeyt” van August Verbruggen er aan geloven.

                Kwaadwilligheid werd niet uitgesloten en de gendarmerie werd belast met het

                onderzoek. (GA)

     

    1909 – 4 april : Vermoedelijke stichtingsdatum van de onafhankelijke toneelvereniging

                “Eendracht en Vrede”

                Eerste voorzitter was A. Moyson, secretaris Meester J. Dumond.

                De vereniging werd gesticht in zaal Sint-Cecilia bij het echtpaar Theodoor

                (Dorreke) Van den Heuvel – Maria (Suska) Steenackers. (later herberg

                De Drij Gapers).

                Guido Hellemans baseerde zich voor deze datum van stichting op een

                Reglement van 4 april 1909 (De Band-oktober 1985).

                De vereniging werd ontbonden rond 1921-22.

                Volgens Alfons Hellemans zouden een aantal jongere leden verzocht hebben

                om eigenhandig een toneelstuk op te voeren voor zichzelf en met het

                beschikbare materiaal. Het bestuur weigerde maar de jongeren hielden voet

                bij stuk. Dit zou aan de basis van de ontbinding gelegen hebben.

                Op zondagen 25 december 1921 en 1 januari 1922 vond het laatste optreden

                van “Eendracht en Vrede” plaats.

                Op 19 en 26 februari speelde de nieuw opgerichte toneelvereniging Rust Roest

                voor de eerste maal, eveneens in de zaal van Theodoor Van den Heuvel met niet

                minder dan zes oudspelers van Eendracht en Vrede in hun rangen.

                In 1920 hadden reeds afgescheurde leden van Eendracht en Vrede “De Moedige

                Vlamingen” opgericht, een afdeling van de muziekmaatschappij Sint-Cecilia.

                Zij speelden in de zaal “de Boerenhandel” bij P. Van den Eede.

                Deze toneelvereniging werd in 1929 ontbonden.

                (Guido Hellemans in DeBand  oktober 1985)

     

    1909 – 8 april : Hoofdonderwijzer Dumont ontving, uit handen van de  burgemeester,

                het kruis van 1ste klas voor bewezen diensten in het onderwijs gedurende meer dan

                35 jaar.

     

    1909 – 25 april :

                “Op zondag 25 april omtrent half elf ’s avonds keerde den genaamden

                Huybrechts Jan, arsenaalwerkman, wonende Scheerstraat, huiswaarts en

                gekomen tot op den hoek der haag van den hof van Ivo Jacobs, is hij aangerand

                geweest door twee manspersonen.

                Een der mannen bracht hem drie sneeden toe waarvan eenen over den arm en

                twee over de borst, doch het kleedsel alleen is doorsneden.

                Huybrechts heeft zijne aanranders niet kunnen herkennen.

                De gendarmerie werd belast met het onderzoek.” (GA)

     

    1909 – 7 juni :

                “Omtrent 10 ure voormiddag is er door 30 ruiters van het regiment artillerie

                onder bevel van eenen onderofficier van het regiment schutterij te Mechelen

                in garnizoen, door het graan en den klaver gereden geweest op het land in

                huur bij Lauwens Jan Piet, landbouwer Winkelstraat Leest.

                Landbouwer Lauwens diende klacht in en de schade bedraagt volgens zijne

                schatting 40 frank .” (GA)

     

    1909 – 26 juni : De laatste brand van een hele reeks vonds plaats in het karhuis van

                August Boey uit de Kleinheidestraat.

                Gelukkig konden de vlammen tijdig geblust worden.

                Ook hier was kwaad opzet in het spel, maar ditmaal had men een verdachte,

                de genaamde F.V.K. uit Heffen.

                De afloop van deze zaak bleef ons verder onbekend, maar de pyromaan was

                waarschijnlijk onschadelijk gemaakt want Leest bleef een hele tijd gevrijwaard

                van branden.

     

    1909 – 15 augustus : Bij Theophiel Verschueren uit de Scheerstraat werden voor de

                tweede keer deze week kippen gestolen.

     

    1909 – 28 augustus : Passage uit een brief van burgemeester Bernaerts gericht aan de

                arrondissementskommissaris :

                “...in Leest is er weinig of geene leurhandel daar het hoofdbedrijf landbouw is.

                Voor het algemeen worden de leurders zeer slecht gezien en gehouden door de

                bevolking, en ook op ongunstige wijze ontvangen door de inwoners, dewelke de

                leurders voor het groot deel als nietsdoeners en spioenen aanzien...”

     

    1909 – 18 december : De weduwe Van Moer, “barreelpachtster op den steenweg Battel-

                Thisselt”, werd een vermindering van 90,65 fr toegestaan op haar pachtprijs

                omdat het verkeer een drietal maanden was omgeleid richting Mechelen.

                Per jaar betaalde ze 1170 fr aan de gemeente.

    22-02-2012 om 07:09 geschreven door Marcel Van Hoof

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)


    Archief per week
  • 15/04-21/04 2024
  • 01/04-07/04 2024
  • 18/03-24/03 2024
  • 11/03-17/03 2024
  • 19/02-25/02 2024
  • 05/02-11/02 2024
  • 22/01-28/01 2024
  • 25/12-31/12 2023
  • 18/12-24/12 2023
  • 04/12-10/12 2023
  • 27/11-03/12 2023
  • 20/11-26/11 2023
  • 13/11-19/11 2023
  • 06/11-12/11 2023
  • 30/10-05/11 2023
  • 23/10-29/10 2023
  • 09/10-15/10 2023
  • 25/09-01/10 2023
  • 11/09-17/09 2023
  • 28/08-03/09 2023
  • 14/08-20/08 2023
  • 24/07-30/07 2023
  • 10/07-16/07 2023
  • 26/06-02/07 2023
  • 19/06-25/06 2023
  • 12/06-18/06 2023
  • 05/06-11/06 2023
  • 29/05-04/06 2023
  • 15/05-21/05 2023
  • 08/05-14/05 2023
  • 01/05-07/05 2023
  • 24/04-30/04 2023
  • 10/04-16/04 2023
  • 27/03-02/04 2023
  • 20/03-26/03 2023
  • 06/03-12/03 2023
  • 27/02-05/03 2023
  • 20/02-26/02 2023
  • 13/02-19/02 2023
  • 06/02-12/02 2023
  • 23/01-29/01 2023
  • 16/01-22/01 2023
  • 09/01-15/01 2023
  • 02/01-08/01 2023
  • 26/12-01/01 2023
  • 12/12-18/12 2022
  • 05/12-11/12 2022
  • 28/11-04/12 2022
  • 14/11-20/11 2022
  • 07/11-13/11 2022
  • 31/10-06/11 2022
  • 24/10-30/10 2022
  • 17/10-23/10 2022
  • 03/10-09/10 2022
  • 26/09-02/10 2022
  • 19/09-25/09 2022
  • 05/09-11/09 2022
  • 22/08-28/08 2022
  • 15/08-21/08 2022
  • 08/08-14/08 2022
  • 25/07-31/07 2022
  • 18/07-24/07 2022
  • 11/07-17/07 2022
  • 27/06-03/07 2022
  • 20/06-26/06 2022
  • 06/06-12/06 2022
  • 23/05-29/05 2022
  • 09/05-15/05 2022
  • 02/05-08/05 2022
  • 18/04-24/04 2022
  • 28/03-03/04 2022
  • 21/03-27/03 2022
  • 14/03-20/03 2022
  • 21/02-27/02 2022
  • 31/01-06/02 2022
  • 03/01-09/01 2022
  • 20/12-26/12 2021
  • 13/12-19/12 2021
  • 29/11-05/12 2021
  • 15/11-21/11 2021
  • 01/11-07/11 2021
  • 25/10-31/10 2021
  • 18/10-24/10 2021
  • 11/10-17/10 2021
  • 04/10-10/10 2021
  • 27/09-03/10 2021
  • 20/09-26/09 2021
  • 13/09-19/09 2021
  • 06/09-12/09 2021
  • 30/08-05/09 2021
  • 23/08-29/08 2021
  • 16/08-22/08 2021
  • 09/08-15/08 2021
  • 02/08-08/08 2021
  • 26/07-01/08 2021
  • 19/07-25/07 2021
  • 12/07-18/07 2021
  • 05/07-11/07 2021
  • 21/06-27/06 2021
  • 14/06-20/06 2021
  • 07/06-13/06 2021
  • 24/05-30/05 2021
  • 10/05-16/05 2021
  • 03/05-09/05 2021
  • 26/04-02/05 2021
  • 12/04-18/04 2021
  • 05/04-11/04 2021
  • 22/03-28/03 2021
  • 15/03-21/03 2021
  • 08/03-14/03 2021
  • 22/02-28/02 2021
  • 15/02-21/02 2021
  • 01/02-07/02 2021
  • 18/01-24/01 2021
  • 04/01-10/01 2021
  • 28/12-03/01 2027
  • 21/12-27/12 2020
  • 14/12-20/12 2020
  • 07/12-13/12 2020
  • 30/11-06/12 2020
  • 23/11-29/11 2020
  • 09/11-15/11 2020
  • 02/11-08/11 2020
  • 19/10-25/10 2020
  • 12/10-18/10 2020
  • 05/10-11/10 2020
  • 28/09-04/10 2020
  • 21/09-27/09 2020
  • 24/08-30/08 2020
  • 17/08-23/08 2020
  • 10/08-16/08 2020
  • 03/08-09/08 2020
  • 20/07-26/07 2020
  • 06/07-12/07 2020
  • 29/06-05/07 2020
  • 22/06-28/06 2020
  • 15/06-21/06 2020
  • 01/06-07/06 2020
  • 25/05-31/05 2020
  • 18/05-24/05 2020
  • 04/05-10/05 2020
  • 27/04-03/05 2020
  • 20/04-26/04 2020
  • 30/03-05/04 2020
  • 23/03-29/03 2020
  • 16/03-22/03 2020
  • 09/03-15/03 2020
  • 02/03-08/03 2020
  • 24/02-01/03 2020
  • 10/02-16/02 2020
  • 03/02-09/02 2020
  • 27/01-02/02 2020
  • 20/01-26/01 2020
  • 13/01-19/01 2020
  • 06/01-12/01 2020
  • 30/12-05/01 2020
  • 16/12-22/12 2019
  • 02/12-08/12 2019
  • 25/11-01/12 2019
  • 18/11-24/11 2019
  • 04/11-10/11 2019
  • 21/10-27/10 2019
  • 14/10-20/10 2019
  • 07/10-13/10 2019
  • 23/09-29/09 2019
  • 09/09-15/09 2019
  • 02/09-08/09 2019
  • 26/08-01/09 2019
  • 12/08-18/08 2019
  • 22/07-28/07 2019
  • 15/07-21/07 2019
  • 08/07-14/07 2019
  • 01/07-07/07 2019
  • 24/06-30/06 2019
  • 17/06-23/06 2019
  • 10/06-16/06 2019
  • 03/06-09/06 2019
  • 20/05-26/05 2019
  • 13/05-19/05 2019
  • 06/05-12/05 2019
  • 22/04-28/04 2019
  • 15/04-21/04 2019
  • 01/04-07/04 2019
  • 18/03-24/03 2019
  • 04/03-10/03 2019
  • 25/02-03/03 2019
  • 18/02-24/02 2019
  • 11/02-17/02 2019
  • 21/01-27/01 2019
  • 14/01-20/01 2019
  • 07/01-13/01 2019
  • 24/12-30/12 2018
  • 17/12-23/12 2018
  • 10/12-16/12 2018
  • 03/12-09/12 2018
  • 26/11-02/12 2018
  • 12/11-18/11 2018
  • 29/10-04/11 2018
  • 22/10-28/10 2018
  • 15/10-21/10 2018
  • 08/10-14/10 2018
  • 17/09-23/09 2018
  • 03/09-09/09 2018
  • 20/08-26/08 2018
  • 13/08-19/08 2018
  • 06/08-12/08 2018
  • 30/07-05/08 2018
  • 23/07-29/07 2018
  • 16/07-22/07 2018
  • 09/07-15/07 2018
  • 25/06-01/07 2018
  • 18/06-24/06 2018
  • 11/06-17/06 2018
  • 04/06-10/06 2018
  • 21/05-27/05 2018
  • 07/05-13/05 2018
  • 23/04-29/04 2018
  • 16/04-22/04 2018
  • 09/04-15/04 2018
  • 02/04-08/04 2018
  • 26/03-01/04 2018
  • 19/03-25/03 2018
  • 12/03-18/03 2018
  • 05/03-11/03 2018
  • 19/02-25/02 2018
  • 12/02-18/02 2018
  • 05/02-11/02 2018
  • 29/01-04/02 2018
  • 22/01-28/01 2018
  • 15/01-21/01 2018
  • 08/01-14/01 2018
  • 01/01-07/01 2018
  • 25/12-31/12 2017
  • 18/12-24/12 2017
  • 04/12-10/12 2017
  • 27/11-03/12 2017
  • 20/11-26/11 2017
  • 06/11-12/11 2017
  • 23/10-29/10 2017
  • 16/10-22/10 2017
  • 09/10-15/10 2017
  • 25/09-01/10 2017
  • 18/09-24/09 2017
  • 11/09-17/09 2017
  • 04/09-10/09 2017
  • 28/08-03/09 2017
  • 21/08-27/08 2017
  • 14/08-20/08 2017
  • 31/07-06/08 2017
  • 10/07-16/07 2017
  • 03/07-09/07 2017
  • 12/06-18/06 2017
  • 05/06-11/06 2017
  • 29/05-04/06 2017
  • 15/05-21/05 2017
  • 01/05-07/05 2017
  • 17/04-23/04 2017
  • 10/04-16/04 2017
  • 03/04-09/04 2017
  • 27/03-02/04 2017
  • 20/03-26/03 2017
  • 13/03-19/03 2017
  • 06/03-12/03 2017
  • 27/02-05/03 2017
  • 13/02-19/02 2017
  • 06/02-12/02 2017
  • 30/01-05/02 2017
  • 23/01-29/01 2017
  • 16/01-22/01 2017
  • 09/01-15/01 2017
  • 02/01-08/01 2017
  • 26/12-01/01 2017
  • 19/12-25/12 2016
  • 05/12-11/12 2016
  • 28/11-04/12 2016
  • 21/11-27/11 2016
  • 07/11-13/11 2016
  • 24/10-30/10 2016
  • 17/10-23/10 2016
  • 10/10-16/10 2016
  • 03/10-09/10 2016
  • 26/09-02/10 2016
  • 19/09-25/09 2016
  • 05/09-11/09 2016
  • 22/08-28/08 2016
  • 15/08-21/08 2016
  • 01/08-07/08 2016
  • 25/07-31/07 2016
  • 18/07-24/07 2016
  • 11/07-17/07 2016
  • 04/07-10/07 2016
  • 27/06-03/07 2016
  • 20/06-26/06 2016
  • 13/06-19/06 2016
  • 06/06-12/06 2016
  • 30/05-05/06 2016
  • 23/05-29/05 2016
  • 16/05-22/05 2016
  • 09/05-15/05 2016
  • 02/05-08/05 2016
  • 25/04-01/05 2016
  • 18/04-24/04 2016
  • 11/04-17/04 2016
  • 04/04-10/04 2016
  • 21/03-27/03 2016
  • 14/03-20/03 2016
  • 07/03-13/03 2016
  • 29/02-06/03 2016
  • 22/02-28/02 2016
  • 15/02-21/02 2016
  • 08/02-14/02 2016
  • 25/01-31/01 2016
  • 04/01-10/01 2016
  • 28/12-03/01 2016
  • 21/12-27/12 2015
  • 07/12-13/12 2015
  • 23/11-29/11 2015
  • 16/11-22/11 2015
  • 09/11-15/11 2015
  • 02/11-08/11 2015
  • 19/10-25/10 2015
  • 12/10-18/10 2015
  • 05/10-11/10 2015
  • 21/09-27/09 2015
  • 14/09-20/09 2015
  • 07/09-13/09 2015
  • 31/08-06/09 2015
  • 13/07-19/07 2015
  • 22/06-28/06 2015
  • 08/06-14/06 2015
  • 01/06-07/06 2015
  • 25/05-31/05 2015
  • 11/05-17/05 2015
  • 04/05-10/05 2015
  • 27/04-03/05 2015
  • 20/04-26/04 2015
  • 13/04-19/04 2015
  • 06/04-12/04 2015
  • 30/03-05/04 2015
  • 23/03-29/03 2015
  • 16/03-22/03 2015
  • 09/03-15/03 2015
  • 02/03-08/03 2015
  • 23/02-01/03 2015
  • 16/02-22/02 2015
  • 09/02-15/02 2015
  • 02/02-08/02 2015
  • 26/01-01/02 2015
  • 19/01-25/01 2015
  • 12/01-18/01 2015
  • 05/01-11/01 2015
  • 29/12-04/01 2015
  • 15/12-21/12 2014
  • 08/12-14/12 2014
  • 24/11-30/11 2014
  • 17/11-23/11 2014
  • 10/11-16/11 2014
  • 03/11-09/11 2014
  • 20/10-26/10 2014
  • 13/10-19/10 2014
  • 06/10-12/10 2014
  • 29/09-05/10 2014
  • 22/09-28/09 2014
  • 08/09-14/09 2014
  • 01/09-07/09 2014
  • 25/08-31/08 2014
  • 18/08-24/08 2014
  • 04/08-10/08 2014
  • 28/07-03/08 2014
  • 21/07-27/07 2014
  • 14/07-20/07 2014
  • 07/07-13/07 2014
  • 30/06-06/07 2014
  • 23/06-29/06 2014
  • 16/06-22/06 2014
  • 09/06-15/06 2014
  • 02/06-08/06 2014
  • 26/05-01/06 2014
  • 19/05-25/05 2014
  • 12/05-18/05 2014
  • 05/05-11/05 2014
  • 28/04-04/05 2014
  • 21/04-27/04 2014
  • 14/04-20/04 2014
  • 07/04-13/04 2014
  • 31/03-06/04 2014
  • 24/03-30/03 2014
  • 17/03-23/03 2014
  • 10/03-16/03 2014
  • 03/03-09/03 2014
  • 24/02-02/03 2014
  • 17/02-23/02 2014
  • 10/02-16/02 2014
  • 03/02-09/02 2014
  • 27/01-02/02 2014
  • 20/01-26/01 2014
  • 13/01-19/01 2014
  • 06/01-12/01 2014
  • 30/12-05/01 2014
  • 23/12-29/12 2013
  • 16/12-22/12 2013
  • 09/12-15/12 2013
  • 02/12-08/12 2013
  • 25/11-01/12 2013
  • 18/11-24/11 2013
  • 11/11-17/11 2013
  • 28/10-03/11 2013
  • 21/10-27/10 2013
  • 14/10-20/10 2013
  • 07/10-13/10 2013
  • 30/09-06/10 2013
  • 23/09-29/09 2013
  • 16/09-22/09 2013
  • 09/09-15/09 2013
  • 02/09-08/09 2013
  • 05/08-11/08 2013
  • 29/07-04/08 2013
  • 22/07-28/07 2013
  • 15/07-21/07 2013
  • 08/07-14/07 2013
  • 01/07-07/07 2013
  • 24/06-30/06 2013
  • 17/06-23/06 2013
  • 10/06-16/06 2013
  • 03/06-09/06 2013
  • 27/05-02/06 2013
  • 13/05-19/05 2013
  • 06/05-12/05 2013
  • 29/04-05/05 2013
  • 22/04-28/04 2013
  • 25/03-31/03 2013
  • 18/03-24/03 2013
  • 11/03-17/03 2013
  • 04/03-10/03 2013
  • 18/02-24/02 2013
  • 28/01-03/02 2013
  • 21/01-27/01 2013
  • 07/01-13/01 2013
  • 31/12-06/01 2013
  • 24/12-30/12 2012
  • 17/12-23/12 2012
  • 10/12-16/12 2012
  • 03/12-09/12 2012
  • 26/11-02/12 2012
  • 19/11-25/11 2012
  • 12/11-18/11 2012
  • 05/11-11/11 2012
  • 29/10-04/11 2012
  • 22/10-28/10 2012
  • 15/10-21/10 2012
  • 08/10-14/10 2012
  • 01/10-07/10 2012
  • 24/09-30/09 2012
  • 10/09-16/09 2012
  • 03/09-09/09 2012
  • 13/08-19/08 2012
  • 06/08-12/08 2012
  • 30/07-05/08 2012
  • 23/07-29/07 2012
  • 02/07-08/07 2012
  • 25/06-01/07 2012
  • 18/06-24/06 2012
  • 11/06-17/06 2012
  • 04/06-10/06 2012
  • 28/05-03/06 2012
  • 14/05-20/05 2012
  • 07/05-13/05 2012
  • 30/04-06/05 2012
  • 23/04-29/04 2012
  • 16/04-22/04 2012
  • 09/04-15/04 2012
  • 02/04-08/04 2012
  • 26/03-01/04 2012
  • 19/03-25/03 2012
  • 12/03-18/03 2012
  • 05/03-11/03 2012
  • 27/02-04/03 2012
  • 20/02-26/02 2012
  • 13/02-19/02 2012
  • 06/02-12/02 2012

    E-mail mij

    Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.


    Gastenboek

    Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek


    Blog als favoriet !


    Blog tegen de regels? Meld het ons!
    Gratis blog op http://blog.seniorennet.be - SeniorenNet Blogs, eenvoudig, gratis en snel jouw eigen blog!